De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Collega’s, in een artikel in Vilt van 18 april 2022 met als titel ‘Interesse in windmolens en pocketvergisters stijgt door hoge energiekosten’ staat te lezen dat door de torenhoge energieprijzen de interesse in alternatieve energiebronnen sterk gestegen is onder landbouwers. Producenten van pocketvergisters en windmolens zien de vraag naar hun producten exploderen. In het geval van windmolens vertaalt zich dat ook in stijgende verkoopcijfers. Wat betreft de pocketvergisters, die bovendien kunnen bijdragen aan een reductie van de stikstofemissie, houden boeren wegens de onzekerheid rond het stikstofakkoord nog de voet op het rempedaal.
Naast energiebesparing is ook duurzaamheid een belangrijk motief voor bedrijven om te investeren in een pocketvergister die methaan uit de mest opvangt en verwerkt tot elektriciteit. De gemiddelde terugverdientijd van een pocketvergister ligt op vijf tot zeven jaar. Hoe hoger de energieprijzen, hoe korter de terugverdientijd natuurlijk.
Een snelle erkenning van deze techniek om stikstofemissie te reduceren, zou melkvee- en varkensboeren een toekomstperspectief geven.
De verkoop van windmolens aan Vlaamse land- en tuinbouwers is enorm gestegen: in 2020 werden 20 exemplaren verkocht, in 2021 waren dat er 38. Deze bedrijven kozen ervoor een lening af te lossen om hun eigen energie op te wekken met een windmolen in plaats van torenhoge energiekosten te betalen. Door de hoge energieprijzen is de terugverdientijd van de windmolen teruggelopen van 7 tot 8 jaar naar 4 tot 5 jaar nu.
Minister, welke beleidsmaatregelen plant u om Vlaamse land- en tuinbouwers te overtuigen om te investeren in windmolens en pocketvergisters?
Wanneer plant u de pocketvergisters te erkennen op de officiële lijst met PAS-maatregelen (Programmatische Aanpak Stikstof) zodat meer Vlaamse landbouwers, en vooral melkvee- en varkensboeren, bereid zijn te investeren in pocketvergisters?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, mijnheer De Roo. Sta me toe, alvorens op uw vraag in te gaan, iedereen over alle fracties heen op de eerste plaats de hand te reiken als kersvers minister van Landbouw. Ik heb inderdaad het genoegen gehad om enkele maanden op jullie banken te zitten. Ik denk dat we in deze commissie over alle grenzen heen een heel groot hart voor de landbouw hebben. In het tijdsgewricht waarin we ons nu bevinden, is het heel belangrijk dat we samen over alle grenzen heen vanuit ons parlementair werk de waardering voor de Vlaamse land- en tuinbouwsector, die bij de beste en sterkste in deze wereld is, die de beste kwaliteitsvolle producten produceert, ook uitdragen.
Dit gezegd zijnde, collega's, kijk ik uit naar een fijne samenwerking. Ik wil het antwoord geven op een zeer belangrijke en heel actuele vraag omdat ik heel sterk geloof in een circulaire landbouw. De economie zal circulair worden, en zeker ook de landbouw, in functie van de duurzame toekomst van onze land- en tuinbouw. Duurzaam in de twee betekenissen van het woord: zowel voor het milieu als voor de lange toekomst en het perspectief dat we voor de landbouw willen bevestigen.
Het is al sinds 2015 mogelijk om voor zogenaamde ‘randapparatuur voor pocketvergisting’ steun aan te vragen via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Het is belangrijk dat de mest zo snel mogelijk bij de pocketvergister op het bedrijf terechtkomt.
In 2019 werd aan de lijst met gesubsidieerde investeringen een subsidiecategorie van 40 procent toegevoegd voor investeringen met bovengemiddelde klimaatbijdrage. Eind 2020 werd nog eens 10 procent toegevoegd voor jonge landbouwers voor de meest duurzame investeringen. Bij de VLIF-categorieën is het algemeen zo dat voor jonge landbouwers 30 procent steun 40 procent wordt, 40 procent steun 50 procent wordt. Dat is belangrijk om te onderstrepen.
