De voorzitter
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Minister, twee weken geleden hebben we in deze commissie een grote hoorzitting gehouden naar aanleiding van de vermeende fraude met gecombineerde vergunningen in Turkije en Marokko. Ik heb toen op die hoorzitting aangedrongen omdat er in de pers heel wat verhalen waren, maar ook heel wat onduidelijkheid over wat er precies is gebeurd en wiens verantwoordelijkheid dit is. Dit is immers een complexe Vlaams-federale bevoegdheid. Ik ben ook altijd heel voorzichtig als het gaat over die arbeidsmigratie omdat ik weet heb en meermaals heb gewaarschuwd voor de risico’s op fraude en misbruik bij dit soort procedures.
De hoorzitting bracht wat mij betreft echter niet de duidelijkheid waarop ik hoopte. De diensten spraken elkaar tegen en maakten melding van een gebrek aan samenwerking. Wat is er nu aan de hand? Is het fraude? Is het misbruik van de procedure voor arbeidsmigratie, een omzeiling van onze wet op de gezinshereniging, een gemakkelijke manier om naar de Europese Unie te komen en dan door te reizen? We kunnen deze procedure toch absoluut niet laten misbruiken. Het is voor mij dus wel duidelijk dat we die hele procedure van gecombineerde vergunningen onder de loep moeten nemen. Daarom vind ik het belangrijk dat er een volledige doorlichting komt door het Rekenhof van de diensten, de procedures en de wetgeving.
U beloofde ook reeds een grondig evaluatieonderzoek. Gezien de betrokkenheid van de eigen diensten, maar ook van de federale diensten, vind ik het belangrijk dat dat door een externe partner wordt uitgevoerd. U kondigde ook een nieuw besluit van de Vlaamse Regering aan om de intrekkings- en weigeringsgronden uit te breiden. Momenteel kan een weigering namelijk enkel als de inspectie is afgerond. Dat zal in de toekomst mogelijk worden wanneer die nog loopt. Wat dat betreft, zetten we, zet u dus wel absoluut stappen vooruit.
Ik heb een aantal vragen hieromtrent. Het consulaat in Istanboel heeft meer dan zeshonderd dossiers on hold gezet. Kunt u een toelichting geven over de jongste stand van zaken hieromtrent? Hoeveel dossiers werden er definitief gescreend? Hoeveel visa werden ingetrokken? Hoeveel knipperlichtdossiers zijn er geregistreerd? Welk gevolg werd er gegeven aan die dossiers?
Bent u nog steeds dossiers van knelpuntberoepen aan het behandelen, terwijl we weten dat het consulaat ze on hold zet? Dat vind ik immers wel belangrijk. Op Twitter hebben wij heel wat Turkse volgers erbij, van overal, zelfs uit Spanje. Minister, u zult ook hetzelfde hebben meegemaakt, net als uw collega, staatssecretaris de Moor, en collega Bothuyne ook, zie ik. Dat zijn mensen die heel hard reageren en heel veel tweets versturen omdat zij zogezegd slachtoffer zijn van het feit dat die dossiers on hold staan. Die dossiers moeten tot op het bot worden onderzocht. Daar ben ik voor honderd procent van overtuigd. Ik wil u echter wel wijzen op één zaak. Ik lees u de volgende tweet voor: “Hallo. Als slachtoffers hebben we een groot probleem, veel werknemers hebben hun huis verkocht, hun oude baan opgezegd en wachten al 6 of 7 maanden op hun paspoort bij het consulaat van Istanboel in hun hoop een nieuwe baan te vinden. Los de problemen van werknemers en werkgevers op.” Waarom vind ik dit zo belangrijk? In Istanboel staan de dossiers inderdaad on hold, maar staan de dossiers Vlaams en bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) dan ook on hold of niet? We weten al sinds oktober dat die on hold staan. Ondertussen zijn er heel wat dossiers toegekend. Die mensen krijgen het bericht dat het allemaal in orde is en dat ze binnenkort worden uitgenodigd om hun visum te halen. Zij starten met de verkoop van hun huis en dergelijke meer, in de veronderstelling dat het oké is. Ik spreek me er niet over uit of deze dossiers correct zijn verlopen of niet, want dat weet ik niet, ik ken die individuele dossiers niet. Dit heeft echter natuurlijk wel een enorme impact op die mensen die van onze diensten groen licht kregen voor een arbeidsvisum. Daarvoor wil ik toch de nodige aandacht vragen.
