Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 23 mrt 2023 14:14 

Europese goedkeuring van de uitkoopregeling voor varkensboeren


Vraag om uitleg over de Europese goedkeuring van de uitkoopregeling voor varkensboeren
van Sofie Joosen aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Minister van Omgeving Zuhal Demir werkte een uitkoopregeling uit voor de varkenssector. Drie maanden geleden had de Europese Commissie vragen bij de uitbetalingsvoorwaarden van de uitkoopregeling voor varkensbedrijven, maar ondertussen heeft Europa deze uitkoopregeling goedgekeurd. Er wordt 200 miljoen euro hiervoor voorzien. Die wordt niet beschouwd als onrechtmatige staatsteun aan de sector, en dat is denk ik goed nieuws.

Ondanks de prijsstijgingen van de voorbije weken voor varkens, zal de goedkeuring toch een opluchting zijn voor de sector. Tot negenhonderd varkensbedrijven in Vlaanderen zouden van de uitkoopregeling gebruik kunnen maken. De Vlaamse Regering wil tegen 2030 de varkensstapel met 30 procent reduceren. Deze regeling zou dus een stap in de goede richting kunnen betekenen.

De prijzen die de boeren krijgen voor hun varkens bij de uitkoopregeling zijn meer dan billijk. We bieden de boeren die willen stoppen nu de kans om dit te doen aan gunstige voorwaarden en geven de resterende boeren een toekomstperspectief. Ook BB en het Algemeen Boerensyndicaat waren eerder op dat vlak al tevreden partners.

Minister Brouns, u bent niet de bevoegde minister voor de uitkoopregeling, maar u bent natuurlijk wel de bevoegde minister voor Landbouw, en ik ben dus zeer benieuwd naar uw visie op de regeling en de verdere uitrol.

Ik heb voor u dan ook de volgende vragen. Bent u tevreden over de Europese goedkeuring en zult u de uitkoopregeling verder verdedigen? Kunt u meer toelichting geven bij de verdere uitrol van de uitkoopregeling en hoe zult u de sector informeren? Want dat is natuurlijk wel een belangrijke bevoegdheid van u als minister. Denkt u dat er voldoende varkensboeren gebruik zullen maken van de uitkoopregeling?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega. Het spreekt voor zich dat ik de Europese goedkeuring toejuich. We herinneren ons hier nog allemaal de bewuste commissie waarin de belangenorganisaties zelf een voorstel kwamen doen voor een warme sanering. In principe, als je de landbouwsector een heel warm hart toedraagt, ben je nooit echt tevreden met opkoopregelingen, maar ik denk dat het draagvlak voor de opkoopregeling er wel is, ook vanuit de sector zelf. Ik heb deze regeling als initiële mede-initiatiefnemer ook altijd ondersteund. Voor de verdere details en uitrol van de regeling moeten we verwijzen naar de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Zoals u weet zal de VLM dat verder opnemen onder de bevoegdheid van collega Demir.

Ik ben me bewust van de sterk verbeterde conjunctuur op dit ogenblik. Dat is een realiteit, onder andere door de situatie in Spanje. We hebben vandaag zeer hoge bigprijzen, tot 100 euro, laat ik mij vertellen. De verbeterde conjunctuur in de varkenssector zal mogelijk een zekere twijfel meebrengen over het al dan niet instappen in zo’n regeling. Dat is de komende tijd wat afwachten. U weet dat er een vooraankondiging is geweest van de opkoopregeling. De mails daarvoor zijn uitgestuurd. Daarbovenop is het jammer dat, onder druk van de Europese Commissie, de vergoedingen per zeug, big of vleesvarken, sterk zullen afnemen vanaf dat de stal ouder is dan dertig jaar. De bedragen zijn dezelfde voor alle stallen tot dertig jaar, en van dertig tot veertig jaar nemen die eigenlijk ieder jaar af, om dan ongeveer te eindigen op één derde van het initiële bedrag.

