De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Minister, eerst en vooral gefeliciteerd. Ik ben blij dat ik u hier de eerste vraag mag stellen.
Mijn vraag sluit aan bij dat waarmee de vorige sprekers geëindigd zijn, namelijk: koop lokaal, want ook voor landbouwers is de korte keten van groot belang. Zaterdag is voor de vijfde keer de Week van de Korte Keten van start gegaan, een samenwerking tussen de Vlaamse provincies, het departement Landbouw, het Steunpunt Korte Keten en het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM). Daarbij worden er allerlei initiatieven genomen om de korte keten onder de aandacht te brengen.
De voordelen van de korte keten kennen we allemaal: het contact tussen burger en landbouwer herstellen, zeker nu de gemiddelde burger toch wat verder afgedwaald is van waar zijn voedsel vandaan komt, én de landbouwer de kans geven om prijszetter te zijn in plaats van prijsnemer en zo zijn verdienmodel te versterken.
Tijdens de coronacrisis hebben we een verhoogde interesse gemerkt. Heel wat mensen hebben toch de weg naar de lokale boer gevonden voor de aankoop van groenten, fruit en andere.
Op initiatief van de heer Steenwegen hebben we vorig jaar een resolutie goedgekeurd met 22 concrete aanbevelingen om de interesse in de korte keten duurzaam te verankeren en daaraan de nodige ondersteuning te bieden. Minister Crevits is daarmee aan de slag gegaan. Zaterdag heeft ze bij de start van de Week van de Korte Keten haar visienota ‘Meer korte keten op en rond de tafel’ aangekondigd. Ze geeft daarmee uitvoering aan een heel aantal punten uit onze resolutie, waarvoor dank. De eyecatcher is de doelstelling om het aantal boeren dat via de korte keten werkt, op te trekken van een op de zeven boeren naar een op de vijf, en dus ongeveer een duizendtal extra boeren richting korte keten te verleiden.
Hoe zult u het aanpakken om die duizend extra boeren richting korte keten te krijgen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega's, voordat ik mijn eerste vraag zal beantwoorden, wil ik mij even kort tot jullie richten. Het is een heel bijzonder gevoel om hier te mogen staan na twee jaar daar op die banken te hebben gezeten. Maar dat heeft natuurlijk ook het voordeel dat je weet hoe het er aan die kant aan toegaat. Ik wil vanop de regeringsbanken alvast de hand reiken naar elke fractie, naar elk parlementslid in het halfrond en ik kijk uit naar een heel mooie, constructieve samenwerking. (Applaus)
Mijnheer Coel, dan kom ik tot uw vraag. Ik vind het een heel mooie vraag om mee te starten, want voor mij snijdt dit rechtstreeks in op de noodzakelijke waardering voor onze land- en tuinbouwsector, zowel op economisch als op maatschappelijk vlak. Dat is wat die korte keten doet. Het is nog geen totaalverdienmodel. We kunnen vandaag niet zeggen: ‘we gaan allemaal in de korte keten’, maar het doet ons stilstaan bij de prijs en bij de waardering. Als het de laatste maanden en jaren ooit al ergens aan geschort heeft, is het toch wel waardering voor de Vlaamse land- en tuinbouw.
Het is inderdaad een win-win. Je kunt nergens zo goed lokale verse producten kopen als bij die land- en tuinbouwer, aan een eerlijke prijs, aan een correcte prijs die hij zelf kan zetten. Vandaag, tot 25 juni, kun je bijvoorbeeld de lekkerste asperges van Vlaanderen in Kinrooi kopen. Dat is een mooi voorbeeld van hoeveverkoop van asperges. (Gelach)
U hebt ernaar verwezen: de coronacrisis heeft ons inderdaad meer lokaal doen kopen, wat goed is. Er is een duidelijk stijgende lijn. Een op de vijf mensen geeft aan steeds vaker te kopen bij onze Vlaamse landbouwbedrijven. De Week van de Korte Keten is een sterke organisatie die daar de aandacht op vestigt met tal van partners die vandaag initiatieven steunen.
