Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 09 nov 2022 17:53 

Europese natuurherstelwet


Vraag om uitleg over de Europese natuurherstelwet van Ludwig Vandenhove aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Collega’s, minister, dit is iets theoretischer dan, laten we zeggen, de problematiek van de appelteelt in Limburg, in Haspengouw in het bijzonder, maar het is daarom niet minder belangrijk.

Iedereen weet dat het niet goed gaat met de Europese biodiversiteit, dat er heel want plant- en diersoorten bedreigd worden. De huidige natuurwetgeving blijkt onvoldoende toereikend. Dat bevestigen de cijfers alleszins. Sommigen – en ik ga niet specifiëren wie – trekken dat immers vaak in twijfel. Om het tij te keren, en ook in het kader van de Europese Green Deal, heeft de Europese Commissie in juni een voorstel voor een natuurherstelwet geformuleerd. Als die natuurherstelwet er zou doorkomen, waarvan ik een groot voorstander ben, dan zou dat ongetwijfeld repercussies hebben voor de Vlaamse landbouwsector. Dan gaat het debat misschien weer beginnen van ‘ja, maar Europese regio’s zijn niet identiek’. Dat is correct, maar als er bepaalde normen worden gesteld, moeten wij natuurlijk ook proberen die te halen.

Alle lidstaten zouden in dit kader tegen 2030 maatregelen moeten treffen om minstens 20 procent van de ecosystemen op te knappen, niet alleen in natuurgebieden en mariene ecosystemen, maar ook in rivieren, landbouwregio’s, bossen en stedelijke ecosystemen. Momenteel bevindt 81 procent van de Europese natuur zich in slechte toestand. Tegen 2050, wat niet meer zo lang is, moet alles hersteld zijn. De wet bevat ook resultaatsverbintenissen, zodat men daar ook rechtstreeks voor verantwoordelijk is. Dat lijkt me natuurlijk de essentie van deze kwestie.

De milieu- en natuurorganisaties reageren uiteraard verheugd. Dat was te verwachten. De Europese Commissie maakt zich ook sterk dat er voor elke euro die wordt geïnvesteerd in natuurherstel, minstens 8 euro terugkomt dankzij de voordelen die gezonde ecosystemen hebben op onze economie en onze gezondheid. Uiteraard reageren de landbouworganisaties minder verheugd. Dat lijkt me niet onlogisch. De nieuwe natuurherstelwet plaatst de Vlaamse landbouwsector inderdaad opnieuw voor nieuwe uitdagingen, naast stikstof, naast het mestactieplan (MAP), hoewel ze samenhangen. Sedert de jaren 70 neemt het aantal akker- en weidevogels zienderogen af. BB reageert bezorgd en roept zijn leden op actie te ondernemen. De belangenorganisatie geeft aan dat de intensivering van de landbouw inderdaad heeft bijgedragen tot de achteruitgang van de soorten, maar dat er ook andere redenen zijn, waarop landbouwers geen vat hebben, zoals verstedelijking, predatoren of de versnippering van het leefgebied. Dat is natuurlijk de traditionele discussie van ‘niet wij alleen, ook anderen’, of ‘niet wij, de anderen’. In dichtbevolkte gebieden zoals Vlaanderen zou de natuurherstelwet moeilijk toepasbaar zijn. Het is nu 2022. We moeten natuurlijk niet klagen in 2040 of 2045 dat we die cijfers niet kunnen halen. Het is nu dat het moet gebeuren, en ik hoop dat we niet verzanden in de traditionele discussie van ‘wij kunnen in Vlaanderen die Europese normen niet halen’.

De onzekerheid die de wet met zich meebrengt, weerhoudt jonge boeren ervan te investeren, wat nefast kan zijn voor een nieuwe generatie landbouwers. Ik ben het hier uiteraard mee eens, maar goed, dat is een niet onbelangrijke factor. Dat is ook de reden waarom de landbouworganisaties op dit moment al actie voeren. Zij vragen dat de wet wordt afgetoetst, vooral qua impact die er is op jonge boeren.

Minister, welk standpunt neemt u hierover in? Hebt u al een standpunt? 

Hebt u al contact gehad met de Waalse collega? Hebt u al gesprekken gehad met de landbouworganisaties? Vooral GK is natuurlijk een voortrekker als het gaat over de impact die deze maatregelen eventueel zullen hebben op jonge landbouwers.

