De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Joke Schauvliege (cd&v)
Voorzitter, op het eerste gezicht is dit misschien een bijzondere combinatie, maar onze voedselstrategie en onze voedseltop kunnen we niet los zien van de nieuwe situatie waarin we ons bevinden. Daarom vind ik het belangrijk om er op tijd voldoende aandacht voor te vragen.
We kijken allemaal uit naar de Vlaamse voedseltop in het najaar, die door uw voorgangster is aangekondigd en met stip onder onze aandacht is gebracht. Het is goed dat er een Vlaamse voedseltop en een voedselstrategie komt.
De bedoeling is om ons als voedselregio op de kaart te zetten, en ook om het belang van kwaliteitsvolle en veilige voedselvoorziening te promoten. Het is ook een goed moment om het respect voor onze boeren, die dagelijks voor ons voedsel zorgen, te benadrukken en waardering uit te spreken voor hun werk.
Ondertussen zitten we in een nieuwe internationale context waar de voedselbevoorrading en -voorziening op een andere manier worden bekeken door mogelijke schaarste en het stijgen van de grondstoffen- en voedselprijzen.
Minister, wat is de doelstelling van de voedseltop? Wordt deze doelstelling bijgestuurd op basis van de wereldwijde situatie? Welke organisaties worden concreet betrokken bij de voorbereiding van de Vlaamse voedseltop? Wordt de focus ook gelegd op voedselzekerheid en voedselveiligheid? Wordt dit concreet meegenomen? Welke andere beleidsdomeinen naast Landbouw worden betrokken bij de voedseltop?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega Schauvliege, de Vlaamse voedseltop, die wordt georganiseerd op 29 november van dit jaar in Roeselare, is een moment om zowel appreciatie voor de inspanningen van vandaag als een startschot voor de voedselstrategie van de toekomst te geven. Die strategie is het resultaat van een stakeholderstraject waarin spelers uit de volledige voedselketen werden betrokken.
Die coalitie bestaat uit spelers uit de onderzoekswereld, de landbouwsector, de voedingsindustrie en retail, gezondheidsorganisaties, horeca en toerisme, milieuorganisaties, beleid – Vlaanderen, provincies, gemeenten –, de cultuursector enzovoort. Er is een heel breed draagvlak daarrond opgebouwd.
Vier doelstellingen worden naar voren geschoven: de weerbaarheid van de voedseleconomie, de verbinding tussen consument en producent – niet onbelangrijk inzake prijszetting –, het circulair en duurzaam ondernemerschap, en gezonde en duurzame voeding. Dat zijn de vier belangrijke doelstellingen die in november aan bod zullen komen op die top.
De doelstellingen en de top werden aan een kritische blik onderworpen, maar blijven ook met het conflict in Oekraïne op de achtergrond overeind. De oorlog in Oekraïne en de gevolgen die merkbaar zijn, onderstrepen nog eens het belang van een veerkrachtig en duurzaam voedselsysteem. Het voedselsysteem moet crisisbestendiger worden dan vandaag en we moeten durven na te denken over structurele oplossingen vanuit een systeemperspectief. Door bijvoorbeeld in te zetten op een circulair voedselsysteem kunnen we ons beter wapenen tegen schaarste aan grondstoffen, verminderen we onze klimaatimpact en versterken we ons lokaal economisch weefsel.
Ik heb ik het gisteren nog mogen vertellen op een bijeenkomst van de Federatie Voedingsindustrie (Fevia). Als we tegen 2040 die 10 miljard monden willen blijven voeden, zal het inderdaad anders moeten dan vandaag.
Net zoals we de energietransitie zien versnellen door de oorlog in Oekraïne, moeten we deze crisis ook aangrijpen om verdere stappen te zetten in een grotere Europese soevereiniteit van ons voedselsysteem. In de strategie zullen de nodige pistes worden aangehaald die nodig zijn om deze transformatie in al haar aspecten op een duurzame manier te realiseren.
