Vraag om uitleg
Vraag om uitleg over de saneringsovereenkomst tussen 3M en de Vlaamse Regering
3643 (2021-2022)
van Stijn De Roo aan minister Zuhal Demir
Vraag om uitleg
Vraag om uitleg over de saneringsovereenkomst tussen 3M en de Vlaamse Regering
3644 (2021-2022)
van Hannes Anaf aan minister Zuhal Demir
Vraag om uitleg
Vraag om uitleg over de saneringsovereenkomst tussen 3M en de Vlaamse Regering
3650 (2021-2022)
van Mieke Schauvliege aan minister Zuhal Demir
Vraag om uitleg
Vraag om uitleg over de saneringsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en 3M
3662 (2021-2022)
van Jos D'Haese aan minister Zuhal Demir
Vraag om uitleg
Vraag om uitleg over de saneringsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en 3M
3669 (2021-2022)
van Willem-Frederik Schiltz aan minister Zuhal Demir
Verslag
De voorzitter
– Deze vragen om uitleg werden via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Minister, de Vlaamse Regering besliste om een gecoördineerde juridische aanpak te voeren over de procedures met 3M over de verontreiniging met poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS). Dat is natuurlijk al regelmatig aan bod gekomen, onder andere in een zeer uitgebreide onderzoekscommissie, en waar nu gevolg aan is gegeven met die gecoördineerde juridische aanpak. Dat is het resultaat bij de Vlaamse Regering.
Dit resulteerde in een saneringsovereenkomst tussen 3M en de Vlaamse overheid, inclusief de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), ondertekend op 6 juli 2022. De overeenkomst werd aan de leden van de commissie Leefmilieu ter inzage bezorgd. Bij mij was het bij het opstellen van de vraag niet duidelijk in hoeverre wij in detail konden treden in verband met de bedragen die daarin vernoemd waren. Vandaar dat de vraag eerder algemeen bekeken is, maar dan houden we de vragen over die bedragen voor de repliek.
De overeenkomst bevat onder meer toegevingen en verplichtingen van beide partijen over de aanpak van de PFAS-vervuiling, de verplichtingen en communicatie die hiermee gepaard gaan, het afzien van openstaande subsidies, maar ook de afstand van vorderingen en rechten vanuit de overheid en de beëindiging van hangende procedures door 3M.
Dat roept een aantal vragen op, minister.
Hoe en in welke omstandigheden kwam de overeenkomst tussen 3M en de Vlaamse overheid, inclusief de OVAM en de VMM, tot stand? Kunt u meer toelichting geven over het proces en de houding van de onderhandelende partijen? Hoe evalueert u de gesloten saneringsovereenkomst?
Op welke manier en op basis van welke schattingen kwamen de bedragen die zijn opgenomen in de overeenkomst tot stand? Bijvoorbeeld het bedrag voor de waarborg, het bedrag voor de Vlaamse overheid, de betaling aan Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), enzovoort.
Houden de bedragen rekening met de kosten ten gevolge van opgelopen vertragingen, bijvoorbeeld bij de Oosterweelwerf?
Welke financiële risico's neemt de Vlaamse overheid door afstand te doen van vorderingen en rechten, zoals voorzien in de overeenkomst?
Komt de overeenkomst volgens u overeen met de aanbeveling van de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS, namelijk, en ik citeer: “De Vlaamse overheid moet op alle mogelijke manieren 3M verantwoordelijk stellen om zo de volledige factuur van de aangerichte vervuiling, inclusief de sanering en de afgeleide milieu-, economische en gezondheidsschade door 3M te laten vergoeden.”?
De voorzitter
De heer Anaf heeft het woord.
Hannes Anaf (Vooruit)
Collega De Roo heeft de zaak al voor een stuk geschetst. De bedragen zijn ook al genoemd in de persconferentie, dus ik denk niet dat daar geheimen over zijn. Het gaat in totaal om zo’n 571 miljoen euro. Voor een deel gaat het over eerder gemaakte engagementen, bijvoorbeeld de eerder aangekondigde investering van 150 miljoen euro op de site in Zwijndrecht. Ook de 5 miljoen euro aan steun voor de lokale landbouwers die eerder was aangekondigd, zit daarin.
Voor de rest gaat het om de meest urgente saneringsacties, en ook een schadevergoeding aan de Vlaamse overheid, die dan ‘naar eigen goeddunken’ gebruikt kan worden voor de aanpak van de PFAS-problematiek rond de 3M-site. Onder meer de gezondheidsonderzoeken die werden opgezet, en die – naar ik vandaag begrepen heb – eindelijk ook naar Rechteroever uitgebreid zullen worden, zouden ermee bekostigd kunnen worden. Het gaat ook over de financiële en technische ondersteuning voor het Oosterweelproject aan Lantis en – en dat is op zich maar billijk, want ook al gaat het om een klein bedrag, het is symbolisch belangrijk – 1,3 miljoen euro aan overheidssubsidies die worden teruggestort.
Een van de belangrijkste conclusies van de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS was dat als iemand verantwoordelijk was voor de jarenlange PFOS-vervuiling in Zwijndrecht, dat dan de Amerikaanse multinational 3M is. Ik denk dat het een belangrijke stap is dat 3M nu zelf verantwoordelijkheid erkent en zich engageert om de vervuiling in het woongebied op te kuisen, of toch voor een stukje.
Het principe moet altijd zijn dat de vervuiler moet betalen. Daarom is het belangrijk dat 3M niet alleen opdraait voor de historische vervuiling, maar ook aangesproken kan worden voor alle mogelijke schade die zich in de toekomst nog zou kunnen voordoen, zowel de gezondheidsschade voor alle inwoners van Zwijndrecht en omgeving, toekomstige milieuschade, bijkomende kosten voor de Oosterweelwerf, want de ramingen zijn nu al hoger dan hetgeen wordt toegekend in deze overeenkomst … Ik maak me daar toch wat zorgen over.
Ik stel ook vast dat in de overeenkomst niet alleen een aantal bepalingen staan over vrijstellingen van aansprakelijkheid voor 3M, maar daarnaast vooral ook een aantal heel verregaande bepalingen over de afstand van vorderingen en rechten. Zo is onder andere bepaald dat de overheid geen toekomstige kosten voor bloedbemonstering, kosten voor de bewaking of beoordeling van het effect van PFAS, kosten voor gezondheidszorg, medische diensten, of kosten voor de verwijdering of het beheer van PFAS afkomstig van 3M meer kan verhalen op 3M, ook als die kosten momenteel nog niet voorzienbaar zijn. Daar maak ik mij toch zorgen over, minister.
Kunt u toch nog eens toelichten wat dit akkoord nu concreet betekent voor de aansprakelijkheid van 3M in de toekomst?
Bent u het met mij eens dat 3M voor álle kosten zou moeten opdraaien en dat de Vlaamse Regering de handen ook vrij moet houden om 3M ook in de toekomst daartoe te dwingen?
Bent u van oordeel dat de overeenkomst met 3M dit voldoende garandeert?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Ik wil graag aansluiten bij deze vragen. Het klopt inderdaad dat er een saneringsovereenkomst is opgesteld met 3M, en dat die op 6 juli in de pers werd gepresenteerd. De bedragen zijn daarnet door de collega’s genoemd. In totaal gaat het over ongeveer een half miljard euro dat op tafel is gelegd. We kunnen zeggen dat dat een stap vooruit is, zeker als we kijken vanwaar we komen een jaar geleden, met een dading die 3M er enkel toe verbond om 75.000 euro te betalen en de afspraak regelde, en waarvan heel wat milieujuristen toen stelden dat de Vlaamse Regering zich daardoor in een zwakke positie had geplaatst.
Nu, wat blijkt ook? Die uitspraken die milieujuristen toen gedaan hebben, na de beoordeling van die daging, worden ook bevestigd door een juridische analyse die opgemaakt is in de aanloop van het opstellen van deze overeenkomst. Want naast het feit dat men zegt dat de dading ervoor zorgt dat Vlaanderen in een zwakke juridische positie staat, wordt in die juridische analyse bovendien gesteld dat de positie van de Vlaamse overheid verzwakt was, en dat er een risico voor medeaansprakelijkheid is. Want in de periode tussen 2004 en 2021 zou een rechter, in geval van procedure, de handelswijze van de Vlaamse overheid als onvoldoende daadkrachtig kunnen classificeren.
Dan verwijst die juridische nota naar het Vlaamse Gewest, de OVAM, de milieu-inspectie. Zij zouden in die periode immers regelmatig geconfronteerd geweest zijn met onderzoeken, standpunten, adviezen over de aanwezigheid en kenmerken van de mogelijke gevaren van PFOS. Zij zouden daar redelijkerwijs van op de hoogte gesteld moeten zijn. Er werden ook overtredingen door 3M vastgesteld. En dus zou kunnen worden aangevoerd dat er geen afdoende maatregelen worden genomen naast een bodemsaneringstraject in 2009, dat relatief beperkt was, en een lichte administratieve boete, aldus die juridische nota.
Minister, u zei in uw toelichting ook dat bijkomende kosten ten gevolge van de vervuiling altijd kunnen worden toegevoegd. U herhaalde ook meerdere keren, zowel in het Vlaams Parlement als tijdens de verschillende interviews op televisie, dat het een overeenkomst is met een open einde.
Minister, momenteel loopt er nog een bodemsaneringstraject, waarvan de eerste fase nog niet is goedgekeurd door de OVAM. In dat bodemsaneringstraject worden bedragen vooropgesteld door 3M, die in grote lijnen overeenkomen met de afspraken in deze overeenkomst. Maar over de volgende fases weten we nog niets. De vandaag geraamde PFOS-saneringskost van Oosterweel bedraagt volgens minister Peeters 190 miljoen euro, maar dat bedrag kan nog hoger worden, aldus minister Peeters.
De Vlaamse overheid doet ook afstand van rechtsvordering voor de door PFAS veroorzaakte meerkosten voor het grondverzet dat nodig is voor publieke infrastructuurprojecten. Deze afstand van geding moet echter samen worden gelezen met de erkenning van 3M dat aan hun saneringsplicht conform het Bodemdecreet geen afbreuk wordt gedaan door de onderhavige saneringsovereenkomst. Met andere woorden: de Vlaamse overheid zal in het kader van infrastructuurwerken niet moeten instaan voor de saneringskosten van gronden die onder de saneringsplicht van 3M ressorteren en die niet, of slechts na sanering worden onderworpen aan de grondverzetsregeling in het kader van publieke infrastructuurwerken. In de overeenkomst lezen we ook dat de oorspronkelijke dading blijft bestaan.
Minister, waarom werden in deze overeenkomst bedragen vastgelegd voor de sanering die het gevolg zijn van de toepassing van de saneringsplicht uit de bodemwetgeving? In de afgelopen periode, waarin er werd gediscussieerd over de saneringsplicht, is er altijd verwezen naar die saneringsplicht, en werd er gezegd dat die altijd van toepassing is. Mijn heel concrete vraag is waarom we dat dan zo moeten specifiëren in zo’n overeenkomst, met concrete bedragen? Welke garanties hebben we dat 3M zich tot meer verbindt dan het betalen van die 250 miljoen euro voor fase 1 van het bodemsaneringsproject (BSP)? Is het niet net daarom dat men die bedragen heeft vastgelegd?
Waarom werd voor Lantis 100 miljoen euro voorzien, terwijl de teller nu al op 190 miljoen euro staat? Zal 3M alle PFAS-sanering van Oosterweel betalen?
Er werd afstand gedaan van rechtsvordering voor zaken die vandaag lopen en voor toekomstige zaken. Ik heb hierbij dezelfde vraag als de collega’s. Zet Vlaanderen zich hiermee niet compleet vast? Welke toekomstige rechtsvorderingen kan het dan nog wel doen?
Welke onderdelen van de oorspronkelijke dading blijven nog overeind?
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Minister, u sloot een overeenkomst af waarin wordt bepaald dat 3M in totaal 571 miljoen euro voorziet voor de saneringsacties in de omgeving van 3M, een schadevergoeding aan de Vlaamse overheid en Lantis – voor respectievelijk 250 miljoen, 100 miljoen en 100 miljoen – en een aantal eerder aangekondigde engagementen.
Op de persconferentie deelde u daarover mee dat de overeenkomst ‘open end’ is. Dat hebt u nadien ook herhaald in de plenaire vergadering. U hebt gezegd dat als er meer bodemkosten zijn, u opnieuw in gesprek zult treden en dat u geen afstand zult doen van geding of vorderingen indien zou blijken dat er gezondheidsschade is.
Als we de overeenkomst lezen, lijkt dat inderdaad van toepassing te zijn op de sanering van de gronden in Zwijndrecht en omgeving. Dat lijkt mij correct en is ook niet meer dan het toepassen van het Bodemdecreet.
Maar in artikel 7 staan een aantal zaken die mij niet ‘open end’ lijken te zijn. Ten eerste staat er dat 3M niet meer aansprakelijk kan worden gesteld voor alle mogelijke kosten die gepaard gaan met de verplaatsing, verwijdering, behandeling, opslag en het beheer van PFAS in verband met publieke infrastructuurprojecten zoals het Oosterweelproject. Als de bodemkosten voor het project hoger uitvallen of als er bijkomende kosten zijn door vertragingen van het project, lijkt het erop dat die niet zullen kunnen worden verhaald op 3M. Ten tweede doet de overheid afstand van alle huidige en toekomstige vorderingen en aansprakelijkheid met betrekking tot kosten voor het monitoren van de gezondheid van werknemers en omwonenden. Ten derde kan 3M ook niet meer aansprakelijk worden gesteld voor alle kosten die gepaard gaan met het saneren van met PFAS vervuilde waterwegen.
Minister, dat lijkt mij toch belangrijk. Daarom heb ik daarover een aantal vragen.
Het enige gedeelte van de saneringsovereenkomst dat ‘open end’ lijkt te zijn, zijn de kosten waartoe 3M gehouden zou kunnen zijn ingevolge zijn saneringsplicht volgens het Bodemdecreet. In de overeenkomst worden die geschat op 250 miljoen euro. Daartegenover staat in de overeenkomst dat 3M niet verder aansprakelijk lijkt te kunnen worden gesteld voor mogelijke toekomstige kosten voor de saneringen bij het Oosterweelproject en/of waterbodems. Valt dat dan niet onder het Bodemdecreet? Of hoe zit dat juist?
Kunt u een inschatting geven van de kosten die gepaard gaan met de vertragingen die het Oosterweelproject al heeft opgelopen en de totale extra kostprijs van de PFOS-vervuiling voor de Oosterweelwerken, zowel op het vlak van de behandeling van de vervuilde gronden als op het vlak van de vertragingen van de werken? In het laatste rapport van het Rekenhof worden die meerkosten geschat op 400 à 500 miljoen euro. Als ik mij niet vergis, staat er nu 100 miljoen euro ingeschreven in de overeenkomst. Dat lijkt mij dus niet geheel met elkaar in overeenstemming.
U verklaarde geen afstand te doen van vorderingen indien er gezondheidsschade is. Maar in artikel 7, b en c van de overeenkomst staat dat de overheid afstand doet van alle kosten met betrekking tot onder meer gezondheidszorg en medische diensten. Hoe rijmt u deze zaken met elkaar?
Hoe reageert u op de uitspraak van de door de overheid aangestelde advocaten bij Omega Law dat het risico van mede-aansprakelijkheid in hoofde van de Vlaamse overheid niet volledig wordt uitgesloten nu de handelwijze van de Vlaamse overheid in de periode 2004-2021 in geval van procedure door een rechter desgevallend als onvoldoende daadkrachtig of voorzichtig zou kunnen worden gekwalificeerd? De overheid zou zichzelf dus in de problemen hebben gebracht door niet op een correcte manier om te gaan met die vervuiling.
Ten slotte: de saneringskosten van 250 miljoen euro en de schadevergoeding van 100 miljoen euro die 3M aan de overheid betaalt voor de PFOS-vervuiling in Zwijndrecht kunnen door het bedrijf in mindering worden gebracht van zijn belastbare winst. Was u hiervan op de hoogte en is daar rekening mee gehouden tijdens de onderhandelingen?
De voorzitter
De heer Schiltz heeft het woord.
Willem-Frederik Schiltz (Open Vld)
Minister, uiteraard liggen mijn vragen in de lijn van heel wat vragen van de collega’s. Ik wil ook heel specifiek peilen naar uw visie op de verzoenbaarheid van de saneringsovereenkomst met de door collega De Roo geciteerde conclusies en aanbevelingen van de PFAS-PFOS-onderzoekscommissie met betrekking tot het laten vergoeden van alle schade door 3M.
Op de ministerraad van 5 juli stond niet alleen de saneringsovereenkomst, maar ook een subsidieovereenkomst met VITO voor een project ‘Analyse gecombineerde blootstelling aan milieupolluenten en PFAS in de omgeving van 3M’ en het rapport-Vrancken geagendeerd. Ook dat roept bij mij enkele vragen op. Ik fiets er zo snel mogelijk door, en ik probeer niet in herhaling te vallen.
Het is evident dat een groot element in dit debat gaat over de verzoenbaarheid van uw uitspraken dat het over een open-endfinanciering gaat, minister, en de toch wel brede afstandsclausules die werden onderhandeld. Zoals u ook bij de vorige vraagstellers hoorde, gaat het heel specifiek over kosten inzake medische opvolging, biomonitoring, bloedonderzoek, toxicologische en epidemiologische studies. Die zouden onder die forfaitaire vergoeding van 100 miljoen euro vallen. Laten we er dan even de Inspectie van Financiën bij nemen, die ook een gunstig advies heeft gegeven. De argumentatie is bekend, en de vraagsteller bent uzelf, uiteraard. We moeten toch wel vragen stellen als we vaststellen – voor zover we het hebben kunnen nagaan – dat uw departement de kosten voor het saneren van vervuild slib raamt op 110 miljoen euro. De Vlaamse Regering heeft daarbovenop al voor 12 miljoen euro kosten gemaakt. We zitten dus al ruimschoots over de 100. Biomonitoring in de toekomst: een vraagteken. 3M zegt dat het zijn saneringsplicht aanvaardt, binnen het Bodemdecreet. Dat wil zeggen: voor vervuiling waarvan aangetoond is dat ze vanop de vestiging is vertrokken. Maar – ik refereer aan collega D’Haese – het is een beetje een vraagteken waar die afgebakend is.
Ik zal het heel concreet maken: stel dat de Vlaamse Regering, of het departement, vaststelt dat de bodem van de Schelde vervuild is, dat de plannen rond de Hedwigepolder on hold moeten worden gezet of niet kunnen doorgaan doordat het Scheldewater vervuild is door diverse PFAS: zijn die kosten bekend? Moesten die bekend zijn? Worden die daarin begrepen, of komen die daarbovenop?
Ik denk dus, minister, dat een deel van de vragen gebundeld kan worden in de vraag: op welke manier werden de mogelijke en huidige kosten van de Vlaamse Regering in kaart gebracht, en hoe verhouden die zich tot de bedragen die 3M aan de Vlaamse Regering zal betalen?
Ook het nieuwe rapport-Vrancken, dat duidelijk maakt dat de PFAS-vervuiling in Vlaanderen overal zit en dus niet alleen in de omgeving van 3M, roept een aantal vragen op.
Hoe zal het mogelijk zijn om specifieke gezondheidsschade te linken aan de activiteiten van 3M? Wij hebben ook in de hoorzittingen van de onderzoekscommissie gemerkt dat 3M tot vandaag nog steeds weigert elk causaal verband tussen PFAS en gezondheidsschade te erkennen. Een van de vragen is dus in welke mate de Vlaamse Regering de positie van individuele burgers kan versterken om, wanneer het zich zou voordoen, alsnog eventuele gezondheidsschade te verhalen. Kunnen zij die dan op 3M verhalen, moeten zij die kosten zelf dragen, of zal de Vlaamse overheid hierin tussenkomen?
Mijn verdere vragen zijn al aangehaald. Ik overloop ze nog snel even. De raming kwam al aan bod. Over de samenloop tussen de saneringsovereenkomst aan de ene kant en anderzijds de bestaande dading tussen 3M en Lantis heeft collega Schauvliege het al gehad. Ook die vraag zou ik u zeker willen stellen. Wat met betrekking tot de vergunbaarheid van de berm en dergelijke, en bijkomende kosten voor Oosterweel? Daar hebben verschillende collega’s al naar verwezen.
Minister, in de brede vrijwaringsclausules staat ook dat de schade ten gevolge van een ‘vermeend misdrijf’ ook gevrijwaard wordt. Dat lijkt me toch wel een straffe vrijwaring, als zelfs misdrijven gevrijwaard worden. Kunt u daarover ook iets meer uitleg geven?
De saneringsovereenkomst spreekt ook over een derdenbeding ten gunste van Lantis. Er staat dat Lantis 100 miljoen euro krijgt, maar ze krijgen 50 miljoen euro voor gemaakte kosten en 50 miljoen euro wordt geleverd in de vorm van “diensten door 3M”. Zou u ons kunnen verduidelijken over welke diensten dat zou kunnen gaan?
De vragen over het causaal verband heb ik gesteld. Ik denk dat alle vragen gesteld zijn.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, de saneringsovereenkomst is het resultaat van vele en intense gesprekken met 3M, waarbij op geregelde tijdstippen werd teruggekoppeld naar de Vlaamse Regering. Alle betrokken kabinetten – Omgeving, Welzijn en Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) – waren rechtstreeks betrokken bij de onderhandelingen. De saneringsovereenkomst is dan ook goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Tijdens het onderhandelingsproces waren er vier prioriteiten voor de Vlaamse Regering. Een snelle sanering dient op kosten van 3M te worden uitgevoerd om verdere verspreiding van PFOS te vermijden. Twee, er wordt geen afbreuk gedaan aan de saneringsplicht van 3M. Drie, 3M moet volledig transparant zijn over de activiteiten en de te volgen sanering. Vier, er wordt geen afbreuk gedaan aan het recht van overheden en van burgers om vergoeding voor lichamelijke gezondheidsschade van 3M te eisen wanneer het causaal verband tussen PFAS en bepaalde ziektebeelden komt vast te staan.
De saneringsovereenkomst van 3M is bijna tien keer zoveel waard als het Umicoreconvenant en bijna honderd keer zoveel waard als de saneringsverbintenis van Eternit. Het is ook de eerste keer dat een vervuiler bijdraagt aan kosten voor de werking van de overheid die niet uitsluitend aan één vervuiler te wijten zijn. Daarmee heeft de vervuiler in Vlaanderen nog nooit zoveel betaald.
Tijdens de onderhandelingen waren er drie elementen die onze onderhandelingspositie in het gedrang brachten. De mede-aansprakelijkheid van de Vlaamse overheid voor het verleden kon niet worden uitgesloten. De relatie tussen Lantis en 3M was al geregeld door een dading uit 2018. 3M is niet de enige PFAS-uitstoter in het Antwerpse havengebied, laat staan in Vlaanderen, en een volledige aansprakelijkheid voor alle PFAS-gerelateerde schade in hoofde van 3M is gewoon onhaalbaar.
Deze elementen, en de bijbehorende procesrisico’s, speelden mee in de beoordeling van de saneringsovereenkomst door de Vlaamse Regering. Merk bovendien op dat veel publieke rechtspersonen zoals de gemeente Zwijndrecht, de Port of Antwerp en De Vlaamse Waterweg niet gebonden zijn door de saneringsovereenkomst en zelf nog de nodige vorderingen kunnen instellen indien nodig.
Ook hebben we gekozen voor een snelle en actieve openbaarheid. De overeenkomst is online gezet. Het mag wat mij betreft transparant zijn. Er is een verschil met het verleden, toen dadingen werden gesloten. We hopen met dit alles nieuwe standaarden voor de toekomst te hebben gezet.
Met betrekking tot Oosterweel zijn de kosten waartoe 3M gebonden is overeenkomstig het Bodemdecreet niet de enige open-endkosten, die zijn er ook voor de menselijke gezondheidsschade. Tot slot kunnen de verschillende entiteiten indien nodig nog sanerings- en herstelverplichtingen opleggen. Aan die bevoegdheid doet de onderhavige overeenkomst uitdrukkelijk geen afbreuk.
U weet dat er voor de verontreiniging in Zwijndrecht is gekozen voor een gefaseerde bodemsanering. Bijkomend bodemonderzoek zal moeten aantonen hoever de bodemsanering moet reiken en onder andere welke terreinen voor publieke infrastructuurwerken en welke waterbodems moeten worden meegenomen in de saneringsplicht van 3M.
