Het voorjaarswerk is nog niet eens afgerond of we hikken al tegen een enorm neerslagtekort aan. Hoewel gewassen als aardappelen en de wintergranen nog weinig hinder ondervinden van de droogte, zijn er wel degelijk zorgen bij telers als zij de weersverwachting onder ogen zien. Dit tekort is niet zomaar aangevuld, zeker niet als je beseft dat de zomer nog moet komen waarin het neerslagtekort vrijwel altijd toeneemt
Evenredig met 1976
Dit voorjaar is in lijn met de vijf droogste jaren sinds het begin van de metingen van 1906 en loopt gelijk met het droogte recordjaar van 1976. Het landelijke gemiddelde neerslagtekort ligt al op 60 millimeter en met de weersverwachting van de komende 14 dagen loopt dit tekort op tot circa 100 millimeter. Dat geeft de droogtemonitor van het KNMI duidelijk weer.
Bron: KNMI
Als deze trend zich doorzet, dan is er al voor de vierde keer in vijf jaar tijd sprake van een droge zomer. Die trend zet in ieder geval door voor de komende 14 dagen. Daar komt nog eens bij, dat het kwik boven de 20 graden stijgt na het weekend, waardoor de verdamping nog meer toe gaat nemen. Dat is ook een van de redenen waarom het Waterschap Brabantse Delta een beregeningsverbod heeft ingesteld om verdroging in deze gebieden tegen te gaan. Het is nog vroeg in het jaar en om grotere schade later deze zomer te voorkomen is dit van groot belang, oordeelt het waterschap. Meer beregeningsverboden in andere gebieden zijn daardoor de komende periode niet uit te sluiten.
Nederland koning in water afvoeren
In Nederland hebben we officieel gezien nog altijd een neerslagoverschot in plaats van een tekort. Nederland is echter iets te snel geworden in het afvoeren van water, legt Ruud Bartholomeus van Wateronderzoeksinstituut KWR uit: "In Nederland moeten we een deel van het water afvoeren door het neerslagoverschot, maar tegenwoordig gaat dat afvoeren te snel. We moeten in de wintermaanden en het voorjaar meer water vasthouden en ook langer, waardoor onze buffer vergroot. Dat houdt ook in dat we langer nattere omstandigheden hebben, maar zo houden we het in de droge perioden beter uit".
Een andere oorzaak is de intensiteit en de periode waarin de neerslag valt. "Er valt gemiddeld zelfs meer neerslag, maar relatief meer in de koude maanden en minder in de warme maanden. Dat terwijl de verdamping in die warme periode juist toeneemt. Hierdoor neemt het tekort alleen maar toe". Hoewel afgelopen jaar eindelijk het waterpeil goed leek aangevuld, zit dat volgens Bartholomeus toch anders in elkaar. "Te veel water komt en gaat ook weer snel. Maar als er een tekort is geweest, kan het jaren duren voordat de grondwaterstanden hiervan zijn hersteld. Het oppervlaktewaterpeil lijkt in orde, maar het grondwater niet."
Opnieuw een moeilijke start
Telers hebben de koele en natte weer van vorig seizoen nog op het netvlies, maar ook deze droogte is bepaald niet prettig. Zo valt de grondbewerking niet overal mee en zagen veel telers problemen in opkomst door korstvorming en drooggevallen zaad op de recent gezaaide percelen. De stand van zaaiuien heeft daarmee al een behoorlijke klap ontvangen en ook de suikerbieten staan er lang niet overal goed op. Zo meldde Cosun Beet Company vandaag (4 mei) dat er inmiddels 2.400 hectare overgezaaid is, met name vanwege de korstvorming. Ter vergelijking: de laatste keer dat dat voorkwam was in 2003.
Hoewel er landelijk een neerslagtekort is, lijkt de behoefte aan vocht hoger in het zuiden dan het noorden. De gewassen in het zuiden, die iets verder ontwikkeld zijn, vragen eerder vocht dan de andere delen van het land. Ook is er in het zuiden minder neerslag gevallen vergeleken andere gebieden begin van april.
Droogte in België
In onderstaande grafiek wordt de evolutie van de eventuele droogte of het neerslagoverschot weergegeven in de tijd. De rode lijn geeft weer hoe de totale neerslaghoeveelheid van de laatste 90 dagen zich verhoudt (in percent) ten opzichte van de klimatologisch normale waarde. Het gaat om een gemiddelde voor de ganse oppervlakte van België. De groene en blauwe lijnen zijn respectievelijk: de evolutie van de natste periode van 90 dagen op dezelfde datum en van de droogste periode van 90 dagen op dezelfde datum.