De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Carbon farming of koolstofboeren spelen een belangrijke rol in het verduurzamen van onze landbouw. Vorige week vrijdag deden we in de Westhoek met collega's uit de commissie een rondrit, waarbij onder andere een bezoek gepland stond aan de enthousiaste boer Olivier, die ons heel wat duiding heeft gegeven omtrent carbon farming. Ik denk dat hij ons allemaal warm heeft gemaakt voor de technieken die hij toepast. Via dit kanaal wil ik hem nog eens bedanken om ons daarin mee te nemen.
Carbon farming is bijzonder belangrijk omdat niet alleen bomen maar ook planten en grassen broeikasgassen uit de atmosfeer kunnen halen en opslaan in de bodem. Volgens schattingen zou carbon farming in Vlaanderen over verschillende jaren heen tot 18,3 miljoen ton CO2 kunnen opslaan onder de akkers. Dat is ongeveer 13 procent van de totale uitstoot van de landbouwsector in de afgelopen twintig jaar.
Deze vraag gaat specifiek over een proefproject dat werd opgestart. Initiatiefnemer is Lidl, de retailer, die hiervoor een samenwerking aangaat met de BB en de ngo Rikolto. Ook de Bodemkundige Dienst van België en de vzw Boerennatuur Vlaanderen die landbouwers ondersteunt om werk te maken van landschaps- en natuurbeheer, nemen deel.
De interesse bij boeren is groot. Ik verwees daarnet naar boer Olivier die heel enthousiast was. Het is een jonge gast die daarmee aan de slag gaat, maar het vraagt aanpassingen in de bedrijfsvoering. De bodem moet zoveel mogelijk bedekt gehouden worden met planten en zo minimaal mogelijk bewerkt. Er moeten meer teelten afgewisseld worden en er moet gezorgd worden voor meer biodiversiteit door bomen aan te planten op of langs percelen.
Dan kom ik tot een ander item dat ik regelmatig aanhaal, namelijk agroforestry. Dat is ook een onderdeel van carbon farming. Het moet een verdienmodel kunnen opleveren en daar wringt het schoentje uiteraard.
De grote uitdaging voor de landbouwers is dus dat carbon farming een verdienmodel moet opleveren. Ze willen dus een vergoeding krijgen voor de inspanningen die ze doen en dan kijken ze naar de ‘carbon credits’, waarbij boeren de extra CO2 kunnen opslaan en verkopen aan bedrijven die hun CO2-uitstoot willen verminderen.
Minister, hoe beoordeelt u het proefproject? Zullen uw diensten dit mee opvolgen met het oog op een eventuele bredere uitrol in Vlaanderen? Welk belang hecht u aan carbon farming? Ik denk dat u dat ook wel ziet als een belangrijke factor voor de verduurzaming van de landbouw. Hoe wilt u boeren stimuleren om daarmee aan de slag te gaan? Wat met het strategisch meerjarenprogramma in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)? Heeft dat daar ook een plaats in? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het verdienmodel?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Talpe, we hebben het al een aantal keer gehad over koolstoflandbouw. Wat mij betreft, is het een belangrijk onderdeel van de verduurzaming van de Vlaamse landbouw. Er is heel wat potentieel om koolstof in en rond de Vlaamse landbouwpercelen door koolstof op te slaan in de bodem en in houtige landschapselementen, zoals bomen en hagen.
Op de eerste plaats is het een manier waarbij boeren op een positieve manier kunnen bijdragen tot het klimaat. Dat is ook de reden waarom we erop inzetten en aan het zoeken zijn naar een goed verdienmodel voor de landbouwer. Dat geeft een triple win.
Het project begeleidt landbouwers gedurende vijf jaar om sterker in te zetten op koolstofopslag. Het is een heel waardevol en interessant project. Ik ben blij dat er naast de initiatieven die ik in mijn beleid neem, ook private initiatieven als dit van start gaan. Dat is dus een heel positieve evolutie.