Belangrijk is dat 3M erkent dat het saneringsplichtig is voor de PFAS-verontreiniging ten gevolge van de activiteiten van zijn fabriek te Zwijndrecht. 3M heeft daarmee ook zijn saneringsplicht erkend voor de eventuele sanering van de waterbodems die mede zijn verontreinigd door de exploitatie van de fabriek in Zwijndrecht. Niets belet immers de OVAM om een saneringsplicht voor waterbodems, al dan niet samen met andere exploitanten, vast te stellen in hoofde van 3M. In de specifieke regeling over waterbodems in het Bodemdecreet heeft de wettelijke saneringsplicht betrekking op de verplichting van de exploitant om de sanering uit te voeren en te prefinancieren van de verontreinigde waterbodem en de gronden die verontreinigd zijn als gevolg van de verspreiding van de verontreiniging van de waterbodem of het oppervlaktewater.
Uiteraard is er ook geen afstand gedaan van de saneringsplicht van de Oosterweelwerfzone en andere werven die verontreinigd zijn met PFAS en waarvan die verontreiniging mede aan 3M kan worden toegerekend.
Bovendien kan 3M ook op grond van het Milieuschadecreet door de omgevingsinspectie worden gevraagd waterlopen bij wijze van herstel te saneren.
De afstand van de overheid van vordering tegenover 3M heeft betrekking op de aansprakelijkheid voor de kosten waarvan de toerekenbaarheid aan 3M niet 100 procent vaststaat, zoals een bijdrage voor het saneren van PFAS uit baggerspecie en kosten op werven.
Tijdens de onderhandelingen werd het bedrag van 100 miljoen euro voor Oosterweel inderdaad onderhandeld. Bij deze onderhandelingen werd ook rekening gehouden met het feit dat het bewijs van het vaststaand causaal verband voor bepaalde kosten/schade niet evident was. Zo is er heden geen vaststaand causaal verband tussen de site van 3M te Zwijndrecht en het slib in de Schelde, inclusief Amoras en de Royerssluis. 3M blijkt overigens ook niet de enige vervuiler te zijn, wat ook blijkt uit de beoordeling van de OVAM van het laatste bodemonderzoek van 3M van 10 februari 2022. Daarin werd vastgesteld dat op bepaalde plaatsen de verontreiniging afkomstig is van verschillende bronnen.
Met betrekking tot de Oosterweelwerken betaalt 3M enerzijds 50 miljoen euro cash en anderzijds 50 miljoen euro in de vorm van ondersteunende diensten. Daarnaast heeft 3M ook geen afstand gedaan van de saneringsverplichtingen op de werfzone van Oosterweel. Hiermee zijn de milieugerelateerde kosten op de Oosterweelwerf grotendeels gedekt. Bijvoorbeeld eventuele vertragingsboetes in hoofde van Lantis kunnen juridisch echter niet aan 3M worden toegerekend, onder andere omdat de juridische relatie tussen 3M en Lantis al was geregeld door de dading van 2018. Overigens kunnen ook niet alle PFAS-gerelateerde kosten in causaal verband worden gebracht met de activiteiten van 3M te Zwijndrecht. Deze procesrisico’s meegerekend, denk ik dat 100 miljoen euro zeker al een hele stap vooruit is ten opzichte van wat in de dading van 2018 vermeld stond. Belangrijk is ook het principe dat 3M geen afstand gedaan heeft van de saneringsverplichtingen op de werfzone van Oosterweel.
De dadingsovereenkomst die tussen Lantis en 3M in 2018 werd gesloten, blijft gelden. Het staat de partijen van die overeenkomst vrij om onderling verdere afspraken ter zake te maken. Ik denk dan ook dat het verkregen bedrag van 100 miljoen euro onbetwistbaar een verbetering is van de huidige situatie van Lantis, temeer aangezien de kansen op succes om via gerechtelijke weg een hogere compensatie te verkrijgen, bemoeilijkt werden door de dading die in 2018 door Lantis werd afgesloten. Het is discutabel of dit bedrag voor een rechtbank ooit behaald zou kunnen worden.
Er waren ook vragen over de gezondheidsschade. De menselijke gezondheidsschade is niet gevat door de saneringsovereenkomst, zodat burgers zich in de toekomst nog steeds kunnen verhalen op 3M indien gezondheidsschade zou komen vast te staan. Dit is uitdrukkelijk bepaald in artikel 7, c van de saneringsovereenkomst. Daarnaast kan ook de overheid nog aanspraken tegen 3M formuleren. Ik denk dat het belangrijk is dat daarvan geen afstand gedaan is.
Enkel de reeds gemaakte kosten door de overheid, onder andere voor het bloedonderzoek, en de lopende onderzoeken worden gevat door de onderhavige saneringsovereenkomst. In de beschikbare 100 miljoen euro is er nog ruimte voor de uitbouw van een zorg- en ondersteuningsprogramma voor de burgers: preventie, monitoring en medisch en psychosociale bijstand aan de burgers.
De afstand met betrekking tot gezondheidszorg heeft dus enkel betrekking op die bevoegdheden. Niets sluit aldus uit dat, indien de gewest- of gemeenschapsbevoegdheden uitbreiden, er later nog andere kosten verhaald kunnen worden op 3M.
Tot slot staat de saneringsovereenkomst niet in de weg dat bepaalde monitoringverplichtingen alsnog bijkomend via de bijzondere omgevingsvergunningsvoorwaarden aan 3M worden opgelegd. Die kosten worden dan natuurlijk nog bijkomend aan 3M opgelegd.
De kosten die samenhangen met medische opvolging, biomonitoring, bloedonderzoek en toxicologische en epidemiologische studies werden geraamd 9 miljoen euro. De 100 miljoen euro biedt dus afdoende ruimte om deze kosten te vergoeden en bijkomende studies te voeren.
Wat betreft de subsidie aan VITO en de inhoud van de huidige en toekomstige gezondheidsonderzoeken, verwijs ik u door naar collega Crevits.
Dan kom ik bij de bedragen. Eerst en vooral, de 250 miljoen euro biedt een financiële zekerheid dat 3M en zijn Amerikaanse moeder hun saneringsplicht en enkele andere verplichtingen zullen vervullen en is geenszins een beperking van de saneringsplicht. De overige bedragen die werden opgenomen in de overeenkomst, kwamen tot stand op basis van ramingen die werden uitgevoerd en desgevallend gestaafd door de diverse betrokken entiteiten: het agentschap Zorg en Gezondheid, Lantis, het Departement MOW, het Departement Omgeving, de OVAM en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Vervolgens werd tijdens de onderhandelingen bekeken in welke mate de geraamde bedragen effectief causaal konden worden gelinkt aan 3M, waarbij uiteraard het procesrisico, de proceskosten en de duur van procedures mee in de weegschaal werden geplaatst. Om dat in perspectief te plaatsen: voor de sanering van asbest was met Eternit een saneringsbedrag van 4 miljoen euro afgesproken.
Indien er bijkomende bodemonderzoeken en bodemsaneringswerken nodig zijn volgens het Bodemdecreet, dan zal 3M er wettelijk toe verplicht zijn, conform de bepalingen van het Bodemdecreet en het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO), om deze uit te voeren. Dat wordt ook expliciet aangegeven in de overeenkomst. Het derde onderdeel van artikel 3 concludeert als volgt: “De kosten waartoe 3M gehouden zou kunnen zijn ingevolge haar saneringsplicht overeenkomstig het Bodemdecreet zijn bijgevolg niet beperkt tot het bedrag van de kredietbrief of een ander commercieel redelijk instrument.” Er is dus geen beperking tot dat bedrag van 250 miljoen euro.
De saneringsovereenkomst waarin 3M zijn verantwoordelijkheid opneemt, ligt, denk ik, in lijn met de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie. Daar hebben we tijdens de onderhandelingen ook continu aan gerefereerd. Daar wil ik iedereen die hard gewerkt heeft aan de aanbevelingen, ook voor bedanken. Dat gaf ons een extra gezagsargument ten aanzien van zo’n multinational.
Op basis van de vandaag voorhanden zijnde informatie werd er middels de saneringsovereenkomst in globo al minsten 571 miljoen euro verkregen. Daarnaast zijn er nog enkele ‘open ends’ voorzien. Eén, de saneringsverplichting die op 3M rust overeenkomstig het Bodemdecreet, wordt niet aangetast. Indien blijkt dat de 250 miljoen euro waartoe 3M zich nu reeds verbindt, onvoldoende is, zal 3M ook de bijkomende kosten betalen. Dat ligt ook in lijn met de aanbevelingen van de onderzoekscommissie. Twee, de menselijke gezondheidsschade is niet vervat in de saneringsovereenkomst, zodat burgers zich in de toekomst nog steeds kunnen verhalen op 3M indien er op termijn gezondheidsschade zou komen vast te staan. Ook daar hadden verschillende leden van de onderzoekscommissie naar verwezen. Drie, er is een mogelijkheid om monitoringsverplichtingen in de omgevingsvergunning op te leggen aan 3M. Dat staat ook mee in de overeenkomst. Vier, ook andere rechtspersonen binnen de Vlaamse overheid kunnen nog verhaal maken ten aanzien van 3M. Ook dat was een belangrijke aanbeveling van de onderzoekscommissie.
De vennootschapsbelasting is een federale materie; de Vlaamse overheid heeft daar geen bevoegdheid over. Ik vond de manier waarop dat in De Standaard beschreven stond, redelijk voos. De titel was pure framing, al hadden bepaalde professoren, onder andere professor Maus, het goed geduid. De Vlaamse overheid kan in een overeenkomst aldus niet bedingen dat de kosten niet fiscaal aftrekbaar zouden zijn. Overigens is de federale fiscale wetgeving van openbare orde en kan daar niet bij overeenkomst van worden afgeweken. Het maakt qua aftrekbaarheid geen enkel verschil uit of deze verplichtingen vrijwillig worden uitgevoerd dan wel of men daartoe zou worden veroordeeld of zich daartoe verbindt in een overeenkomst met de overheid. Ik kijk uit naar de door de Federale Regering aangekondigde fiscale hervormingen om deze terechte vraag aan te pakken.
Wat betreft de vragen over de financiële risico’s dient te worden opgemerkt dat er de voorkeur aan werd gegeven om via onderhandelingen, indien die tot een goed resultaat zouden leiden, tot een adequate en snelle oplossing te komen voor de gerezen PFAS-problematiek. Een gerechtelijke procedure zou om verschillende redenen jaren duren en heel wat procedurele kosten met zich meebrengen, zonder een gegarandeerd resultaat. We mogen ook niet vergeten dat 3M niet de enige vervuiler is, hetgeen ook blijkt uit de beoordeling van de OVAM van het laatste bodemonderzoek van 3M van februari 2022. Daarin werd vastgesteld dat op bepaalde plaatsen verontreiniging afkomstig was van verschillende bronnen. Ik kan me dus al voorstellen dat het een welles-nietesspelletje zou zijn in de rechtbank, met jaren van procederen, misschien zelfs tientallen jaren. We weten allemaal dat multinationals daar ook ervaring in hebben, ik denk dat men in Amerika bijvoorbeeld zeven of acht jaar heeft geprocedeerd. In andere landen was dat ook zo, met alle gevolgen van dien voor de burger natuurlijk, die er dan staat zonder iets in handen te hebben. Er is ook een reëel risico dat de Vlaamse overheid medeaansprakelijk zou zijn, samen met 3M. Dat zou dan een nadelige impact hebben gehad op het hele gegeven.
Bij de onderhandelingen over de bedragen zoals opgenomen in de saneringsovereenkomst werd rekening gehouden met het feit dat het bewijs van een zeker causaal verband voor bepaalde kosten en schade niet evident was. Zo is er tot op heden geen vaststaand causaal verband tussen 3M en het slib in de Schelde, inclusief Amoras en de Royerssluis. Daar was wel wat discussie over.
Verder, en zoals reeds werd toegelicht, betreft het bedrag van 571 miljoen euro een open end. Ik vind het wel belangrijk om dat mee te delen, want ik denk dat collega De Roo dat niet zo had opgevat. Bij deze zeg ik het dus nogmaals. Zowel wij, de overheid, als de burger hebben geen afstand gedaan van de saneringsverplichting die op 3M rust, die dat ook erkent in de overeenkomst, noch van de menselijke gezondheidsschade. Het was voor de Vlaamse Regering een belangrijk punt om dat open te houden, want als in de toekomst blijkt dat er gezondheidsschade is, kunnen we ze toch nog voor de rechtbank brengen.
