De situatie in Oekraïne tekent de bevolkingsgroei in 2022 en ook in de twee volgende jaren.
In 2022 hebben iets meer dan 63.000 Oekraïense vluchtelingen in België een tijdelijk beschermingscertificaat gekregen. De officiële bevolkingsstatistiek voor 2022 zal pas in de zomer van 2023 bekend zijn, maar volgens de vandaag gepubliceerde projecties komen er in 2022 104.000 inwoners bij in België. Dit is een aanzienlijke toename vergeleken met de afgelopen 30 jaar. In 2023 bereikt het aantal bijkomende inwoners daarentegen terug het gemiddelde niveau dat sinds 2010 is waargenomen. In de veronderstelling dat een deel van de begunstigden van tijdelijke bescherming in 2024 terugkeert naar Oekraïne (zie hieronder), wordt de bevolkingsgroei in dat jaar afgeremd. Na 2024 leidt de actualisering van de demografische projectie niet tot significante wijzigingen op nationaal niveau (in vergelijking met de vorige publicaties).
De komst van Oekraïense vluchtelingen in 2022 en 2023 heeft ook gevolgen voor de immigratie en emigratie in 2024.
Het referentiescenario gaat uit van een totaal aantal Oekraïense vluchtelingen van 6.500 in 2023, bijna tien keer minder dan in 2022. Dit is de schatting waarvan de evaluatiecel van het Nationaal Crisiscentrum (CELEVAL) uitging bij het afsluiten van de hypothesen (12 januari 2023). Hierbij wordt verondersteld dat de gemiddelde stromen die waargenomen zijn sinds september 2022 (75 aankomsten per dag) aanhouden tot het einde van de winter 2023. De vluchtelingen zijn vooral vrouwen en kinderen.
Het is niet eenvoudig een hypothese op te stellen over de verblijfsduur van de Oekraïense migranten. Daarom werden twee hypothesen opgesteld met een tegengestelde impact op de demografische groei op middellange termijn en situeert het referentiescenario zich, gezien de onzekerheid van de situatie, tussen deze twee hypothesen in.
De eerste hypothese is gebaseerd op de huidige wetgeving over tijdelijke bescherming, die voorziet in een verblijfs-vergunning voor één jaar, die tot 2024 kan worden verlengd. In deze hypothese verlaat de overgrote meerderheid van de Oekraïense vluchtelingen België in 2024 (scenario Ukr_low).
De tweede hypothese veronderstelt daarentegen dat de vluchtelingen zich op een meer permanente basis in België vestigen en hun familieleden die in Oekraïne zijn gebleven naar België halen (echtgenoten, zonen, enz.), waardoor de immigratie in 2024 toeneemt (scenario Ukr_high).
Het referentiescenario (Baseline) is opgesteld in de veronderstelling dat de helft van de vluchtelingen beslist om in 2024 terug te keren naar Oekraïne, en de andere helft ervoor kiest om in België te blijven en echtgenoten en/of zonen laat overkomen.
Het migratiesaldo is het verschil tussen de totale internationale immigratie (instroom op het grondgebied) en de totale internationale emigratie (uitstroom). Het uitzonderlijk hoog migratiesaldo van 100.348 personen in 2022 (als gevolg van de toevloed van Oekraïense vluchte-lingen) eindigt in 2024 op een relatief laag niveau, namelijk 20 251 personen. De emigratie in 2024 van een deel van de vluchtelingen die in 2022 en 2023 zijn aangekomen, verklaart die zwakkere groei.
Op lange termijn stabiliseren de migratiestromen zich...
Op lange termijn stabiliseren de migratiestromen zich op een vrij hoog niveau. Het migratiesaldo komt ongeveer op 25.000 netto aankomsten per jaar. De relatieve stabiliteit van de internationale immigratie op lange termijn, vergeleken met de waargenomen evolutie sinds de jaren 2000, kan worden verklaard door compenserende effecten: een toename van de immigratie uit landen buiten de Europese Unie en een afname uit landen binnen de Europese Unie.
… en het natuurlijk saldo vertraagt de bevolkingsgroei in België
Ondanks de dalende evolutie van de sterftekansen op elke leeftijd, die tot uiting komt in een stijging van de levensverwachting (van 81,7 jaar in 2021 tot 89,1 jaar in 2070 - mannen en vrouwen samen), neemt het aantal sterf-gevallen toe, vooral tegen 2050. Dit komt doordat de babyboomgeneratie geleidelijk de leeftijd bereikt waarop de sterftekansen het grootst zijn.
Dit negatieve effect op de bevolkingsgroei wordt niet langer gecompenseerd door geboorten in de periode 2040-2060. Op lange termijn bedraagt het gemiddeld aantal kinderen per vrouw 1,72 (tegen 1,86 aan het eind van de jaren 2000) en wordt het natuurlijk saldo negatief.
Impact van alternatieve scenario's op de bevolking in België tot 2029
De onzekerheid over de demografische gevolgen van de oorlog in Oekraïne blijkt uit de analyse van bovenstaande scenario's. In het referentiescenario (Baseline) bedraagt de totale bevolking 11.923.449 inwoners in 2029. De bevolking zal in dit scenario een positieve groei kennen in 2024 (+27.880 inwoners). In het scenario waarin de overgrote meerderheid van de vluchtelingen uit Oekraïne België verlaat in 2024 (Ukr_low), is de bevolkingsgroei bijgevolg negatief in 2024 (-4 130 inwoners) en bedraagt de totale bevolking 11.896.313 inwoners in 2029. Het scenario dat uitgaat van een gezinshereniging van de Oekraïners in België (Ukr_high) leidt tot een sterk positieve bevolkingsgroei in 2024 (+57.091) en een bevolking van 11 948.620 in 2029.
De onzekerheid over de impact van de oorlog in Oekraïne op de bevolkingsgroei komt boven op de onzekerheid aangaande alle hypothesen over de toekomstige evolutie van het sterftecijfer, de vruchtbaarheid en de interne en internationale migratie op middellange en lange termijn. De scenario's ‘low’ en ‘high’ moeten dus niet worden geïnterpreteerd als minimum- of maximumgrenzen of als betrouwbaarheidsintervallen.
De scenario's houden overigens ook rekening met een actualisering van de hypothesen op middellange en lange termijn voor alle componenten van de demografische groei in België (sterfte, vruchtbaarheid, interne en internationale migratie).
In tegenstelling tot de twee andere gewesten stabiliseert de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Volgens de projectie zal de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest licht blijven toenemen tot 2050 en nadien afnemen. De groei van het aantal inwoners tussen 2022 en 2070 grenst aan 0%. Het negatieve interne migratiesaldo (meer uitstroom uit het Brussels Gewest naar de twee andere gewesten dan instroom uit deze twee gewesten) wordt niet langer gecompenseerd door de bijdragen van de internationale migratie en het natuurlijk saldo. De gemiddelde jaarlijkse groei bedraagt 100 inwoners per jaar over de periode 2022-2070, tegenover 9 000 inwoners per jaar over de periode 1992-2021.
Vlaams Gewest - Volgens de projectie zal de bevolkingsgroei in het Vlaams Gewest stevig blijven. Het intern migratiesaldo wordt de belangrijkste factor van deze groei. De groei van het aantal inwoners tussen 2022 en 2070 bedraagt bijna 19%, met een gemiddelde jaarlijkse groei (27.000 inwoners per jaar) die iets lager ligt dan de afgelopen 30 jaar (30.000 inwoners per jaar). In 2070 zal Vlaanderen 8 miljoen inwoners tellen (tegen 6,7 miljoen op 1 januari 2022).
Waals Gewest - Het natuurlijk saldo van het Waals Gewest is al enkele jaren bijna nul. In de projectie is het saldo over de gehele periode 2022-2070 negatief: het aantal sterfgevallen is hoger dan het aantal geboorten. De demografische groei wordt hier dus afgeremd door deze component. De gemiddelde bevolkingstoename bedraagt 4.500 inwoners per jaar over de periode 2022-2070, tegenover 13.000 inwoners per jaar over de periode 1992-2021. In 2070 zal de bevolking 3,9 miljoen inwoners tellen, een stijging van 6% ten opzichte van 2022.
Spreiding van de bevolking over het Belgische grondgebied - In 2022 woont bijna 58% van de Belgische bevolking in het Vlaams Gewest, 32% in het Waals Gewest en 10,6% in het Brussels Gewest. Op basis van de huidige bevolkingsvooruitzichten bedraagt deze spreiding in 2070 respectievelijk 61%, 30 % en 9,4 %. Het Vlaams Gewest wint dus 3 procentpunt, ten koste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1 procentpunt) en het Waals Gewest (2 procentpunt).
Het Federaal Planbureau publiceert jaarlijks in samenwerking met Statbel demografische vooruitzichten (bevolking en huishoudens) voor België.
Bevolkingsvooruitzichten worden gebruikt in verschillende projecties van het FPB, met name de Economische begroting, de nationale en regionale economische vooruitzichten op middellange termijn en de budgettaire kosten van de vergrijzing en het armoederisico op lange termijn. Zij vormen ook de basis voor de langetermijn-vooruitzichten van de transportvraag en de energie-vooruitzichten.