Met deze regeling beoogden we net om voornamelijk oudere stallen, dus die niet-AEA-stallen (ammoniakemissiearm), uit bedrijf te nemen, omdat op het vlak van ammoniakuitstoot, maar ook op vlak van dierenwelzijn, dat net de stallen zijn die het best uit productie gehaald worden. Doordat de bedragen bij die oudere stallen zo sterk dalen, in combinatie met de markttendensen die gunstig waren de voorbije maanden, zal dit mogelijk een effect hebben op de deelnamegraad. Maar daar houd ik dus een slag om de arm. We zullen zien wat de komende weken zullen betekenen voor het aantal intekenaars. U hebt er terecht op gewezen. Ik denk dat het om ongeveer negenhonderd bedrijven gaat die potentieel in aanmerking komen, die dus boven de 0,5 procent impactscore zitten.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Dank u wel, minister, voor uw antwoord. De varkenssector gaat al jaren van crisis naar crisis, te meer omdat we veel meer varkensvlees produceren dan we zelf consumeren, en dus in grotere mate afhankelijk zijn van de buitenlandse markt. Die buitenlandse markt is erg onstabiel door, onder andere, de varkenspest. De prijzen zijn de laatste weken misschien wel gunstig, maar laten we ons daar ook niet op miskijken. De prijzen zijn gunstig, maar de gigantische putten die in het verleden geslagen zijn, zijn daarmee absoluut niet gevuld. De situatie in veel bedrijven is vandaag de dag nog steeds moeilijk, ondanks die stijgende prijzen.

Met die uitkoopregeling kunnen we dus varkensboeren een vrijwillige stopzetting aanbieden, en ze ook de kans geven op een uitweg, en tegelijkertijd de varkensstapel verder afbouwen. Het doel is die 30 procent vermindering. Ongeveer negenhonderd bedrijven zouden daarvoor in aanmerking komen. Of we in de buurt zullen komen van die 30 procent, of we dat zullen halen, is natuurlijk nog af te wachten. Maar het aantal moet hoog genoeg zijn om een significante impact te hebben.

Vandaar is de inzet op informatie naar de sector enorm belangrijk. Er leeft heel wat foute informatie. Veel bedrijven hebben nog geen informatie. Ik wilde daar toch nog eens een beroep doen op uw bevoegdheid en op uw contacten met, onder andere, BB, die nu natuurlijk iets kunnen betekenen om de juiste informatie op het terrein te krijgen bij de varkensboeren. Dat is denk ik heel erg belangrijk.

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

De collega heeft het hier over een uitkoopregeling van plusminus negenhonderd bedrijven. Ten eerste: is geweten of negenhonderd bedrijven via die uitkoopregeling stoppen? Want ik had van minister Demir begrepen dat ze dan ook de stallen en alles moeten afbreken. Ze mogen dus ook niet meer opnieuw beginnen. Wat geeft dat als resultaat? Ik bedoel: men weet wellicht op voorhand ongeveer, of men zal toch wel een berekening gemaakt hebben, wat het resultaat is van die uitkoop en stop van ongeveer negenhonderd bedrijven. Men heeft het ook regelmatig over de leegloop van dat stikstofbad. Is er een percentage bekend van hoe die leegloop in de varkenssector zal verlopen, of wat er dan overblijft?

Ten tweede: is er ook al een inschatting van innovatieve maatregelen die men in de varkenshouderij kan doen? Want niet alleen zouden die negenhonderd dan stoppen, maar bij die 60 of 70 procent die blijven, moeten we ook kijken waar we stikstofvermindering kunnen krijgen. Wat moeten we daar doen om de uitstoot te verminderen? 

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Dank u, collega Joosen, voor de vraag. Ik heb twee bijkomende vragen. Ten eerste over bedrijven die stoppen met een varkenshouderij. Is dat dan enkel stoppen, of is ook hier een omvorming naar een andere bedrijfsvoering mogelijk? Wordt daar ook begeleiding voor voorzien? Ik heb er al vaak op aangedrongen. We zullen heel veel van onze landbouwers moeten helpen om een eventuele nieuwe toekomst uit te bouwen die een andere richting uitgaat dan varkens, in dit geval.

Ten tweede: die drempel van 0,5 procent is daar nu. Ik ga ervan uit dat Europa de berekeningswijze rond stikstofuitstoot, zoals die door Vlaanderen wordt gehanteerd, aanvaardt, terwijl die in heel het stikstofakkoord door heel veel mensen in vraag wordt gesteld. Klopt die berekeningswijze wel? We hanteren nu die berekeningswijze, met een impactscore voor bedrijven van 0,5 procent. Met andere woorden: door dit toe te passen, zeggen we eigenlijk dat die berekeningswijze klopt, en dat die gebruikt kan worden om een bedrijf al dan niet toegang te geven tot die uitkoopregeling. Het is een beetje een juridische vraag, maar ik heb de vraag gesteld, vooral omdat uit de sector zelf wat vragen waren bij die drempel. Moeten we die drempel gebruiken?

Er zullen natuurlijk heel wat varkensboeren zijn die helemaal geen impactscore hebben – ik denk aan West-Vlaanderen – en die zouden willen stoppen, maar die via deze regeling niet kunnen stoppen omdat ze niet in aanmerking komen door die drempel. Ik vraag me dus af in hoeverre dat juridisch sluitend is, en in hoeverre we het risico lopen dat ook hier mensen zullen zeggen dat ze ook in aanmerking moeten komen, en die drempel in vraag zullen stellen.

Bart Dochy (cd&v)

Minister, ik wil ook graag aansluiten op twee aspecten. Ten eerste: met betrekking tot de fiscaliteit. U had een akkoord gemaakt met uw federale collega voor de toepassing van de fiscale regeling. Maar we zijn natuurlijk een jaar verder, wat betekent dat het referentiejaar verandert. Mijn vraag is: geldt diezelfde regeling voor de eventuele nieuwe opkoopregeling, of het gebruikmaken van deze opkoopregeling, in 2023?

Twee: ik had begrepen – als ik het goed voorheb – dat in het verleden gezegd is dat we 200 miljoen euro voorzien voor een berekend budget op basis van die 0,5 procent impactscore. Dat zijn een 873 of negenhonderd bedrijven, afhankelijk van de schatting, want dat moet allemaal berekend worden. Ik had begrepen dat indien het budget niet opgebruikt zou zijn, er een verruiming zou komen van de opkoopregeling.

De vraag rond die 0,5 procent is inderdaad relevant, maar mijns inziens lijkt dat hier een indicatieve benadering, geen harde grens, omdat het eventueel doorbroken kan worden. Het is anders als je dat gebruikt voor een onteigening of een vergunningsaanvraag, dan als je instapt in een systeem waar vanuit Europa gewoon gevraagd wordt dat er een effect aangetoond wordt op het stikstofverhaal.

Bijkomend, en dan vooral in functie van het feit dat de bedragen gezakt zijn voor stallen vanaf de leeftijd van dertig jaar, betekent dat ook dat er waarschijnlijk meer budget zal zijn. De prijzen zijn beter, maar één zwaluw maakt de lente niet, zegt men dan. Er zijn inderdaad nog een aantal kritieke situaties. De vraag is, en dat moet dan individueel bekeken worden op elk bedrijf: is die opkoopregeling daar een oplossing voor die situaties? Maar dat is dan door landbouwers zelf te bekijken.

Maar in elk geval is mijn vraag, minister: is het niet zinvol om nu reeds – indicatief weliswaar – bij Europa af te toetsen in welke mate de aanpassing van de regeling er kan komen? Want we moeten er ons toch voor behoeden dat we opnieuw een jaar moeten discussiëren met Europa over een eventuele uitbreiding. De kans dat het budget niet opgebruikt is met de 0,5 procent-drempel is toch wel zeer groot. De vraag is dus: kunt u nu reeds bekijken om met Europa af te spreken om dat breder open te stellen, zodoende dat dat desgevallend kan aansluiten op hetgeen vandaag is uitgedokterd? 

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen. Aansluitend op de laatste vraag van collega Dochy, die ook aansluiting vindt bij die van collega Steenwegen: ik denk inderdaad dat het zo was en is dat die 0,5 procent indicatief is, dus dat er politiek over gesproken kan worden en er snel een overeenkomst gevonden kan worden om die los te laten. Op zich is dat een goede suggestie, collega, om er rekening mee te houden dat de huidige marktsituatie mogelijk een negatief effect – als ik het zo mag noemen – op die opkoopregeling kan hebben, en dat we moeten durven doorschakelen en de vraag stellen of die breed opengezet kan worden, los van die drempel die nu gebruikt wordt, die de link heeft met stikstof. Dat is inderdaad absoluut het geval.

Die omvorming, collega Steenwegen, is inderdaad nodig, maar kan ook gedeeltelijk zijn. Vandaag zijn er gemengde bedrijven die eventueel hun varkensstallen wegdoen maar de rest laten staan. Er kunnen uiteraard ook andere zaken in plaatsvinden. De emissies moeten weg. Daarover gaat het. Ik denk dat we daar ook duidelijk zijn.

De communicatie moet juist zijn, moet goed zijn, moet breed zijn. Ikzelf ga letterlijk en figuurlijk de boer op om het uit te leggen, en dit is daar een wezenlijk onderdeel van. Als je vandaag gaat spreken met landbouwers, breed in de sector, dan komt die vraag over die opkoopregeling telkens terug. Wij informeren de landbouwsector zoals ik dat nu hier ook doe.