Welke andere domeinen naast Landbouw worden betrokken bij de voedseltop? Afgevaardigden van verschillende beleidsdomeinen die een rol spelen in het voedselsysteem vormen samen het Netwerk Voedselbeleid van de Vlaamse overheid. Vertegenwoordigd hierin zijn de beleidsdomeinen Landbouw en Visserij, Omgeving, Kanselarij, Bestuur, Economie, Wetenschap en Innovatie, Welzijn, Volksgezondheid, Werk en Sociale Economie, Onderwijs en Vorming. Dit is dus heel breed gedragen.
Dit netwerk wordt samen met verschillende relevante agentschappen en instituten betrokken in de opeenvolgende fases van het proces. Daarnaast worden ook andere beleidsniveaus betrokken. Zo zijn de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) betrokken als lid van de grote voedselcoalitie. Daarnaast zijn er ook bilaterale contacten met relevante federale overheden en de andere gewesten.
We werken binnen het Europese kader van de ‘Van boer tot bord’-strategie en willen ook op het mondiale niveau – denk maar aan onze bijdrage op de United Nations Food Systems Summit vorig jaar – onze stem laten horen.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Joke Schauvliege (cd&v)
Minister, dank u voor uw overzicht. We kijken uit naar 29 november in Roeselare. Tot spijt van de collega is dat niet meteen in Limburg, maar we weten dat er in Roeselare op het vlak van voeding heel wat te beleven valt. We zullen daar dan ook allemaal met veel plezier aanwezig zijn, als we uitgenodigd worden natuurlijk.
Minister, ik vind het goed dat u zegt dat de situatie enigszins is veranderd sinds de oorlog in Oekraïne, en dat dat zaken zijn die worden meegenomen. In die zin denk ik dat 29 november geen eindpunt zal zijn, maar een soort startschot en aandachtspunt voor een echte brede voedselstrategie en voedseltop. U hebt alle actoren vermeld. Dit zal verder ook moeten worden uitgediept en geconcretiseerd, zeker met deze nieuwe situatie. Ik heb begrepen dat dat voor u ook een aandachtspunt is en dat de aandacht voor de circulaire landbouw voor u met stip genoteerd staat, en dat u dat op die manier verder zult aanpakken. Waarvoor dank.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Ik maak van deze vraag om uitleg toch nog maar eens gebruik om te wijzen op de connectie tussen verschillende dingen. We hadden het daarnet over het GLB en de vraag naar vergroening. Er is ook de opmerking van de Commissie dat onze veehouderij te zwaar weegt op het leefmilieu en dat dat echt een probleem is.
Als we dan spreken over voedselzekerheid en voedselsoevereiniteit, dan moeten we toch altijd kijken naar wat we doen in onze landbouw en waarvoor we die vandaag gebruiken. Dan is het idee van de biobrandstoffen heel jammer. Iedereen wil dat eigenlijk verlaten, zeker de eerste generatie biobrandstoffen. Daar moeten we in ons beleid afstand van nemen, we moeten ons schip van koers doen veranderen.
Dan is er ook de enorme oppervlakte aan veevoeders die we gebruiken. We hebben het ook over voedselveiligheid en voedselsoevereiniteit en voedselzekerheid. In feite is dat een win-winsituatie. We kunnen onze landbouw een stukje heroriënteren naar meer plantaardige voeding enzovoort en een stukje afbouw van onze veehouderij. We weten dat dat toch moet gebeuren. Ik maak van deze vraag om uitleg gebruik om daar toch nog eens op te wijzen. In een visie voor de toekomst zou dat perfect samen kunnen sporen.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
De eerste grote Vlaamse voedseltop is inderdaad een belangrijk moment. Wat mij betreft is dat ook een startschot. Die visie delen we.
Collega Steenwegen, ik heb daarstraks verwezen naar de belangrijke transitie voor de komende jaren. Het is niet dat we daar nog helemaal nergens staan, dat we nog niets hebben gedaan. U haalt inderdaad een kritisch punt aan, en ik denk dat ik heel goed begrijp wat u bedoelt. Met de pre-ecoregeling, de biolandbouw, de korte keten zetten we stappen in de juiste richting.
Misschien zal ik het nog vaak herhalen, maar ik ben daarin niet conservatief, ik wil constructief meedenken wat dat betreft. Ik denk dat we bondgenoten moeten zoeken om die transitie op een evenwichtige manier waar te maken in de komende jaren.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.