BEKIJK
Het is Bourgeois die het initiatief heeft genomen voor het plan dat N-VA nu op tafel legt. “Als politicus uit één van de meest landelijke provincies van Vlaanderen gaat de situatie waarin veel boeren zich vandaag bevinden mij recht naar het hart”, zo stelt hij. “De boer is de belangrijkste schakel in de keten, maar slaagt er te weinig in dat om te zetten in bijhorende marktmacht. Bovendien stellen we vast dat het bestaande regelgevingskader er onvoldoende in slaagt om de landbouwer een redelijke levensstandaard te verzekeren.”
Landbouwsubsidies onder druk
De economische positie versterken is volgens de partij niet alleen nodig omdat een aanzienlijk aantal boeren vandaag onder de armoedegrens leeft, maar ook omdat het Europees landbouwbeleid en de bijhorende landbouwsubsidies meer en meer onder druk komen te staan. “De druk op het EU-budget neemt toe en het is een kwestie van tijd vooraleer de klassieke subsidieprogramma’s, zoals die voor de landbouwsector, in het vizier komen”, zegt Europarlementslid Van Overtveldt, die ook voorzitter is van budgetcommissie van het Europees Parlement.
Hij ziet dat de budgettaire uitdagingen in Europa zich blijven opstapelen. “Hoewel maar liefst een derde van het totale EU-budget naar landbouw gaat, moeten onze boeren toch vechten om het hoofd boven water te houden. Een herziening dringt zich dus op.” Wanneer de economische positie van de boer wordt versterkt, kan het EU-budget volgens hem ook anders aangewend worden. “De budgettaire ruimte kan gebruikt worden om onze competitiviteit te versterken met een shift in het budget naar meer onderzoek en ontwikkeling.”
Concentratie in agrovoedingsketen
N-VA wijt de moeilijke positie van de landbouwers aan de structuur van de agrovoedingsketen. “De boer zit als het ware gekneld tussen ketenpartners die almaar groter worden”, vertelt Van Overtveldt. “Enerzijds heb je de toelevering waar zich de afgelopen decennia een belangrijke concentratiebeweging heeft voorgedaan en er nauwelijks sprake is van normale concurrentie en anderzijds heb je de retail. Ook al neemt de concentratie bij de supermarkten toe, iedereen weet intussen dat de marges daar niet echt groot zijn.” Volgens het Europarlementslid zit er nog een laag tussen de retail en de landbouw, “zeg maar de traders en verwerkers”, die ook sterk geconcentreerd zijn en waar “heel veel geld blijft hangen”.
Om de boer weg te krijgen uit die positie, moet volgens de partij de scheve machtsverhouding in de voedselketen worden rechtgetrokken door boeren toe te laten zich te verenigen en samen te werken. Dat wil N-VA doen door op twee fronten te werken: zowel op Europees als op Vlaams niveau.
Prijsafspraken tussen boeren
“De eerste sleutel zit verscholen in het Europese mededingingsbeleid”, vertelt Bourgeois. “Het mededingingsbeleid verbiedt kartelvorming bijzonder streng, maar er zijn ook uitzonderingen voorzien in het beleid.” Volgens hem is het in Vlaanderen amper geweten dat het mededingingsrecht landbouwers wel degelijk toestaat om zich te verenigen in producentenorganisaties. “Als zo’n producentenorganisatie erkend wordt, mogen landbouwers daarbinnen afspraken maken en hun krachten bundelen om sterker te staan tijdens (prijs)onderhandelingen met andere spelers in de keten.” Hij verwijst daarbij naar Nederland waar de kartelwaakhond de Nederlandse boeren expliciet oproept om afspraken over prijzen te maken.
Bourgeois had hierover een gesprek met Margrethe Vestager die tot voor kort Eurocommissaris voor Mededinging was maar momenteel verlof opneemt om zich te focussen op haar kandidatuur voor het voorzitterschap voor de Europese Investeringsbank. “Zij bevestigde mijn bevindingen en erkent dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid tot het vormen van producentenorganisaties. Volgens haar is het zo dat de prijzen die boeren krijgen effectief stijgen wanneer ze gebruikmaken van deze uitzondering op de mededinging”, zegt de N-VA-politicus. Vestager gaf volgens hem ook toe dat de regels vandaag te complex, onvoldoende duidelijk en te weinig bekend zijn. “Wij zullen blijven aandringen op een leesbaar en rechtszeker kader voor landbouwers die willen samenwerken”, stelt hij nog.
