De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Minister, mijn vraag gaat over de stijgende energieprijzen en de impact daarvan op de glastuinbouwsector – de vruchtgroentesector, dan – en de sierteeltsector onder glas. De stijgende energieprijzen hoeven geen verdere uitleg. Gisteren nog zijn er een aantal maatregelen genomen door de Federale Regering, maar er is ook duidelijk gebleken dat die vooral op particulieren gericht zijn, en niet op bedrijven.
Tuinbouwers betalen vandaag 30 tot 40 procent meer voor aardgas. Dat is een kost die tot een vierde van de productiekost van die teelten uitmaakt. Waar wordt energie aan besteed? Dat is in eerste instantie om te verwarmen, nogal vaak met een warmtekrachtkoppeling. Dat is een verbrandingsmotor op gas, die dus ook warmte produceert. Die warmte wordt dan gerecupereerd in de serre. Maar in tweede instantie is er ook de belichting. Men heeft al heel wat ingezet op betere belichting en op ledverlichting, om ervoor te zorgen dat de energiekosten getemperd kunnen worden, maar toch heeft de energiekost nog altijd een vrij grote impact op die bedrijven, voor wat betreft de vruchtgroenten, maar ook voor wat betreft de snijbloemen. Daar zijn er ook een aantal bedrijven die er vandaag zelfs voor opteren om de productie af te bouwen, omdat de energiekost niet te overzien is.
Minister, daarom kunnen er maatregelen genomen worden om energie te beperken. Een aantal zaken zijn natuurlijk legio: het gebruik van zonnepanelen, het eventueel aansluiten op warmtenetten en de ledverlichting. Die zaken worden vandaag allemaal reeds een stuk geïmplementeerd.
Maar als het gaat over de glastuinbouw en vooral de sierteelt is Nederland dikwijls een voorbeeld. De Federatie Glastuinbouw heeft in Nederland een aantal overlegmomenten met de overheid georganiseerd, ook naar aanleiding van deze crisis. Er werd afgesproken om een bepaalde heffing in Nederland vrij te stellen, ten belope van 125 miljoen euro. Dat is een heffing die niet betaald zal moet worden, net op de hoge energiekosten.
In Nederland zet men ook in op het programma ‘Kas als Energiebron’ waarbij men kijkt naar energiezuinige teelten en energiezuinige technieken, het optimaliseren van het productieproces en de eventuele vernieuwing van kassen. Dat zijn allemaal oplossingen die op de lange termijn een zeer belangrijk effect kunnen hebben en die in het verleden reeds opgestart zijn, maar waar misschien versnellingen gegenereerd kunnen worden.
Minister, hoe evolueert de situatie in de Vlaamse glastuinbouwsector en sierteeltsector naar aanleiding van deze stijgende energieprijzen? Zijn er gegevens bekend? Bent u in overleg met de sector en desgevallend, hoe verlopen de gesprekken?
Ziet u mogelijkheden om de sector te ondersteunen in een transitie naar meer energieneutrale kassen zoals in Nederland? Hoe kan dat eventueel aangepakt worden?
Welke mogelijkheden zijn er in deze overbrugging- of transitieperiode om eventueel te hulp te snellen in deze moeilijke situatie in de sierteelt- en glastuinbouwsector?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega, dank voor de vraag. Bij de eerste signalen van de gestegen energieprijzen in oktober 2021 heb ik het departement gevraagd om de situatie op te volgen en te kijken welke maatregelen we kunnen nemen. Ondertussen zijn we een aantal maanden verder en – net zoals de hoge energieprijzen voor de consument sterk in het vizier komen – voelen we ook sterke signalen uit de sector. De impact op de glastuinbouw is bijzonder groot. We spreken hier over bedragen tot een paar honderdduizenden euro’s per maand aan aardgas voor glastuinbouwbedrijven.
Mijn diensten zijn hierover in gesprek met de sector. Morgen is er een telefonisch overleg om oplossingen te zoeken omdat de situatie heel erg verschilt van bedrijf tot bedrijf in functie van gewas, teeltperiodes, technische uitrusting, energiecontracten, doorrekening in de prijzen van groenten en planten, enzovoort. Ik ben zeer gelukkig dat ik jullie kan meegeven dat heel wat telers gasprijzen konden vastklikken in langlopende contracten. Dat is toch een voordeel voor wie daarin geïnvesteerd heeft.
Uit de contacten die er geweest zijn, blijkt dat voor glasgroenten het rendabiliteitsprobleem nog niet acuut is. Voor 2021 is het effect nog beperkt aangezien de energieprijzen pas in het najaar sterk gestegen zijn. Als de situatie zich zo nog een tijdje blijft voordoen, zal dit absoluut een groot probleem worden. Op dit ogenblik is er wel een belangrijk cashflowprobleem. Bedrijven moeten voor ze hun producten kunnen verkopen sterk investeren in zaken zoals substraat, planten, bemesting en energie. Ze moeten dat allemaal voorfinancieren. Alle sectoren ondervinden op dit ogenblik indirecte effecten via de prijsstijging van kunstmest en verpakkingsmateriaal. Zowel voor de beschikbaarheid als de prijsvorming van die producten die voor de sector essentieel zijn, is het zeer moeilijk in te schatten hoe dit verder zal verlopen. Ik denk dat nu 10 procent van de bedrijven een cashflowprobleem heeft.
De meerkosten van energie zijn zo hoog dat die onmogelijk in de prijs doorgerekend kunnen worden. Daardoor is er een rem op de verkoop omdat de bloemen duurder worden. Telers draaien op dit ogenblik een behoorlijk maandelijks verlies waardoor op een aantal plaatsen het bedrijfskapitaal in gevaar komt.
Er zijn telers die vandaag serres of delen ervan leeg laten staan of jonge plantjes vernietigen om oplopende kosten te stoppen. Andere telers kiezen ervoor om de belichting of de verwarming terug te draaien, maar dat heeft natuurlijk een directe impact op de productie en de kwaliteit van de gewassen. Suboptimale groeiomstandigheden hebben ook een impact op het optreden van ziekten en plagen.
De glastuinbouwsector heeft de mogelijkheid om via de investeringssteun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds de transitie naar een energieneutralere kas te maken. Enerzijds kunnen de glastelers aanspraak maken op 30 procent – of 40 procent voor jonge landbouwers – investeringssteun bij investeringen in energiebesparende technieken, zoals energieschermen en schermdoeken of energiebesparing via dubbele beglazing. Daarnaast kunnen ze rekenen op 40 procent – of 50 procent voor jonge landbouwers – investeringssteun voor warmtepompen en warmterecuperatiesystemen.
Binnen de gemeenschappelijke marktordening (GMO) groenten en fruit is er steun mogelijk voor het plaatsen van een tijdelijk energiescherm. In het overleg met de sector zal nagegaan worden hoe deze investeringsmogelijkheden kunnen worden bijgestuurd zodat de telers hier maximaal op kunnen inzetten.
Binnen het Vlaamse Energie- en Klimaatplan voor glastuinbouw wordt een rondetafel georganiseerd om de langetermijntransitie een boost te geven. We willen eigenlijk een roadmap uitwerken waarbij enerzijds wordt ingezet op energie-efficiëntie en anderzijds op externe en alternatieve energiebronnen.
U had een vraag over de mogelijkheden. Er is een heel grote voorfinanciering. Heel wat andere landbouwbedrijven, zoals de varkenssector, hebben het ook moeilijk met de gestegen kosten en andere factoren, onder meer de zeer lage prijzen ten gevolge van onder andere corona. We hebben daarom beslist dat vanaf eind februari ook de land- en tuinbouwers een beroep kunnen doen op de overbruggingslening van de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) die dan wordt opengesteld. Ze zullen tot 200.000 euro kunnen lenen, mits ze voldoen aan de voorwaarden, aan een vaste rentevoet van 1 procent, terug te betalen over een periode van maximum 36, maanden waarbij in de eerste 12 maanden uitstel van terugbetaling wordt gegeven.
Ook de toeleveranciers van de land- en tuinbouw die in een financieel moeilijke situatie zijn terechtgekomen, kunnen vandaag al een beroep doen op de waarborgsystemen van PMV. Dat is nog altijd een beetje weinig gekend. We moeten daarop focussen.
De land- en tuinbouwers zullen vanaf eind februari via het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) een beroep kunnen doen op de overbruggingslening die dan wordt opengesteld. Ze zullen tot 200.000 euro kunnen lenen. In theorie kunnen ze tot 290.000 euro lenen, maar het bedrag is afgetopt op 200.000 euro voor bedrijven met minder dan vijftig werknemers. Het zijn de algemene voorwaarden die gelden. Met die twee instrumenten helpen we bedrijven om de moeilijke periode financieel door te komen. Ik hoop dat dit, collega Dochy, ook wat soelaas biedt in moeilijke tijden.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is in elk geval positief dat er niet gewacht wordt met dat overleg met de sector tot het water helemaal aan de lippen staat. Ik heb begrepen dat er reeds wat problemen zijn op het terrein maar dat er nog geen structureel probleem is, zoals in de varkenssector.
Ik heb goed geluisterd, minister, ik neem aan dat dit een nieuwe mogelijkheid is, namelijk de overbruggingslening via PMV van 200.000 euro die desgevallend kan worden gevraagd. Ik neem aan dat voor die vijftig arbeiders ook seizoensarbeiders in aanmerking komen, want er zijn misschien wel sierteeltbedrijven die tot dat aantal komen. Ik heb ook gehoord dat het eventueel voor de varkenssector en andere sectoren die een energietekort hebben, een mogelijkheid is. En ik begrijp heel goed, ik heb het ook vermeld in mijn open brief die ik gisteren heb rondgestuurd, dat de sector uitkijkt naar cash middelen eerder dan nogmaals overbruggingsleningen. Maar aan de andere kant is de transparantie van een lening bij PMV veel groter dan bij een terbeschikkingstelling van middelen bij een leverancier. In die zin kan dat toch wel een belangrijk element zijn dat soelaas kan brengen. Ik vind het wel belangrijk.
Minister, die vijftig werknemers, gaat dat ook over seizoenarbeiders?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Ik moet dat bekijken, collega. Dat is inderdaad een belangrijke opmerking omdat die seizoenarbeiders vrij lang werken op de bedrijven. Het lijkt me zeker een optie om die mee te nemen, maar het is een pertinente vraag. Ik zal ze proberen te beantwoorden, dat zal aanvullend zijn. Ik neem uw suggestie zeker mee.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Dank u wel, minister, om dit verder te bekijken en hopelijk ook te communiceren naar de sector – dat zal ook gebeuren, denk ik – om die mogelijkheid kenbaar te maken.
Ik herhaal nog eens dat we eigenlijk toch wel wat verwachten hier in deze commissie. Dat gaat dan misschien een beetje voorbij aan de inhoud van deze vraag, maar ook in andere sectoren, zoals de varkenssector, zijn energiekosten geen onbelangrijke kosten. Wij verwachten volgende week wel een en ander van de sector om met een gemeenschappelijk standpunt en strategie naar de commissie te komen om te zien hoe we die varkenssector verder kunnen helpen en hoe we ook verder kunnen overleggen – waarvoor dank, minister – met de andere sectoren om proactief problemen aan te pakken. Dank u wel.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.