De saneringsovereenkomst laat ook de bevoegdheid van het Openbaar Ministerie onverlet om desgevallend 3M te vervolgen wegens milieumisdrijven. De saneringsovereenkomst zet de Vlaamse overheid en de burgers dan ook niet compleet vast. De verplichtingen onder het Bodemdecreet zijn onbeperkt. Dat is belangrijk, denk ik. Indien gezondheidsschade zou optreden, kunnen we in de toekomst ook daar nog steeds gaan optreden tegen 3M.
Dan waren er nog wat generieke vragen.
Ten eerste was er de vraag over Omega Law en hoe ik op de uitspraak van de door de overheid aangestelde advocaten reageer. Nogmaals, zoals ik heb gezegd, werd er geopteerd om een adequate en snelle oplossing te vinden voor de gerezen PFAS-problematiek. Gezien ook de goede aanbevelingen en het goede werk van de parlementaire onderzoekscommissie – vind ik persoonlijk – zijn we in onderhandeling gegaan met 3M. Men weet immers nooit hoe een gerechtelijke procedure eindigt. Zo'n procedure duurt heel lang en er is nooit zicht op wat de uitkomst zou zijn. Het zou ook niet goed zijn voor de burgers in Zwijndrecht, die toch met heel veel vragen zitten over de waarde van onroerende goederen, ook op lange termijn. Een sanering moet zo snel mogelijk beginnen.
In dit verband werd er ook rekening gehouden met verweerstrategieën die door 3M zouden kunnen worden gehanteerd in geval van een gerechtelijke procedure. De uitspraak van de advocaat van Omega Law dient dan ook geenszins te worden begrepen als een vaststelling of erkenning van aansprakelijkheid in hoofde van de Vlaamse overheid, maar wel als een mogelijk verweer dat door 3M gevoerd zou kunnen worden. We zien immers hoe 3M zijn verweer heeft opgebouwd in andere landen en volgens die advocaat zou men ook hier meer aansprakelijkheid proberen te bepleiten.
Ik denk dat het ook heel duidelijk is dat, in het geval van een gerechtelijke procedure, er geenszins op korte termijn een bedrag van minimum 571 miljoen euro bekomen zou zijn geworden door de Vlaamse overheid.
Het eigenlijke onderhandelingsproces ging gepaard met verscheidene online en fysieke vertrouwelijke onderhandelingsgesprekken tussen enerzijds diverse betrokken entiteiten langs de kant van de Vlaamse overheid met de kabinetten, het agentschap Zorg en Gezondheid, Lantis, het Departement MOW, het Departement Omgeving, de OVAM en de VMM, en anderzijds 3M Belgium en de vertegenwoordigers van 3M Company VS. Tijdens deze gesprekken werden de betrokken partijen ook bijgestaan door hun raadsleden. Tijdens de fysieke onderhandelingsgesprekken kwamen de verschillende aspecten van de PFAS-problematiek aan bod, waarbij de betrokken entiteiten en kabinetten langs de kant van de Vlaamse overheid elk over hun bevoegdheid ook nadere toelichting zijn komen geven, en dus ook over de raming van de kosten.
Op 20, 21 en 22 april vonden de eerste fysieke onderhandelingsgesprekken plaats met 3M. Tijdens deze gesprekken werd zeer duidelijk dat 3M toch wel naar een onderhandeld akkoord wilde gaan. Dat was de intentie van de Amerikaanse CEO, en in mijn gesprek met hem heb ik ook verwezen naar hun tussenkomst in de parlementaire onderzoekscommissie en heb ik meegegeven dat dat echt heel slecht is aangekomen bij onze parlementsleden maar ook bij heel de samenleving en zeker in Zwijndrecht. Ik heb ook gezegd dat ik wenste om tot een fatsoenlijk akkoord te komen en dat we, zo niet, verder zouden gaan met maatregelen die we konden nemen. Dat heb ik wel heel duidelijk aan die Amerikaanse CEO gezegd en ik voelde me ook gesterkt door de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie om de onderhandelingsgesprekken verder te laten gaan.
Vervolgens vonden er op 8 en 9 juni 2022 nieuwe fysieke onderhandelingsgesprekken plaats. Tijdens deze onderhandelingsgesprekken werd er een beginselovereenstemming bereikt die uiteindelijk resulteerde in de saneringsovereenkomst zoals deze op 6 juli 2022 werd ondertekend.
De bedragen die werden opgenomen in de overeenkomst kwamen tot stand op basis van ramingen die werden uitgevoerd en werden desgevallend ook gestaafd door de diverse betrokken entiteiten. Vervolgens werd tijdens de onderhandelingen bekeken in welke mate de geraamde bedragen effectief ook causaal konden worden gelinkt aan 3M, waarbij uiteraard ook het procesrisico, de proceskosten en de duur van procedures mee in de weegschaal werden geplaatst.
De saneringsovereenkomst is, naar mijn oordeel, een goed akkoord omdat het een globale en geïntegreerde regeling bevat die de verschillende aspecten van de PFAS-problematiek oplost. Zowel de snelheid, transparantie, de hoogte als de scope van de saneringsovereenkomst zijn ongezien in België. Het belangrijkste is uiteraard dat er nu zicht is op een snelle sanering en dat 3M ook onbeperkt aansprakelijk blijft voor de sanering van de door hen veroorzaakte vervuiling en eventuele later aan te tonen gezondheidsschade.
Bij dezen zou ik dan ook de collega-parlementsleden in de onderzoekscommissie die daar veel tijd hebben ingestoken, willen bedanken voor hun bijdrage, maar ook eenieder die de afgelopen tien maanden achter de schermen heel hard heeft gewerkt aan deze saneringsovereenkomst.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Dank u, minister, voor het uitgebreid antwoord op de vele vragen die zijn gesteld. Ik denk dat het terecht is dat er heel wat vragen worden gesteld over die saneringsovereenkomst die natuurlijk wat vragen oproept. De verwachtingen lagen hoog, onder andere, minister, door de straffe taal die u, ook in het parlement, hebt gesproken over wat wij mochten verwachten van de stappen die u zou ondernemen richting 3M. Maar eveneens door de aanbevelingen vanuit de onderzoekscommissie die effectief erop heeft aangedrongen om alle mogelijke manieren aan te wenden om 3M verantwoordelijk te stellen voor de vervuiling die zij hebben veroorzaakt. Wij hebben het daar ook in de onderzoekscommissie over gehad en conclusies over getrokken.
Als ik uw antwoord nu hoor, dan stel ik vooral zelf vast dat de hoge verwachtingen en de straffe taal een stuk worden ingehaald door de juridische realiteit, die er natuurlijk is. U hebt een aantal keren, zelfs verschillende keren, gesproken over dat causaal verband, en dat is ook iets wat 3M heel regelmatig in de onderzoekscommissie naar voren gebracht heeft. Ze zeggen namelijk dat er geen causaal verband zou zijn en er dus geen schade kan uit voortvloeien, om kort door de bocht te gaan. U hebt erop gewezen dat die er wellicht niet is in het kader van de sanering, omdat 3M niet de enige vervuiler zou zijn met PFAS. Daardoor is deze overeenkomst dan tot stand gekomen.
Langs de andere kant hebt u ook een aantal keer gesproken over de nog aan te tonen gezondheidsschade. Mijn vrees is daar dat door dit nu ook open te laten en door er vanuit Vlaanderen op dit moment geen verder gevolg aan te geven, we de burgers een stuk in de kou laten staan. En we moeten ook realistisch zijn, burgers die kost laten verhalen op de grote multinational 3M, dat zal geen eenvoudige oefening zijn.
Ik denk dus dat de verwachtingen bij de inwoners van Zwijndrecht, maar ook van Antwerpen en omstreken, ook van het Waasland, zeer hoog waren en dat zij wellicht wel teleurgesteld zullen zijn in de overeenkomst die daarrond momenteel is afgesloten.
Dat er een overeenkomst is gesloten, dat er op korte termijn duidelijkheid is, enerzijds over de sanering en anderzijds over welke budgetten het gaat, is natuurlijk goed. Maar over de hoogte van de bedragen blijven, bij mij toch alleszins, nog wel wat vragen overeind. Het is snel gegaan, dat is op zich goed. Maar langs de andere kant is het toch nog niet helemaal duidelijk of die snelheid ook gunstig weegt op de hoogte van de bedragen die uiteindelijk zijn afgesproken.
Ik zou u dan ook willen vragen, minister, of het mogelijk is om de ramingen waarop het gebaseerd is – u hebt die vermeld in uw tussenkomst –, om de stukken die u ter voorbereiding zijn bezorgd, al dan niet vertrouwelijk ter inzage te leggen van het parlement, zodat wij die stukken ook eventjes kunnen raadplegen. Staat u daarvoor open?
Ten derde, ik vernam ook dat de lokale besturen en de omgeving van 3M eigenlijk niet betrokken waren bij de totstandkoming van die overeenkomst. Dat is langs de ene kant normaal, omdat zij natuurlijk geen onderdeel uitmaken van hen die in de overeenkomst vervat zitten. Maar het is wel belangrijk om hen ook verder mee te nemen in het verhaal, om aan hen ook die uitleg te geven over hoe dit tot stand is gekomen en – vooral – hoe zij daar, als lokaal bestuur, verder mee aan de slag kunnen, zeker wanneer ze vragen krijgen van hun burgers. Wat is hun inschatting op het terrein van een al dan niet nog verdergaande vervuiling?
Voor mij zijn er ook nog een aantal detailvragen die naar boven komen. Ik vrees, eerlijk gezegd, dat 3M die 250 miljoen euro zo snel mogelijk zal invullen, ook op de eigen terreinen, dat zij dat bedrag zullen aanwenden om vooral op de eigen terreinen de nodige kosten te maken, die dan wellicht in de fiscaliteit ook gunstig zullen evolueren. Wanneer die pot leeg is, is het nog maar de vraag welk budget er overblijft voor de resterende werken buiten de terreinen. Ik vroeg mij dus af of u daar ook nog iets meer over kunt zeggen. In hoeverre is er zekerheid dat het ook verder gaat dan de investeringen die 3M sowieso op de eigen terreinen zou uitvoeren?
Ten tweede, 3M is eigenlijk ook regisseur van de budgetten over de ondersteuning die zij bieden en waarover ze op redelijke wijze zullen moeten beslissen. Mijn vraag is of die 50 miljoen euro die daarvoor voorzien is, in voldoende mate wordt onderzocht en of er voldoende wordt bijgehouden dat dat effectief redelijk blijft. Hoe zult u dat aanpakken?
Ten derde zijn er ook een aantal scholen, kerkfabrieken en vennootschappen bij betrokken die daar bijvoorbeeld gronden hebben en schade ondervinden. Zitten zij ook vervat in de inspanningen die 3M richting de omgeving wil leveren, in functie van bijvoorbeeld het afgraven van eigendom?
Tot slot, minister, is het akkoord ondertekend door 3M Belgium. Men heeft gezegd dat u contact hebt gehad met de Amerikaanse CEO en dat die eigenlijk goede intenties had, als ik dat zo vrij mag vertalen. Stel dat er plots een ander management zou komen, waarbij 3M Belgium in vereffening gaat, met een paar 100.000 euro in de boeken in België. Dat staat natuurlijk in schril contrast met die 250 miljoen euro borgstelling. Zijn er eigenlijk garanties dat, op het moment dat 3M Belgium in vereffening zou gaan, 3M International die volgende fases die voorzien zijn ook verder zal uitvoeren?
De voorzitter
De heer Anaf heeft het woord.
Hannes Anaf (Vooruit)
Collega De Roo heeft al heel wat bijkomende vragen gesteld. Ik deel zijn bekommernissen voor een heel groot stuk. Als ik de non-verbale communicatie van de collega's zie, denk ik dat niemand heel erg gerustgesteld is door het antwoord.
Minister, eerst en vooral heel erg bedankt voor de appreciatie voor het werk dat wij geleverd hebben in de onderzoekscommissie. De vaststelling is dat er hard gewerkt is door alle collega's, ook door iedereen die hier vandaag de vragen stelt. Er is hard gewerkt, dan is het op zich ook fijn dat dat werk wordt geapprecieerd en wordt meegenomen om met 3M de onderhandelingen aan te gaan.