Dan is er een volgend punt. Ik zal u er misschien een beetje mee overvallen. Het is dan aan het kabinet om dat verder uit te zoeken. Een lid van de West-Vlaamse provincieraad voor Vooruit, Ershad Yaftali, had het in een interview ook over fraude en gesjoemel met visa vanuit Pakistan. Hij zegt dat zijn collega Ben Segers volop bezig is met het visummisbruik in Turkije, en dat heeft aangeklaagd. Dat heeft diverse kranten gehaald. Hij zegt weet te hebben van gesjoemel met humanitaire visa in Pakistan. Dat is natuurlijk iets anders, maar hij haalt de twee door elkaar. Hij beweert dat er daar Afghanen zijn die 1000 euro hebben betaald voor een visum voor België, maar uiteindelijk niets hebben gekregen en hun geld kwijt zijn. Hij heeft diverse getuigenissen. Ook een oom van hem in Afghanistan zou daar het slachtoffer van zijn, hoewel die daar alle recht op heeft. Het gaat dan dus veeleer over vluchtelingen. Hij gooit dus asielprocedures, humanitaire visa en arbeidsvisa allemaal op één hoop, maar ik wil u toch vragen om ook dat te bekijken. Wat is er daar nu precies aan de hand? Is er daar ook een Vlaamse poot? Gaat het werkelijk ook over arbeidsvisa of niet? Natuurlijk is het in eerste instantie aan het provincieraadslid zelf. Als hij weet heeft van iets, moet hij niet zelf een onderzoek voeren, maar moet hij dit allemaal doorgeven aan de politiediensten, zodat zij naar het parket kunnen stappen om dat te onderzoeken.
Kunt u een toelichting geven over de timing en de uitrol van het nieuwe besluit van de Vlaamse Regering inzake de intrekkings- en weigeringsgronden? U sprak over een evaluatieonderzoek. Ik dring er dus op aan dat dat zou worden gedaan via een externe doorlichting door het Rekenhof. Zult u daarvan werk maken? Hoe zult u de vraag aan het Rekenhof formuleren? Welke stappen zult u zetten om het systeem van erkend ondernemerschap in te voeren voor alle gecombineerde vergunningen? Ik heb reeds diverse keren verwezen naar het Nederlandse voorbeeld. We kunnen leren van goede voorbeelden. Er is trouwens ook mijn vraag om te bekijken hoe dat in Nederland verloopt. Zijn er daar ook misbruiken of niet? Kan dat worden toegelicht?
Kunt u extra toelichting geven over de uitrol en de concrete timing van de diverse regelgevende initiatieven, dus de ketenaansprakelijkheid en de hogere boetes, en het nieuwe project Gatekeeper? Bent u reeds in overleg met federaal staatssecretaris de Moor, en natuurlijk ook met minister van Buitenlandse Zaken Lahbib, om de samenwerking tussen Vlaamse diensten en de Dienst Vreemdelingenzaken, maar laten we ook Buitenlandse Zaken niet vergeten, met onze consulaten, op punt te stellen? Zorgt u er ook voor dat de Dienst Vreemdelingenzaken werkt met het uniek platform Working in Belgium?
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. Ik begin mijn update waar ik op 2 maart geëindigd ben. Op 28 februari ontving de Dienst Economische Migratie een powerpoint met, eindelijk, concrete aanwijzingen. Herinner u ook de laatste tussenkomst van de administratie, vanuit de zaal, op die bewuste commissievergadering. Op 3 maart werd een nieuwe lijst overgemaakt vanuit de DVZ waarin die powerpoint gevat zat, maar opnieuw bijkomende geblokkeerde dossiers. Vanuit een strikte interpretatie van het voorzichtigheidsprincipe werden al deze eerder afgeleverde toelatingen extra getoetst aan de financieel-economische ratio’s van de ondernemingen, dit om elk mogelijk migratierisico te vermijden.
Daarnaast wordt er ook bekeken of er negatieve indicaties zijn vanuit de federale inspectiediensten. Belangrijk om mee te geven is dat ik de dossiers dus strenger laat beoordelen dan initieel, dit vanwege het inmiddels gewijzigde beleid naar aanleiding van Borealis. We hebben op enkele maanden tijd die verstrenging gekend. Er is als het ware een periode voor en na Borealis. We noemen het nu de ‘Borealischeck’ door de controlekamer, waarbij automatisch met Companyweb gewerkt wordt vanaf vijf dossiers. Dat is allemaal toegelicht. U kent dat.
Het is belangrijk voor de Vlaamse economie dat die knelpuntberoepen ingevuld kunnen worden. De stelling van de federale diensten tijdens de hoorzitting als zou er geen probleem zijn omdat hooggeschooldendossiers niet geblokkeerd werden, volg ik dus niet. Elke toelating tot arbeid die door Vlaanderen wordt afgeleverd, is een broodnodige arbeidskracht.