Dit project wordt, net als andere projecten in Vlaanderen en Europa, zeker opgevolgd. We kijken uit naar de geleerde lessen en ervaringen. Zelf participeren het departement en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) in het LIFE-project (L'Instrument Financier pour l'Environnement) ‘Carbon Counts’, dat volledig focust op deze materie. Dit project heeft als doel een roadmap op te stellen die de behoeften van verschillende partijen en de knelpunten van reeds bestaande systemen in kaart zal brengen en dus ook een oplossing zoekt.
Ik heb niet op het nieuwe GLB gewacht om in passende maatregelen te voorzien. Dit jaar start reeds een pre-ecoregeling rond het verhogen van het effectief organisch koolstofgehalte van bouwland via het teeltplan. Ook in het ontwerp van strategisch plan voor het volgende GLB maken koolstofmaatregelen integraal deel uit van het geheel. Meer bepaald denk ik aan maatregelen die het langdurig aanblijven van grasland bevorderen.
Ook voor bouwland is er een specifieke ecoregeling die de boeren aanmoedigt om het organische koolstofgehalte in de bodem op te bouwen, enerzijds via het teeltplan en anderzijds via het aanbrengen van producten met hoog koolstofgehalte, zoals compost.
Ook voor bovengrondse koolstofopslag worden een heleboel steunmaatregelen voorgesteld.
Bovendien gaan we ook boeren die willen omschakelen naar een duurzaam, toekomstgericht landbouwverdienmodel financieel ondersteunen via het nieuwe GLB. Dit opent mogelijkheden om in te spelen op carbon farming.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik dank u om de verduurzaming van de landbouw mee te omarmen. Het ecologische aspect is uiteraard heel belangrijk, maar het economische evenzeer. We moeten zeker verder inzetten op het verdienmodel om onze boeren verder aan te zetten om te kiezen voor deze manier van landbouw bedrijven.
Op 19 januari 2022 had ik een vraag gesteld over de rekenmodule waaraan het ILVO, de Universiteit Gent en de Bodemkundige Dienst van België werken om te kunnen inschatten wat het potentieel is van koolstofopslag in de bodem. U gaf toen aan dat deze tool in het voorjaar klaar zou zijn voor gebruik en zou worden verfijnd in het kader van het LIFE-project Carbon Counts. Hebt u zicht op die timing?
Het probleem waarom men geen koolstof in de bodem kan vasthouden, is dat men vaak te diep ploegt. Boer Olivier wees daar ook op. Hij zei dat de rijpere boer graag met de ploeg aan de slag gaat, dat dat in het DNA zit, maar hij gaat anders te werk. Hij werkt met een fijne geul om in te zaaien. Ik vond dat bijzonder boeiend. Er is dus effectief nog een meerwaarde te creëren door mensen te overtuigen dat ploegen niet alleen voor koolstofopslag maar ook voor de erosie problematisch is. Dat moet zeker meegenomen worden in onze informatiekanalen naar de landbouwers.
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Mevrouw Talpe, bedankt voor uw vraag en uw aanhoudende aandacht voor de koolstoflandbouw. Het is een type landbouw dat toekomst heeft, zowel ecologisch als economisch. Bij dat verdienmodel zijn er conceptueel toch nog wel vragen te stellen. Wat zullen we juist vergoeden? Gaat het vooral over boeren die er tot nu toe relatief weinig aandacht voor hadden en nog veel marge hebben om in de gronden die ze bewerken koolstof op te slaan? Wat dan met boeren die daar al langer op inzetten? Hoe kunnen zij dat koolstofgehalte in hun bodem vermarkten? Meer fundamenteel, als we kijken naar de bijdrage per sector aan het klimaat, hoe gaan we dat verrekenen? Als een landbouwbedrijf die inspanning doet, maar ze vermarkten dat naar de retailer of een industrieel bedrijf dat CO2-emissies wil afkopen, is dat dan een inspanning van de industrie of een inspanning van de landbouwer? Ik denk dat we daar ook eens over moeten nadenken.
Ik juich het toe dat er zowel vanuit de overheid als vanuit de privésector een aantal initiatieven in ontwikkeling zijn, maar er moet een soort van regelgevend kader ontwikkeld worden zodat het geen vorm van CO2-aflatenhandel wordt, waarbij ... (onverstaanbaar)… effectief is, zowel voor de landbouwer als de bedrijven die CO2-emissies willen afkopen. Er zijn heel wat uitdagingen om dat model verder te bestuderen. De vraag is of er ook gedacht wordt over een regelgevend kader om alle verschillende initiatieven coherent op elkaar af te stemmen?
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Mevrouw Talpe, ik dank u voor de vraag. Verschillende onder ons hebben dat werkbezoek mee beleefd. Het verhaal van boer Olivier was zeer verhelderend. Ik heb daar aardig wat van opgestoken. Maar de situatie van boer Olivier is vrij ideaal. Hij heeft daar zelf voor gezorgd en dat is lovenswaardig. Heel wat landbouwers verkeren echter in een andere situatie. Carbon farming is een mooi initiatief, dat de nodige aandacht en financiering verdient. Maar niet elke landbouwer is daartoe in staat. Want je moet de juiste grootte hebben, de juiste financieringsmiddelen, de juiste achtergrond. Nogal wat factoren spelen mee om dat verhaal tot een goed einde te brengen. Minister, hoe tracht u ervoor te zorgen dat meer landbouwers naar zulke systemen gaan en dat er achteraf de nodige resultaten zijn?
Een proefproject is één zaak. Maar dat breder onder de landbouw verspreid krijgen, is natuurlijk een andere zaak. Minister, hoe zult u, los van de subsidieringen die daarvoor worden gegeven en de proefprojecten die daarvoor worden opgezet, dat ruimer ingebed krijgen in de landbouw?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Voorzitter, ik wil heel kort reageren op de vraag. Ik heb de appreciatie voor en de kansen die we zien in carbon farming al in vorige discussies en vragen onderstreept. Ik hoorde misschien toch wel enige twijfel bij collega Coel. Maar het is niet omdat er heel wat vraagstukken zijn dat we mogen terugdeinzen voor de kansen die er liggen voor landbouwers om op een positieve manier te kunnen bijdragen op het vlak van de klimaatdoelstellingen, waarbij zij vaak met alle zonden van de wereld worden beladen. Ik zou het heel spijtig vinden als we ook dit nu weer in een verkeerd daglicht zouden plaatsen. Maar ik zie u nee schudden, dat is dus duidelijk uw bedoeling niet.
Het belangrijkste is om te kijken naar welke kansen er zijn en wat we daarmee kunnen bereiken. In die zin vind ik de diversiteit van projecten op het terrein zinvol en goed. Minister, ik wil mijn appreciatie uiten voor het onderzoek dat u daarvoor uitbouwt en de projecten die u opvolgt om daaruit te leren. Want we zullen inderdaad met heel wat vraagstukken te kampen krijgen: hoe kunnen we daarmee omgaan, hoe kunnen we dat het best organiseren?
Ik ervaar een grote eensgezindheid over het feit dat die landbouwer moet kunnen rekenen op een verdienmodel en dat hij ook de nodige zekerheden moet kunnen krijgen, zodat hij geen speelbal kan worden. Die bezorgdheid hebben we allemaal. Ik kijk dan ook uit naar een verder debat hierover in de commissie. Ik heb al aangegeven dat we daarrond ideeën hebben die we zeker zullen neerleggen in het parlement. We moeten oog hebben voor dat verdienmodel, voor welke zekerheden er zijn, hoe we dat moeten inbouwen, hoe we dat stapsgewijs verder kunnen uitbouwen en wat de bezorgdheden zijn die leven op het terrein.
Minister, u hebt mijn ondersteuning om daar verder op in te zetten.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Voorzitter, ik sluit graag aan bij collega Coel. Het is belangrijk dat er een duidelijk regelgevend kader is. Collega Rombouts, ik zeg dit vanuit een positieve bezorgdheid, niet vanuit een streven om dat tegen te houden. De opmerking die u maakte, vind ik wat raar. Zo had ik het zeker niet begrepen.