U zegt dat het over een heel groot bedrag en een heel grote overeenkomst gaat. Dat klopt natuurlijk, maar anderzijds gaat het ook over een heel grote vervuiling. Het gaat over de grootste vervuiling met PFAS in Europa. Eerlijk gezegd hebt u niet heel concreet geantwoord op de vragen over de afstand van rechten en vorderingen. Daarom is mijn bezorgdheid op dat vlak zeker nog niet weg. Ik hoop oprecht dat we over een aantal jaar niet op dezelfde manier naar deze overeenkomst kijken als we vorig jaar naar die dading tussen Lantis en 3M gekeken hebben, namelijk: ‘Hoe is het mogelijk dat daar een aantal dingen in zijn opgenomen?’ Zo kijken we terug naar die dading. Ik heb begrepen dat u eigenlijk ook zo naar die dading kijkt. Ik vond dat zeer opvallend. U verwijst een aantal keer naar de dading tussen 3M en Lantis, die ervoor gezorgd heeft dat u beperkt was in wat u kon vragen van 3M. Begrijp ik dat goed? Staat u eigenlijk nog achter die dading die indertijd afgesloten is, als je ziet wat er ondertussen over die vervuiling bekend is?
Er is nog een bijkomend aspect. We hebben het nieuwe rapport van de heer Vrancken. Het is op zich geen grote verrassing dat PFAS in heel Vlaanderen voorkomen en dat dat nog steeds gebruikt wordt voor een heel aantal producten die we dagelijks gebruiken, zoals papieren bekers en rietjes. Dat is geen geheim. Dat wisten we ook in de onderzoekscommissie al. Daarom is het ook zo belangrijk dat die PFAS op Europees niveau worden uitgefaseerd en zoveel mogelijk worden vervangen door alternatieve, minder schadelijke producten. Die uitfasering van PFAS was trouwens ook een aanbeveling van onze onderzoekscommissie, alsook dat Vlaanderen daarin een voortrekkersrol zou spelen in Europa. Ik zou graag naar de stand van zaken daar willen vragen. Wat is uw standpunt daarover? U neemt de zaken die we met de onderzoekscommissie hebben gesteld, duidelijk ter harte. Maar wat is uw standpunt? Wat is het standpunt dat Vlaanderen op Europees niveau wil innemen en wat is daar de stand van zaken? Bent u van plan om eventueel verder te gaan dan wat Europa op dit moment voorschrijft?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, dank u wel voor uw uitvoerig antwoord, maar ik kan niet onder stoelen of banken steken dat deze overeenkomst me toch wel zorgen baart en dat uw antwoorden mij niet helemaal geruststellen.
De eerste vraag die ik u stelde was waarom u precies dat bedrag van 250 miljoen euro hebt vastgeklikt in deze overeenkomst. U verwijst altijd, al in heel het traject, naar de saneringsplicht die 3M heeft en nu ook erkent. Maar dan klikt u daar een fiks bedrag aan vast, fase 1, alvorens het bodemsaneringstraject fase 1 ook maar is afgerond. Het is voor mij helemaal niet duidelijk waarom u daarvoor gekozen hebt, en niet voor een soort voorfinanciering, maar echt al gezegd hebt: ‘Dit is voor fase 1.’
Daaraan gekoppeld: u gaf daarnet aan dat de beginselovereenkomst op 8 juni op tafel lag. 8 juni is ook precies het moment dat de PFAS-productie opnieuw is opgestart bij 3M. Ik maak mij de volgende bedenking. U hebt 250 miljoen euro voor de sanering vastgeklikt in die overeenkomst, daar zijn we echt zeker van. U had daar de stok achter de deur om die productie niet opnieuw te laten opstarten. Nu is de productie heropgestart. Zult u met de overeenkomst die nu op tafel ligt, wel voldoende tools in handen hebben als blijkt dat fase 2 en fase 3 veel meer kosten, zodat 3M dan wel meer zal betalen dan uitsluitend die 250 miljoen euro voor die sanering? Ik wil daarbij benadrukken dat 250 miljoen euro heel veel klinkt, maar het blijft ook wel een van de grootste vervuilingen met PFOS, zelfs op wereldschaal. Ik denk dat die 250 miljoen euro absoluut niet de kosten van de vervuiling zal dekken.
Ten tweede, u gaf daarnet ook aan dat de dading met Lantis onverwijld blijft gelden. Dat las ik ook in de overeenkomst. Minister, is er overwogen om af te stappen van de dading, mede met de kennis dat de Raad van State ook heel wat bedenkingen maakt over de inhoud van de dading? Waarom is ervoor gekozen om de dading helemaal te laten gelden en niet om ervan af te stappen?
Ten derde, enkele dagen nadat de deal bekendgemaakt is, lazen we een bedenking van Isabelle Larmuseau. Ze maakte de combinatie van deze deal en de kaderrichtlijn Water. Die gaf aan dat, aangezien de stroomgebiedbeheerplannen nu beslissen dat we niet tegen 2027 – en dat is meteen ook de link naar de vraag in het begin van deze commissie – zullen voldoen aan de kaderrichtlijn Water, we dus uitstel moeten vragen aan Europa. Europa geeft enkel uitstel als er intussen geen achteruitgang is. Maar wat blijkt? Door de PFAS-verontreiniging en de mogelijkheid dat er nog PFAS geloosd worden in het water en in de lucht en dat er bovendien verontreinigd grondwater opgepompt wordt in de werven rond 3M, waardoor het oppervlaktewater bijkomend vervuild wordt, blijft die toestand niet gelijk, maar gaat de kwaliteit van ons oppervlaktewater achteruit. Met andere woorden – zij maakt dan de redenering – gaan wij van Europa geen uitstel krijgen voor de kaderrichtlijn Water. Er zal dus een boete volgen en mogelijk ook een vergunningsstop.
Minister, is dat element, het feit dat we dat risico lopen, ook meegenomen in de onderhandelingen met 3M?
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Minister, dank voor het uitgebreide antwoord. Met één ding wil ik u in elk geval complimenteren: de kwestie van de transparantie. Het is een grote vooruitgang in vergelijking met uw voorganger dat we op zijn minst inzage krijgen in welke overeenkomsten er gesloten worden, wat erin staat en dat debat erover kunnen hebben. Dat is toch belangrijk om te benadrukken. Los van wat erin staat, weten we op z’n minst al wat erin staat. Dat is al goed.
Verder zijn er voor mij een aantal zaken duidelijk en een aantal niet. Voor mij is duidelijk dat de onderzoekscommissie PFOS veel verder had moeten gaan in haar conclusies. Ja, de manier waarop de Vlaamse overheid gehandeld heeft, brengt ons nu in de problemen. En twee, de dading brengt ons nu in de problemen. Dat zijn twee zaken die we niet hebben kunnen vaststellen en die niet in het eindverslag van de onderzoekscommissie zijn geraakt en die er duidelijk wel in hadden moeten staan. Want u zegt dat de kwestie van de aansprakelijkheid van de Vlaamse overheid een argument is dat door 3M gebruikt zou kunnen worden. Uw advocaten hebben ook gezegd dat het niet uitgesloten is dat ze daar gelijk op krijgen. Dat is natuurlijk waar het om draait. Dat is wat mij betreft duidelijk. Dat is een redelijk stevige boodschap aan de verantwoordelijke die dit dossier in het verleden behandelde.
Wat me nog niet duidelijk is, is rond Oosterweel. U zegt dat u geen afstand doet van de saneringsverplichting van Oosterweel. Nee, maar u zegt ook dat vertragingsboetes niet gaan door de dading, en 100 miljoen euro is toch al een stap vooruit ten opzichte van opnieuw de dading. Ik heb het daar toch bijzonder moeilijk mee, want bij Oosterweel gaat het over veel meer dan sanering. Alle kosten die tot nu toe gemaakt zijn op de Oosterweelwerken voor PFOS vallen niet onder sanering, allemaal niet. Die kunnen dus niet verhaald worden op 3M binnen deze overeenkomst. In de toekomst zullen nog veel kosten gemaakt moeten worden die niks te maken hebben met sanering en die dus, als ik het goed begrijp, niet op 3M verhaald zullen kunnen worden, maar die natuurlijk wel heel veel geld zullen kosten. Dat geld zal van de belastingbetaler komen.
Dat is exact wat we in de onderzoekscommissie gezegd hebben dat niet zou mogen gebeuren en wat u trouwens ook altijd herhaald hebt. Minister, daarom had ik ook gevraagd wat op dit moment de raming is van wat de meerkosten door PFOS en PFAS zullen zijn. Want als je dan kijkt naar de 50 miljoen euro cash, plus 50 miljoen euro aan diensten – u bent trouwens niet ingegaan op wat die diensten juist betekenen –: dat staat toch niet met elkaar in verhouding. U kunt zeggen dat 100 miljoen euro veel geld is. Dat is meer dan Eternit. Goed, ik kijk liever naar de Verenigde Staten. Daar zijn inderdaad lange rechtszaken uitgevoerd, maar wel rechtszaken met resultaat. DuPont heeft 750 miljoen euro betaald aan West-Virginia. 3M heeft 850 miljoen euro betaald in Minnesota. Dat zijn andere bedragen dan de 4 miljoen euro van Eternit en andere bedragen dan de 50 miljoen euro cash voor Oosterweel.
Daarom vind ik de vraag van de heer Schiltz heel interessant. Maar wat bedoelt u met die diensten? Want er stonden al wat diensten in de dading: het gebruik van terreinen enzovoort stond er allemaal in, maar dat was toen nog gratis. Klopt het dat 3M dat nu mag aanrekenen? Of gaat het over andere diensten? Dat lijkt me wel bijzonder interessant. Dus wat Oosterweel betreft, is het mij niet duidelijk. Ik denk dat de conclusie is dat we honderden miljoenen euro’s gaan betalen op kosten van de belastingbetaler die niet verhaald gaan kunnen worden op 3M. Kunt u dat bevestigen, ja of nee?
Ten tweede zijn er de andere vorderingen door andere entiteiten en de saneringsplicht voor waterbodems. Die andere entiteiten, dat zijn dan toch geen entiteiten van de Vlaamse overheid, want die worden expliciet uitgesloten in artikel 7. En wat betreft de waterbodems, staat in artikel 7, tweede onderdeel, d), van de overeenkomst een uitsluiting van verdere vordering van “alle vroegere, huidige en toekomstige kosten, voorzienbaar of onvoorzienbaar, in verband met het verwijderen of beheren van sediment, slib, bodems in de Schelde, het Albertkanaal”, en zo verder, “ontwatering of waterbeheeractiviteiten in verband met dergelijke sedimenten”. Daar valt toch alles onder wat er nog rond PFAS ondernomen zal worden in de Schelde en andere waterlichamen in Vlaanderen? Dat is toch op zijn minst in tegenstrijd met wat u zegt over de saneringsplicht? En wat gaat dan boven wat? Want hier staat geen uitzondering in voor de saneringsplicht. Er staat gewoon dat het uitgesloten is. Dat is mij dus onduidelijk. Kunt u daar bijkomende verheldering over brengen? Die entiteiten, gaat dat dan enkel over Zwijndrecht en Port of Antwerp? Want alle entiteiten die onder de Vlaamse overheid vallen, zijn volgens mij gevat door deze overeenkomst. En hoe zit dat met de saneringsplicht voor waterbodems?
Wat de gezondheidskosten betreft, volg ik helemaal niet. Maar ik kan ernaast zitten. U zegt dat burgers nog kunnen vorderen en dat de overheid ook nog kan vorderen. Dat van de burgers lees ik, dat van de overheid niet. Over de overheid lees ik in artikel 7, tweede onderdeel, c): “Alle vroegere, huidige en toekomstige kosten, voorzienbaar of onvoorzienbaar, die door de Overheid worden gemaakt in verband met de PFAS die in de Vestiging zijn gegenereerd, met inbegrip van maar niet beperkt tot alle kosten in verband met gezondheidszorg of medische dienst die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Overheid wordt verschaft.” Dat wordt uitgesloten. Ik snap dus niet goed dat u zegt dat de overheid wel nog kan vorderen, als hier expliciet staat dat de overheid niet meer kan vorderen voor die gevallen.