Ik geef u een stand van zaken op basis van de doorlichting van de lijst van de 654 geblokkeerde Turkse en Marokkaanse visa. 48 toelatingen tot arbeid waarvoor mijn diensten initieel groen licht gaven, zullen worden ingetrokken. Dit is naar aanleiding van de strengere controle die nu is uitgevoerd op deze dossiers, de zogenaamde Borealischeck. 37 toelatingen tot arbeid blijven voorlopig geblokkeerd omdat de Vlaamse Sociale Inspectie bijkomend onderzoek heeft ingesteld, niet naar aanleiding van de blokkage. Deze dossiers stonden eerder al op hun radar maar door de blokkage werd de inspectiecontrole vervroegd. Dus in plaats van een ex-postcontrole op het moment dat de migrant aan de slag is, vindt er een ex-antecontrole plaats nog voor het afreizen. En voor de volledigheid: 46 toelatingen tot arbeid werden al ambtshalve ingetrokken voor de lijsten werden bezorgd, maar kwamen er toch op voor. Deze werden binnen de normale werking van de Dienst Economische Migratie al enige tijd ingetrokken. Redenen hiervoor zouden kunnen zijn: werkgevers die intussen failliet zijn, gerechtelijke uitspraken, werkgevers die afzien van hun aanvraag en dergelijke meer.
Concluderend kunnen we dus stellen dat er 46 ambtshalve intrekkingen zijn. Die hadden eigenlijk niet meer mogen voorkomen op de lijst van de 654 geblokkeerde dossiers, want zij waren al ingetrokken. Het gaat dan nog om 608 dossiers, waarvan er dus nu op basis van een strengere check 48 zijn ingetrokken, ofwel 7 procent.
Dit onderzoek was nagenoeg afgerond, ware het niet dat de Dienst Economische Migratie op 13 maart laatstleden twee nieuwe lijsten ontving vanuit de diplomatieke post in Istanboel met 1636 namen. (Opmerkingen van Maaike De Vreese)
Het onderzoek was afgerond, ware het niet dat er een lijst was met 1636 namen.
Na een eerste analyse gaat het om zowel de geblokkeerde dossiers – die zeshonderd – als over dossiers waarvoor eerder in 2022 een visum werd uitgereikt en normaal gezien de economische migrant al aan de slag is in Vlaanderen. We stellen dus eigenlijk vast dat ze gewoon alles opnieuw doorsturen naar onze diensten.
Met die nieuwe lijsten zijn we dan opnieuw aan de slag gegaan. Er zijn opnieuw geen indicaties gegeven van de mogelijke fraude per naam die voorkomt op de lijst. Mijn inspectie zal nagaan of de personen die voorkomen op de lijst, effectief in Vlaanderen aan de slag zijn. Het gaat dus niet om bijkomend geblokkeerde dossiers, wel om personen die al in Vlaanderen aan de slag zouden moeten zijn.
U begrijpt dat dit opnieuw zeer omstandig werk is, maar ik hoop tegen het paasreces de resultaten definitief te hebben. Ik denk dat we kunnen concluderen dat een dergelijke werkwijze, waarbij men systematisch alles opnieuw doorstuurt, niet langer houdbaar is. Zoals eerder ook al benadrukt, waardeer ik het engagement van de post in Istanboel om er samen over te waken dat er geen misbruiken zijn. Maar structureel alle aanvragen die door de Vlaamse diensten als positief zijn bevonden, terugsturen, dat kan niet de bedoeling zijn. Dat behoort tot de autonome Vlaamse bevoegdheid. Daarom willen wij met de Dienst Economische Migratie en de Vlaamse Sociale Inspectie volgende week naar Istanboel gaan. Wij zijn daarover in overleg met Buitenlandse Zaken. Ik denk dat het goed is dat we ons eens samenbrengen en naar daar gaan om onze werking duidelijk toe te lichten en ook inzicht te krijgen in hun eventuele hypothese. Op die manier kunnen we concrete aanwijzingen van fraude ernstig nemen, maar worden tegelijkertijd de bonafide dossiers gedeblokkeerd.
Nog voor het Borealisdossier en het dossier inzake de Turkse en Marokkaanse visa ben ik aan de slag gegaan met de globale herziening van het huidig regelgevend kader.
Het ontwerpbesluit voorziet een aantal wijzigingen met het oog op het verhogen van de administratieve eenvoud, het bijsturen van de aanvraagprocedures, het voorkomen van misbruik en een betere bescherming voor de arbeidsmigrant.
De uitbreiding van de weigerings- en intrekkingsgronden valt onder de pijler van het voorkomen van misbruik, en ik plan om de ontwerpteksten nog voor de zomer te agenderen op de ministerraad van de Vlaamse Regering.
Wat betreft het evaluatieonderzoek: Sinds 1 januari 2019 is het systeem van de gecombineerde vergunningen in voege, en na vier jaar is het goed om die procedure inderdaad eens te evalueren. Zoals zojuist toegelicht, stuur ik ook permanent het beleid bij, dit om die procedure dus kwaliteitsvol en sluitend te maken, en in een nog fijnmaziger net te steken. Toch is het, denk ik, belangrijk om een evaluatie te maken van het globale traject dat de afgelopen jaren werd gelopen. Ik bekijk dus op dit ogenblik hoe we die evaluatie ook het best vorm gaan geven. Ook dat traject zal nog voor de zomer gestart worden.
Wat betreft een studie van Deloitte die werd gevoerd naar het systeem van erkende referenten, is het misschien een idee, collega’s, of een voorstel wat mij betreft, om Deloitte eens in deze commissie toelichting te laten geven. Voor mij kan dat. Dat is misschien iets om straks mee te nemen in de regeling der werkzaamheden.
Een voorgestelde piste is dat het erkendereferentensysteem ingevoerd wordt voor aanvragen voor hoogopgeleid personeel. Ik ben hiermee alvast mee begonnen voor de onderzoekers die vroeger onder de gastovereenkomst vielen, maar die sinds 1 maart 2023 in de gecombineerde vergunning ingekanteld werden. Sinds de inbreuken bij Borealis ben ik persoonlijk wel iets terughoudender om bedrijven het blinde vertrouwen te geven, en zonder controle door de Dienst Economische Migratie arbeidskaarten uit te reiken.
Wat betreft uw volgende vraag: het ontwerp van decreet dat de bepaling inzake ketenaansprakelijkheid optimaliseert, werd voor de tweede keer principieel goedgekeurd door de regering op 17 februari laatstleden, en ligt momenteel voor advies bij de Raad van State en moet ook nog langs de Gegevensbeschermingsautoriteit. Zoals u weet heeft een recent arrest van het Grondwettelijk Hof ertoe geleid dat een advies van de Vaste Toezichtscommissie niet langer volstaat. Dit maakt dat er op dit ogenblik een maand vertraging zit op dit decreet, en ik verwacht het in mei opnieuw aan jullie te kunnen voorleggen. Hetzelfde geldt voor het Inspectiedecreet, dat onder andere in hogere boetes zal voorzien.
Het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) dat deze regels zal uitvoeren, zal ook nog voor Pasen een eerste maal aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd. De inwerkingtreding van de verstrengde ketenaansprakelijkheid is voorzien voor net na de zomer, zodra ook alle adviezen binnen zijn.
Wat betreft het project Gatekeeper, u wel bekend om nog sneller en efficiënter malafide ondernemingen te detecteren op basis van artificiële intelligentie (AI): de systemen van omgeving, wonen, werk en sociale economie worden aan elkaar gekoppeld, en aan bestaande fraudedetectiesystemen. Het zal bestaan uit een set aan knipperlichten die dus informatie genereren over potentiële risico's, en die dus onze inspectie ook efficiënter moet kunnen inzetten. Deze knipperlichten moeten de beeldvorming van de handhavingsdiensten ondersteunen en zullen helpen om prioriteiten te stellen met betrekking tot toezicht, controle en handhaving. Die knipperlichten zullen de Dienst Economische Migratie ook helpen bij het beoordelen van aanvragen van arbeidskaarten. Graydon heeft de opdracht gegund gekregen voor een periode van vier jaar.
Dan was er uw vraag rond de contacten tussen het Vlaamse en het federale niveau. Vandaag is er een overleg gepland tussen de heer Vanderpoorten en de heer Roosemont. In tegenstelling tot wat de heer Roosemont liet uitschijnen, zitten de operationele diensten maandelijks samen. Ik denk dat vorige keer ook al duidelijk is gebleken dat de operationele contacten er wel degelijk zijn, en dat blijven ze uiteraard ook doen.
Bij collega De Moor hebben we ook aangedrongen op een snelle toegang voor de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) tot Working in Belgium en de verdere uitrol van het platform zodat ook de buitenlandse posten erop kunnen aanloggen.
Misschien nog aanvullend: daar zijn ook al contacten geweest om inzage te krijgen in of toegang te krijgen tot politionele data indien dat nodig is. Ik denk dat dat ook belangrijk is. Ik ben van het principe dat we alle instrumenten die we binnen onze bevoegdheid kunnen benutten, optimaal moeten inzetten, en dus ook wat eventuele politionele data betreft. In die zin is er ook contact geweest met de verbindingsofficier, de heer Vanlouwe, met de vraag tot overleg om te kijken hoe de politie en de Vlaamse Sociale Inspectie versterkt kan worden in de controle op economische migratie.
De voorzitter
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Minister, ik ben eigenlijk sprakeloos. Er zijn dus duizend dossiers. Twee weken geleden zaten we hier rond de tafel in een hoorzitting met het consulaat en de Dienst Vreemdelingenzaken. Twee weken later komt er een nieuwe lijst van duizend extra namen die moeten worden gecontroleerd door de Vlaamse diensten. Dat zijn eigenlijk al oude dossiers. Persoonlijk kan ik echt niet meer volgen.
Ik vraag om hier om een echte doorlichting te doen, met een externe partner, want ik heb daar niet echt 100 procent …, met het Rekenhof, over alle diensten heen. Het is meer dan gerechtvaardigd om dat te doen. U neemt inderdaad stappen om op die procedures in te zetten, maar als we na een hoorzitting niet weten waar het precies misloopt, nadat de diensten rond de tafel hebben gezeten, dan kunnen we niet anders dan het op die manier aan te pakken. Dat kan niet door de eigen Vlaamse diensten gebeuren, want zij zijn betrokken partij en iedereen wijst naar iedereen. Het kan ook niet door het federale niveau gebeuren, want ook zij zijn betrokken. Ik vind het zeer goed dat u initiatief neemt om naar Istanboel te gaan om te kijken wat ermee gebeurt.
U hebt ook nog geen antwoord gegeven op mijn vraag over wat er gebeurt met de nieuwe dossiers voor de knelpuntberoepen. Blijven jullie dat verder behandelen met de hoop dat er een akkoord komt, want ik denk dat een deel van de procedure geautomatiseerd is en binnen een bepaalde termijn moet lopen en toegekend wordt als er geen zaken van openbare orde zijn? Dan komen al die dossiers weer bovenop de stapel en kom je in een vicieuze cirkel terecht.
Ik begrijp niet waar we allemaal mee bezig zijn. We geven die mensen hoop, dat zijn mensen die naar hier willen komen. Ik spreek me absoluut niet uit over het feit of het malafide dossiers zijn, twijfelachtige dossiers, dossiers met een migratierisico, dossiers waar er voorheen al gezinshereniging is gevraagd. Daar hebben we ook geen zicht op. Ik heb tijdens de hoorzitting reeds gevraagd hoeveel dossiers er zijn van mensen die al een procedure uitgeprobeerd hebben die negatief was. Wie moet die dossiers dan zien in de hele procedure?
Ik dring er absoluut op aan om die hele keten te laten doorlichten door een externe partner. Het Rekenhof is volgens mij het best geplaatst om dit te doen. We kunnen dit echt niet meer verantwoorden, ook op menselijk vlak. Ik hoop dat er tegen de tussenpersonen gerechtelijke onderzoeken lopen. Hebt u daar weet van, minister? Ook hier kunnen we onze job doen, alsook het federale niveau en de gemeenten. Vorige keer zeiden we dat 55 procent van die mensen niet ingeschreven staat in het rijksregister, dat is nochtans verplicht. Wie is dat aan het controleren? Waar zijn die mensen naartoe? Zijn die mensen hier in een goede staat toegekomen? Er zijn dus ongelooflijk veel vragen.
Ik wil er nog één zaak aan toevoegen. Ik had de vraag gesteld om naar het systeem met de referente bonafide bedrijven te kijken. Bedrijven die al jaar en dag in Vlaanderen gevestigd zijn en getoond hebben dat ze op een goede en normale manier met hun werknemers en arbeidsmigranten omgaan. We moeten die studie van Deloitte op de agenda zetten.
Ten tweede, als het over die knelpuntberoepen gaat, vraag ik om te gaan kijken naar het systeem dat we in de zorg toepassen, waarbij we met de sector – en dus niet met malafide en twijfelachtige tussenpersonen – heel goed gaan bekijken met welke landen we gaan samenwerken. We moeten de vraag stellen of die mensen willen meewerken aan een eventuele terugkeer als die mensen hier iets uitsteken. We moeten met een visie met die landen gaan samenwerken en voor bepaalde knelpuntberoepen opleidingen en Nederlandse taallessen voorzien. We moeten bekijken hoe we gaan huisvesten, we moeten ze maatschappelijke oriëntatie geven, we moeten aan die mensen contactpersonen en informatie geven in geval van misbruik. Ik vraag een degelijke visie als het gaat om arbeidsmigratie. Dat moeten we absoluut op poten zetten, minister.
De voorzitter
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Thijs Verbeurgt (Vooruit)
Ik sluit mij graag aan bij collega De Vreese. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook met verbazing luister, en ik sluit me in eerste instantie aan bij collega De Vreese betreffende haar vraag voor een externe doorlichting door het Rekenhof.