Ook windturbines komen voor VLIF-steun in aanmerking. Ze vallen eveneens onder de investeringen met een bovengemiddelde klimaatbijdrage, waardoor ze eveneens van 40 procent steun kunnen genieten of 50 procent als het om jonge landbouwers gaat.
Als men even kijkt naar de cijfers van de VLIF-steun voor windturbines: 4 in 2019, 11 in 2020 en maar liefst 24 in 2021. Voor de randapparatuur van pocketvergisters valt vooral op dat er in 2021 een sterke stijging was. In 2019 waren er 36 geselecteerde aanvragen, in 2020 34, en in 2021 maar liefst 78. Zoals gezegd, zijn het heel belangrijke investeringen zodat de reststromen op een landbouwbedrijf ter plaatse kunnen blijven en deel kunnen zijn van hernieuwbare energie.
Dan uw vraag over de PAS-lijst. De erkenning is een bevoegdheid van collega Demir. Het spreekt voor zich dat het belangrijk is dat we nieuwe technieken zo snel mogelijk erkennen. Als er vandaag een grote uitdaging is, is het het geloof en het vertrouwen in de kracht van innovatie om sterk in te zetten op emissiereducerende technologieën. Zo kunnen we de Vlaamse land- en tuinbouw de plaats geven die hij verdient en die nodig is voor de voedselvoorziening en zekerheid zodat we niet in een afhankelijkheid komen die dreigt in geopolitieke situaties zoals we ze vandaag kennen.
Ik ben dan ook heel tevreden dat vanmiddag het wetenschappelijk comité op de agenda van het Vlaams Parlement staat zodat er een decretale basis komt voor de erkenning van technieken. Die basis wordt dus vanmiddag gelegd. Naast een administratief comité is er dan ook een wetenschappelijk comité voor de erkenning van technieken die tot doel hebben de emissie te reduceren.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Minister, mijn excuses dat ik u nog niet had verwelkomd in deze commissie. De tijd gaat snel, het went soms allemaal snel, maar zeker welkom in deze commissie.
Dank voor uw antwoord. U hebt aangetoond dat de interesse in dergelijke technieken toeneemt. We staan voor de zeer grote uitdaging om de pocketvergisters effectief een vergunning te verlenen. In de Provinciale Milieuvergunningscommissies worden zij vooral gezien als producent van extra ammoniakemissies, quod non. Ze zijn een deeltje van de oplossing, ze verzamelen sneller mest van de stalvloer en beperken de ammoniakemissie. Er is door die techniek bovendien een reductie van het verlies aan methaan uit de mestopslag.
Ik kijk zelf uit naar het wetenschappelijk comité en de adviezen die daaruit kunnen voortkomen. Ik kijk ernaar uit dat we de lijst kunnen aanpassen, en verschillende technieken kunnen erkennen die toelaten om de stikstofemissie op een goede manier in kaart te brengen en vooral te reduceren vanuit het innovatiepotentieel van de sector.
Wat betreft de windmolens heb ik nog een bijkomende vraag, al weet ik niet of u ze kunt beantwoorden. Er worden meer vergunningen aangevraagd voor windmolens op land- en tuinbouwbedrijven. Hebt u zicht op de procedures? Verlopen die allemaal vlot?
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Bedankt, collega De Roo, voor uw interessante vraag. De materie ligt me na aan het hart. Ik volg dit op. Ik heb recent een bezoek gebracht aan een melkveebedrijf in Nederland dat met een pocketvergister werkt. Ze hebben daar ook nog een stikstofstripper ingeschakeld wat een interessante toevoeging zou zijn naast de evidente meerwaarde voor de landbouwer zelf om in zijn energie te voorzien. Zeker met de huidige hoge energieprijzen kan dat de businesscase al een stuk rendabeler maken. Als we daar ook nog een meerwaarde voor de stikstofreductie aan kunnen koppelen door bijkomende innovatieve technieken in het circuit op te nemen, hebben we een dubbele winst. Dat moeten we ten volle onderzoeken. Ik ben heel blij dat we deze namiddag dat decretaal initiatief kunnen nemen om het wetenschappelijk comité de kans te geven om aan de slag te gaan en onder andere deze techniek onder de loep te nemen.