Volgens mij blijft effectief enkel de burger over. Dat staat op het einde van artikel 7, tweede onderdeel, c): “(…) met dien verstande dat het voorgaande geen beperking inhoudt voor vorderingen van derden-natuurlijke personen met betrekking tot gezondheidsschade die zij beweren te hebben geleden als gevolg van blootstelling aan PFAS.” Dat is dus enkel over mensen die zelf gezondheidsschade zouden hebben geleden. En dan ben ik het helemaal eens met de heer De Roo. We kunnen toch niet verwachten dat iedere individuele burger 3M gaat aanklagen voor individuele gezondheidsschade? Dat is nu toch wat we hebben geleerd uit heel dat schandaal, dat we dat collectief moeten aanpakken? De vraag is dus of ik dat correct interpreteer.
Tot slot bent u verschillende teruggekomen op de kwestie dat 3M niet de enige PFAS-uitstoter is. Dat klopt uiteraard, maar het is wel een van de weinige PFAS-producenten. Ik vraag me af in hoeverre daarmee rekening is gehouden. De Naeyer in Willebroek heeft zelf geen PFAS gemaakt, maar heeft PFAS verwerkt. En die PFAS kwamen ofwel van DuPont in Mechelen ofwel van 3M in Zwijndrecht. De vraag is of zij dan correct geïnformeerd zijn over de omgang daarmee en of ze dat daarna zelf hebben gedaan. Je moet toch teruggaan tot wie de miserie gemaakt heeft, zonder daar op een correcte manier de gevolgen voor te dragen. Is daarmee rekening gehouden in de hele kwestie van de onderhandelingen?
De voorzitter
De heer Schiltz heeft het woord.
Willem-Frederik Schiltz (Open Vld)
Minister, het is mij nog niet helemaal duidelijk hoe de raming van alle kosten gemaakt is. Ik neem aan dat daar schriftelijke documenten over bestaan. Misschien kan het wel nuttig zijn om aan onze commissie de oplijsting van de geraamde kosten ten laste van de Vlaamse overheid te bezorgen, zodat we die in perspectief kunnen zetten met het totaalbedrag waartoe 3M zich geëngageerd heeft.
Ik ga op een aantal punten terugkomen. De twee dingen die niet afgesloten zijn, waar een ‘open end’ gezien of gelezen zou kunnen worden, is ten eerste de saneringsplicht onder het Bodemdecreet, vertrekkende van de eigen vestiging, voor alle duidelijkheid, dus geen productaansprakelijkheid voor het produceren van PFAS die bij De Naeyer terecht is gekomen en daar het milieu heeft vervuild. Daar is het afgesloten. Het is enkel voor Bodemsaneringsdecreet 3M Zwijndrecht. We sluiten nu dus een dading met 3M voor de schade, behalve een erkenning van de saneringsplicht onder het Bodemdecreet, maar we hebben wel net een onderzoekscommissie achter de rug om uit te dokteren waarom er in godsnaam een dading is gesloten, als we ze gewoon tegen het kruis van de rechtvaardigheid die het Bodemdecreet in zich draagt, hadden kunnen spijkeren.
De OVAM heeft ons gezegd dat dat niet zo gemakkelijk was, omdat het Bodemdecreet hen niet in staat stelt om zomaar te zeggen: ‘Vriend, hier is vervuiling. Opkuisen die boel.’ Want die bodemonderzoeken zijn allemaal contesteerbaar. Er wordt 33 keer beroep aangetekend en zo verder. Zij mogen ook niet buiten de vestiging gaan. Dat moeten ze met een heel uitgerekte manier doen, weliswaar ook met een minister als uzelf, die hen een beetje geforceerd heeft om de ruimtes die ze hebben, in te nemen.
Het lijkt me nu dus niet zo evident dat staan zwaaien met het Bodemsaneringsdecreet voldoende is om meteen elke bijkomende kost van 3M verhaald te zien. Daar ben ik toch heel bezorgd over. Ik lees ook iets over de imperiumbevoegdheid van de Vlaamse overheid. Uiteraard, een overheid is een overheid, die niet zoals een burger een dading sluit. Dat is iets anders.
Stel nu dat wij als Vlaams Parlement het Bodemdecreet aanpassen en dat een veel bredere toepassing geven. Is dat een mogelijkheid om te ontsnappen aan die beperking die er vandaag lijkt te bestaan? U herinnert zich dat in het rapport van de onderzoekscommissie ook is verwezen naar de nodige herziening van het Bodemdecreet om onder andere meer duidelijkheid te krijgen over de vraag wat ‘stort’ en wat ‘vervuilde grond’ is, wat men daar allemaal mee mag doen en dergelijke meer.
Een beetje verder daarop doorgaand: u hebt inderdaad een paar keer lijken aan te geven dat uw onderhandelingsmarge enigszins beperkt was door de dading met Lantis, maar kunt u daar toch nog eens concreet op ingaan? Hoe is nu die verhouding? Heeft de heronderhandeling van die dading mee op tafel gelegen? Minister, ik heb trouwens alle respect voor het werk dat ook u in dit dossier hebt verricht, om te proberen dit dossier uit het verleden op te kuisen. Ik probeer mij dat echter in te beelden. U hebt het rapport van de onderzoekscommissie waarmee u de CEO zo’n beetje om de oren slaat. Terecht. Ik ben blij dat we daartoe hebben kunnen bijdragen. U hebt de vaste wil om hen te laten opdraaien voor de schade. Daar is commotie over. Ze zitten in de verdrukking. Hun activiteiten zijn gestaakt. De Oosterweelwerken liggen stil en dat komt op hun conto. Dat ziet iedereen, dat beseft iedereen. Dan heb je een CEO en een minister, en die willen de zaak oplossen. Is het niet denkbaar dat je dan meteen de volledige sanering bekijkt, met het installeren van een stort en de berging van die vervuilde grond? Oké, die dading, dat zal dan allemaal wel zo zijn. Misschien moet er worden betaald in plaats van dat er gratis grond is. Misschien moet er een stort worden gebouwd op de terreinen van 3M, waarvoor de Vlaamse overheid dan misschien betaalt omdat er ook andere vervuilde gronden zijn. Ik weet het niet, er valt veel te bedenken, maar concreet: heeft het samenvoegen van de oude dading tussen 3M en Lantis met de huidige dading tussen 3M en de Vlaamse overheid op tafel gelegen? Lantis is immers toch ook enigszins een deel van de Vlaamse overheid. Daar kunnen we echter verder over discussiëren. Ik ga daar echter dieper op in omdat u hebt gezegd: ‘Geen stress, de waterwegen en de haven van Antwerpen vallen daar niet onder.’ Als ik kijk naar de definitie van ‘Vlaamse overheid’ in de aanvangsclausule, dan is die wel heel breed. Daar staat ook niet in waartoe dat zich beperkt. Ik dacht dat De Vlaamse Waterweg toch wel onder Vlaamse overheid valt. Het lijkt me dat, indien Port of Antwerp-Bruges een claim zou indienen, 3M er meteen mee zou zwaaien dat die raad van bestuur politiek is aangestuurd en dat dat dus een filiaal is van de Vlaamse overheid of van de overheid tout court. Kunt u ons daar wat meer duiding bij geven? Is dat duidelijk uitgezocht? Dat is natuurlijk maar een deel van het geheel. Het gros, de vervuiling in de Schelde, zal wel onder deze overeenkomst vallen, denk ik.
Het tweede aspect dat ontsnapt aan de beperking van de overeenkomst, is gezondheidsschade. Pas op, dat is niet de biomonitoring die de Vlaamse overheid laat uitvoeren via de overeenkomst met onder andere VITO, maar de rechtstreekse gezondheidsschade. Een overheid kan ter zake moeilijk een vrijwaring instellen namens individuele burgers. Dat is logisch. Ik hoop ook dat dat niet de bedoeling is. Minister, ik heb u de vraag gesteld. Stel dat een individuele burger klachten ondervindt. Het is heel moeilijk om het rechtstreeks causaal verband aan te tonen. Dat is ook een van de redenen waarom we in de onderzoekscommissie hebben aangeboden een fonds op te richten dat voor een deel de tussentijdse kosten kan ondervangen die burgers of de Vlaamse overheid moeten maken om die gezondheidsschade op lange termijn te kunnen vaststellen. Die is immers niet acuut. Dat is een langetermijneffect dat nog zal moeten blijken. Die kosten dragen wij natuurlijk zelf. Heb ik goed begrepen dat de kosten voor biomonitoring om op termijn eventueel causaliteit te kunnen aantonen op 9 miljoen euro worden geraamd? Dat is die overeenkomst met VITO, dat heb ik juist begrepen, maar er zijn nog andere kosten denkbaar op lange termijn, lijkt mij, om de gezondheid van de mensen in kaart te kunnen brengen en dus de collectieve taak van de overheid ter zake op te nemen.
Minister, u hebt een paar keer gesproken over de mogelijke aansprakelijkheid van de Vlaamse overheid. Ik word daar een beetje ongemakkelijk van. Het is niet zo dat u dat zegt, maar ik weet niet goed wat ik daarover moet denken. Wil dat zeggen dat de Vlaamse overheid of overheden een fout hebben gemaakt? Wil dat zeggen dat wij op een bepaalde manier hebben gehandeld waardoor wij nu niet in staat zijn om ten volle de aansprakelijkheid van 3M af te dwingen? Dat gaat natuurlijk een stuk verder dan de onderzoekscommissie. Goed, die onderzoekscommissie is achter de rug. Alle politieke fracties hebben hun standpunt daarover ingenomen, maar ik denk dat we in het parlement nog eens goed met elkaar moeten praten om ervoor te zorgen dat we met alle decreten inzake handhaving, inzake milieubescherming, bodem en zo verder dan nooit meer in een dergelijke situatie kunnen terechtkomen. U vergelijkt ook met Eternit. 4 miljoen euro, inderdaad. We hebben er in de onderzoekscommissie ook steevast op gehamerd: geen fondsen à la Eternit, niet twee keer dezelfde fout maken, niet een te beperkt fonds dat dan wordt afgegrendeld en zo verder, om ervoor te blijven zorgen dat mensen hun schade vergoed krijgen.
Sta mij toe, collega's, om ook te zeggen dat een bedrag van 570 miljoen euro niet niets is. Dat is heel veel geld. Er wordt gezegd dat daar inderdaad grote steun tegenover staat, maar hier is zeker en vast een belangrijke slag binnengehaald. Dat moeten we ook erkennen. Met dit geld kunnen we minstens een stuk, waarschijnlijk een groot stuk, van de kosten recupereren. Maar het ware wel nuttig om terug te komen op mijn eerste bijkomende vraag naar een meer gedetailleerd overzicht van de ramingen van de geschatte kosten die deze vervuiling met zich meebrengt.
Nog één punt, minister. Als je voor dergelijke zaken komt te staan, heb je twee opties. Ofwel trek je juridisch ten oorlog, en dan weet je dat je jaren en legislaturen bezig zult zijn, toch minstens voor één legislatuur. Of je probeert er zoveel mogelijk uit te krijgen, gelet op alle juridische risico’s en dergelijke meer, en de kosten voor de belastingbetaler te beperken. Dat is een valabele keuze, en een keuze om het procesrisico adequaat te appreciëren. Dan kiezen voor een dading, is zeker een eerbare piste. Het is evenwel, voor mij als parlementslid, niet evident om dat procesrisico exact in te schatten. Ik heb al verwezen naar de mogelijke aansprakelijkheid van de Vlaamse overheid.
Er schuurt bij mij toch iets. Al die vele burgers die hoge concentraties van PFOS in hun bloed hebben, die bezorgd zijn, hebben het aartsmoeilijk om het causaal verband te bewijzen. Er zijn er aantal waar die bloedwaarden extreem hoog zijn, en die ook een aantal symptomen vertonen van ziektebeelden die gelinkt worden aan langdurige blootstelling aan hoge concentraties PFOS. Dan is het toch onze taak als Vlaamse overheid – een invulling van het beschermingsprincipe dat wil dat we onze burgers beschermen tegen onheil, vergiftiging en vervuiling – om met hen te zoeken hoe we dat causaal verband kunnen versterken. Ik hoop van ganser harte dat het biomonitoringsprogramma daar de komende jaren toe zal bijdragen, en dat we uiteindelijk mensen gerust kunnen stellen dat de schade door 3M betaald zal worden, welke gezondheidsschade ze ook lijden.
