Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Vorig ArtikelVorig artikel Volgend artikelVolgend Artikel

 17 dec 2024 19:26 

Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt PAS


Vraag om uitleg over het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt en reducerende technieken voor diersoorten zonder PAS-referentie 2030

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Voorzitter, dit is een vraag die ik dacht te stellen in de commissie Landbouw, maar ik ben uiteraard graag te gast in de commissie Leefmilieu.

Ze gaat over het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV), dat werd opgericht door de Vlaamse overheid om wetenschappelijk advies te geven rond het thema van de luchtemissies door veehouderij en mestverwerking. We kennen het comité vooral omdat het nieuwe emissiereducerende technieken moet beoordelen in het kader van heel de stikstofproblematiek. In het regeerakkoord staat dat de Vlaamse Regering zal bekijken hoe ze de administratieve procedure, erkenning en vergunningen van bepaalde technieken binnen dit comité kan versnellen, evenwel, en dat is niet onbelangrijk, zonder afbreuk te doen aan voldoende wetenschappelijke zekerheid dat de beoogde milieuprestaties worden behaald. Ondertussen zou ook een mogelijkheid van een ‘fast lane’-procedure in het leven geroepen worden voor goed opgebouwde dossiers waarbij de aanvrager al beschikt over een officiële erkenning door een nationale instantie uit een omringend land.

De sector is zich volop aan het organiseren om nieuwe technieken te ontwikkelen. Je ziet ook her en der demodagen plaatsvinden om landbouwers daarmee te laten kennismaken. Het is niet onlogisch dat ontwikkelaars daarbij vooral focussen op de grotere deelsectoren van onze landbouwsector, waar er potentieel veel afnemers of veel geïnteresseerden zijn om die nieuwe techniek toe te passen. Een aantal kleinere deelsectoren, waaronder ook een aantal diersoorten zonder PAS-referentie 2030, waarvoor vandaag nog weinig tot geen technieken erkend zijn, dreigen zo wel uit de boot te vallen.

Voor die diersoorten zonder PAS-referentie 2030 hebben wij vastgelegd in het Stikstofdecreet dat men zijn bestaande activiteit kan verderzetten, maar bij gebrek aan PAS-referentie is er voor hen geen reductiedoelstelling opgelegd. Een aantal van die bedrijven zijn natuurlijk wel van plan om zich nog te ontwikkelen. Dat zou ook moeten kunnen. Daarvoor is er sinds augustus 2024 een depositietrendtool online. Via de tool kunnen ze nakijken of ze de dalende trend niet in het gedrang brengen met een eventuele bedrijfsontwikkeling en of er dus nog ruimte is voor die ontwikkeling. Van het terrein krijg ik echter het signaal dat er volgens de tool vrijwel nergens in Vlaanderen ontwikkelingsruimte is, zelfs al gaat het over relatief kleine bedrijven met een zeer beperkte extra ontwikkeling. Weinig van zulke locaties zijn me alleszins bekend. Aangezien er voor dat type diersoorten ook weinig beschikbare technieken zijn, komen die bedrijven dan in een patstelling terecht. Via de tool krijgen ze geen goedkeuring voor ontwikkeling. Er is geen ontwikkelingsruimte, maar er zijn ook geen technieken om een ontwikkeling te compenseren.

Minister, daarom heb ik een aantal vragen aan u.

Hoe evalueert u de ingebruikname van de depositietrendtool die sinds eind augustus online is? Functioneert die naar behoren? Zijn er u al wel positieve gevallen bekend waarbij een vergunning werd verleend op basis van een gunstige berekening in de tool?

Mijn tweede vraag werd doorkruist door een schriftelijke vraag, van collega Dochy, dacht ik, want ik heb ondertussen via de pers kunnen vernemen dat er toch al wel wat perspectief is via het WeComV. Mijn vraag was wat de stand van zaken is met betrekking tot de toelating van nieuwe emissiereducerende technieken. Ik heb via de pers begrepen dat er ondertussen een tiental in de pijplijn zitten, waarvan er een al goedgekeurd of bijna goedgekeurd zou zijn en vijf andere er op zeer korte termijn aan zouden komen. Daarom mag u die vraag negeren.

De derde vraag betreft de ‘fast lane’-procedure. Daar was sprake van in het stikstofakkoord. Dat is ook herbevestigd in het regeerakkoord. Is die procedure al toegankelijk? Zijn er al aanvragen mogelijk via de procedure? Is het niet zinvol dat u zelf proactief een aantal technieken die in het buitenland reeds erkend zijn en misschien nuttig kunnen zijn, bijvoorbeeld voor die deelsectoren die wat minder aan bod komen, ter validatie zou voorleggen aan het WeComV? Plant u dat te doen?

Voor de dieren zonder PAS-referentie 2030 is het voor de markt minder interessant om nieuwe technieken te ontwikkelen. Kunnen we daarin als overheid een sturende rol op ons nemen? Kunt u bijvoorbeeld aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) een aantal onderzoeksopdrachten geven om voor die specifieke deelsectoren nieuwe technieken te ontwikkelen?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega. Op 22 augustus jongstleden werd de eerste versie van de depositietrendtool gelanceerd. Tot op heden zijn er een vijftiental vragen binnengekomen over de tool. Enkele aanpassingen werden op basis daarvan ook reeds opgenomen. Tot op heden werd er nog geen vergunning verleend op basis van een gunstige berekening in de tool.

