De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik heb een vraag over ‘carbon farming’ omdat dat kan helpen om een stukje van de klimaatpuzzel te leggen. Er is natuurlijk nog werk om landbouwers en boeren te overtuigen, want als we een echt verdienend model willen uitwerken, is er nog wel wat werk aan de winkel.
Ik geef even duiding over wat het principe van carbon farming precies inhoudt. Het komt er eigenlijk op neer dat de grond zoveel mogelijk bedekt gehouden wordt en minimaal bewerkt wordt en dat er voldoende ruime teeltrotatie wordt toegepast. Eenvoudig toepasbare technieken zijn bijvoorbeeld het onderzaaien van gras in maïs, rustgewassen zaaien zoals granen, aangepast graslandbeheer of het toedienen van compost.
We weten allemaal dat het turbulente tijden zijn. Met het klimaatissue kijkt men vaak richting de landbouw. Als het al een probleem zou zijn, moeten we ook vaststellen dat zij ook een deel van de oplossing kunnen uitmaken en dat ze dat ook willen.
Laten we even naar de cijfers kijken. Een hectare grondbedekker bijvoorbeeld kan 1,5 tot 2 ton CO2 per jaar opslaan. Dat is gelijk aan de uitstoot van een wagen die 50.000 kilometer aflegt. Er zijn dus zeker concrete realisaties te bekomen, maar er zijn natuurlijk ook kosten aan verbonden. Dat is de grote uitdaging. Ik heb het in het begin ook al aangehaald. We moeten de landbouwers kunnen overtuigen dat er een verdienmodel aan gekoppeld is, en vooral dan op langere termijn, want de investeringen gebeuren op korte termijn, maar het duurt even voor men resultaten ziet, zeker wat dit principe van carbon farming betreft.
Daarnaast zien we ook dat heel wat niet-landbouwbedrijven op zoek zijn naar manieren om hun uitstoot van CO2 te compenseren. Dan kijken ze richting landbouwers om carbon credits te kopen zodat er een equivalent kan worden vastgelegd in de bodem.
Minister, ik heb de volgende concrete vragen voor u. Welke mogelijkheden voorziet het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) om dit principe te gaan ondersteunen? Welke maatregelen zullen genomen worden om carbon farming te stimuleren? Zult u bij de uitwerking van maatregelen ook specifieke aandacht hebben voor stimulansen op de langere termijn, omdat de koolstofopbouw toch wel traag gaat. Zult u ook werk maken van het sensibiliseren van boeren? Dat is belangrijk. Het is voor hen een relatief nieuw gegeven. De aanmoediging richting verdienmodel verdient het nodige sensibiliseringswerk.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Bedankt, collega Talpe, voor de vraag over carbon farming. U bent heel geïnteresseerd; dat heb ik al van vroeger gemerkt. Maar wij zijn ook geïnteresseerd, want nog van voor het nieuwe GLB van start gaat, heb ik een pre-ecoregeling uitgewerkt waar koolstoflandbouw centraal staat. Via deze stimulerende maatregelen kunnen boeren op basis van hun teeltplan het organischestofgehalte in de bodem verhogen en hiervoor een vergoeding ontvangen.
Ook in het nieuwe GLB vanaf 2023 wil ik deze maatregel kunnen verderzetten als ecoregeling en ook nog aanvullen met twee bijkomende toepassingen, namelijk het organischestofgehalte in de bodem verhogen door de aanvoer van organisch materiaal zoals compost, en een resultaatgerichte maatregel voor boeren die goede resultaten behalen qua organischestofgehalte in hun bodem en pH.
De andere voorbeelden die u aanhaalt als goede praktijken voor carbon farming, zullen ook opgenomen worden in het voorstel voor het nieuwe GLB. Ik stel een ecoregeling voor die inzet op teeltrotatie met een vlinderbloemige in het teeltplan en een ecoregeling om niet-kerende bodembewerking te stimuleren in het kader van erosiebestrijding. Ook voor aangepast graslandbeheer ten voordele van koolstofopslag zullen maatregelen in het nieuwe GLB voorgesteld worden.
Sinds de invoering van de randvoorwaarden in het GLB in 2005 zijn onze boeren verplicht om bodemanalyses te laten uitvoeren van een minimumaantal percelen. Bij deze bodemanalyses worden de pH en het organischekoolstofgehalte bepaald waaraan tegelijk een advies gekoppeld is dat de boer wijst op de maatregelen die hij moet nemen wanneer de pH of het organischekoolstofgehalte te laag is. Sorry voor de technische uitleg. Boeren die onvoldoende bodemanalyses kunnen voorleggen, krijgen een administratieve sanctie opgelegd.
Zoals ik daarnet heb aangehaald, voorzie ik in het nieuwe GLB verschillende stimulerende maatregelen. Maar daar blijft het niet bij. Het Departement Landbouw en Visserij en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) zullen samen het Europese LIFE-project Carbon Counts uitvoeren. In dit project zal een roadmap voor carbon farming voor Vlaanderen uitgewerkt worden door ILVO en zal het departement ook werken aan een geodataplatform voor de verdere uitbouw van koolstoflandbouw in Vlaanderen.
Ook op Europees niveau is er heel wat in beweging rond carbon farming. Onze administratie volgt die initiatieven dan ook met veel interesse op.
Binnen het kader van het GLB is het uiteraard niet evident om maatregelen uit te werken die voorbij de periode kijken, maar in de mate van het mogelijke wordt er wel rekening mee gehouden. Het langetermijnaspect wordt meegenomen in ons voorstel. Daarnaast wordt in de voorstellen voor ecoregelingen die inzetten op de nodige inspanningen naar teeltplan en bemesting naar organisch materiaal, rekening gehouden met het feit dat koolstofopbouw een langzaam proces is.
De term carbon farming is inderdaad een relatief jong begrip. Het belang van een optimaal gehalte aan organische stof in de bodem en het type maatregelen die daaraan kunnen bijdragen, kennen onze boeren eigenlijk wel al langer. