Het aantal bedrijven gekend in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) met een landbouwactiviteit neemt af: van 26.799 in 2010 tot 23.829 in 2023. Dat is een daling met 11% of 0,9% per jaar. Ook het totaal aantal zaakvoerders daalt: van 47.376 in 2010 tot 42.922 in 2023, dat is een daling met 9% of 0,7% per jaar.
Deze indicator geeft de evolutie weer van het aantal startende en stoppende bedrijven en hun zaakvoerders, evenals de totale aantallen per campagne.
In de statistiek voor de bedrijven maken we een onderscheid tussen enerzijds bedrijven die gekend zijn in de KBO (en dus een ondernemings- en btw-nummer hebben) met en zonder een btw-landbouwactiviteit en anderzijds bedrijven die niet gekend zijn in de KBO (‘particulieren’). Men kan de bedrijven indelen volgens rechtsvorm, provincie en bedrijfstype. In de analyse voor zaakvoerders kan men een verdeling maken volgens geslacht en leeftijdsklasse. Voor deze indicator is het nodig om een onderscheid te maken tussen bedrijven en zaakvoerders. Vragen over bijvoorbeeld het aantal akkerbouwbedrijven in een bepaalde provincie hangen immers samen met het bedrijfsniveau, terwijl vragen over het aantal vrouwelijke of jonge bedrijfsleiders gerelateerd zijn aan de zaakvoerder.
Starters en stoppers identificeren we door het eerste en laatste (campagne)jaar te berekenen waarin het klantnummer voorkomt bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. De eerste keer dat het klantnummer opduikt, beschouwen we als het startjaar, de laatste keer als het stopjaar.
Bedrijven
Voor de analyse gaan we uit van de klanten die gekend zijn bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (> 2 ha grond, 50 are groeimedium/permanent overkapt, productie van > 300 kg P2O5, mestaanvoer, aangifteplichtige teelten zoals hennep en aardappelpootgoed) en waarvoor de regio Vlaanderen (incl. Brussel) is.
In de periode 2019-2023 is het aantal bedrijven die met een landbouwactiviteit gekend zijn in de KBO met 0,11% gestegen, wat overeenkomt met +0,03% per jaar. Deze evolutie is te wijten aan een toename van bedrijven in 2023, want tussen 2019 en 2022 nam het aantal bedrijven met een landbouwactiviteit af. Bij de bedrijven gekend in de KBO zonder landbouwactiviteit zien we tussen 2019 en 2023 een daling met 13,60%, net als bij de particulieren (-12,36%).
In 2023 is 74% van de ondernemingen die gekend zijn in de KBO met een landbouwactiviteit een eenmanszaak (zelfstandige, onderneming natuurlijke persoon), 22% een rechtsvorm en 5% een vereniging van natuurlijke personen. Bij de bedrijven zonder landbouwactiviteit is 57% een eenmanszaak en 42% een rechtsvorm. Bij de particulieren is 98% een natuurlijke persoon of vereniging van natuurlijke personen. De andere 2% zijn samengestelde landbouwers die in de groep particulieren terechtkomen omdat de ‘samengestelde landbouwer’ (in het leven geroepen in het kader van de mestwetgeving) als groepering niet in de KBO geregistreerd kan worden. De onderliggende ‘leden’ van de samengestelde landbouwer kunnen wel gekend zijn in de KBO. De samengestelde landbouwers worden verder afgebouwd.
Binnen de groep bedrijven die gekend zijn in de KBO met en zonder landbouwactiviteit zien we het aandeel rechtsvormen stijgen en het aandeel eenmanszaken dalen. Bij de bedrijven gekend in de KBO met landbouwactiviteit is het aandeel eenmanszaken teruggelopen van 83% in 2010 tot 74% in 2023. Het aandeel rechtsvormen nam toe van 12% in 2010 tot 22% in 2023. Dat is mede een gevolg van de veranderingen in het economisch recht en de vennootschapswetgeving.
In 2023 heeft 34% van de bedrijven gekend in de KBO met landbouwactiviteit een bedrijfszetel in West-Vlaanderen, 26% in Oost-Vlaanderen, 16% in Antwerpen, telkens 12% in Limburg en Vlaams-Brabant. Van de particulieren komt 26% uit Oost-Vlaanderen, 23% uit West-Vlaanderen, 22% uit Antwerpen, 20% uit Limburg en 9% uit Vlaams-Brabant. Qua bedrijfstype is 27% van de bedrijven met landbouwactiviteit in de KBO een akkerbouwbedrijf, 4% doet aan glastuinbouw, 5% tuinbouw in open lucht, 3% overige tuinbouw, 11% melkvee, 14% vleesvee, 1% gemengd rundvee, 7% overige graasdieren, 10% varkens en pluimvee, 11% zijn gemengde bedrijven en van 7% van de bedrijven kon geen typologie worden berekend. Voor de bedrijven gekend in de KBO zonder landbouwactiviteit kon in een derde van de gevallen geen typologie worden berekend. 27% van deze bedrijven zonder landbouwactiviteit heeft een akkerbouwtypologie, 23% overige graasdieren, 5% vleesvee en 7% tuinbouw. Voor de particulieren kunnen we in 46% van de gevallen geen typologie berekenen, omdat ze geen dieren of teelten aangegeven hebben of enkel dieren of teelten waarvoor we geen standaardopbrengst (SO) hebben of die SO nul hebben. Bij particulieren waarvoor in 2023 wel een typologie kon berekend worden, is dit veelal akkerbouw (29%), overige graasdieren (19%) en vleesvee (3%).
In de periode 2019-2023 schommelde het aantal starters tussen 1.022 en 1.273 per jaar, waarvan gemiddeld 41% gekend is in de KBO met een landbouwactiviteit en 30% zonder landbouwactiviteit. Gemiddeld 29% van de starters zijn particulieren. De uitschieter aan starters bij particulieren in 2012 kunnen we verklaren doordat vanaf dat jaar de subsidieaanvragen voor hoogstambomen via de verzamelaanvraag verliepen. Heel wat particulieren werden toen geregistreerd om deze subsidie te kunnen ontvangen.
In 2023 startten 592 bedrijven gekend in de KBO met landbouwactiviteit, 354 bedrijven gekend in de KBO zonder landbouwactiviteit, 276 particulieren en 7 buitenlandse ondernemingen. Van alle starters in 2023 is 40% een eenmanszaak, 30% een rechtsvorm, 22% een natuurlijke persoon en 6% een vereniging van natuurlijke personen. Van de startende bedrijven gekend in de KBO met een landbouwactiviteit startte 28% zijn bedrijf in West-Vlaanderen, 25% in Oost-Vlaanderen, 18% in Antwerpen, 15% in Vlaams-Brabant en 14% in Limburg. Bij deze starters met landbouwactiviteit ging 49% van start in een gespecialiseerde plantaardige sector (34% akkerbouw en 14% tuinbouw), 32% in een gespecialiseerde dierlijke sector (19% rundvee, 8% overige graasdieren, 4% varkens of pluimvee en 2% andere veeteeltcombinaties) en 6% als gemengd bedrijf. Van 14% kon er geen typologie berekend worden. Bij de bedrijven die in de KBO gekend zijn zonder landbouwactiviteit hebben 21% van de starters in 2023 een akkerbouwtypologie en 8% een graasdierentypologie. Voor 62% van deze starters zonder gekende landbouwactiviteit in de KBO was het niet mogelijk om een typologie te bepalen. Bij de particulieren startte in 2023 42% in de akkerbouw en 19% in de graasdierensector (1% vleesvee en 17% overige graasdieren). Bij 37% van de particulieren kon geen typologie berekend worden. Het is vaak moeilijk om een typologie te berekenen bij starters omdat de startdatum soms na de uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag ligt en we in dat geval voor het startjaar geen info hebben voor de typologieberekening.
Wat de stoppers betreft, zijn er grotere schommelingen in de aantallen. Elke 4 jaar doet het Agentschap Landbouw en Zeevisserij immers een opruimactie in de databanken, waarbij bepaalde klanten die de voorbije jaren geen handelingen meer hadden met het agentschap ambtshalve worden stopgezet. Dit verklaart de pieken in 2013, 2017 en 2021. Uit de grafieken blijkt dat vooral particulieren ambtshalve worden geschrapt.