Wat de tweede vraag betreft, ik beslis zo snel mogelijk over nieuwe emissiereducerende technieken. Het WeComV is momenteel bezig met zijn advies in een vijftal dossiers, en er zijn ook al vier aanvragen die door het Administratief Team worden onderzocht voor verder advies. Binnen het kader van de ‘fast lane’-procedure wordt een aangepaste werkwijze gehanteerd om de administratieve doorlooptijd van de aanvragen te kunnen beperken. Tot nu is er echter nog geen dossier op die manier ingediend. Ik kan als minister zelf geen aanvragen indienen. Dat is aan de constructeurs, onderzoeksinstellingen of betrokken landbouwers. Dat is evident. Zij beschikken immers over de meetrapporten en het erkenningsbesluit van de bevoegde buitenlandse instantie. Ik roep de constructeurs wel op om voorstellen in te dienen in Vlaanderen.

Zowel de website van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) als de website van het WeComV geven stapsgewijs de uitleg over hoe men een aanvraag moet indienen. Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven steeds faciliterend en behulpzaam te zijn, zodat alle nieuwe ontwikkelde technieken een correcte en goede ondersteuning krijgen.

Voor dieren zonder PAS-referentie 2030 en kleinere deelsectoren die voor de markt minder interessant zijn, is er de mogelijkheid om via onderzoeksprojecten nieuwe technieken te ontwikkelen. Ik heb daar ook budgetten voor beschikbaar gemaakt en gevraagd aan ILVO om daar proactief mee aan de slag te gaan.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Dank u, minister. Uw antwoord was bondiger dan de vraagstelling, waarvoor dank, maar toch wel interessant.

Ik begrijp dus dat de ‘fast lane’-procedure er is, maar dat er nog geen gebruik van gemaakt is, en dat u ook zelf niet proactief dingen kunt voorleggen. Ik snap ergens wel dat u zegt dat het initiatief van de ontwikkelaars moet komen omdat zij over de meetrapporten en de gegevens beschikken. Ik denk dat het dat was dat u zei. Maar dat is ergens ook wel jammer, omdat we expliciet in het stikstofakkoord hebben afgesproken dat we geen dubbel werk mogen doen. Als iets in het buitenland werkt, goedgekeurd en wetenschappelijk correct gevalideerd is, dan hoeven wij heel dat huiswerk in principe niet opnieuw te doen. We hebben daar wel bij gezegd dat Vlaanderen de traditie heeft vrij streng te zijn. We willen de lat niet lager leggen, dus er moet wel nog een aftoetsing zijn. Maar op zich is er toch al heel wat werk in het buitenland gebeurd.

Ik krijg bijvoorbeeld het signaal van melkgeitenhouders die hun dieren nog in natuurlijk geventileerde stallen op stro houden, dat er in Nederland een techniek zou zijn die gevalideerd is, maar hier in België niet gevalideerd is. Het is ook een heel kleine nichesector, dus de kans dat een ontwikkelaar hier in België heel die procedure gaat doorlopen, is relatief klein. Dan lijkt het mij dat het misschien toch een goede zaak zou zijn voor die deelsector dat de overheid of ILVO een bepaalde stimulans zou kunnen geven, dat men dat eens zou bekijken als een techniek blijkbaar werkt in het buitenland en daar een sector vooruithelpt die wij hier ook hebben en waar het vandaag vastloopt.

Als de techniek er is en de sector daarin wil investeren, dan is het jammer dat we die techniek niet tot hier krijgen door een administratieve procedure of door een bepaalde marktwerking die we niet doorbroken krijgen. Ik roep u dus op, u kennende, om daar constructief en pragmatisch in te zijn en toch naar een oplossing te zoeken.

Ik wil het nog even hebben over de depositietrendtool. Ik heb zelf met een bedrijfsadviseur geprobeerd om daarop in te loggen en te bekijken hoe dat allemaal werkt. Het is bijzonder technisch en we gaan misschien wat te veel in detail treden, maar als ik het goed begrijp, worden er forfaitaire deposities op pixelniveau aan gebieden toegekend, of dat nu de Antwerpse haven of een bos bij mij in het Hageland is. Intuïtief voelt dat een beetje raar aan, omdat het over de ontwikkeling van kleine bedrijven gaat. Als je puur doorrekent wat zij zouden bijdragen aan de depositie, zou dat de negatieve trend niet in het gevaar brengen, maar omdat de impact forfaitair Vlaanderenbreed wordt bijgeteld, komen ze ineens toch boven de drempel. Dat geeft toch een aantal vreemde vaststellingen. Op het terrein blijkt dat de tool er is, maar dat je eigenlijk nergens een locatie vindt waar je de negatieve trend niet in het gedrang brengt, hoewel er toch heel wat stoppers zijn en de sector een grote inspanning levert om tot reducties over te gaan.