We moeten daar eerlijk in zijn: als wij vanuit Vlaanderen, of vanuit het federale niveau – en ik wil zeker niet de bal in het ene of het andere kamp leggen – de procedures gaan doorlichten, dan kan ik u nu al voorspellen dat de conclusie gemakkelijk zal zijn dat het probleem bij de anderen ligt. Ik bedoel dat niet slecht, men kijkt gewoon naar de eigen procedures. Ik denk echt dat we een organisatie nodig hebben die het volledige kader bekijkt, en dan is het Rekenhof inderdaad het meest logische, want het heeft zicht op zowel de Vlaamse als de federale structuren. Ik denk dat het echt nodig is dat we de procedure, zoals die vandaag loopt, tegen het licht houden.
Fundamenteler – en daar sluit ik me ook aan bij collega De Vreese – stel ik me vragen bij de algemene werkwijze van dergelijke vergunningen, waarbij werkgevers bijvoorbeeld aanvragen indienen met namen uit het buitenland. Ik denk dat we eens fundamenteel moeten nadenken of er, in verband met economische migratie, geen betere procedures zijn. Collega De Vreese heeft verwezen naar het systeem in de zorg, waar we partnerlanden detecteren en voorafgaande procedures uittekenen. Mijn aanvoelen is dat de procedures die we vandaag hebben, gewoon al door de manier van werken fraudegevoelig zijn. Ik wil niet zeggen dat er ook fraude plaatsvindt, maar het zet er wel toe aan. Ik denk dat we daar eens grondig naar moeten kijken. Dat is één element.
Het tweede element: ik heb de cijfers opgevraagd van alle aanvragen in het kader van economische migratie. U weet dat, minister. Ik heb mij er de voorbije week mee bezig gehouden om die wat dieper te analyseren en ik maak me toch wel zorgen als ik naar die cijfers kijk. Als je bijvoorbeeld ziet dat er in 2021 voor de knelpuntberoepen 2914 aanvragen waren, en dat dit in 2022 gestegen is naar 5214, dan is dat een enorme stijging. Mijn eerste vraag: is die stijging gerelateerd aan corona? Het is een stijging van 78 procent van de aanvragen. Maar als we kijken naar de toekenningen, dan is er een stijging van 189 procent. Het aantal aanvragen voor knelpuntberoepen stijgt dus, maar het aantal toekenningen stijgt nog veel meer.
Mijn vraag is: is het verwerken van zoveel meer dossiers met hetzelfde aantal personeel moeten gebeuren? En hoe verklaart u de enorme stijging van het aantal toekenningen, in vergelijking met de stijging van de aanvragen? Het is niet zo dat het aantal toekenningen gestegen is evenredig met het aantal aanvragen. Het aantal toekenningen is in het algemeen meer dan verdubbeld. Als we specifiek kijken naar Turkije dan zien we een stijging van het aantal aanvragen met ongeveer 138 procent, maar het aantal toekenningen stijgt met 261 procent. Verhoudingsgewijs is daar dus een enorme toename in het aantal toekenningen. Idem voor Marokko: ook daar zie je, specifiek voor de knelpuntberoepen, telkens een enorme stijging in het aantal toekenningen ten opzichte van het aantal aanvragen.
Mijn vraag, minister: hoe verklaart u dat verschil in de stijging van het aantal goedkeuringen? Waren die dossiers beter gestoffeerd, of was er een achterstand? Of zijn er gewoon meer goedkeuringen gegeven door de economische druk die men voelde bij de knelpuntberoepen? Daarover had ik graag van u wat duidelijkheid gekregen.
De voorzitter
De heer Ongena heeft het woord.
Tom Ongena (Open Vld)
Minister, we hebben hier twee weken geleden inderdaad een hoorzitting gehad. En eigenlijk was de conclusie bij velen van ons toch dat er echt wel wat schort aan de samenwerking tussen DVZ en het consulaat aan de ene kant en onze Dienst Economische Migratie aan de andere kant. De nieuwe cijfers tonen aan dat dat zeker nog niet op punt staat. Maar goed, dat hadden we misschien ook niet moeten verwachten. De vraag blijft dus wat nu concreet wordt ondernomen om die samenwerking te verbeteren.