De voorzitter
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Freya Perdaens (N-VA)
Dank aan alle vraagstellers. Alle punctuele vragen zijn ondertussen al gesteld, maar ik wou nog even voortgaan op het allereerste luik van de tussenkomst van collega D’Haese. Daarin roemde hij u, minister, om de transparantie in de dading. Ik zou daar graag nog enkele bedenkingen aan willen toevoegen. Enerzijds is er de moeilijkheid die al aangehaald werd: dat het vorig dossier geen evident dossier was. Het is een understatement om te stellen dat dit geen evident dossier geweest zal zijn om te onderhandelen, niet het minst omdat u onderhandelde daar waar er al een dading bestond, en om de andere randfactoren die u daarnet aanhaalde.
Ik denk dat het ook belangrijk is om te stellen dat u een vuist maakt, dat de vervuiler effectief betaalt, dat die meer dan ooit verantwoordelijk gesteld kan worden voor de vervuiling die hij veroorzaakt. Ik kan met de collega’s vaststellen dat we misschien graag zouden willen dat dit verder gaat, maar ik zie ook in dat er beperkingen zijn in wat mogelijk is, zowel juridisch als onderhandelingsgewijs. Ik denk dat het belangrijk is dat ze enerzijds verantwoordelijk gesteld worden voor het opkuisen van hun rommel, en dat er kan worden overgegaan tot het effectief opruimen en saneren. Alvast bedankt om voet bij stuk te houden, minister.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Collega’s, bedankt voor de vragen, en bedankt, minister, voor uw antwoorden. Dank voor de waardering die u uitspreekt ten aanzien van de onderzoekscommissie en voor het transparant maken van de overeenkomst, wat ook een van de belangrijke aanbevelingen was van de onderzoekscommissie. We hebben appreciatie voor de wil om die aanbeveling ook effectief uit te voeren, en 3M inderdaad te kunnen aanspreken op zijn verantwoordelijkheid. Het is een heel breed debat, er zijn heel veel vragen over gesteld. Ik ben zeer benieuwd naar het vervolg van de antwoorden.
Ik zou nog graag drie punctuele vragen aan u willen voorleggen, minister, omdat ik vragen had op het moment dat u antwoord gaf. Ik zal die antwoorden ongetwijfeld nog eens ten gronde nalezen.
Ten eerste: in de overeenkomst zijn van een aantal zaken afstand gedaan, omdat wordt aangegeven dat de bron van vervuiling niet eenduidig aan 3M kan worden toegewezen. Dat zorgt voor een complexe discussie. De collega’s hebben er al naar verwezen. Maar er wordt ook effectief afstand gedaan van de mogelijkheid om 3M daar alsnog op te kunnen aanspreken, terwijl je ook omgekeerd de redenering zou kunnen maken om eerst te kijken welke bronnen er allemaal zijn, en dan gebundeld te kijken wie welke verantwoordelijkheid neemt. Bij dezen zou ik u de vraag willen stellen: op welke manier zullen de kosten die gepaard gaan met de vervuiling, die daar ten gronde ook aanwezig is, verantwoord worden? Komen die volledig op de algemene begroting en zullen we die dus zelf moeten dragen? Voorziet u daar alsnog in de toekomst dat gebundelde gezamenlijke kosten kunnen worden aangesproken?
Een tweede vraag gaat erover dat andere instellingen zelf procedures kunnen starten, ook naar mensen toe, naar de gezondheid toe. Minister, ik wil toch vragen hoe Vlaanderen hier een coördinerende rol in opneemt, en óf Vlaanderen hier een coördinerende rol in opneemt. Want in de onderzoekscommissie is toch verschillende keren gebleken dat als iedereen zelf zijn eigen procedures moet gaan voeren, men dan eigenlijk in verdeelde slagorde naar het slagveld gaat en dan versterk je elkaar niet. Dat gaat dan over overheidsinstellingen op Vlaams niveau, maar ook over gemeenten en eventueel over het federale niveau. Het gaat dus over alle overheidsdiensten, maar inderdaad ook over burgers. Neemt Vlaanderen hier een coördinerende rol in op, of ziet u dat gebeuren, nu of in de toekomst? Want ik denk niet dat het goed is dat we iedereen op dat vlak op zijn of haar eigen terrein laten ploeteren.
Minister, u hebt verschillende keren verwezen naar het open einde. Collega Schiltz verwees er ook al naar: die 175 miljoen euro is niet niks. Ik denk dat we dat inderdaad ook duidelijk moeten erkennen. Anderzijds is de problematiek waarmee we te kampen hebben op het terrein ook niet niets. We hebben niet zo’n goed zicht op de kostenraming als u, minister, maar het aanvoelen leeft een beetje dat dat open einde toch ooit aangesproken zal moeten worden, want met die 175 miljoen euro zullen we er niet komen. Hoe wordt dat open einde opgevolgd? Hoe wordt er opgevolgd dat we dat open einde effectief moeten aanspreken? Want op het moment dat u de onderhandelingen voerde, was het bedrijf gesloten, en zat u in een bepaalde onderhandelingspositie, vanuit de onderzoekscommissie, en zo meer. Maar dat wil zeggen dat we binnen een aantal maanden of jaren in een andere positie zullen zitten. Ik zou dus graag van u willen horen hoe dat budget opgevolgd wordt. Hoe wordt dat open einde opgevolgd, en wat is de garantie, of welke hefbomen hebben we dan dat 3M daar effectief gevolg aan zal geven? Of gaan we dan alsnog een gerechtelijke procedure moeten voeren om dat open einde te kunnen aanspreken?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Bedankt voor de vele tussenkomsten, ook aan de collega’s die in de eerste ronde nog geen vragen hadden gesteld.
Ik wil het misschien eerst en vooral over de eventuele gezondheidsschade hebben. Dat was een vraag van collega De Roo, dacht ik. Als u, of als mijn collega die bevoegd is voor Welzijn en Volksgezondheid, mij een studie kan geven waarin het causaal verband vastgelegd is, dan ben ik de eerste die dat ook op tafel gelegd zou hebben op de onderhandelingen. Maar die studie is er vandaag niet. Ik heb begrepen dat er ook nu bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een studie is besteld.
Er is natuurlijk wel een groot verschil met vervuilingsdossiers uit het verleden, waarbij de staat de vervuiler had gevrijwaard. In dezen doen we dat niet. Dat is wel belangrijk. Dus ik vind het eigenlijk niet netjes dat u zegt dat we de burgers in de kou laten staan. Eigenlijk zegt u dan dat mijn collega, minister Crevits, haar werk niet goed gedaan heeft en dat wil ik niet aanvaarden. Dat wilde ik toch even aan u meegeven, collega De Roo.
Maar als iemand zegt dat er een causaal verband is, dan zou ik dat graag zien. Want als er een causaal verband is, of dat komt nog vast te staan in de loop van de komende jaren, maanden of wat dan ook, dan zal er natuurlijk ook opnieuw onderhandeld worden. Dat is ook de reden waarom we daar geen vrijgeleide hebben gegeven.
De advocaten van Zwijndrecht en het Vlaamse Gewest hebben wel vertrouwelijke gesprekken gehad in verband met de saneringsovereenkomst. Dat is ook met hen op die manier afgestemd. Het spreekt voor zich dat, als we aan het onderhandelen zijn over een saneringsovereenkomst, we dan niet met alle stadsbesturen rechtstreeks gaan onderhandelen. Via de advocaten waren ze wel op de hoogte gesteld en er werd ook afgestemd. Het is ook zo dat er nu op regelmatige basis met de gemeente verder wordt afgestemd rond werken die natuurlijk zullen plaatsvinden.
Het is typisch de politiek, en ik heb daar ook helemaal geen problemen mee, maar het is wel zo dat er nog nooit zo’n financiële zekerheid van deze grootteorde is gegeven voor een sanering in Vlaanderen. Dat is nu eenmaal een feit, en of de collega’s dat nu leuk vinden of niet, mij allemaal niet gelaten. Voor mij was het belangrijk dat we op korte tijd, op tien maanden tijd, tot een bepaald budget kwamen, weliswaar open end, dat 3M zijn saneringsplicht had erkend, en dat we vandaaruit ook eindelijk konden beginnen met de saneringswerken.
Dus neem het mij niet kwalijk dat ik misschien een beetje te voortvarend ben in dezen, maar dat dossier gaat ook al heel lang mee, zoals jullie weten. Dus het werd ook wel hoog tijd dat er eindelijk centen ter beschikking waren om eindelijk aan die sanering te beginnen.
De tussenkomst voor grondwerken wordt uitgewerkt samen met de gemeenten. De kredietbrief van 250 miljoen euro is gedekt door de Amerikaanse moedervennootschap. De kredietwaardigheid van de Belgische moeder is dus geen issue.
Zoals jullie weten, heeft België zich op Vlaams initiatief achter een initiatief van Denemarken en Nederland geschaard om PFAS uit te faseren, ook op Europees niveau. Ik ben daarover vaak en meermaals in contact met de Nederlandse collega’s.
250 miljoen euro is een financiële zekerheid aan de burgers dat er zal worden gesaneerd. Ik wil de bedragen die we jaarlijks vrijmaken om de vervuiling door asbest zelf te bekostigen niet opnoemen. Eternit heeft destijds zo’n 4,2 miljoen euro moeten betalen. Qua grootteorde is het dus wel duidelijk dat er hier hard is onderhandeld.
Het is geen gesloten enveloppe voor fase 1. Dat wil ik nog eens benadrukken. Het is dus onwaar dat fase 1 tot dat bedrag wordt beperkt.
Er liggen 93 productieprocessen stil. We zullen dat niet aan het ene of andere koppelen. De dienst Handhaving houdt zich daarmee bezig.
Ik zou wel willen, maar als je onderhandelt, moet je ook een bewijs of een begin van bewijs kunnen voorleggen. Op basis van stukken hebben we kunnen zeggen wat 3M moet betalen. Maar je kunt 3M niet laten opdraaien voor alle PFAS-gerelateerde watersaneringen, omdat 3M daar niet de enige vervuiler is. Daar kun je niet omheen.
De Amerikaanse bedragen gelden niet in Europa, collega D’Haese, omdat wij geen systeem van punitive damages kennen. Helaas bestaat dat niet in onze rechtsorde, in Amerika bestaat dat wel.
Andere entiteiten van de Vlaamse overheid, zoals De Vlaamse Waterweg en De Werkvennootschap kunnen nog steeds vorderingen instellen ten aanzien van 3M, aangezien zij daar een gedelegeerde bevoegdheid toe hebben. Daar is geen afstand van gedaan.
Zoals ik eerder heb gezegd, doe je aan politiek omdat je voortgang wilt in dossiers en omdat je middelen ter beschikking wilt hebben om de vervuiling effectief aan te pakken, beginnend met de tuinen van de burgers. Geen geld betekent ook dat je niet kunt saneren. Ik hoop dat dat voor iedereen duidelijk is.
Afstand van rechtsvordering uit artikel 7 van de saneringsovereenkomst heeft geen betrekking op de saneringsplicht en herstelplicht. De sanering van de Schelde kan dus nog aan 3M worden opgelegd.
Artikel 7.2 c van de saneringsovereenkomst heeft enkel betrekking op bevoegdheden die vandaag gemeenschapsbevoegdheden zijn. Het huidige Europese wetgevende kader en de federale Productaansprakelijkheidswet laten niet toe om het op de producent 3M te verhalen.
Er moet natuurlijk rekening worden gehouden met het niet-retroactiviteitsbeginsel van wetgeving die in het Bodemdecreet wordt bekeken. Collega Schiltz, van de andere vervuilers zullen we het bekijken. Je moet altijd een begin van een bewijs hebben als je iemand in gebreke zult stellen, zult dagvaarden en als je gaat onderhandelen. We zullen dat zeker bekijken.
We kunnen niet vooruitlopen op vergunningsplichtige activiteiten zoals een tussentijdse opslagplaats. Heronderhandeling van de dading uit 2017 was onbespreekbaar voor 3M. Daarmee is ook gekozen voor een derde beding waarbij bijkomende verplichtingen worden bedongen ten gunste van Lantis, zonder dat er iets verandert aan die bestaande dading. De Vlaamse Waterweg heeft bijvoorbeeld een gedelegeerde bevoegdheid en de Vlaamse Regering kan niet zonder de intrekking van de handtekeningsbevoegdheid mee tekenen voor De Vlaamse Waterweg.
