We kunnen niet om heen: bijna één Belg op vijf steekt regelmatig de grens over om daar boodschappen te doen. Ze doen dat in de eerste plaats in Frankrijk, maar evenzeer in Nederland, Luxemburg en Duitsland. In 2022 gaven Belgen zo’n 543 miljoen euro uit bij onze buren. De reden is duidelijk: veel voedingsmiddelen en dranken zijn daar goedkoper. Met dank aan de opeenstapeling van taksen in ons land… En natuurlijk zijn consumenten daar vandaag extra gevoelig voor, door de inflatie en gestegen energiekosten.
Wat houdt onze beleidsmakers tegen om er iets aan te doen?
Tot voor kort konden we misschien ergens nog begrip opbrengen voor hun afwachtende houding… Misschien wilden ze zich grondiger verdiepen in de problematiek? Zo vroeg minister Dermagne enkele maanden geleden aan het Prijzenobservatorium om een vergelijkende studie uit te voeren van de prijsniveaus in België en in de ons omringende landen.
Nochtans is er sinds de laatste studie in 2017 weinig veranderd, ondanks onze talrijke oproepen en voorstellen. Meer zelfs: bepaalde factoren die bijdragen tot de prijsstijgingen in België zijn nog erger geworden. Zo is de loonhandicap gestegen van 20% in 2017 naar bijna 25% vijf jaar later. En in 2018 werden ook de accijnzen op frisdranken met 75% verhoogd. De resultaten van deze zoveelste studie over dit onderwerp worden verwacht tegen de tweede helft van dit jaar, maar het staat in de sterren geschreven dat ze alleen maar zullen bevestigen wat we al lang weten!
Maar vandaag, na het aangekondigde voorstel van minister Van Peteghem voor de fiscale hervorming, is er eigenlijk geen twijfel meer mogelijk. Onze beleidsmakers onderschatten of negeren volkomen de impact van grensaankopen en de gevolgen voor onze bedrijven. Hoe kunnen we anders het voorstel verklaren om de btw op voedingsmiddelen (met uitzondering van groenten en fruit) en alcoholvrije dranken te verhogen van 6% naar 9%? Door dit voorstel zullen de grensaankopen van fast moving consumer goods zeer snel een miljard euro bereiken. Dit betekent dat de Belgische staat en onze bedrijven nog miljoenen euro’s extra zullen verliezen aan het buitenland.
Maak van de fiscale hervorming niet de druppel die de emmer doet overlopen!
Lees hier ons persbericht over de fiscale hervorming.
8.500 banen gaan verloren bij een btw-verhoging
De doelstelling achter de fiscale hervorming, namelijk werk aantrekkelijker maken ten opzichte van inactiviteit, is op zich natuurlijk lovenswaardig. Maar tegelijk zou een btw-verhoging van 3% op alle voedingsmiddelen en niet-alcoholische dranken, volgens een studie van het Federaal Planbureau, ons land op 5 jaar tijd bijna 8.500 banen kosten. En dat zonder rekening te houden met grensaankopen, want de econometrische simulatiemodellen van onze autoriteiten houden geen rekening met die essentiële component.
Aan dat dramatische cijfer moeten we nog de duizenden banen toevoegen die er in ons land niet zouden worden gecreëerd door de consumentenvlucht over de grens heen. Kortom, het heeft geen zin om werk aantrekkelijker te maken als het concurrentievermogen van onze ondernemingen en de banen die zij verschaffen en creëren daardoor verloren gaan.
Grensaankopen beperken: kan da?
Natuurlijk kan da! We kunnen de trend weldegelijk omkeren. Meer zelfs: onze beleidsmakers hebben daar zelf de sleutels voor in handen. One, two, three: here we go!
- Ten eerste, en da’s gewoon een kwestie van gezond verstand, door eindelijk eens effectief rekening te houden met die grensaankopen alvorens beleidsmaatregelen te nemen. De gelijkschakeling van de btw-tarieven van 6% en 12% naar 9% zou volgens de begrotingstabellen van minister Van Peteghem 1.777 miljard euro opleveren. Maar die cijfers zijn hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op de veronderstelling dat de uitgaven voor voedselconsumptie constant zullen blijven, ondanks de btw-verhoging. En dat terwijl de geschiedenis ons leert dat elke verhoging van indirecte belastingen leidt tot een verschuiving van een deel van de Belgische voedselaankopen over de grens heen. In een tijd waarin onze regering alle middelen zoekt om haar schatkist aan te vullen, zijn foutieve prognoses bijzonder moeilijk te slikken.
- Ten tweede door te stoppen met onze bedrijven op te zadelen met steeds meer lasten en verplichtingen. De lijst is gewoon té lang! Om maar één voorbeeld te noemen, is er nu het voorstel om de jaarlijkse verpakkingsheffing uit te breiden met nog eens 60 miljoen euro. Dat komt dus bovenop de 350 miljoen euro die onze bedrijven jaarlijks betalen. Nog eentje? Onze producenten worden verplicht om de kosten van zwerfvuil op zich te nemen. Hoewel deze beslissing op Europees niveau genomen werd, wil België nog verder gaan door de verplichting uit te breiden naar alle verpakkingen (inclusief kauwgom), en door de verpakkingskosten alleen al te schatten op 189 miljoen euro per jaar. Dit leidt tot de absurde situatie dat de kauwgomsector, met een verkoopwaarde van 43 miljoen euro in de detailhandel, zo’n 24,7 miljoen euro zou moeten betalen.
- Ten slotte, door onze bedrijven met gelijke wapens te laten concurreren met hun buitenlandse concullega’s. Daarvoor kunnen beleidsmakers ingrijpen met zowel parafiscale, fiscale en regelgevende maatregelen. Verlaag de accijnzen, vorm de verpakkingstaks om tot een echte stimulerende taks op vlak van duurzaamheid of verlaag de werkgeversbijdragen: met zo’n ingrepen kunnen beleidsmakers ons competitief nadeel doen smelten als sneeuw voor de zon!