Het is goed dat uw diensten naar Istanboel gaan. Het is ook goed, in alle eerlijkheid, dat men verder onderzoekt en dat men, als er zo'n indicatie is, vanuit het consulaat zegt dat er nog wel andere dossiers zijn. Ik denk dat we dat op zich geen slechte zaak moeten vinden. Het is een teken dat men het ook wel wat ernstig neemt en men er zich niet snel van afmaakt. Daar moeten we dus niet zozeer kritisch voor zijn. Het is goed dat men het goed onderzoekt, want het is echt wel cruciaal dat we het draagvlak voor economische migratie niet onderuithalen. Natuurlijk moeten we fraude zoveel mogelijk bestrijden. Dat is evident. Het is juist om dat draagvlak groot te houden, dat we moeten zorgen voor een beter systeem, dat zoveel mogelijk fraude eruit haalt.
We moeten goed beseffen dat als we economische migratie vrijwel onmogelijk gaan maken, we natuurlijk ook in onze vinger gaan snijden. Ik heb deze week nog een bezoek gebracht aan iemand uit de glastuinbouw. Die zijn op studiereis geweest naar Engeland. De groenterekken in de winkels zijn daar leeg, omdat men gewoon geen volk meer heeft voor de oogst. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de Brexit. Waar men vroeger gemakkelijker mensen vanuit het buitenland kon binnenhalen om die oogst te doen, hebben ze dat probleem nu wel. Nu zit je daar dus met het feit dat mensen dagelijks voelen wat het probleem is als je geen economische migratie meer zou hebben.
Daar waarschuw ik dus wel voor, dat we niet in overdrive gaan en de deur bijna gaan dichtdoen. Want dan zouden we natuurlijk ook wel repercussies kunnen krijgen die we ook niet willen. Daarom is het des te belangrijker dat we een nieuwe of andere procedure en een betere samenwerking hebben, die de fraude er zoveel als mogelijk uit haalt, zonder die deur dicht te doen.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega’s, voor de terechte vragen in de tweede ronde. Het is inderdaad bijzonder vreemd. We stellen nu vast dat we vanuit Istanboel geen vraag krijgen. Ze sturen gewoon de lijsten door zonder enige duiding. Dan kun je dus niet anders dan dat nog maar eens te controleren. We gaan dat doen, maar ik ben het volledig met u eens dat het meer dan nodig is dat we de hele keten tegen het licht houden om daar, wat mij betreft, naar een nog performantere werking te kunnen gaan. De suggestie van het Rekenhof lijkt mij wel een juiste op dat vlak.
De bijkomende controle betreft inderdaad mensen die hier zijn. En nogmaals, dat wordt zonder echte aanwijzingen vanuit Istanboel gewoon doorgestuurd. U weet ook dat op het moment dat men dat naar ons doorstuurt, we niet anders kunnen dan dat nog maar eens te gaan controleren en dus effectief te controleren of ze aan het werk zijn. Dat gaan we dus moeten doen.
Ik hoop dat we daar een overeenstemming over krijgen met Buitenlandse Zaken. Wij hadden inderdaad de suggestie gedaan dat we eens ter plaatse wilden gaan in Istanboel, om daar eens met hen te gaan spreken en op zijn minst al tot goede werkafspraken te komen, zodat men ook weet wat wij doen en hoe we dat doen, en als zij zaken aan ons vragen, dat dat in overeenstemming met elkaar gebeurt. Ik wil daar effectief werk van maken.
Jullie hebben ook goede suggesties gedaan, die wat mij betreft ook deel kunnen zijn van het onderzoek door het Rekenhof. Bijvoorbeeld samenwerken met partnerlanden en dergelijke lijkt mij een goede suggestie. Ik deel ook de bezorgdheid dat heel het systeem van economische migratie op dit ogenblik absoluut nodig is, als je kijkt naar de Vlaamse arbeidsmarkt. We mogen dat hiermee niet hypothekeren of uithollen.
Collega Verbeurgt, er is inderdaad een na-ijlend effect vastgesteld ten gevolge van corona. Het is natuurlijk ook voor een stuk de economische groei die aan de basis ligt van de cijfers zoals u ze hebt opgevraagd en hier hebt gebracht. Dat is inderdaad gebeurd met de groep mensen die we daar vandaag hebben zitten. En dat heeft wel voor wat file gezorgd op de lijn. Dat is ontegensprekelijk zo. Het is bijzonder veel werk, zeker door de wijze waarop het gebeurt. Tijdens de hoorzitting is gebleken dat dat zeer arbeidsintensief is, de wijze waarop dat nu zo ambachtelijk moet gebeuren.