Rond monitoring zal er met collega Crevits worden gewerkt om de gezondheid van de gemeenschap in Zwijndrecht te bekijken. Alle vragen rond gezondheid en een eventueel causaal verband met PFAS moet u aan mijn collega stellen.
Als we zouden procederen, moeten we natuurlijk rekening houden met de risico’s van zo’n proces. Ten eerste weet je niet waar je zult eindigen en ten tweede zijn er nadelen zoals PFOS die langer in het milieu blijft en een jarenlange onzekerheid voor de mensen in verband met de betaling van de sanering.
We onderzoeken ook, collega Rombouts en collega Schiltz, hoe we andere verontreinigingsbronnen kunnen aanspreken. Collega Crevits zal de aanpak van de gezondheidsmonitoring coördineren en zal daarvoor desgevallend ook samenwerken met andere entiteiten om de onderzoeken op elkaar af te stemmen en om onze burgers te ondersteunen bij het verhalen op 3M van hun eventuele gezondheidsschade.
We zullen de kosten van de sanering ook opvolgen en 3M proactief blijven wijzen op zijn onbeperkte aansprakelijkheid, zowel inzake sanering als inzake gezondheid. De uitvoering van de overeenkomst zal ook regelmatig worden opgevolgd door alle betrokken overheidsinstanties en natuurlijk ook door 3M zelf.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Dank u, minister, voor uw bijkomend antwoord. Ik denk dat na het hele debat duidelijk is dat de saneringsovereenkomst enerzijds zicht geeft op een snelle sanering. Het is belangrijk dat ze die transparantie geeft. Anderzijds geeft ze ook duidelijkheid over de kosten die zijn vastgelegd, evenwel nog niet helemaal over de manier waarop die kosten tot stand zijn gekomen. Vandaar nogmaals mijn vraag, minister, om ons de voorbereidende stukken te laten inzien zodat wij daarin de opgenomen kosten kunnen nakijken.
Minister, de onderzoekscommissie heeft ons veel zaken geleerd, maar twee dingen wil ik toch nog even aanstippen. Ten eerste is het als individuele burger toch moeilijk om verhaal te halen bij een grote multinational. Wij zullen de individuele burgers daarin dus moeten ondersteunen wanneer er effectief gezondheidsschade is. Dat is iets wat zeker verder moet worden meegenomen.
Ten tweede is de hele context rond schadevergoedingen maar ook rond het omgaan met vervuiling gewijzigd. Het is enerzijds goed dat u terugblikt op het verleden, naar Eternit, maar ik denk niet dat we hier aan het maximumbedrag zullen zitten dat we ooit nog zullen halen op het vlak van sanering of op het vlak van het rechtzetten van milieuschade. Ik roep u dus op om vooral naar de toekomst te kijken en om ervoor te zorgen dat de besteding van dat hoge bedrag dat momenteel is vastgelegd, ook in de toekomst wordt opgevolgd en dat dat effectief volledig naar Vlaanderen komt.
De voorzitter
De heer Anaf heeft het woord.
Hannes Anaf (Vooruit)
Dank u wel voor het bijkomend antwoord, minister. Ik moet zeggen dat het een heel lang antwoord was, evenwel zonder echte antwoorden op de grote bezorgdheden. Ik hoor echt niets wat mij geruststelt over eventuele toekomstige problemen door het feit dat er afstand wordt gedaan van een aantal rechten en vorderingen. Die bezorgdheid hebt u echt niet weggenomen met uw antwoord. Ik herhaal het dus nog eens: ik hoop echt dat we binnen een aantal jaren niet terugkijken op deze overeenkomst als op die dading. De overeenkomst gaat weliswaar over een zeer groot bedrag – want u reageert daar wat gepikeerd op maar ik denk dat iedereen erkent dat het over een heel groot bedrag gaat – maar we weten dat de kosten ook gigantisch zullen zijn. Ik maak me daar dus nog steeds heel erg bezorgd over. U bent ook niet meer ingegaan op wat u in uw eerste antwoord herhaaldelijk zei over de dading tussen 3M en Lantis, die ervoor zorgde dat u beperkt werd in wat u kon vragen aan 3M. Ik had daar een bijkomende vraag over gesteld maar daar hebt u niets meer over gezegd – tenzij ik het gemist heb, want het was een lang antwoord. U hebt eigenlijk ook niets gezegd over het standpunt dat Vlaanderen nu gaat innemen in Europa met betrekking tot de uitfasering van PFAS. Ik blijf dus eerlijk gezegd op mijn honger zitten. Ik hoop echt dat we binnen afzienbare tijd niet geconfronteerd worden met iets wat we allemaal niet willen, namelijk dat wij als belastingbetalers worden geconfronteerd met heel hoge kosten in plaats van de vervuiler, 3M, die ze zou moeten betalen.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Dank u voor uw inderdaad zeer uitgebreide antwoord, minister. De PFOS-commissie gaf u in haar aanbevelingen de opdracht om te proberen alle kosten, zowel voor de milieuvervuiling als voor de gezondheid als voor de geleden schade, te verhalen op 3M. Op het eerste gezicht, minister, hebt u een deal onderhandeld die toch een aanzienlijk bedrag heeft opgeleverd. U kondigt dat aan als een start van meer. Maar – en daarin treed ik collega Anaf bij – na de vele antwoorden die we hier gehoord hebben, ben ik niet overtuigd dat dit de start is van meer. Er is al verschillende keren aangehaald dat Vlaanderen in een niet zo stevige positie stond om te onderhandelen. De productie van PFAS is opnieuw opgestart. Wij hopen dat we fout zijn en wij hopen natuurlijk dat deze dading niet in hetzelfde bedje ziek is als de vorige dading en dat we ons daarmee in een positie wringen die ons nadien vastketent en we hopen dat u dat ‘meer’ wel degelijk kunt afdwingen.
Ja, minister, ik erken dat u wellicht heel veel uren onderhandeld hebt en dat die 500 miljoen euro een serieus bedrag is, maar of het de start is van meer? Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het waar is, maar ik ben er helemaal niet van overtuigd. Wij zullen alleszins van onze kant alles mee in het werk stellen om dit dossier grondig verder op te volgen en de druk hoog te houden. De onderzoekscommissie heeft ons geleerd dat 3M een niet zo betrouwbare partner is. Ik denk dat de inwoners van Zwijndrecht, en eigenlijk alle Vlamingen, er recht op hebben om de echte vervuiler te laten betalen, in plaats van een halfslachtige oplossing.
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Bedankt voor het antwoord, minister, maar ik vind inderdaad ook dat u veel gezegd hebt, maar weinig antwoorden hebt gegeven. Tot nu toe ben ik altijd redelijk voorzichtig geweest als het over deze overeenkomst ging, maar na deze commissiezitting is het mij wel duidelijk dat 3M een grote slag heeft thuis gehaald. Ik denk dat we het moeilijk anders kunnen zeggen. U mag zich van mij gerust op de borst kloppen voor de 571 miljoen euro. Dat is veel geld, dat zal ik altijd erkennen. Ik heb het in elk geval niet op mijn bankrekening. Maar de schade is dan ook enorm. Ik herhaal dat het Rekenhof de kosten van PFOS alleen al op het Oosterweelterrein op 400 à 500 miljoen euro schat, en dat was nog voordat de grote vertragingen begonnen. De schade is enorm, voor het milieu, voor de gezondheid, voor de werken, en zo verder. We gaan honderden miljoenen aan kosten doorschuiven naar de belastingbetaler. De burger zal zelf naar de rechtbank mogen gaan als hij ziek wordt door PFAS, en als u ’t mij vraagt hebben we geen enkele garantie dat alle kosten effectief zullen worden verhaald op 3M.
Minister, als het gaat over het causaal verband: daarover zijn er toch wel heel wat studies. Ik wil de werkzaamheden van de onderzoekscommissie niet overdoen, maar de combinatie van epidemiologisch onderzoek onder mensen en van proefdieronderzoek, dat is de wetenschappelijke gouden standaard. In de Verenigde Staten zijn daardoor trouwens al rechtszaken gewonnen, in individuele cases bij Dupont. Het ging daar over mensen die perfluoroctaanzuur (PFOA) in het bloed hadden. Volgens mij is dat verband er dus absoluut wel.
Ten slotte, minister, ik begrijp dat u zegt dat u al geld wilt zodat u kunt beginnen met saneren, en dat als men begint met procederen men niet weet waar men eindigt. Dat kan een standpunt zijn, maar dat is iets anders dan zeggen dat er een open end-financiering is, wanneer die er niet is. Ik hoor de N-VA hier dan zeggen: ‘wij zouden ook wel willen dat het verdergaat, maar er waren nu eenmaal beperkingen’. Wel, beste mensen van de N-VA, die beperkingen zijn jullie verantwoordelijkheid. Ik heb die dading niet afgesloten, dat waren jullie. U kunt nu heel ‘vies’ kijken, maar dat is wel wat er gebeurd is. Het is hier vandaag verschillende keren gezegd, en advocaten hebben het bevestigd: het komt ten eerste door de overheid die niet verantwoordelijk heeft opgetreden onder de vorige legislatuur, en ten tweede door de dading die jullie achter ieders rug hebben afgesloten, waardoor we vandaag met de handen gebonden staan tegenover 3M. Tijdens deze onderhandelingen zat 3M in een zetel en als u ’t mij vraagt zijn ze fluitend teruggevlogen naar de Verenigde Staten, en hebben ze gezegd: ‘We hebben die Belgen eens goed gehad’. Dat is wat er volgens mij is gebeurd en dat is, met alle respect, de grote verantwoordelijkheid van de vorige regering, waar in de onderzoekscommissie blijkbaar niet over gesproken mocht worden.
De voorzitter
De heer Schiltz heeft het woord.
Willem-Frederik Schiltz (Open Vld)
Het causaal verband is iets wat ons blijft achtervolgen. Minister, u hebt terecht aangehaald dat we hier niet het Amerikaanse systeem van de punitive damages hebben, de zogenaamde straffende vergoedingen, waarbij niet per se het causaal verband en de exacte omvang van de schade, maar ook een soort boete wordt opgelegd.
We hebben daar in de aanbeveling van onze onderzoekscommissie ook naar verwezen, naar de herevaluatie van het schadevergoedingssysteem inzake milieuovertredingen. Ik denk dat we in die zin wel bondgenoten kunnen zijn om dat systeem tegen het licht te houden. Als de commissie ons vandaag iets geleerd heeft, dan denk ik dat het is dat de aanbevelingen van de onderzoekscommissie nog zo dwaas niet waren. Daar zitten veel goede dingen in die het werk van de minister een pak gemakkelijker kunnen maken om de goede zorg voor het leefmilieu te vrijwaren, en ook om de rotte appels eruit te halen, om goed samen te werken met bedrijven die willen meewerken aan een beter milieu, en strenger te kunnen optreden tegen bedrijven die er een loopje mee nemen. Ik ben de bekentenis tijdens de onderzoekscommissie nog niet vergeten, dat 3M gedurende jaren vrolijk perfluorobutaansulfonamide (FBSA) in de Schelde heeft geloosd omdat er nu eenmaal geen vergunningsplicht was, terwijl ze in diezelfde periode door de Amerikaanse rechtbanken aan het kruis genageld werden en enorme boetes moesten betalen voor nog maar de minste 0,1 microgram overschrijding. Dus, sta me toe om toch een beetje wrang te kijken naar dit alles.
Maar u hebt wel een punt dat we voort moeten maken en de boel moeten opkuisen. We moeten de mensen perspectief geven, en dus denk ik dat het op zijn plaats is om u zeker en vast het voordeel van de twijfel te geven. The proof of the pudding is in the eating. Ik heb mijn bezorgdheden over het open end-karakter geformuleerd. U hebt daar een aantal replieken op gegeven. Ik denk dat we nu niet anders kunnen dan kijken hoe het zich in de realiteit zal ontrollen, en hopen dat we stap voor stap deze onkiese geschiedenis tot een goed einde kunnen smeden.
Ik heb nog een allerlaatste vraag. Ik heb ze al een keer gesteld, en collega De Roo ook. Ik denk dat het goed is voor het parlementaire debat als u ons ook de voorbereidende schade-evaluaties van de diverse departementen zou kunnen bezorgen.
De voorzitter
Collega’s, ik heb uiteraard de vraag genoteerd om die stukken vertrouwelijk ter inzage te kunnen krijgen. Als voorzitter zal ik dat zeker meenemen, en verder opnemen met de minister en het kabinet.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.