In 2023 stopten 756 bedrijven die gekend zijn in de KBO met landbouwactiviteit, 238 bedrijven zonder landbouwactiviteit, 376 particulieren en 5 buitenlandse ondernemingen. Van de stoppende bedrijven met landbouwactiviteit waren 77% eenmanszaken, 18% rechtsvormen en 6% verenigingen van natuurlijke personen. Verdelen we deze stoppers met landbouwactiviteit volgens provincie, dan vinden we 35% van hen in West-Vlaanderen, 26% in Oost-Vlaanderen, 14% in Antwerpen, 13% in Vlaams-Brabant en 12% in Limburg. 33% van de stoppende bedrijven gekend in de KBO met landbouwactiviteit was een gespecialiseerd akkerbouwbedrijf, 8% een gespecialiseerd tuinbouwbedrijf en 29% een gespecialiseerd veeteeltbedrijf (22% graasdieren, 5% varkens en pluimvee en 2% andere veeteeltcombinaties). 9% was een gemengd bedrijf en bij 22% kon geen typologie bepaald worden. Bij de particulieren vinden we 28% van de stoppers in Oost-Vlaanderen, 26% in West-Vlaanderen, 22% in Antwerpen, 15% in Limburg en 10% in Vlaams-Brabant. Bij de stoppende particulieren waarvan een typologie kon berekend worden, ging het vooral om stopzettingen in de akkerbouw- en graasdierensector.
Zaakvoerders
Voor deze analyse wordt gekeken naar de juridisch verantwoordelijken ongeacht of deze Vlaming, Waal of buitenlander zijn. We benoemen ze hier met de term ‘zaakvoerders’. In geval van particulieren en eenmanszaken is dat een natuurlijke persoon. In de meeste gevallen zijn het bedrijf en de zaakvoerder gelijk (door enkele inconsistenties in de brondata niet helemaal gelijk). Bij rechtsvormen is het ingewikkelder. In de meeste gevallen is het aantal verantwoordelijken vrij beperkt. Bij bepaalde rechtsvormen, zoals een vzw of een nv, wordt de volledige Raad van Bestuur beschouwd als zaakvoerder. Bij grote vzw’s of nv’s kan dat oplopen tot 30 bestuurders. Aangezien herbenoemingen vrij makkelijk gebeuren, kan het lijken alsof er veel startende en stoppende zaakvoerders zijn terwijl er in de praktijk bij het bedrijf weinig verandert. In de statistiek voor zaakvoerders maken we een verdeling volgens geslacht van de zaakvoerder en leeftijdsklasse. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zaakvoerders van bedrijven gekend in de KBO met en zonder landbouwactiviteit en particulieren.
In 2023 waren er ca. 42.922 zaakvoerders voor in totaal 36.160 bedrijven of gemiddeld 1,19 zaakvoerders per bedrijf. We zien het gemiddeld aantal zaakvoerders per bedrijf doorheen de tijd toenemen: in 2010 was dit nog 1,10. Van alle bedrijfsleiders in 2023 is 76% een man, het aandeel vrouwen stijgt van 18% in 2010 naar 21% in 2023.
In de periode 2019-2023 waren er jaarlijks gemiddeld 1.560 startende zaakvoerders. In 2023 is 42% van de startende zaakvoerders jonger dan of gelijk aan 40 jaar, 10% is ouder dan 65 jaar. Ongeveer 55% van de starters zijn mannen en 38% vrouwen (bij 7% is het geslacht niet gekend). Tevens waren er in de periode 2019-2023 jaarlijks gemiddeld 2.021 zaakvoerders die stoppen. In 2023 is 51% van de stoppende zaakvoerders ouder dan 65 jaar en 8% jonger dan of gelijk aan 40 jaar. Circa 68% van de stoppers zijn mannen en 27% vrouwen (5% niet gekend).
Dit is een Vlaamse openbare statistiek: Startende en stoppende landbouwbedrijven.