In principe zouden we dus een dalende trend moeten creëren door het beleid dat we nu aan het voeren zijn en waartoe we samen beslist hebben, en zou je in die tool dus eigenlijk moeten zien dat er ruimte bij komt. Het is natuurlijk nog vrij vroeg in het traject, maar de signalen die ik tot nu toe krijg, is dat er weinig tot geen ruimte beschikbaar is, ook voor kleine bedrijfsontwikkeling. Kunt u dus nog eens laten kijken naar dat model? Ik begrijp dat u daar nu, in de scope van deze vraag niet op kunt ingaan, maar kunt u nog eens laten nakijken of die tool echt doet wat hij moet doen? Op termijn zou daar toch ruimte moeten kunnen vrijkomen.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik heb u vooral horen pleiten om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk ruimte onder de lat is. Ik begrijp die vraag. Het zal u niet verbazen dat ik die volledig onderschrijf. Er zijn zeker een aantal aannames die in die tool zitten, maar het is niet zo dat daar een forfaitaire hoeveelheid stikstof bij wordt gezet. Maar we zullen een verdere verfijning zeker bekijken. Ik denk dat het algemene principe bekend is. Er is de dalende trend. Er moet eerst ruimte gecreëerd worden. Het niveau waarop die stikstofneerslag bekeken wordt, is inderdaad een zodanig detailniveau ten opzichte van de speciale beschermingszone (SBZ). Maar goed, we nemen uw bezorgdheid op dat vlak mee voor de verdere verfijning. Ik ben het er zeker mee eens dat vanaf het moment dat er ruimte is, die weer naar de sector moet kunnen gaan. Dat is altijd het uitgangspunt geweest en zal dat voor mij moeten blijven.

Ook wat de ‘fast lane’ betreft, hebt u mijn volledige medewerking om alle bestaande technieken, zeker in Nederland, want het gaat vooral om de samenwerking met Nederland, waar de uitdagingen nog groter zijn op dat vlak, ook in Vlaanderen ingang te doen vinden, het liefst via de versnelde procedure. Ook daar hebt u mijn volledige medewerking. Als we daar iets meer reclame voor kunnen maken, zullen we dat graag doen. Bij dezen hebben we dat ook samen gedaan.

Uw twee bijkomende vragen kan ik dus alleen maar volmondig bijtreden, collega Coel.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Bedankt voor het bijtreden. Ik hoop dat we zo toch op relatief korte termijn voor een aantal bedrijven wat perspectief kunnen bieden, mensen die klaarstaan om te investeren in een modern, duurzaam, klimaatvriendelijk, milieuvriendelijk landbouwbedrijf van de toekomst. Regelgeving is goed om onze milieudoelen binnen bereik te brengen, maar we moeten natuurlijk ook wel ontwikkelingskansen voor jonge bedrijven blijven geven. Met een zwarte boekhouding, ik bedoel een boekhouding waarbij men in het zwart schrijft … (Gelach)

… kan men de initiatieven en inspanningen voor het milieu betalen. Een bedrijf in de rode cijfers zal die niet kunnen betalen. Sorry voor het misverstand over zwart geld.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Verplaatsen van natuurgebiedenLees meer
 
 
Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt PASLees meer
 
 
Belg kookt feestmaal graag zelf Lees meer
 
 
Geen ‘dubbele afroming’ bij overname van nutriëntenemissierechten Lees meer
 
 
November 2024 op één na warmsteLees meer
 
 
Vernietiging van de vergunning van zalmkwekerij in OostendeLees meer
 
 
Vlaams Actieplan Duurzaam PesticidengebruikLees meer
 
 
Opnieuw meer stoppers dan starters in de landbouwLees meer
 
 
De implementatie van de Europese AI-verordening Lees meer
 
 
Nitraten: laagste aantal meetpunten in overschrijding ooitLees meer
 
 
Landbouwers rond 3M in Zwijndrecht kunnen opnieuw tegemoetkoming aanvragen voor PFAS-vervuiling Lees meer
 
 
Financiële ondersteuning voor vorming en advies rond duurzame bedrijfsvoeringLees meer
 
 
Voorstel van decreet MAP7Lees meer
 
 
Aanpassing regels pluimveekooien, thuisslachting en beschutting Lees meer
 
 
Erkenning overstroming van 2-5 januari 2024 als ramp Lees meer
 
 
Brochure omgaan met droogte en hevige regenval Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor uw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Legislatuurverslag 2019 - 2024Lees meer
 
 
Bodempaspoort wint Agoria Digital Society Award in categorie duurzaamheid Lees meer
 
 
Varkensbedrijven - Warme sanering Lees meer
 
 
Beleidsnota RampenschadeLees meer
 
 
Aardappeltelers staan voor meerdere en nieuwe uitdagingenLees meer
 
 
Jubileumeditie Trefdag VarkensAcademie Lees meer
 
 
VLIF: opstart van of omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategieLees meer
 
 
Nieuwe Gedragscode aardappelcontracten Lees meer