Het voeren van een beredeneerde bemesting van late aardappelen is dan ook het instrument om een goede aardappelopbrengst en -kwaliteit te realiseren met een zo laag mogelijk nitraatresidu. Zo’n beredeneerde bemesting start bij het verlagen van de basisbemesting voor het planten van de late aardappelen tot 70% van de behoefte. Vervolgens kan je tijdens het seizoen bijbemesten op basis van een advies.
Gefractioneerde stikstofbemesting in aardappelen
In kader van het demonstratieproject "Gefractioneerd bemesten in late aardappelen – welke bijbemestingssystemen en -strategieën lonen?” legde Inagro een uitgebreide bemestingsproef aan (seizoen 2023) waarmee we:
- telers een inzicht geven in welke bijbemestingsadviessystemen er bestaan en hoe ze werken. Daarom vergeleken we
- het gekende systeem van bodemstalen nemen in juni;
- met systemen waarbij het bladsap of bladsteeltjes geanalyseerd worden
- en met een systeem die de combinatie maakt tussen een bodemstaal en bladsapmeting.
- nagaan wat vervolgens de juiste manier is om de tweede fractie toe te dienen: korrelmeststof versus diverse soorten bladmeststoffen.
Welke strategie loont het meest op vlak van opbrengst en kwaliteit enerzijds en nitraatresidu anderzijds?
De basisbemesting bij planten werd vollevelds uitgevoerd met de korrelmeststof ammoniumnitraat (27%).
N-advies bij de start van de teelt = 300 kg N (behoefte ras Fontane) verminderd met:
- 20 kg N (bodemvoorraad na winter)
- 90 kg N uit mineralisatie (1,3 %OM)
=> 190 kg N/ha nog te bemesten
Eén object kreeg een hoge stikstof toegediend (190 kg N/ha).Bij acht objecten werd hiervan slechts 70% toegediend (134 kg N/ha). Enkele objecten kregen geen enkele vorm van stikstofbemesting bij planten.
Vergelijking diverse bijbemestingsadviessystemen
BODEMSTALEN
Volgens de bodemstalen (de standaard werkwijze in Vlaanderen; labo Inagro) genomen ±5 weken na planten (0 - 60 cm) moest er nog een tweede fractie gegeven worden zowel na de hoogste basisbemesting, na een verlaagde basisbemesting en het meest indien geen stikstof werd toegediend na het planten.
COMBINATIE BODEMSTALEN - GEWASANALYSE
Door de firma Eurofins wordt een combinatie gemaakt tussen een bodemstaalname (0 - 30cm) en een gelijktijdige gewasanalyse op samengestelde bladeren. Naast een zevental hoofdelementen (N, P, K, …) worden ook heel wat extra sporenelementen (Fe, Zn, Mn, …) bepaald. Deze staalnames dienen opgestart te worden 3 weken na opkomst. Indien gewenst zijn meerdere staalnames doorheen het seizoen mogelijk. Enkel het object met de hoogste startbemesting moest geen extra stikstof meer krijgen tijdens het groeiseizoen.
ANALYSE BLADSTELEN
Het Nederlandse Normec Green Agro Control biedt heel wat verschillende dienstverleningen aan, waaronder analyse van de bladstelen bij aardappelen. Er worden 3 tot 5 staalnamemomenten geadviseerd te starten 3 weken na opkomst. Het nitraatgehalte van de bladstelen wordt bepaald. Het nitraatgehalte bleek bij de eerste staalname maar net voldoende hoog te zijn (bij alle stikstoftrappen), maar een volgende staalname mocht afgewacht worden. Uiteindelijk bleek dat enkel het object zonder stikstofbemesting nog moest bemest worden. De verschillen na een volle of verlaagde basisbemesting waren klein.
PLANTSAPMETINGEN
Ook NovaCrop Control is een Nederlandse firma en gespecialiseerd in plantsapmetingen. Met deze metingen wordt de actuele opname van 22 hoofd- en sporenelementen in de plant bepaald. Er wordt geen advies gegeven naar bijbemesting toe, maar er worden wel streefzones meegegeven. Net zoals bij Normec Green Agro Control worden 3 weken na opkomst 3 tot 5 staalnamemomenten geadviseerd. Volgens deze analyses leek een tweede fractie stikstof geen enkele keer noodzakelijk.
Waarnemingen tijdens het groeiseizoen
- Half juli tot half augustus waren de veldjes met een nulbemesting aan stikstof visueel zichtbaar (met het blote oog). Tijdens de rest van het groeiseizoen waren geen tekorten in het gewas zichtbaar. Tussen de andere objecten met hoge of lagere N-dosis waren op geen enkel moment verschillen op te merken.
- Ook bij de afrijping is er enkel een verschil waar te nemen bij de objecten met een nulbemesting bij de start van het seizoen. Deze veldjes startten eerder met de afrijping.
Chlorofylmetingen tijdens het groeiseizoen toonden wel kleine verschillen tussen een basisbemesting van 70% van het advies t.o.v. 100% van het advies. Het verschil met geen stikstofbemesting was wel groter.
Vergelijking diverse stikstofhoudende meststoffen
Op vier objecten werd, na een verlaagde basisbemesting, bijbemest met de klassieke korrelmeststof ammoniumnitraat (27%), de vloeibare meststof Ureum 46, de bladmeststof N-leaf en met bladmeststoffen uit het gamma van Agri-Liq. Het doel was om te verifiëren welke N-meststof de grootste efficiënte gaf op dit proefperceel.
Op het moment dat het loof voldoende afgestorven lag en klaar was om te oogsten, lukte dit niet door de aanhoudende regen. De knollen zijn nadien gaan rotten in het veld. Hierdoor konden we uiteindelijk niet nagaan of een tweede fractie uiteindelijk nuttig was voor een optimale opbrengst en kwaliteit. Ook het effect van het type bijbemesting (korrel, vloeibaar, …) konden we helaas niet nagaan.
Volledige rapport bemestingsproef tijdens groeiseizoen 2023