Positieve evoluties bij macro-invertebraten, macrofyten en fytobenthos
De biologische kwaliteit wordt in grote mate bepaald door de fysisch-chemische kwaliteit, denk bijvoorbeeld aan zuurstof en voedingsstoffen in het water, en de structuurkwaliteit, bijvoorbeeld de meandering of de natuurlijkheid van de oevers. We volgen de biologische kwaliteit van de Vlaamse waterlichamen op met driejaarlijkse monitoringscampagnes.
Het percentage Vlaamse waterlichamen dat goed of zeer goed scoort, is in de periode 2007-2009 tot 2019-2021 duidelijk verbeterd voor macro-invertebraten (van 17% naar 36%), macrofyten (van 8% naar 26%) en fytobenthos (van 15% naar 49%). Die positieve evoluties zijn onder andere het resultaat van de uitbreiding en de verbetering van de openbare waterzuivering en van de inspanningen van de bedrijven en de landbouw. Die inspanningen hebben geleid tot een daling van de emissies waardoor de fysisch-chemische kwaliteit is verbeterd, wat met enige vertraging ook leidt tot een verbetering van de biologische kwaliteitselementen.
Voor fytoplankton is er geen duidelijke evolutie. De minder goede resultaten in 2016-2018 hangen samen met de warme en droge zomerperiodes van 2017 en 2018. De combinatie van hogere watertemperaturen, lagere waterstanden en verminderde doorstroming kan immers tot ongewenste algenbloei leiden. De score voor 2019-2021, is dan wel weer duidelijk beter, maar die score is vooral gebaseerd op metingen in het minder droge en warme 2021.
Bekijk de trends meer in detail voor:
Ultieme doel nog veraf
De Europese kaderrichtlijn Water, omgezet in het Vlaams decreet Integraal Waterbeleid, stelt als doel voor de oppervlaktewaterlichamen onder andere een goede ecologische toestand voorop. Naast de biologische kwaliteitselementen fytoplankton, macrofyten, fytobenthos, macro-invertebraten en vissen, moeten daarvoor ook een aantal hydromorfologische en fysisch-chemische parameters allemaal goed scoren. De indicator met de minst goede score bepaalt de eindbeoordeling van de toestand van een waterlichaam. De goede ecologische toestand wordt nog quasi nergens gehaald. Slechts 1 van de 195 Vlaamse waterlichamen haalt de goede ecologische toestand. 36% scoort matig en 64% scoort slecht of ontoereikend, wat impliceert dat er nog ingrijpende maatregelen nodig zijn om er de goede toestand te halen.
De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma.