Met dit model kunnen we ook het effect van beperkingen in normale landbouwpraktijken als gevolg van te natte of te koude omstandigheden opnemen, de zogenaamde indirecte effecten. Te natte omstandigheden in de wortelzone beginnen wanneer gewassen zuurstofstress gaan ervaren, dat wil zeggen wanneer de zuurstofbeschikbaarheid lager is dan de zuurstofbehoefte van plantenwortels.
Er werden vrij beschikbare (online of on-demand) datasets en kaarten voor heel Vlaanderen gebruikt, verkregen van Vlaamse instellingen of eerdere projecten. We hebben een databank met experimentele opbrengstwaarnemingen in Vlaanderen samengesteld en gebruikt om de prestaties van het model onder Vlaamse omstandigheden te evalueren. We schreven ook drie literatuuronderzoekshoofdstukken over de effecten van grondwater op landbouwpraktijken, het effect van ondiepe grondwaterstanden en vernatting op de mobiliteit van nutriënten, en het potentieel van paludicultuur in Vlaanderen. Tenslotte werd het model toegpast op het landbouwgebied rond De Zegge-Mosselgoren, nabij Geel.
Eindrapport
Impact van peilverhogingen en vernatting op nabijgelegen landbouwgebied in Vlaanderen