De doelstellingen van de natuurherstelwet zijn ambitieus. Bent u van oordeel dat de doelstellingen kunnen worden gehaald om tegen 2030 minstens 20 procent van de ecosystemen op te knappen en tegen 2050 alles te herstellen? Wat is de verdere timing van het verloop van dit dossier? Het zou natuurlijk niet slecht zijn om hier in deze commissie ook een toelichting en een evolutie te kunnen krijgen. Mij lijkt dit op termijn immers een even belangrijk dossier te zullen worden als die van de stikstof en het MAP, die natuurlijk voor de heel korte termijn zijn, na de verklaring van de andere minister gisteren.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Vandenhove, dank u wel. Uiteraard sta ik achter de ambitie om de biodiversiteit verder te verbeteren. Ik ben wel van mening dat het voorstel van de Europese Commissie een heel grote uitdaging is voor de landbouwsector, zeker in de dichtbevolkte regio die Vlaanderen toch is en waar er al een vrij grote druk is op de beschikbaarheid van grond. Ik ben dus wel wat bezorgd over de impact van het voorstel op de leefbaarheid van de landbouw, maar het blijft mijn ambitie te zoeken naar dat nieuwe evenwicht tussen onze omgeving, de natuur en de landbouw. Dat is toch wel een heel belangrijk uitgangspunt, dat ik ook heel graag altijd herhaal. Ik denk dat er vandaag op dat vlak een heel grote uitdaging ligt, die ik zelf ook wel als ambitie en als doel naar voren schuif. Als ik vragen krijg over de toekomstvisie op landbouw, is dat een van de belangrijke fundamenten waarop moet worden gebouwd, vind ik zelf.

Ik blijf ook geloven dat we met innovatie en systeemaanpak die ambitie moeten kunnen waarmaken. Daarvoor moeten we samen met de sector aan de slag, op een manier die onderbouwd is door de wetenschap. We moeten daarbij ook aandacht hebben voor bezorgdheden van onze landbouwers en moeten er ook voor zorgen dat de voedselzekerheid toch wel gevrijwaard blijft. Een gelijk speelveld is daarbij ook een heel belangrijk aandachtspunt.

Uiteraard hebben onze diensten ook al contact gehad met de collega’s in Wallonië. Ik stel op basis daarvan vast dat gelijkaardige bezorgdheden ook daar leven. Dat is ook wel belangrijk om nog mee te geven.

Mijn diensten werden ook zelf gecontacteerd door een aantal landbouworganisaties over dit voorstel. Daaruit bleek inderdaad dat er een heel grote bezorgdheid is omtrent dit voorstel. Zij vrezen dus nog meer druk op de bedrijfsvoering. Dit zal immers inspanningen vergen van de sector op het vlak van biodiversiteit.

Nogmaals, ik beaam dat de vooropgestelde doelstellingen ambitieus zijn. Ik begrijp ook dat de Commissie wil werken aan de verbetering van de biodiversiteit. Dat wil ik ook. Nogmaals, ik onderschrijf dat, maar het moet natuurlijk haalbaar blijven. Dat is dat evenwicht met de verbetering van de biodiversiteit. Die moet hand in hand gaan met een leefbare en rendabele landbouw. Daarom durf ik ook wel te zeggen dat ik mij wel zorgen maak als het erover gaat dat zomaar een-op-een in Vlaanderen haalbaar te maken. U hoort wel dat die 20 procent niet per lidstaat moet worden gehaald. Die doelstelling moet over de hele Europese Unie worden gehaald. Ik denk dat dat ook voor een stukje een hefboom of een hulp kan zijn.

