De voorzitter
De heer Annouri heeft het woord.
Imade Annouri (Groen)
Voorzitter, minister, het is een feit: er is geen onderwerp dat zo verhit is of zo vaak wordt gebruikt of misbruikt als politiek wapen als het onderwerp migratie. Een ander feit is dat België en Vlaanderen in het verleden hebben moeten rekenen op arbeidsmigratie, op buitenlandse werkkrachten, om het economisch potentieel te benutten. Men heeft mensen van her en der naar hier moeten halen uit het Zuiden om te bouwen aan de welvarende maatschappij die we vandaag kennen. Ik ben er zelf een vrucht van, letterlijk en figuurlijk. Mijn vader en grootvader zijn hiernaartoe gekomen om te werken. Mijn vader heeft 42 jaar lang in shiften gewerkt om zijn steen bij te dragen aan de maatschappij, en aan mij, zodat ik hier vrij de keuzes kan maken die ik wil en om hier te kunnen staan en u te ondervragen.
Een ander feit is dat Vlaanderen en België nog steeds nood hebben aan buitenlandse krachten om het potentieel van onze economie volledig te benutten. Er is een rapport van de Vlaamse Dienst Economische Migratie. Dat spreekt van jaarlijks 150.000 buitenlandse werkkrachten die nodig zijn. Die komen uit EU-landen. Maar in 2019 is het aantal buitenlandse werkkrachten uit niet-EU-landen gestegen met 90 procent, naar bijna 16.000 mensen. Toch trekken heel wat werkgevers uit heel verschillende sectoren aan de alarmbel: de transportsector, de vleesindustrie, de zorg. Ze hebben allemaal nog veel meer mensen nodig. In de vleesindustrie alleen al zoekt men nog 10.000 man. Ze vinden de procedure te moeilijk, te omslachtig. Het loopt niet gemakkelijk. Ze hebben moeite om de mensen te vinden en aan te trekken. Ze willen dat er iets aan gebeurt.
Minister, wat vindt u van die oproep om de procedure makkelijker te maken? Wat is uw reactie?
De voorzitter
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Minister, collega Annouri verwees al naar het jaarverslag van de Dienst Economische Migratie. Daarin zien we dit jaar een verdubbeling van het aantal mensen uit niet-EU-landen die hier in Vlaanderen vacatures komen invullen. Die toename zit niet bij de hoogopgeleide innovatieve talenten, maar voornamelijk bij mensen die knelpuntvacatures komen invullen. Een derde daarvan gaat over vrachtwagenchauffeurs. Mensen komen ook naar hier om in de zorg te werken. Denk maar aan de Indiërs, dat is een project dat loopt.
We horen allemaal heel goed de noodkreten van de werkgevers. Er is zo’n krapte op de arbeidsmarkt dat ze uw hulp inroepen om goede arbeidskrachten te vinden. Ze willen goed opgeleide arbeidskrachten om hen te helpen en onze economie te versterken. Maar de laatste maanden en jaren blijkt de procedure van arbeidsmigratie heel fraudegevoelig of misbruikgevoelig te zijn. We hadden de Borealisaffaire en de toestand met de Turkse arbeidsvergunningen die volledig geblokkeerd zaten en nog altijd worden onderzocht.
We hebben met het parlement, over de partijgrenzen heen, een doorlichting van de volledige procedure gevraagd aan het Rekenhof. Dat is iets op lange termijn, dat zal er morgen niet zijn. Ook op korte termijn is er een visie nodig. U gaat naar een interministerieel overleg. Wat is uw visie aan de hand van de resultaten van de Dienst Economische Migratie? Op welke manier zult u ervoor zorgen dat de procedure voor knelpuntberoepen minder misbruik- en fraudegevoelig is?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u, collega’s, voor de twee belangrijke vragen over een belangrijk thema.
Ik kan vandaag als minister van Werk geen bedrijf of organisatie bezoeken zonder steevast dezelfde vraag te krijgen: geef ons volk, geef ons handen. We hebben elke Vlaming nodig om de vele vacatures in te vullen. In verhouding hebben we nog altijd veel meer vacatures dan Vlaamse arbeidskrachten om die vacatures in te vullen. Activeren, activeren, activeren, blijft het sleutelwoord ten aanzien van werkzoekenden, maar ook ten aanzien van de vele niet-beroepsactieve Vlamingen. Ook dan moeten we durven te concluderen dat het nodig is om over het muurtje te kijken, samen te werken met onze buren, Brussel en Wallonië. We moeten de werklozen daar durven te verleiden naar de vele Vlaamse vacatures.
Maar ook dan zullen we zien dat we op korte termijn die grote behoefte aan handen in Vlaanderen niet ingevuld krijgen. Een belangrijk flexibel en kwaliteitsvol instrument van economische migratie is dan noodzakelijk. Het is een sluitstuk van ons werkgelegenheidsbeleid, dat we ook samen met de sociale partners hebben afgesproken in het laatste werkgelegenheidsakkoord.
Collega’s, ik denk dat u er allebei naar verwezen hebt dat het snel moet gaan, want de werkgevers vragen ernaar, maar dat er daarnaast bindende spelregels moeten zijn, met respect voor de werknemers. Het moet correct gebeuren. Dat evenwicht moeten we goed bewaken.
De voorbije jaren heeft deze Vlaamse Regering, en ook de vorige, werk gemaakt van kwaliteitsvolle migratiekanalen voor die economische migratie. De doorlooptijd werd versneld, en er werd ook een apart migratiekanaal voorzien voor de knelpuntvacatures. Het zal u niet verbazen dat ik bijzonder veel aandacht schenk aan de bescherming van de werknemers die naar hier komen.
Ik denk dat ik nog maar een paar weken was aangesteld toen ik geconfronteerd werd met de Borealiscase en het debacle bij Antwerp Container Transport International (ACT). Dat maakt dat ik daar van meet af aan, ook met veel steun in de commissie, een lijn heb getrokken. Bij sociale dumping, illegale tewerkstelling en moderne slavernij trekken we een rode lijn. Dat kan niet. Zowel ter bescherming van die mensen, maar tegelijk ook wegens oneerlijke concurrentie bij ons, kunnen wij dat niet goedkeuren.
We hebben toen een aantal maatregelen genomen, zoals het verhogen van de boetes en zoals een controlekamer die veel specifieker en meer in de diepte de financiële gezondheid van een bedrijf kan nagaan. Ik denk ook aan de ketenaansprakelijkheid, waarbij we ook hoofdaannemers mee betrekken in het afsluiten van contracten. Zij moeten mee bekijken of dat correct gebeurt. Zo gaan we louche constructies tegen. Ik denk ook aan het nieuwe project dat we recent met collega Demir en collega Diependaele in de steigers hebben gezet, en waarbij we artificiële intelligentie inzetten. Ik geloof daar heel sterk in, om op die manier sneller knipperlichten te laten afgaan. We koppelen daarbij bedrijfsgegevens aan de gegevens van de sociale inspectie. Er is ook al verwezen naar de interministeriële conferentie (IMC) waar we de hele procedure met de verschillende niveaus nog eens gaan evalueren. Ik wil ook bijkomend nog verstrengen. We zien immers dat we in de knelpuntberoepen steeds meer lagere profielen nodig hebben, en we moeten ook die mensen beter beschermen en hen wijzen op de rechten die ze hier hebben. Het is niet normaal dat je in Vlaanderen cash betaald wordt. Het is niet normaal dat een vrachtwagenchauffeur woont in zijn vrachtwagen. Ik denk dat we daar nog wat stappen te zetten hebben. Op dat vlak wil ik dus bijkomend nog initiatieven nemen ter bescherming van die werknemers.
We hebben in Vlaanderen dus nood aan bijkomende arbeidskrachten, aan een kwaliteitsvol instrument voor de economische migratie, dat respect heeft voor de arbeidsomstandigheden waarin die mensen moeten werken.
De voorzitter
De heer Annouri heeft het woord.
Imade Annouri (Groen)
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Er is enerzijds de vraag van werkgevers naar arbeidskrachten, en anderzijds de kwetsbaarheid van die werknemers. U hebt zelf al aangehaald dat de Borealissite daarbij zeer confronterend was.
Ik wil trouwens even onderstrepen, collega’s, dat een van de grootste schandalen qua mensenhandel en uitbuiting op de Borealissite, niet aan het licht is gekomen door uitstekend controlewerk van de overheid, maar door een rechter die op rust was, en die een persoonlijke tip heeft gekregen. Dat zou voor iedere beleidsmaker en voor elke politicus zeer alarmerend moeten zijn.
U hebt gelijk minister, dat heel wat werknemers die naar hier komen kwetsbare profielen zijn. Je zag al in het rapport dat FAIRWORK aanhaalde dat ze weten dat ze zeer afhankelijk zijn van hun werkgever, maar dat ze voor de rest geen flauw idee hebben van wat hun rechten juist zijn. Als u dus aangeeft dat u daar meer op wilt inzetten, dan zou ik graag van u willen weten op welke manier u er concreet voor gaat zorgen dat de mensen die naar hier komen voldoende informatie hebben over hun rechten, waar ze kunnen gaan aankloppen als ze hulp nodig hebben. Hoe zullen hun rechten gegarandeerd worden, gezien de discrepantie tussen hun afhankelijkheid van de werkgever en de kennis van hun rechten.
De voorzitter
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Eerst en vooral, minister, denk ik dat we alles wat met die knelpuntberoepen en dat migratiekanaal te maken heeft, moeten durven te herbekijken. We werken nu ook met die structurele knelpuntberoepenlijst, dat moeten we toch ook in vraag durven stellen. Inderdaad, er zijn modellen, nieuwe realisaties, bijvoorbeeld vanuit de zorg, sectoren die zelf de handen uit de mouwen steken. Die zoeken in het buitenland. Hier is dat een project in India waar ze de mensen opleiden, Nederlandse lessen geven.
Ik heb onder andere aan u en minister Somers gevraagd om daar ook een cursus maatschappelijke oriëntatie aan toe te voegen, zodat de mensen daar al weten wat hun rechten en plichten zijn, zodat ze daar al weten in welke samenleving ze terechtkomen, zodat ze daar al weten bij wie ze terechtkunnen als het helemaal fout loopt. Dus, ik zou u willen vragen, minister, of u bereid bent om dat model, als we veel mensen nodig hebben, ook uit te rollen in andere sectoren.
De voorzitter
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ilse Malfroot (Vlaams Belang)
Collega’s, minister, ik heb daar toch een aantal bedenkingen bij, hoor, want we weten al uit het verleden dat de baten van die niet-Europese arbeidsmigratie vooral voor de werkgever zijn, maar de lasten nog altijd voor de maatschappij. Ik denk daarbij aan kosten die ze hebben inzake onderwijs, kinderopvang, taallessen, en vooral ook de problemen naar integratie toe die we nu als samenleving dagelijks ondervinden. Ik vraag me af wat we eigenlijk hebben geleerd uit de fouten van de gastarbeid. Want het standpunt van het Vlaams Belang is daarin heel duidelijk: niet-Europese migratie moet uitzonderlijk blijven.
U verwees er ook al naar: we hebben hier in Vlaanderen, België, Wallonië werkkrachten genoeg. Er zijn mensen die maar niet aan de slag geraken, dus het is niet nodig dat we eerst zoeken in Europa, of nog verder dan Europa. Laat ons eerst hier zien wat we nog kunnen verwezenlijken, binnen Vlaanderen en binnen de rest van België.
U verwees ook naar de aanvragen die nu al massaal komen van Marokkaanse en Turkse allochtonen, wat toch een belletje zou moeten laten rinkelen, want collega’s verwezen ook vooral naar de gevoeligheid van dat dossier.
Mijn vraag is dus heel kort. Minister, het is heel duidelijk dat uw beleid faalt om mensen aan het werk te krijgen, dat werken niet loont. Welke initiatieven gaat u ter zake nemen om de mensen die hier nu zijn, toe te leiden naar die knelpuntberoepen?
De voorzitter
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Thijs Verbeurgt (Vooruit)
Voorzitter, collega’s, de arbeidsmarkt staat inderdaad in brand, en werknemers smeken om personeel, dus dan is activering inderdaad essentieel. Wat het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten betreft: die zijn nodig, maar we moeten daar toch zeer voorzichtig in zijn. Ik denk dat de lessen van een recent verleden ons inderdaad leren dat we te allen tijde waakzaam moeten zijn voor misbruiken, en dat de rechten van werknemers te allen tijde gegarandeerd moeten zijn.
Minister, ik zou toch ook willen aanraden dat zolang de procedure niet uitgeklaard is, we daar toch zeer voorzichtig zijn en dat we dus geen voluntaristische beslissingen nemen, ook al vragen werkgevers daar misschien om, en dat we zeer voorzichtig blijven in de procedure en die ook grondig doorlichten. Ten tweede zou ik willen aanraden om te controleren of de rechten van werknemers wel degelijk gerespecteerd worden. We hebben in de hoorzitting van de mensen van de federale diensten zeer duidelijk gehoord dat controle voor migratie essentieel is en dat controle na migratie vaak te laat komt.
Ik heb bij u cijfers opgevraagd. Daaruit bleek dat in 2021 het percentage aan controles vooraf het laagste percentage ooit was. Zult u ook de controles voor migratie vanuit de sociale inspectie opdrijven zodat we zeker zijn dat iedereen die naar hier komt over alle rechten kan beschikken?
De voorzitter
De heer Bothuyne heeft het woord.
Robrecht Bothuyne (cd&v)
Voorzitter, ik denk inderdaad dat alle fracties het erover eens zijn dat de arbeidsmarkt nog steeds in brand staat. Van de afgelopen vijftien jaar is er maar één jaar waarin er meer vacatures werden aangemeld bij de VDAB dan dit jaar, en dat is vorig jaar. De crisis op onze arbeidsmarkt zet zich door. Dat is ook logisch: het is voor het eerst dat er meer mensen uit de arbeidsmarkt treden, met pensioen gaan, dan dat er in Vlaanderen jonge mensen zijn die erbij komen. En tegelijk draait onze economie op volle toeren. Ere wie ere toekomt: het was de vorige regering, minister Muyters, die samen met toenmalig staatssecretaris Francken deze procedure heeft uitgewerkt om ervoor te zorgen, als sluitstuk van ons arbeidsmarktbeleid, dat we een beroep kunnen doen op economische migratie om knelpuntberoepen in te vullen.
En ik zou die procedure niet zomaar weggooien, zoals collega De Vreese hier net komt voor te stellen. We zouden het kind het best niet met het badwater weggooien, collega's.
Minister, u hebt al een actieplan aangekondigd om de procedures verder te verfijnen. Ik zou durven te suggereren of vragen om daar ook heel actief de sectoren bij te betrekken. Want zij kennen hun bedrijven, zij kennen de bonafide werkgevers, zij kennen de noden van bedrijven. Op die manier kunnen we fraude voorkomen en tegelijk sneller knelpuntvacatures invullen.
De voorzitter
De heer Ongena heeft het woord.
Tom Ongena (Open Vld)
Voorzitter, het aantal werknemers buiten de Europese Unie dat in Vlaanderen komt werken, is sterk gestegen. Dat hoeft natuurlijk niet te verbazen, gelet op de enorme krapte die we op onze arbeidsmarkt kennen. En of je dat nu graag hebt of niet, we weten dat we migratie ook nodig zullen hebben. Maar voor onze fractie is het wel heel duidelijk dat dit de laatste stap moet zijn.
Het aantal werkzoekenden in Vlaanderen is nu weer voor de zesde maand op rij gestegen en gaat richting de 200.000. Ik wil er meteen bij zeggen dat dat ook te maken heeft met het feit dat we veel meer mensen inschrijven, zoals Oekraïense vluchtelingen, en dat is een goede zaak. Maar dan vind ik dat we ons eerst vooral moeten concentreren op het activeren van die mensen. We moeten ervoor zorgen dat VDAB, die daarin een heel belangrijke rol speelt, er effectief voor zorgt dat hij meer van de mensen die hier vandaag al zijn en werkzoekend zijn, aan een job helpt.
Minister, ik herhaal mijn vraag regelmatig: hoe zult u ervoor zorgen dat VDAB betere resultaten kan voorleggen inzake het activeren van mensen die hier vandaag al zijn?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega's, ik dank jullie voor de bijkomende vragen.
Collega Annouri, collega De Vreese, ik vind het heel belangrijk. Ik heb een hele reeks maatregelen opgesomd. Als laatste heb ik gezegd dat ik het belangrijk vind om de mensen, en zeker de kwetsbare profielen in de knelpuntberoepen – aanvankelijk ging het over hooggeschoolden, dan middengeschoolden en nu ook steeds meer mensen met een lager profiel – op hun rechten te wijzen. Cursussen, zoals u suggereerde, vind ik een goed idee. Ik vind het ook echt nodig. In functie daarvan zullen we indien nodig wetgevende initiatieven nemen. Ook heb ik oren naar de suggestie van trajecten om de mensen in hun land van herkomst voor te bereiden op een leven in Vlaanderen, werken in Vlaanderen, hun rechten en plichten in Vlaanderen.
Collega Malfroot, collega Ongena, ik heb het al gezegd en ik vind het belangrijk: dit gaat niet over het verdringen van Vlaamse arbeidskrachten, helemaal niet. Natuurlijk krijgen zij eerst alle voorrang. En uiteraard moeten we vandaag meer dan ooit inzetten op het activeren van niet-beroepsactieve mensen.