Op de vrijdagavond dat de mail is uitgestuurd, heb ik ook al meteen contact opgenomen met de VLM om aan te geven dat er helaas een fout in zat. Diegenen die het gevolgd hebben, weten dat die mails binnenkwamen bij boeren zonder dat die link werkte, bijvoorbeeld. Dat was natuurlijk niet direct een goed signaal. Maar goed, dat is inmiddels rechtgezet. Ik denk dat die communicatie heel juist moet zitten, en dat we een antwoord moeten bieden op alle vragen. Dat spreekt voor zich.

Ik geef altijd mee aan de Vlaming, wat die verhouding betreft tussen het produceren en het consumeren … Ik denk dat u perfect weet hoeveel wij van een varken opeten in Vlaanderen. Weet u hoeveel procent? Een quizvraag tussendoor. Mevrouw Joosen, weet u dat? Neen? 30 procent. Dus de Vlaming eet maar 30 procent van het varken op. Dat is heel weinig. In verhouding vind ik dat weinig. Natuurlijk zal hij die 70 procent niet in de vuilnisbak gooien. Dat is een stuk van het antwoord op het grotere aantal dan we zelf kunnen consumeren.

Collega Pieters, als u spreekt over die negenhonderd bedrijven – ik denk dat het er achthonderd en in de zeventig zijn – is dat het potentieel op basis van die 0,5 procent. De vraag is inderdaad hoeveel daar uiteindelijk op zullen intekenen. Ik denk dat de individuele bedrijfssituatie en de leeftijd onder andere een rol zullen spelen om uiteindelijk de keuze te maken om al dan niet in te stappen. Ook daar is het antwoord weer dat een afbraak er niet toe kan leiden dat er nieuwe emissies zijn.

Ik denk dat innovatie de boodschap is. We moeten voortdurend de landbouw meenemen in die verdere verduurzaming, in die investering in de beste beschikbare technieken, in die AEA-stalsystemen die voortdurend geoptimaliseerd worden. Je kent het systeem van de luchtwassers. Dat begon met 50 procent, maar ik denk dat er vandaag al mogelijkheden zijn die gaan tot 90 procent, en ik denk dat het een kwestie van tijd is vooraleer je alle gesloten stallen kunt concipiëren op basis van een stikstofneutraal systeem. Ik denk dat dat de toekomst zal zijn.

Tot daar, collega’s. We kijken inderdaad samen uit naar de impact van deze opkoopregeling. Ik denk dat we samen de boodschap goed willen duiden, om goed uit te leggen wat de consequenties of de gevolgen zijn. En om af te ronden met de suggestie van collega Dochy, denk ik dat we voorbereid moeten zijn op een mogelijke verbreding van deze opkoopregeling, die dan inderdaad betekent dat we de drempel die nu ingebouwd is, met 0,5 impactscore, moeten durven loslaten.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Ik denk – of ik hoop in ieder geval – dat niemand tegen export is. Maar die percentages van export zijn vandaag dermate hoog dat de sector daar afhankelijk van is. De buitenlandse markt is een heel onstabiele markt, ook door varkenspest. Ik denk dat we dat ook niet mogen vergeten of ontkennen.

Laat ons ons ook niet miskijken – maar dat is gelukkig ook door meerdere sprekers gezegd – op de huidige hogere prijzen. De putten die geslagen zijn, zijn nog diep, en op veel bedrijven is de situatie vandaag nog heel precair.

Ik ben ook blij dat het element van de omzettingen daarjuist in het debat naar voren gekomen is. Ook daar denk ik dat we een rol te vervullen hebben, om bedrijven te informeren over de mogelijkheden die er daar op dat vlak zijn.

En dan nog even naar collega Pieters: het is de eerste keer dat ik het Vlaams Belang hoor zeggen dat ze stikstof wensen te reduceren. Dat is misschien ook een positief effect van mijn vraag vandaag.

De voorzitter

Het is niet gebruikelijk, maar het is misschien persoonlijk fijn, collega Pieters.

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Ik wil het misschien toch even verduidelijken. Stikstof is natuurlijk nodig. Alleen wat teveel is, is teveel. Het is een uitspraak van andere partijen dat het bad moet leeglopen. Dus ik confronteer de minister met die uitspraak. Meer moet je daar niet achter zoeken.

De voorzitter

Daarmee is de context gegeven.

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer