De landbouwsector staat onder druk. De kostenefficiëntie moet verhogen om te overleven. Grotere, duurdere, zwaardere, taakspecifieke machines zijn vaak geen optie voor kleinere bedrijven die zich focussen op nicheteelten. Zij hebben eerder baat bij kleinere, meervoudig inzetbare machines. Na een ontwikkelingsproces van drie jaar kan het CIMAT-project afsluiten met een unieke agrorobot die voldoet aan de wensen van een aantal nichesectoren, zoals witloof-, wortel-, boom- en aspergeteelt. Met de verworven kennis willen de partners constructeurs op weg helpen om een veelzijdige machine op de markt te brengen.
Grootste troef is de multi-inzetbaarheid
De robot is autonoom, zowel bij de navigatie als bij de uitvoering van taken. Dankzij een instelbare werkbreedte is het platform in meerdere teelten inzetbaar. De gebruiker kan de robot aan het werk zetten via gebruiksvriendelijke software. Het unieke aan de robot is dat de landbouwer er makkelijk bestaande landbouwwerktuigen op kan monteren. Het prototype is een werktuigendrager met drie driepuntshefinrichtingen. Zo kunnen landbouwers één of meerdere werktuigen bevestigen en tegelijk aan het werk zetten.
“We hoefden het warm water niet uit te vinden. Bestaande standaardwerktuigen waren dan ook ons uitgangspunt. We ontwikkelden een platform waarmee de actuatie van bestaande werktuigen kan worden geautomatiseerd”, vertelt Simon Cool, onderzoeksingenieur precisielandbouw en automatisering bij ILVO en verantwoordelijke
“Zelfrijdende robots zijn de toekomst”
Tijdens een panelgesprek op het CIMAT-slotevenement gingen de ontwikkelaars, een teler die de robot testte en een producent van landbouwmachines in gesprek over het huidige concept van het prototype en de toekomst ervan. “Zelfrijdende robots zijn de toekomst. Het zal geen 30 jaar meer duren vooraleer we velden vol robots zien”, vertelde Léon Coenders, boomteler uit Nederland die de CIMAT-robot meermaals testte. Hij weet dat een robot duur is in aankoop, maar als hij goed functioneert en inzetbaar is voor een repetitieve taak op een groot perceel van hetzelfde gewas, dan wint de teler de investering zeker terug.
Paul Snauwaert, verantwoordelijke voor nieuwe technologieën en innovatie bij CNHi, vulde aan dat ook CNHi de voorkeur geeft aan een machine die breed inzetbaar is. “Voor ons is het belangrijk dat we een concept zo breed mogelijk uitrollen. Dan kunnen we de machine in grote oplage bouwen en zo de productiekost drukken. Het basisconcept van CIMAT is voor ons als constructeur zeer waardevol, zeker omdat de teler betrokken was bij het ontwerp en de veldtesten. Als wij kunnen aantonen dat een machine werkt en betrouwbaar is, dan volgt de landbouwer”, vertelde Paul.
Verdere optimalisatie richting vermarkting
Het modulaire systeem van de CIMAT-robot is een grote troef. Dat bevestigde Steven Vanhoucke, zaakvoerder bij Vanhoucke Machine Engineering en medeconstructeur van het prototype. “De robot is flexibel dankzij de koppeling met verschillende gangbare landbouwwerktuigen, maar ook de elektrische aandrijving biedt veel voordelen. Je bent veel minder afhankelijk van randvoorwaarden, zoals aandrijfassen of differentieel bij mechanische aandrijving. Er is ook een unieke vierwielsturing. Het prototype heeft veel potentieel. Nu moeten we kijken in welke sectoren de robot ingezet kan worden en welke specifieke noden hij kan inlossen”, vult Steven aan.
Het robotplatform blijft bij ILVO voor verdere optimalisatie. Die vervolgstappen zijn nodig voor een bredere inzetbaarheid en vermarkting. Zo wordt er verder gewerkt aan de spoorverbreding, het hefsysteem, de veiligheid en de software bij datadeling. “Voor een goed werkende robot is software-ontwikkeling minstens even belangrijk als het constructiewerk. De robot blijft dus verder evolueren”, besluit Simon Cool van ILVO.
Foto’s van het CIMAT-prototype, sfeerbeelden en presentaties van het slotevenement ‘Farming Robotics’ bij CNHi zijn hier te vinden.