Waarnemingen werden gedaan op 23 percelen, 16 percelen wintergerst en 7 percelen wintertarwe. Dit gebeurde op volgende locaties:
-
West-Vlaanderen: Gistel, Helkijn, Houtave, Houtem, Koksijde, Otegem, Poperinge, Zuienkerke
-
Vlaams-Brabant: Lennik, Tienen
-
Limburg: Haren, Heks, Ketsingen, Koninksem, Millen, Mulken, Piringen, Sluizen, Ulbeek
Wintergerst
De gerstpercelen die worden opgevolgd, werden gezaaid tussen 28 september en 16 oktober. De teelt bevindt zich hoofdzakelijk in stadium 2-blad. Het vroeg gezaaide perceel bevindt zich in stadium 5-blad. Op de niet behandelde gerstpercelen nam het gemiddelde percentage planten bezet met minstens één bladluis afgelopen week toe. Terwijl vorige week gemiddeld 2.6% van de planten bezet was, bleek dit deze week gemiddeld 4.1% te zijn. Deze toename mag zeker niet veralgemeend worden. Er lijken sterk regionale verschillen te spelen.
In West-Vlaanderen toonden de percelen die nu voor de tweede keer geëvalueerd werden een stabiele tot licht gedaalde bezetting. In Limburg daarentegen nam de bezettingsgraad op alle percelen toe. Ondertussen is op alle waarnemingspercelen in Limburg die nog niet behandeld werden meer dan 5% van de planten bezet met minstens één bladluis. De ergste aantasting toont 12.5% bezette planten. Doorgaans wordt nog steeds 1 luis per plantje waargenomen. Ook in Limburg bleek een uitschieter met 7 luizen per plantje mogelijk.
Op de enkele behandelde percelen wintergerst, allen behandeld op 18 oktober, is de situatie verschillend. Een perceel in Vlaams-Brabant is na behandeling nog steeds vrij van bladluizen terwijl in Limburg de aantasting terug toenam.
Wintertarwe
De percelen wintertarwe die al konden geëvalueerd worden, zijn gezaaid tussen 4 en 17 oktober. De wintertarwe staat gemiddeld in 1-blad. In de wintertarwe blijkt hetzelfde beeld als in de wintergerst. In West-Vlaanderen een beperkte en stabiele tot licht afgenomen populatie. In Limburg daarentegen, bleek een duidelijke toename. In de oostelijke provincie nam de gemiddelde bezetting toe van 2.4% tot 7.3%.
Het winderige en regenachtige weer heeft de uitbreiding op de Limburgse waarnemingsvelden niet kunnen beperken. Toch zou worden verwacht dat de minder goede weersomstandigheden verdere kolonisatie zouden beperken of alleszins vertragen. Dit wordt ook waargenomen in Wallonië.
In het najaar gaan we uit van een interventiedrempel van 10 % planten bezet met minstens één bladluis. In Limburg hebben enkele percelen die drempel bereikt, zowel in de wintergerst als in de wintertarwe. De waarnemingen tonen sterk regionale verschillen en geven aan dat de nood om te behandelen verschilt. Een behandeling is niet overal noodzakelijk maar wel noodzakelijk is het opvolgen van je percelen en het bepalen van de aantastingsgraad vooraleer te behandelen.
Zo lang het niet echt koud wordt, kan de situatie bij gunstigere weersomstandigheden nog steeds keren. Daarom is een degelijke opvolging noodzakelijk, van reeds behandelde percelen tot percelen die nog opkomen.
In onderstaand bestand kan je de tellingen raadplegen.