Ik heb in een schriftelijke vraag specifiek cijfers over pocketvergisters en windmolens opgevraagd. Daaruit blijkt dat de stijgende tendens die u vermeldt voor de jaren 2019, 2020 en 2021, zich ook in de eerste kwartalen van dit jaar voortzet. Het is een trend die we moeten blijven stimuleren. Ik kijk uit naar de start van het wetenschappelijk comité. Ik hoop dat we dan heel wat landbouwers in die technologische richting kunnen begeleiden. Dat zou zowel voor henzelf als het milieu als het klimaat een goede zaak zijn.
De voorzitter
De heer Bothuyne heeft het woord.
Robrecht Bothuyne (cd&v)
Voorzitter, het is inderdaad een belangrijk onderwerp. Een educatieve uitstap naar een bedrijf met een pocketvergister roept niets anders dan goede herinneringen op, ook bij u ongetwijfeld. (Gelach)
Ik heb het over de meerwaarde voor onze economie en ecologie, collega’s.
Ik ben blij met de tussenkomst van collega Coel want ik volg dit ook al een aantal jaren op. De technologie is niet nieuw maar wel fel geëvolueerd. In het laatste antwoord dat ik daarover kreeg van minister Demir zag zij weinig potentieel en toekomst voor de technologie. Ik ben blij dat de fractie van de betrokken minister intussen tot andere inzichten is gekomen.
Het is bijzonder belangrijk, minister, dat u met minister Demir in overleg gaat om te zien of zij wel degelijk inziet dat de technologie geëvolueerd is. Ik begrijp waarom zij sceptisch is, er zijn in het verleden wel degelijk problemen geweest met de technologie van de pocketvergister. Op dit moment zijn er elf geïnstalleerd maar die liggen stil door technische problemen. In overleg met uw collega kunt u ongetwijfeld bij de bedrijven met een vergistingsinstallatie die niet goed werkt, kijken op welke manier we daar met bijkomende investeringen of technische ondersteuning de zaak aan de praat krijgen. Bovendien kunnen we een nieuwe investeringsgolf in de nieuwste generatie van pocketvergisters creëren. Dat kan een oplossing bieden voor een aantal problemen van onze land- en tuinbouwbedrijven en onze economie. Graag actie op het terrein.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Alle technieken en innovaties die de duurzame landbouw kracht bijzetten, die bijdragen aan de reductie van stikstof, die duurzame landbouw moeten we omarmen en alle steun en kansen bieden. Jullie hebben verwezen naar de technologische evoluties en de bijkomende stikstofstripper, deze kunnen dat alleen maar versterken. Dus ja, vanmiddag zetten we een mijlpaal met het wetenschappelijk comité. Dit soort technieken en andere moeten de evolutie doormaken die nodig is om naar heel performante technieken te gaan. Ik geloof erin, ik wil dit alle kansen geven en de steun die nodig is om de duurzame landbouw voor de toekomst te vrijwaren.
De vragen over de vergunningen, collega De Roo, zijn voor de bevoegde minister. Die kunnen en mogen daar worden gesteld.
Vanuit de bevoegdheid van minister Demir geeft het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap ook steun aan de windturbines en de pocketvergister tot een bedrag van 4700 euro per kilowatt. Er bleek geen significante of substantiële toename in de aanvragen. Dat wilde ik nog volledigheidshalve meegeven.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat we hier een draagvlak vinden voor dergelijke technieken. Ik wil de opmerking van de heer Bothuyne ondersteunen. De afgelopen jaren zien we dat de techniek heel betrouwbaar is in tegenstelling tot de opstartjaren. Wat betreft de pocketvergister en windmolens zien we ook meer en meer draagvlak en interesse, ook bijvoorbeeld op infomomenten. Ik hoop dat die technieken verder ingang kunnen vinden in onze land- en tuinbouw en dat die vanuit het VLIF en op het vlak van vergunningen goed ondersteund worden.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.