Nog op Europees niveau wil N-VA dat de Europese mededingingsautoriteit bij fusies en concentraties niet alleen de consumentenbelangen in overweging neemt, maar ook de boerenbelangen. “Dat gebeurt vandaag niet”, antwoordt Bourgeois op de vraag of de Europese Unie door alle milieu- en andere duurzaamheidsnormen die het aan bedrijven oplegt, niet zelf die concentratie in de hand werkt. “Bovendien mag je marktmacht ook niet verwarren met concentratie”, aldus Van Overtveldt.
Producentenorganisaties promoten en faciliteren
Op Vlaams niveau willen de Vlaams-nationalisten producentenorganisaties meer promoten. “Uit een antwoord van landbouwminister Brouns (cd&v) op mijn parlementaire vraag blijkt dat het aantal producentenorganisaties in Vlaanderen klein is”, zegt Vlaams parlementslid Sofie Joosen. “Dat betekent dat de uitzondering op het mededingingsbeleid bij onze Vlaamse boeren nog te weinig bekend is. Bovendien zijn er momenteel nog te veel obstakels die landbouwers verhinderen om dergelijke organisaties op te richten en draaiende te houden.” Joosen verwijst daarbij naar het moeilijke taalgebruik van de regelgeving en de administratieve rompslomp die bij een erkenningsaanvraag komt kijken.
N-VA roept minister Brouns dan ook op meer in te zetten op producentenorganisaties en om het belang ervan actief te promoten bij landbouwers. “Dat kan door sensibiliseringscampagnes, maar ook door de administratieve lasten te verlagen en ondersteuning te bieden, zowel bij de oprichting als bij de werking van dergelijke organisaties”, klinkt het. In dat kader wijst de partij er nog op dat producentenorganisaties kunnen gebruikmaken van de de-minimisregeling ter waarde van 25.000 euro, verspreid over drie jaar, die bovendien niet als staatssteun geldt.
Die oproep is niet in dovemansoren gevallen. Op X reageert minister Brouns op de oproep. Hij wijst erop dat Vlaanderen vandaag al 20 erkende producentenorganisaties telt met een gecombineerd ledenaantal van 3.392 landbouwers. Ter vergelijking: in Wallonië zijn het er maar drie. Daarnaast krijgen deze producentenorganisaties jaarlijks meer dan 60 miljoen euro steun om bijkomende marktmacht voor landbouwers te realiseren. Volgens de minister zijn we daarmee absolute koploper in Europa. “Maar vanzelfsprekend ben ik blij met de aanmoediging van N-VA om te blijven strijden voor economisch perspectief voor onze landbouwsector. Daar zal ik met plezier gevolg aan geven”, aldus nog Brouns.
Op de vraag wat landbouwers zijn met meer marktmacht op een moment dat ze überhaupt hun bedrijf niet meer verder kunnen zetten omwille van stikstof, antwoorden Bourgeois en Van Overtveldt dat dit initiatief los staat van de hele stikstofkwestie. “Dat neemt niet weg dat we begrijpen dat landbouwers absoluut nood hebben aan rechtszekerheid. Dat is iets waar wij binnen Europa ook mee voor strijden”, meent Bourgeois.
Volgens hem is het niet logisch dat je dichtbevolkte gebieden over dezelfde kam scheert als dunbevolkte gebieden als het gaat om milieu- en natuurdoelen. “Dat heeft Europa in het geval van de natuurherstelwet ook begrepen, want hoewel nog niet definitief goedgekeurd, is die opening er nu wel. Daar hebben we mee aan de kar getrokken, want ‘one size fits all’ werkt niet.” Bourgeois geeft ook aan dat hij bereid is om mee de druk op te voeren bij Europa om ook in het kader van stikstof zo’n uitzondering te bekomen.
Tegelijk wijst Van Overtveldt op de kentering die er stilaan begin te komen bij de Europese Unie. “Op vlak van milieu en klimaat was de slinger bij de EU doorgeslagen. Dat lijkt men nu stilaan te gaan beseffen.” Hij verwijst daarbij naar het feit dat nucleaire energie nu als duurzame energiebron is aangeduid en ook op vlak van de benzinenormen is Europa minder ambitieus geworden. “Door de geopolitieke situatie is de sfeer veel genuanceerder geworden. Dat zou twee jaar geleden ondenkbaar zijn geweest. Je ziet een duidelijke verschuiving van de accenten.”