Collega Ongena, we zien inderdaad dat, als de cijfers vandaag stijgen bij VDAB, dat in grote mate te wijten is aan het aantal niet-beroepsactieven, via de sociale huurwetgeving die gewijzigd is, via de Oekraïners die we daar aangereikt krijgen. We hebben het vorige week nog gezegd: VDAB krijgt die mensen als het ware op een dienblaadje aangereikt en moet met hen aan de slag gaan. Onze eigen werkzoekenden en de niet-beroepsactieven krijgen alle voorrang, maar op korte termijn merken we dat we daarmee niet alle noden op onze Vlaamse markt ingelost krijgen. Dit instrument moet flexibel kunnen worden ingezet.
En ja, collega Verbeurgt, voorzichtigheid is geboden. Dat maakt dat we vandaag checks en dubbelchecks doen. Dat is nog altijd belangrijker dan mensen aan hun lot over te laten of ten prooi te geven aan de moderne slavernij. Als dat betekent dat het op dit ogenblik af en toe wat langer duurt, dan moeten we dat erbij nemen. We kunnen ons op dat vlak geen risico’s permitteren. Daarom zetten we in op die controlekamer in de voorfase, die maakt dat we veel dieper kunnen graven in de financiële huishouding, die gatekeeper, het project waarbij we veel sneller knipperlichten kunnen inzetten. Dat zijn belangrijke poorten die voorafgaan aan de tewerkstelling en die ik hier graag onderstreep.
De voorzitter
De heer Annouri heeft het woord.
Imade Annouri (Groen)
Dank, minister, voor uw antwoord. Collega’s, tot spijt van wie het benijdt en los van alle politieke overtuigingen en slogans, arbeidsmigratie zal nodig zijn voor onze economie. Net zoals dat in het verleden nodig was om buitenlandse werkkrachten aan de slag te krijgen, ook van buiten de EU, om de Vlaamse welvaart van vandaag te bouwen, hebben we vandaag opnieuw die buitenlandse krachten nodig om de Vlaamse welvaart van morgen te garanderen.
Dan moet je ervoor zorgen, minister, dat enerzijds de mensen goed worden begeleid, dat ze goed hun weg vinden binnen de maatschappij, dat ze goed hun rol kunnen spelen, hun steentje kunnen bijdragen en mee kunnen bouwen. Dat zeg ik als zoon van een gastarbeider. Maar dan moet u er anderzijds ook voor zorgen dat die mensen niet in kwetsbare posities terechtkomen waardoor ze de maatschappij veel meer gaan kosten, waardoor je zorgt dat ze in malafide handen terechtkomen, dat ze in krotten terechtkomen, dat ze moeilijk aan de bak komen, dat ze in armoede terechtkomen, terwijl ze door hun steentje bij te dragen aan de arbeidsmarkt, bijdragen aan de maatschappij.
Dat is de verantwoordelijkheid die u hebt. Ik hoop dat we snel concrete maatregelen te zien krijgen en dat we kunnen discussiëren hoe we dat met deze Vlaamse Regering kunnen aanpakken. ‘To be continued’. (Applaus)
De voorzitter
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Minister, u hebt opnieuw niet op mijn vraag geantwoord of u dat model in de zorg zult uitrollen in andere sectoren.
Collega Bothuyne, ik ben de eerste die de procedure rond arbeidsmigratie vanbinnen en vanbuiten kent. Als er misbruik van wordt gemaakt, durf ik te vragen om die procedure volledig door te lichten om die misbruiken eruit te krijgen zodat Vlaanderen op dat vlak geloofwaardigheid heeft. Ik denk dat we dat moeten durven in dit parlement.
Er is een procedure. De arbeidsmarkt staat in lichterlaaie. We moeten inderdaad, als laatste redmiddel, naar arbeidsmigratie kijken. Ik heb dat ook altijd verdedigd. Ik heb zelfs aan u gevraagd om die procedures veel sneller te doen. Ik vraag u ook, minister, om een onderscheid te maken tussen de hoogopgeleiden en niet alles op één stapel te leggen, zodat die procedure snel en efficiënt verloopt.
Waar het mij vooral om te doen is, is dat je mensen hier activeert: Oekraïners, mensen die hier komen inburgeren, werklozen. Als dat niet lukt, moet u het concentrisch model heel strikt toepassen. En dat mis ik nog op dit moment.
De voorzitter
De actuele vragen zijn afgehandeld.