De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Tijdens het recente bezoek van Eurocommissaris voor Landbouw Christophe Hansen aan het witloofbedrijf van de familie Magnus in Merchtem hebt u de gelegenheid gehad om met hem in gesprek te gaan over diverse landbouwthema’s.
Het werkbezoek stond in het teken van een directe dialoog tussen beleidsmakers en landbouwers. Hansen benadrukte volgens berichtgeving van het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) het belang van luisteren naar land- en tuinbouwers en de diversiteit binnen de Europese land- en tuinbouw. Hij erkende de uitdagingen waar landbouwers mee te maken hebben, zoals hoge energiekosten, administratieve rompslomp en oneerlijke concurrentie. Hansen stelde zich open op en toonde begrip voor de verzuchtingen van de landbouwsector, terwijl hij beloofde werk te maken van concrete oplossingen.
Minister, welke specifieke thema’s hebt u tijdens het bezoek besproken met de Eurocommissaris? Welke prioriteiten en werkpunten hebt u vanuit Vlaanderen meegegeven aan de Eurocommissaris? Heeft de Eurocommissaris concrete voorstellen of initiatieven gedeeld die Vlaanderen kunnen ondersteunen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
We hadden het genoegen om als Vlaanderen de Europese commissaris voor Landbouw en Voeding, Christophe Hansen, op de tweede dag van zijn mandaat, 2 december, te mogen verwelkomen bij een Vlaamse witloofteler in Merchtem, net buiten Brussel. Ik heb al heel wat Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven bezocht, maar ik was toch wel heel erg onder de indruk bij de familie Magnus. Ik heb hem daar heel graag vergezeld, om hem onder meer te tonen hoe innovatief en ondernemend onze Vlaamse land- en tuinbouwers zijn.
Met dat bezoek gaf de Eurocommissaris gevolg aan zijn belofte om veel op het terrein te zijn in de verschillende lidstaten. Tijdens zijn hoorzitting voor het Europees Parlement had de commissaris daar namelijk veel nadruk op gelegd. Het zal u niet verbazen dat ik dat heel erg ondersteun en zelf ook die houding wil aannemen. Ik wil zo veel mogelijk met landbouwers praten in plaats van over hen te praten aan de tafel in Brussel. In die zin kwam de Eurocommissaris in eerste instantie niet voor een overleg, maar ook en vooral om te luisteren naar de landbouwers in kwestie.
De familie Magnus kon bij dit bezoek met veel trots haar bedrijf tonen, zeker een aanrader als je zelf ooit een bedrijf wilt bezoeken dat innovatief en met zijn tijd mee is. De landbouwer in kwestie sprak onder andere over de steeds toenemende regeldruk en de ‘checkboxmaatschappij’, zoals hij het noemde, waarin we beland zijn. Hij benadrukte het belang van het ondersteunen van ondernemerschap, hoe verandering tijd vergt, en hoe ook hij als landbouwer vandaag nog steeds fytoproducten gebruikt, net om zijn volledige bedrijfsmodel duurzamer te kunnen maken. Hoewel hij als landbouwer zijn best doet om aan de veranderende verwachtingen te voldoen, gaf hij aan dat de landbouwsector een sector is waar veranderingen tijd vergen.
Het bezoek was voor mij opnieuw een opportuniteit om de Eurocommissaris informeel te spreken. De punten die vanuit de landbouwers zelf komen, kan ik onderschrijven, maar zelf haalde ik ook een aantal dossiers en punten aan.
Eerst en vooral heb ik de nadruk gelegd op het belang van flexibiliteit voor onze kleine, dichtbevolkte, maar productieve regio. Een landbouwbedrijf zoals dat van de familie Magnus, aan de rand van de stad, valt niet te vergelijken met een bedrijf in het midden van Frankrijk.
Voorts hebben we ook gesproken over het belang van innovatie en hoe de sector zelf kan innoveren, als we daar maar de nodige steun en ondersteuning voor voorzien. Het bedrijf waarop we aanwezig waren, leende zich ook heel goed voor die boodschap.
Daarnaast heb ik met hem gesproken over het belang van RENURE. Zoals jullie weten geloof ik heel erg in innovatie die ons kan helpen verduurzamen. Ik heb in dat verband benadrukt welke rol RENURE daarin kan spelen en kan versnellen, zeker ook voor een bedrijf zoals dat van de familie Magnus, waar kunstmest een belangrijke kost kan zijn.
Tot slot heb ik ook de nadruk gelegd op het belang van goede relaties tussen de Europese Commissie en de Vlaamse Regering. Ik heb de Eurocommissaris nu al een aantal keer gezien, en we delen heel wat waarden en visies als het gaat over landbouw. Voor de praktische uitwerking van dossiers zullen we elkaar de komende jaren heel erg nodig hebben. Het is daarbij belangrijk dat we elkaars realiteiten begrijpen en goede relaties opbouwen.
De Eurocommissaris haalde wel een paar punten aan die volgens hem heel belangrijk zijn. Ten eerste onderstreepte hij het belang van diversiteit in de sector. Hij benadrukte dat de landbouw in Europa heel veel verschillende actoren kent, die we allemaal moeten koesteren. De Eurocommissaris engageert zich om mee te zoeken naar mogelijkheden om de regeldruk te verlagen. Dat is een steeds terugkerende zorg. Dat is een punt waar ik me volmondig bij aansluit en waar we ook in Vlaanderen hard rond werken. Daar ligt een grote uitdaging zowel voor ons in Vlaanderen als in Europa.
Het bedrijf in kwestie dat we bezochten heeft de voorbije jaren veel geïnvesteerd. Daar komen heel wat uitdagingen bij kijken. De Eurocommissaris begreep dat en hij gaf ook aan dat er op dit moment onderhandelingen lopen met de Europese Investeringsbank (EIB) om de toegang tot leningen te vergemakkelijken.
Tot slot gaf de Eurocommissaris ook mee dat het Europese beleid zich moet richten op de vragen van het terrein. Flexibiliteit en rationaliteit zijn daarbij voor hem kernpunten in zijn toekomstig beleid.
Ik heb alvast vertrouwen in deze nieuwe Eurocommissaris. De heer Hansen lijkt iemand met de beide voeten op de grond, die de sector van binnenuit kent – ook vanuit de eigen achtergrond –, met heel wat ervaring op het terrein staat en veel waarde hecht aan de noden van de sector. Ik wil vooral ook met hem in gesprek gaan. Ik zal zorgen dat we op dit elan heel constructief met hem kunnen blijven samenwerken.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Dank u, minister. Ik vind het zeer interessant om een overzicht te krijgen van de punten die zijn aangehaald. Ik heb in de afgelopen jaren en decennia vastgesteld dat een van onze grootste uitdagingen blijft om onze specifieke Vlaamse situatie ook op het Europese niveau te gaan verdedigen. Wij proberen hier op een gebied van een zakdoek groot allerlei functies samen te brengen en hebben daardoor ook een ander soort landbouw dan in landen waar er meer ruimte is en waar de grond minder duur is.
In die optiek is het van zeer groot belang dat een Eurocommissaris rechtstreeks kan waarnemen hoe de Vlaamse realiteit eruitziet. Ik ben dan ook tevreden dat hij zelf kiest voor de dialoog, en dat u zelf aanwezig kon zijn om een aantal specifieke punten aan te halen. Wanneer hij zelf verwijst naar de diversiteit van de land- en tuinbouw in Europa, dan is dat op zich een hoopvol signaal dat ook de specificiteit van de Vlaamse regio kan worden vertaald in het verdere beleid.
Het blijft natuurlijk wel zaak om het niet bij één bedrijf te houden. Ik hoop dat we de Eurocommissaris ook nog op andere bedrijven in Vlaanderen zullen kunnen verwelkomen. Brussel ligt niet ver, dus dat kan een opportuniteit zijn. Dat u vanuit uw bevoegdheid contact blijft houden, lijkt me belangrijk om de specificiteit van Vlaanderen voldoende hoog op de radar te krijgen. Dat lukte in de vorige beleidsperiode minder goed. Er waren toen misschien ook andere belangen, maar ik ben toch hoopvol dat deze legislatuur wel zal lukken.
Op welke manier wilt u het contact met de Eurocommissaris scherp houden, om de identiteit van de Vlaams land- en tuinbouw verder te kunnen toelichten en in de komende jaren onder de aandacht te houden?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Ik zal dat doen door in de eerste plaats geen enkele kans onbenut te laten om hem te ontmoeten, formeel en informeel. We zijn nu tachtig dagen ver, en ik heb hem tweemaal ontmoet. De nieuwe Europese Commissie schrijft op dit ogenblik haar beleidsvisie en wij schrijven ook een visie. We gaan die met elkaar delen. Ik kan alleen maar bevestigen dat ik hem in dat verband zoveel mogelijk wil zien, en dat ik elke Europese opportuniteit wil aangrijpen om onze ervaringen en zorgen met elkaar te delen.
Ik wil met jullie nog één zaak delen die mij die ochtend het meest is bijgebleven. Ik kan enkel herhalen en bevestigen: als je een jonge landbouwer met een brede blik op de wereld en op een duurzame toekomst voor de landbouw wilt bezoeken, dan is één adres zeker aan te raden, dat van de familie Magnus. Ik heb geen aandelen in dat bedrijf of zo, maar ik meen dat oprecht. Hij heeft natuurlijk het geluk gehad een sterke basis en een sterke familie te hebben, en hij mag dat nu verderzetten. Hij is bijvoorbeeld tien jaar bezig met een omslag te maken naar ploegloos boeren, van pesticiden naar bio – dat is een heel grote omslag –, en hij gaf heel duidelijk aan dat alle kennis die hij heeft opgedaan vooral tot stand is gekomen door met landbouwers in een kleine groep met elkaar in gesprek te gaan en elkaar uit te dagen. Dat klinkt heel simpel. Er zijn zoveel experts en er is veel wetenschappelijke literatuur over de toekomst, maar door gewoon vanuit de praktijk, met de laarzen in het veld, te zeggen waar je tegen aanloopt, en dat als landbouwers ook in alle openheid met elkaar te delen, leer je het meest, zei hij. Dat verhaal van hem is me die ochtend het meest bijgebleven.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Dat kan alleen maar tot inspiratie leiden. Als landbouwers elkaar kunnen versterken door kennis uit te wisselen, dan kunnen beleidsmakers dat natuurlijk ook. Laat ons dus, met de Visie 2030 op landbouw die wij gaan samenstellen, tijdig en regelmatig uitwisselen met het Europese niveau, in de hoop dat de kennisdeling die daardoor ontstaat, ook kan bijdragen tot een beter resultaat.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.