hier de getuigenissen van tien ondernemers.
Onze voedingsbedrijven zien hun prijzen voor grondstoffen, verpakkingen en vervoer al twee jaar exponentieel stijgen. Bovendien zijn hun energiekosten de pan uit gerezen: 63% van de Belgische voedingsbedrijven zag zijn gas- en elektriciteitsrekening in 2022 meer dan verdubbelen. En voor 40% zijn ze meer dan verdrievoudigd.
Onze bedrijven doorstonden de voorbije jaren crisis na crisis en toonden daarbij heel wat veerkracht. Maar deze crisis, door zowel haar omvang als duur, zou wel eens de genadeklap kunnen betekenen. En de fatale klap zou op zeer korte termijn kunnen komen, met een loonindexering van meer dan 10% in het vooruitzicht.
De totaal onvoorziene stijging van de productiekosten dwingt onze voedingsbedrijven om bij klanten aan te kloppen om hun verkoopprijzen te heronderhandelen. Helaas geven supermarkten zelden thuis: amper de helft accepteerde een beperkte aanpassing van het contract. En die overeengekomen verhogingen zijn slechts een kleine fractie van wat voor onze ondernemingen nodig zou zijn geweest om een normale rendabiliteit te garanderen.
Voor een kwart van onze bedrijven werd hun verzoek om een prijsherziening afgewezen. En het resterende kwart kreeg zelfs geen antwoord of geen kans om te heronderhandelen. Toch merken veel producenten dat de prijs van hun producten in de winkels veel meer is gestegen dan wat zij aan verhoging hebben bekomen. Hier gaat dus iets fundamenteel mis!
Volgens een studie van Graydon zou het gebrek aan financiële reserves - uitgeput door opeenvolgende crises - bij een nieuwe schok liefst 40% van onze voedingsbedrijven in ernstige moeilijkheden kunnen brengen. Die bedrijven zorgen voor jobs voor liefst 16.000 food heroes.
Ook de meest recente ledenbevraging van Fevia bevestigt de ernst van de situatie: 4 op de 10 bedrijven zou de productie - tijdelijk - kunnen verminderen of stopzetten. Het spreekt voor zich dat we alles in het werk moeten stellen om een dergelijk rampscenario te voorkomen. Daarom zijn bijkomende, tijdelijke steunmaatregelen nodig, nu!
Zeventien lidstaten hebben het door de Europese Commissie ingestelde Temporary Crisis Framework al geactiveerd. In ons land kondigden Vlaanderen en Wallonië directe steunmaatregelen aan in de vorm van subsidies voor de zwaarst getroffen bedrijven, zij het veel beperkter en in Vlaanderen tegen strengere voorwaarden dan bijvoorbeeld in Frankrijk en Duitsland. Net zoals in andere lidstaten, maken Vlaanderen en Wallonië ook middelen vrij voor leningen en waarborgen (respectievelijk 1 miljard euro en 300 miljoen euro) voor de bedrijven met liquiditeitsproblemen.
Alleen competitieve bedrijven kunnen jobs, investeringen, innovatie en productiepotentieel in ons land behouden. Voedingsbedrijven vandaag steunen betekent dus investeren in de toekomst en biedt perspectieven om de crisis sneller achter ons te laten.
Hoe kunnen beleidsmakers steun bieden?
Energie
- Beperk de energieprijzen en koppel de gas- en elektriciteitsprijs los van elkaar op Europees niveau
- Geef bedrijven sneller en flexibeler de nodige vergunningen om (tijdelijk) over te schakelen naar andere energiebronnen
- Geef de meest getroffen bedrijven toegang tot een federaal belastingkrediet
- Pas de mogelijkheden van het Europese Temporary Crisis Framework maximaal toe en ga voor een verlenging en uitbreiding ervan op Europees niveau
Loonkosten
5. Behoud de wet van 1996 op de vrijwaring van het concurrentievermogen, maar pas het automatisch indexmechanisme aan of beperk de impact ervan om een bijkomende loonkostenhandicap te voorkomen en de bestaande handicap af te bouwen
Tijdelijke werkloosheid
6. Voorzie in een eenvoudige en flexibele regeling van tijdelijke werkloosheid voor arbeiders en bedienden die gemakkelijk toepasbaar is tot eind 2023
Standstill
7. Voer geen nieuwe belastingen, lasten of verplichtingen in die direct of indirect de kosten of de administratieve lasten voor ondernemingen verhogen of hun concurrentievermogen aantaste