Aardappelopbrengst in Noordwest-Europa stagneert
Hoewel het totale volume aan aardappelen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland toeneemt, lijken de opbrengsten per hectare te stagneren. De opbrengsten nemen in ieder geval niet toe, constateert onderzoeker akkerbouw en melkveehouderij Maarten Kik van Wageningen Economic Research.
Jaar op jaar zijn er flinke opbrengstverschillen binnen een bandbreedte van 40 tot 50 ton per hectare. Het gemiddelde in de EU komt uit op zo’n 45 ton per hectare. Groei in de aardappelproductie moet dus tot stand komen uit een toenemend areaal.
De areaalgroei vindt vooral plaats in België, Frankrijk en Duitsland. Grotere arealen zijn nodig om de aardappelhonger van de verwerkende industrie te stillen. De markt voor aardappelproducten groeit volgens de fabrikanten met 4 procent per jaar. Vooral in België zijn de laatste jaren meer fabrieken gebouwd.
België en Nederland zijn de grote verwerkers van aardappelen. Beide landen zijn netto-importeur om de fabrieken van voldoende grondstof te voorzien. Duitsland en Frankrijk zijn juist de grote producenten. Deze twee landen hebben een hoge binnenlandse consumptie. Daarnaast exporteert Frankrijk veel aardappelen naar Spanje, Italië en Portugal.
Nederland doet amper mee aan de uitbreiding, want de bouwplannen bieden hier nauwelijks ruimte voor meer aardappelen. ‘Nederland is praktisch vol’, constateert Kik.
Positieve vooruitzichten
De groeiende vraag van verwerkers maakt dat de vooruitzichten positief zijn; telers krijgen een betere uitgangspositie. Daar staat tegenover dat de seinen qua opbrengsten op rood staan. Regelgeving, klimaatverandering en beperkingen in gewasbescherming maken de uitdagingen eerder groter dan kleiner.
De onderzoeker adviseert telers goed op de kostprijs te letten. Hoewel de contractprijzen de laatste twee jaar fors hoger liggen, zijn ook de teeltkosten sterk toegenomen. In acht jaar tijd zijn de kosten, onder andere door het wegvallen van Chloor IPC, met 10 cent gestegen naar 25 cent per kilo in 2023, rekent Kik voor.
Duurzame teelt moet hectareopbrengst opkrikken
De dalende lijn in de hectareopbrengsten van aardappelen geeft aanleiding om serieus aan de slag te gaan met een duurzame teelt. Dat zegt grondstoffendirecteur Hans Langereis van fritesconcern McCain.
De aardappelopbrengsten in Noordwest-Europa dalen, laat Langereis zien in een grafiek over een reeks van jaren. Om deze trend te keren heeft de aardappelteelt een betere bodem nodig. Met regeneratieve landbouw is dit volgens hem mogelijk. Het levert ook een kostenbesparing op omdat er bijvoorbeeld minder wordt geploegd.
Fritesfabrikant McCain rolt wereldwijd een project uit in de zoektocht naar een duurzamere aardappelteelt. In Nederland wordt dat samen gedaan met ondersteuning van Rabobank. Zo krijgen deelnemers 3 procent rentekorting als zij investeren in een duurzamere teeltwijze; 1,5 procent korting van Rabobank en 1,5 procent van McCain.
Daarnaast krijgen telers een beloning van 5 euro per ton aardappelen. ‘Van telers wordt al van alles gevraagd. Wij willen hen ook erkenning geven. Vandaar dat wij de extra inspanning belonen’, verklaart Langereis.
Het doel was dit jaar om 75 telers in Nederland bereid te krijgen aan dit project mee te doen. Het zijn er 81 geworden. In de komende jaren wordt verder uitgebreid. ‘Er kan nog wel een tandje bij’, zegt Langereis over de mogelijkheden en doelen in de komende jaren.
Klimaatverandering
Naast economische voordelen ziet McCain ook de vooruitgang in weerbaarheid tegen klimaatverandering als een belangrijke reden om regeneratieve landbouw te stimuleren. Een veerkrachtige bodem draagt bij aan een betere waterhuishouding.
Maatschappelijk draagvlak is ook belangrijk. Een duurzame teelt roept minder weerstand op en biedt daarmee betere mogelijkheden om er geld mee te verdienen. Bovendien ben je zo volgens Langereis beter voorbereid op nieuwe wetten en regels. ‘Misschien word je door een proactieve aanpak minder vaak geconfronteerd met strenge regelgeving.’