Het is een heel belangrijk mechanisme. Ik herinner me nog heel goed dat we bij de presentatie van het laatste werkgelegenheidsakkoord schreven dat economische migratie een belangrijk sluitstuk is voor ons Vlaamse arbeidsmarktbeleid. Maar de realiteit vandaag, met de grote groep niet-beroepsactieven, de grote hoeveelheid vacatures en het heel lage aantal werkzoekenden, en ook gelet op de vele knelpuntfuncties, is dat economische migratie een heel belangrijk instrument is voor de Vlaamse arbeidsmarkt. We zijn het erover eens dat dat zo goed en zo transparant en zo performant mogelijk moet zijn. Ik denk dat het goed is dat we de evaluatie inderdaad doen via de onafhankelijkheid van het Rekenhof, zodat de volledige Vlaamse en federale diensten samen bekeken kunnen worden en dat we de hele keten tegen het licht kunnen houden.
De voorzitter
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Voorzitter en minister, ik heb op één vraag nog steeds geen antwoord gekregen. Wat zal er nu gebeuren met de dossiers die binnenkomen van de knelpuntberoepen? Staan die on hold of zult u die gewoon – die Turkse – blijven behandelen?
De voorzitter
Hij zal erop antwoorden.
Minister Jo Brouns
Ja, natuurlijk, ik blijf die behandelen.
Maaike De Vreese (N-VA)
Oké.
De voorzitter
Aan u voor het slotwoord.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Maaike De Vreese (N-VA)
Dus die komen in de hoop terecht in het consulaat …
Minister Jo Brouns
Ja, in de file. Die komen in de file.
Maaike De Vreese (N-VA)
… terwijl we nog steeds niet weten wat er aan de hand is. De mensen krijgen dus een arbeidsvisum afgeleverd, verkopen hun huis en … Ik begrijp dat niet goed.
Minister Jo Brouns
Dus vandaar de nood om zo snel mogelijk met die consul in Istanboel te gaan spreken.
Maaike De Vreese (N-VA)
Ja, dat weet ik wel, maar ondertussen komen die mensen natuurlijk wel in situaties terecht waarbij … Ik begrijp niet goed dat er daartussen nog geen verdere afspraken … Ik begrijp niet goed dat we al sinds oktober dossiers verder blijven … Ik begrijp dat we voor de hoogopgeleiden en dergelijke meer verdergaan, maar ik begrijp niet goed dat we die mensen niet eerst 100 procent zekerheid willen geven dat die dossiers niet nog een jaar on hold zullen staan, vooraleer we ze een go geven. Dus ik zou er ten minste voor pleiten, minister, dat, als er een bericht wordt gegeven aan werknemers vanuit het consulaat – of vanwaar dat ook komt – dat ze een go krijgen over hun arbeidsvisum, zeer duidelijk naar die mensen gecommuniceerd wordt dat deze dossiers on hold staan en dat het mogelijk ook nog maanden kan duren vooraleer dat arbeidsvisum werkelijk wordt afgeleverd. Er kan bijvoorbeeld een gerechtelijk onderzoek lopen, want daar heb ik ook nog altijd geen antwoord op.
Ik denk dat dat een correcte manier van werken is, met mensen die bereid zijn om in – hier toch – moeilijke sectoren, knelpuntsectoren in onze bouw, aan onze wegen te komen werken. Het is heel moeilijk ook om die te vinden. Voor de rest denk ik dat we daar dus zeer omzichtig mee moeten gaan omspringen, ook op een correcte manier. Dus met het consulaat moeten zeker afspraken gemaakt worden, zodat dat ook gebeurt en die mensen daarvan op de hoogte zijn, want nu loopt mijn Twitter vol, loopt uw Twitter vol en die van de staatssecretaris en ik hoop ook die van Buitenlandse Zaken, met noodkreten van mensen die zeggen – ik weet natuurlijk niet of dat waar is of niet – dat ze enorm in de problemen zitten. En eerlijk, ik zou daarvoor niet verantwoordelijk willen zijn, als staatssecretaris of als minister.
Ik denk dat we hierover dus vragen moeten blijven stellen, collega’s, dat we dit op de voet moeten blijven volgen. Mijn verontwaardiging hierover is zeer groot, over de manier waarop dit allemaal loopt. Ik kan er zelfs met mijn verstand niet bij. Ik zal dat absoluut blijven opvolgen.
De voorzitter
Dank u wel, collega De Vreese.
De vraag om uitleg is afgehandeld.
Er werd mij net op gewezen, collega’s – goede afspraken maken goede vrienden en wij zijn hier natuurlijk een heel gezellige vriendenbende –, dat tussenkomen en aansluiten gepaard gaat met een tijd van twee minuten. Dus als u wilt aansluiten op een vraag van een collega, hebt u twee minuten. Ik zal daar een beetje strenger op toekijken. Collega Verbeurgt, ik kijk naar niemand in het bijzonder.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Thijs Verbeurgt (Vooruit)
Ja, wat de dienstmededeling over de tijd betreft, ik zal proberen om mij daaraan te houden.