Ik wil erop wijzen dat er vandaag heel veel problemen zijn met de koolstofmarkten. Men rekent zich heel graag rijk.
In dezen zou je je een bepaalde vraag kunnen stellen. Vanuit de landbouw zelf wil men iets doen aan het klimaatprobleem. Men is deel van het probleem en deel van de oplossing. Maar als een landbouwer in zo'n project met Lidl bijvoorbeeld meer koolstof in zijn bodem opslaat, bij wie wordt dat dan gerekend? Is dat dan een bijdrage vanuit de landbouw, waardoor de netto-uitstoot van de landbouw verlaagt? Of is dat een bijdrage vanuit de retail, die zegt: ‘Nee, reken dat maar bij ons, want wij hebben die verlaging gerealiseerd?’
Ik sluit mij aan bij het feit dat er heel wat vragen te stellen zijn en dat we die het best aanpakken, zodat, wanneer men in zo'n systeem stapt het ook de impact krijgt die we nastreven, dat het correct wordt berekend en dat we ons niet rijk rekenen, en zodat de inspanning die gebeurt ook wordt verloond – dat is dat verdienmodel – maar dan daar waar het thuishoort.
Kortom, er zijn zeker vragen bij te stellen. Dat neemt niet weg dat we allemaal potentie en opportuniteiten zien voor onze boeren om daar een verdienmodel aan te koppelen en een positieve bijdrage te leveren.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega's, ik dank jullie voor de zeer uitbundige – dat had ik niet verwacht – aanvullende vragen.
Collega Talpe, ik wil erop wijzen dat het veld redelijk breed is. Er zijn voordelen aan het ploegloos bewerken, maar niet in elke grondsoort is het effect daarvan gelijk. In de polder heb je soms geen andere optie vanwege de grondsoort. Het is zeker geen ‘one size fits all’-pakket.
Collega Coel, ik ga akkoord met uw vaststelling. Daarom pleiten we er in de Europese Raad, waar het Frans voorzitterschap carbon farming op de agenda zet, ook voor om die inspanning van de boeren ten volle op hun conto te kunnen schrijven. Dat is belangrijk. We werken op dit moment in de Europese Raad aan een Europees kader. Dát zou pas een geslaagde actie zijn, mocht dat lukken.
Collega Pieters, we werken via het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), net om die reden, vanuit een beleid van stimulering, zoals ik daarnet zei, zowel inzake financiële steun als inzake adviessteun.
Collega Steenwegen, er zijn heel wat vragen en die zijn positief bedoeld. Maar net vanwege al die vragen en de zoektocht naar antwoorden, ondersteun ik het project Carbon Counts, zodat ILVO ons kan helpen om al die vragen te beantwoorden.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Ik ben heel blij dat de collega's mijn vraag mee ondersteunen, en dan nog op de juiste manier, in de zin dat carbon farming een belangrijke stap is naar de verduurzaming van onze landbouw, maar ook dat dat verdienmodel bijzonder belangrijk is, omdat er anders gewoon niets mee zal gebeuren. We moeten er echt werk van maken om iets op tafel te kunnen leggen zodat we onze landbouwers kunnen warm maken om daarvoor te kiezen.
En inderdaad, collega Pieters haalt het aan, boer Olivier is natuurlijk een bijzonder persoon. Hij gaat daar heel creatief en modern mee aan de slag. Hij heeft daar een heel concept rond gemaakt, ook via sociale media. Hij biedt een totaalpakket, bijna een soort van beleving, aan. Hij investeert er ook heel wat tijd en energie in. Ik kan mij voorstellen dat niet iedereen op dezelfde manier klaarstaat om dat zo aan te pakken. Ik vind hem een rolvoorbeeld voor andere landbouwers en wens hem heel veel succes.
U verwijst naar het Europese kader. Ik kan alleen maar hopen dat dat wat vlotter lukt dan met de varkenssector wat de ondersteuning betreft.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.