Deze cijfers blijken uit een enquête bij de deelnemers van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). Op deze manier milderen de land- en tuinbouwers de impact van (extreme) droogte. De keuze van de waterbron hangt af van de beschikbaarheid, maar ook van de waterkwaliteit nodig voor de bestemming van het water.
57% van de landbouwbedrijven geeft aan doorheen het jaar ook andere waterbesparende maatregelen toe te passen, zoals waterzuinig reinigen van de stallen, drinkbakken met onder andere antimorsrand of drinknippels…
VLIF-steun mogelijk
Door de klimaatverandering zullen we ook in Vlaanderen steeds meer en langere periodes van droogte krijgen, afgewisseld met periode van intense regen. En dus kunnen landbouwers best nu investeren in wateropslag en waterbesparing. Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) geeft landbouwers die investeren in wateropslag en waterbesparing, daarom een duwtje in de rug. Meer informatie over het soort investeringen dat in aanmerking komt voor steun en de voorwaarden vind je via: VLIF-investeringssteun voor land- en tuinbouwers.
In de periode 2017-2021 heeft het VLIF 5,6 miljoen euro steun gegeven aan 1.055 goedgekeurde investeringen, wat zorgde voor 991.076 m³ bijkomende capaciteit van wateropvang en -opslag. De grootste volumes werden gerealiseerd via regenwaterreservoirs (46%) en -bassins (43%).
Gietwater is veruit de grootste bestemming van het opgevangen water (52%). Daarna volgen reinigen van stallen en materieel (13%), aanlengen van gewasbeschermingsmiddelen (8%), reinigen van werktuigen en machines (7%), drinkwater voor dieren (7%) en irrigatie (6%).
Meer resultaten van de LMN-bevraging zijn te vinden in het rapport Water tegen de droogte.