Wat het verdere traject betreft: het voorstel van de Europese Commissie wordt besproken in de Raad. Dat zal gaan via de Raad Leefmilieu en zijn voorbereidende werkgroepen. Mijn diensten zullen dus ook actief betrokken zijn bij de totstandkoming van de Vlaamse en de Belgische posities. Na een akkoord in de Raad moet er nog een akkoord worden gevonden met het Europees Parlement.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik had natuurlijk geen ander antwoord verwacht. Ik ben het er echter niet mee eens. Ik vrees dat we met die natuurherstelwet dezelfde weg opgaan als met een aantal andere doelstellingen en dossiers die vanuit Europa worden vooropgesteld. Ik spreek niet over ‘opleggen’, want in de discussies van de jongste dagen over het MAP hoor ik het woord ‘opleggen’ altijd gebruiken. Ofwel ben je lid van een club, ofwel ben je dat niet. Ik stel vast dat Vlaanderen alsmaar pleit voor uitzonderingen. U zegt dat de cijfers niet per regio zijn, maar globaal. Dat klopt. Als wij vragen stellen over de biolandbouw, dan is het antwoord hetzelfde. Stellen wij vragen over stikstof, dan is het antwoord ook hetzelfde. We hebben nu tijd. Het is nog niet 2050, maar in een mensenleven en ook in de politiek gaat dat zeer snel. Ik denk dus dat Vlaanderen nu toch eens anders zou moeten durven te reageren dan met ‘goed, het is alleen maar Europa, wij moeten dat niet halen, wij zijn het wel eens met de algemene principes’. In die zin ben ik dus wel een beetje ontgoocheld in het antwoord. We moeten ervoor opletten dat we niet andermaal dezelfde weg opgaan. Nogmaals, het verschil is nu dat het nog een lange periode is. 2030 is natuurlijk wel dichtbij. 2050 is verder weg, maar Vlaanderen is ook zo’n beetje een specialist in het voor zich uitschuiven van die zaken. Als we die zaken kunnen uitstellen, dan zullen we dat ook daadwerkelijk doen. Ik zou u dus echt willen oproepen om daar echt ernstig werk van te maken, om rekening te houden met de normen die Europa voorstelt, niet oplegt.

Het argument van het wetenschappelijk onderzoek en de evolutie van de technologie horen we ook in elk dossier. Mijn visie daarop is dat dat een van de elementen is, maar niet het doorslaggevende element kan zijn, en dat dit veel te vaak wordt gebruikt in het Vlaamse landbouwbeleid om een aantal fundamentele problemen te lijf te gaan. Zo gaan we ze echt niet oplossen.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega Vandenhove, dank u wel voor deze vraag. Ik wil me daarbij aansluiten. Ik steun uw oproep om ambitieus genoeg te zijn.

Ik heb eigenlijk diezelfde vraag gesteld aan minister Demir: hoe volgt zij de evoluties op Europees vlak wat de natuurherstelwet betreft en hoe zal ze dat vertalen in het Vlaamse natuurbeleid? Minister, ze heeft toen heel duidelijk gesteld dat het heel slecht gaat met de natuur in Vlaanderen. Dat klopt natuurlijk ook. Als we kijken naar de rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), dan zien we dat er eigenlijk maar één habitat in een gezonde toestand is. Er is dus nog heel veel werk aan de winkel. Ze heeft ook meegegeven dat ze van plan is om de richtlijnen die uit die natuurherstelwet komen, rigoureus in het Vlaamse natuurbeleid in te schrijven.

Minister, hebt u overleg met uw collega hierover? Hoe zult u samen met haar ervoor zorgen dat we die Europese richtlijnen kunnen waarmaken? Ik hoop immers dat we toch niet hetzelfde verhaaltje zullen tegenkomen dat de ene minister de andere tegenwerkt. Ik denk dat niemand daarmee gebaat is, niet onze landbouwers en niet onze Vlaamse natuur. Welke afspraken maakt u hierrond? Voert u die maatregelen ook al proactief in in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik ben absoluut een voorstander van overleg. Ik doe niet anders, iedere dag opnieuw. Ik heb het daarstraks al even gezegd: als we de biodiversiteit moeten verbeteren, dan moeten we daar inderdaad ambitieus in zijn. Er zijn verwijzingen geweest naar de diverse beleidsinstrumenten die belangrijk zijn daarvoor. Ik wil dat echter altijd doen in dat nieuwe evenwicht, in harmonie met een sector die voor mij een volwaardige economische sector is en waar de rendabiliteit wat mij betreft ook wel mag en moet vooropstaan. In die combinatie moet dat nieuwe evenwicht worden gevonden. Dat is onze ambitie, en daarvoor wil ik altijd blijven overleggen.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Ik denk dat de standpunten duidelijk zijn. Ik zou zeggen: werk eraan door en probeer vooral een concrete timing te maken. Laten we in dezen de Europese boot niet missen door andermaal te beginnen te schieten op Europese voorstellen of normen, maar laten we ons als Vlaanderen aanpassen, zoals dat wordt gevraagd en ook logisch is.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer