Eenjarige plantensoorten
De precieze impact van droogte op wilde planten hangt af van de intensiteit van de droogteperiode, de duur, het tijdstip van het jaar en de veerkracht van de vegetatie om hier mee om te gaan. Een handvol plantensoorten profiteert onmiddellijk van de effecten van de droogte. In graslanden en bermen ontstaan door droogte lokaal open plekken in de grazige vegetatie. Die bieden de ideale omstandigheden voor eenjarige plantensoorten zoals grote klaproos, ijle dravik, veldereprijs, … die regelmatig opduiken op pioniersplekken. Wanneer de droogte echter te extreem wordt, krijgen ook eenjarigen het moeilijk om hun korte levenscyclus te voltooien. Zo heeft bijvoorbeeld de bleekgele hennepnetel (foto boven), een zeldzame akkerplant van matig voedselrijke, vochtige en zandige bodems, het moeilijk om onder extreme droogte te kiemen of uit te groeien tot een volwaardige, bloeiende plant.
Meer verliezers dan winnaars
Helaas levert de droogte voor onze biodiversiteit meer verliezers dan winnaars op. Niet alleen hebben droogtes een belangrijke impact op hydrologische processen, zoals het zakken van de grondwatertafels, ze kunnen ook leiden tot zeer complexe veranderingen in de bodem- en waterchemie van ecologische systemen. Daar waar bijvoorbeeld venen droogvallen en als gevolg daarvan verzuring optreedt, vindt veenafbraak plaats. Water is bovendien rechtstreeks van levensbelang bij de ontwikkeling van planten, gaande van de kieming, de fotosynthese tot de groei. Door droogtestress treden bij planten biochemische, fysiologische en morfologische veranderingen op. Die beïnvloeden de vitaliteit van de plant, maar ook de mogelijkheden voor voortplanting of het herstel van de populatie, de vegetatiesamenstelling of het hele ecosysteem.
Verdwijnen of zelfs uitsterven
Droogtes zorgden in recente jaren al voor het lokaal verdwijnen of uitsterven van plantensoorten. Eén van de meest schrijnende voorbeelden, zijn de effecten van droogte op wolfsklauwen. Het zijn kwetsbare, doorgaans traag ontwikkelende soorten, die onder optimale omstandigheden zeer lang kunnen leven. Zo is in België een groeiplaats van stekende wolfsklauw bekend van meer dan 100 jaar oud! Na een periode van aanhoudende droogte in 2019 is de laatste groeiplaats van dennenwolfsklauw uit Vlaanderen verdwenen. Ook op andere locaties kwijnen onder droogte groeiplaatsen met grote wolfsklauw weg, en krijgen populaties stekende wolfsklauw ernstige klappen. Er zijn nog voorbeelden van soorten die in ons land voorkomen in kleine relictpopulaties, die erg gevoelig zijn voor droogte, zoals het rozenkransje dat groeit in korte, vrij open vegetaties op zandige droge graslanden en heidevegetaties. Bij aanhoudende extreme droogte sterft een deel van de - weinige nog resterende - rozetten af. Ook bij het meer bekende muizenoor dat voorkomt op droge, zandige graslanden zien we onder extreme droogtestress de blaadjes omhoog krullen of zelfs plantjes afsterven.
Bepaalde orchideeënsoorten zoals de vliegenorchis, de aangebrande orchis of de harlekijnorchis, verschijnen na een periode van droogte soms geheel niet boven de grond, maar ‘overzomeren’ in ondergrondse knollen. Wanneer de grondwaterstand langdurig (te) laag blijft, drogen de knollen uit en sterven de planten. Bloeiende orchideeën kunnen als gevolg van droogte een verminderde bestuiving en bevruchting ondervinden. Ook merken we dat soorten zoals paarse wespenorchis, poppenorchis of bergnachtorchis hun bloeiwijzes vroegtijdig aborteren onder stressmodus door droogte. Ook bij andere plantensoorten, inclusief bomen, is bekend dat ze zich beschermen tegen de droogte door vroeger te bloeien, minder bloemen te ontwikkelen, of vruchten te laten vallen voordat ze rijp zijn. Daarnaast is bekend dat bijvoorbeeld op kalkgraslanden als gevolg van lange droogteperiodes, de samenstelling van bodemzaadbanken drastisch verandert: de totale bodemzaadbank en ook de soortenrijkdom in de zaadbank neemt af.
Tegelijk zijn verschillende invasieve exoten goed bestand tegen droogte, waardoor ze snel kunnen verspreiden en een competitief voordeel hebben. Zo kunnen invasieve lupines zeer diep wortelen en zijn ze goed bestand tegen de droogte. Ook andere uitheemse soorten zoals hanepoten en naaldaren zijn goed droogtebestendig en kunnen snel uitbreiden.
Impact op de levensgemeenschap
De gevolgen van droogte op wilde planten heeft ook een impact op de hele levensgemeenschap van organismen. Door veranderende bloeitijdstippen kunnen ecologische mismatches optreden tussen wilde planten en de periode waarin hun bestuivers vliegen. Ook zorgt een verminderde nectarproductie en het afsterven van waardplanten voor het instorten van bepaalde insectenpopulaties. Denk bijvoorbeeld aan de kommavlinder of de heivlinder, waarbij de rupsen afhankelijk zijn van het eten van schapengrassen in heidegebieden, en de volwassen vlinders van nectarplanten zoals struikhei. Het verdorren en afsterven van deze planten, heeft desastreuze gevolgen voor andere soorten.
De impact van droogte op vegetaties verschilt sterk per locatie. Grondwaterafhankelijke systemen met kleine, lokale grondwaterstromen zijn gevoelig. De gevolgen voor wilde planten zijn complex en vaak ook soortspecifiek. Tussen plantensoorten, en zelfs binnen plantenpopulaties, bestaan verschillen in morfologische en fysiologische aanpassingen die maken dat bepaalde planten meer of minder droogtebestendig zijn. Daarom is ook het behoud van genetische diversiteit zo belangrijk, en de sleutel tot het aanpassingsvermogen van onze vegetaties en levensgemeenschappen aan veranderende milieu-omstandigheden.
Voor een duidelijker beeld van het effect van droogtes op vegetatiesamenstellingen, is de komende jaren verdere opvolging en een vinger aan de pols nodig. Met een doordacht waterbeleid waarbij verdroging wordt tegengegaan, en een klimaatbestendig beheer waarbij aandacht gaat naar de aanwezigheid van gradiënten op het terrein, microvariatie en uitwijkmogelijkheden voor wilde planten in tijden van droogte, willen we onze vegetaties en systemen robuust maken voor dergelijke extreme omstandigheden.
Natuurpunt