De belangrijkste doelstelling is inderdaad om de komende vijf jaar een op de vijf daarnaar toe te leiden, aan de slag in die korte keten. Hoe doen we dat? Met twee belangrijke beleidskaders, de visienota. Ik denk dat het belangrijk is om de resolutie waarnaar u verwees, meer onder de aandacht te brengen van de werkgroepen om die concrete acties uit te werken. Daarnaast is er het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), dat de ambitie toch wel vrij hoog legt om te gaan naar een meer professionele korteketenlandbouw, waarbij de budgetten nog vastgelegd moeten worden. We voorzien wel om projectoproepen te lanceren rond samenwerking, rond logistiek, rond advies en vorming. Ik denk dat dat belangrijke toekomstige beleidskaders zijn. We zullen de resolutie inderdaad meenemen in het stakeholdersoverleg voor de verdere uitrol van concrete acties. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U verwijst naar de toegenomen interesse tijdens corona, en het was de bedoeling om dat vast te houden. Tot 2021 geven de cijfers aan dat dit ook deels gelukt is, maar de meest recente cijfers, van het eerste kwartaal van 2022, lijken toch een beetje op een terugval te wijzen. Niet iedereen die de weg had gevonden, blijft die ook vinden.
Het stimuleren van bijkomend aanbod, duizend extra boeren, kan alleen maar werken als ook de vraag volgt. In die zin komt dit plan zeker niet te vroeg. Extra steun is meer dan welkom. Bij de korte keten heb ik toch de bezorgdheid dat in een dorp niet iedereen via de korte keten zijn producten aan de man kan brengen en er zal wellicht voor geen enkel van die boeren een interessant verdienmodel aan gekoppeld zijn. Wat gaat u doen om ook die vraagzijde voldoende te stimuleren zodat de consument meer dan vandaag de weg vindt naar de korte keten?
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, van mijn kant ook proficiat met uw ministerschap. Ik kijk uit naar een goede samenwerking.
Onze belangstelling in de korte keten vertrekt vanuit de zorg voor het welzijn van onze boeren. Als we naar de stressfactoren kijken die het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) heeft gedetecteerd, zijn er drie tot vier die rechtstreeks kunnen worden opgenomen door meer in te zetten op de korte keten. Er is al een strategisch plan geweest in 2011. Dat heeft bijna geen uitvoering gekregen door het ontbreken van middelen. De vraag die rijst is of we nu voldoende middelen gaan stellen tegenover de korte keten vandaag. Ondertussen zien we ook het afnemen van een aantal tussenstructuren, zoals slachtlijnen en verwerkingsinstallaties, wat het moeilijk maakt voor onze boeren om in de korte keten te stappen, terwijl we juist vanuit het Vlaamse Gewest inspanningen moeten doen om onze boeren te ontzorgen, hen te helpen en te ondersteunen om die stap naar de korte keten te zetten. Minister, welke mogelijkheden ziet u om onze boeren te ontzorgen zodat de stap naar de korte keten voor hen gemakkelijker wordt? (Applaus van Stijn Bex)
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ook van mijn kant veel succes. We zullen hopelijk heel constructief kunnen samenwerken in de commissie.
Dank ook aan collega Coel voor de vragen over de korte keten. We hebben hierover al vaak van gedachten gewisseld en dat heeft geleid tot een waardevolle resolutie, zoals u daarnet aanhaalde.
De korte keten is een van de modellen in het ruime spectrum van onze land- en tuinbouw en verdient zeker onze bijzondere aandacht, niet alleen wegens de kwaliteit van deze producten maar ook wegens het feit dat onze consumenten steeds meer bewust worden van het strategisch belang van op eigen bodem geproduceerd voedsel. Dat heeft de crisis in Oekraïne aangetoond.
Minister, we hebben gehoord dat het de ambitie is om bij een op de vijf de omzet uit de korte keten te laten halen. Uw voorganger heeft aangekondigd dat er al een analyse is opgestart. Meten is weten, dat is belangrijk. Ik had graag geweten of er al een timing is wat betreft die analyse. Zo niet, wil men er dan geen gras over laten groeien – of asperges zo u wil? Want ik denk dat die info heel belangrijk is om zo snel mogelijk de korte keten een boost te geven.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Minister, ik wil u bij mijn eerste vraag van harte proficiat en heel veel succes wensen. Ik ben zeker te kunnen rekenen op een vruchtbare samenwerking.
Ik wil me graag aansluiten bij deze vraag. Collega Coel, dank u wel voor de vraag en om de Week van de Korte Keten nog eens onder de aandacht te brengen. Er wordt net aangegeven dat de prijszetting een belangrijk element is waarop een landbouwer van de korte keten zelf kan inzetten. Maar de rendabiliteit van de bedrijven blijft wel een grote uitdaging. Het is goed om meer landbouwers te kunnen aanzetten tot de korte keten, maar ik blijf met dezelfde vragen zitten. De eerste vraag moet gaan over de consument, namelijk dat we die positief blijven stimuleren om de weg naar de korte keten te blijven vinden. Enerzijds is er de verbruiker van de korte keten, maar in het algemeen is er ook de waardering voor onze voedselproductie en voor wat onze land- en tuinbouwers doen. Minister, welke initiatieven wenst u op dat vlak in de toekomst te nemen?
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, ook van onze fractie felicitaties. Het is een mooie vraag van collega Coel. Ik had ook een goeie vraag, maar die is voor volgende week, namelijk over stikstof. Ik denk dat we daar wel bondgenoten in kunnen zijn, maar dat horen we volgende week wel.
Het is zoals alle collega’s zeggen: iedereen heeft gemerkt dat de korte keten zeker in de coronaperiode is opgebloeid. Zoals collega Coel zegt, is dat de afgelopen tijd inderdaad weer wat afgenomen, wat natuurlijk jammer is. Ik volg collega Rombouts niet altijd, maar in dezen wel. De korte keten is meer dan alleen de landbouwer. Het gaat ook over buurtmarkten, het gaat over buurderijen en ga zo maar door. Ik volg haar als ze zegt dat wij ons vooral moeten focussen op de consumenten en ervoor moeten zorgen dat zij opnieuw aanhaken op die korte keten. Je hebt een visieplan, je hebt een actieplan, maar natuurlijk moeten daar ook middelen tegenover staan. Minister, vandaar mijn vraag: welke middelen zet u daartegenover?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Om met die laatste twee te beginnen, die middelen zijn vandaag in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) nog niet afgeklopt. Het spreekt dus voor zich dat ik geen bedrag kan noemen. U hebt helemaal gelijk. Ik denk dat jullie allebei in de commissie al heel vaak het voorbeeld hebben gegeven van de winkelkar die buitenkomt en waarop dan geen lokale producten liggen. Dat klopt dus.
Collega Coel, wat uw bijkomende vraag betreft, promotie is inderdaad cruciaal. Ik denk dat het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) een verpletterende verantwoordelijkheid heeft als het gaat over het heel sterk inzetten op die gerichte promotie via gerichte initiatieven. Die betaalmiddelen, maaltijdcheques, ecocheques, dat zijn voorbeelden om de consument meer te stimuleren in de richting van de korte keten.
De vraag naar ontzorgen, om dit op het terrein mogelijk te maken, is een terechte vraag. Er is natuurlijk het steunpunt. Er zijn heel wat knelpunten die moeten worden weggewerkt. Ik denk dat dat een onderdeel is van de beleidsondersteuning die er inderdaad moet komen om landbouwers die de omslag willen maken naar de korte keten, maximaal te kunnen ontzorgen.
Wat de middelen betreft, daar heb ik net ook al naar verwezen. Wat de monitoring betreft, de timing daarrond heb ik inderdaad niet in mijn hoofd op dit moment, maar dat is wel een belangrijk aandachtspunt.
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Minister, dank u voor uw bijkomende verduidelijking. Ik denk dat wij als overheid in het algemeen, dus ook lokale overheden, mee een duw kunnen geven aan die vraagzijde. Ik denk bijvoorbeeld aan buurtscholen of lokale rusthuizen die hun groenten aankopen bij de boer in het dorp om de middagsoep te maken. Dat zou bijvoorbeeld een stimulans kunnen zijn.
Met een aantal collega’s hebben we deze middag met de jonge boeren hierbuiten gesproken. Ze hebben aangegeven dat het met dat stikstofkader, waarover we het dan volgende week zullen hebben, een bijzonder moeilijke tijd is voor onze Vlaamse landbouw. Ik denk dat het de plicht is van de Vlaamse Regering om daar ook een positief verhaal tegenover te zetten. Naast die inspanningen voor milieu en klimaat moet ter zake ook een positief verhaal worden geschreven. Ik kijk er alvast naar uit om daar samen met u als nieuwe minister vorm aan te geven. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De actuele vraag is afgehandeld.