Het Belgische autocontrolesysteem, ingevoerd na de dioxinecrisis in 1999, maakte van onze voedingsbedrijven zeer betrouwbare handelspartners in het maken van veilige voeding. Nu kunnen zij opnieuw een stap voorwaarts zetten om best of class te blijven inzake voedselveiligheid. “Ik zie nog veel potentieel in het uitbouwen van een voedselveiligheidscultuur in voedingsbedrijven”, vertelt Kristien Neyts, kwaliteitscoach bij Quality Coaching.
“Kwaliteit en voedselveiligheid is niet alleen een taak voor de kwaliteitsdienst. Iedereen binnen het bedrijf, van operatoren tot marketeers, directieleden en CEO, moet van voedselveiligheid een prioriteit maken en hier proactief rond communiceren. We moeten de silo’s tussen de verschillende departementen doorbreken en ervoor zorgen dat de communicatie en het bewustzijn rond voedselveiligheid doorstroomt doorheen de hele organisatie. Betrokkenheid van het management is hierin leidend.”
Om bedrijven hierbij te helpen, slaan academici en de voedingssector de handen in elkaar met het innovatieproject Q-DNA
Nieuwe voedingsmiddelen, nieuwe uitdagingen
Kweekvlees, gele meelwormen en algen: het zijn maar enkele voorbeelden van nieuwe voedingsmiddelen of ingrediënten die in de toekomst vaker op je bord zullen liggen. Maar de ontwikkeling van die nieuwe voeding daagt het huidige voedselveiligheidssysteem uit. Bedrijven die een nieuw voedingsproduct op de markt willen brengen, moeten aantonen dat het veilig is voor menselijke consumptie. Net daarom kwam de Europese novel food wetgeving tot stand, zegt Lore Knaepen, program manager New and Shifting Resources bij Flanders’ FOOD.
“Het indienen van zo’n aanvraag is vaak een lang en duur proces, waarvan de kostprijs kan oplopen tot een half miljoen euro of meer. Eenmaal een product de goedkeuring krijgt als novel food, en de aanvraag gegevens bevat die vallen onder exclusieve eigendomsrechten, dan is de toelating voor 5 jaar exclusief voor de aanvrager. Gelukkig is de aanvraagprocedure enkele jaren geleden wat vereenvoudigd en gecentraliseerd”, voegt Lore hier nog aan toe.
De eiwittransitie is één van de drijfveren waarom voedingsbedrijven volop innoveren met nieuwe soorten eiwitbronnen. Volgens Wim Geeraerts, Food Policy Advisor bij Fevia, bieden ook insecten steeds meer mogelijkheden als alternatieve eiwitten. Na de gele meelworm en de treksprinkhaan, is de huiskrekel sinds maart ook erkend als novel food.
“Insecten zijn rijk aan essentiële aminozuren, mineralen, vitaminen en vezels. Ze bieden de voedingsindustrie een breed scala aan mogelijkheden en toepassingen. Concreet kan je insecten gebruiken als eiwitbron in verschillende producten, denk bijvoorbeeld aan koekjes, pasta en sauzen. EFSA evalueert op dit moment ook verschillende andere insectenproducten. Want afwisseling van spijs doet eten!”
Blockchaintechnologie biedt meer transparantie
Je kent blockchain wellicht van de digitale munt Bitcoin, maar wist je dat de technologie ook in onze sector mogelijkheden biedt? Blockchain werkt via een decentrale, chronologische ‘boekhouding’ waarin alle transacties worden bijgehouden. Dit maakt het mogelijk om een hele keten te certificeren, van de grondstof tot en met het afgewerkte product, zonder tussenkomst van derden. De blockchaintechnologie kan dus helpen om voedselfraude te bestrijden, om voedselincidenten te voorspellen en om het consumentenvertrouwen te verhogen.
De transparantie wordt binnen heel de productieketen dus groter: je kan nagaan welke weg een product heeft afgelegd en wie verantwoordelijk was voor welke schakel in de keten. “Bedrijven krijgen een steeds grotere hoeveelheid data te verwerken. Ze kunnen artificiële intelligentie (AI) gebruiken om deze gegevens te analyseren en om verbanden te leggen, waartoe de mens niet in staat is”, vertelt Régis Coli, manager bij de Waalse innovatiepool Wagralim.
Om het delen van data doorheen de agrovoedingsketen te faciliteren, beschikt ILVO, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, over een datadeelplatform, DjustConnect. “Bedrijven uit de agrovoedingssector kunnen via DjustConnect de vele opportuniteiten van de data-economie ontdekken en benutten, zonder dat ze de controle over hun data verliezen”, zegt Stephanie van Weyenberg van ILVO.
Lees meer over blockchain in onze sector
Ziektekiemen sneller in de kiem smoren met WGS
Whole genome sequencing (WGS) is een techniek waarbij je het volledige DNA van een organisme in kaart brengt. “De techniek is nog niet als verplichting opgenomen in de wetgeving, maar kan de voedingsindustrie wel een schat aan informatie opleveren”, vertelt kwaliteitscoach Kristien Neyts.
“Door bijvoorbeeld resultaten van een WGS-analyse van bacteriën op te nemen in een databank, kan je sneller een uitbraak detecteren en een link leggen tussen besmet voedsel, een menselijke infectie en de bron van de besmetting in de voedselketen. Het probleem detecteren en analyseren is een eerste voorwaarde om gerichte maatregelen te kunnen nemen en escalatie te voorkomen. De techniek laat ook toe om bij een omgevingscontrole correct te reageren: volstaat een gewone reiniging en desinfectie of zitten we met een kiem die zich genesteld heeft en is er een andere aanpak vereist?”
WGS is een krachtige tool die in de toekomst ongetwijfeld de voorkeursmethode wordt voor bacterieel voedselveiligheidsonderzoek. Al blijft het belangrijk om met een grote voorzichtigheid conclusies te trekken uit zo’n grote databank, zeker wanneer het gaat over verantwoordelijkheden in geval van een uitbraak.
“Ik merk dat voedingsbedrijven terughoudend zijn tegenover deze technologie en het delen van data. Maar het levert ons net voordelen op: een gerichtere risicoanalyse, vroegtijdige detectie van een probleem en het voorkomen van uitbraken. Alles begint bij het hanteren van de juiste mindset en een transparante communicatie, zowel door exploitant als door de overheid.”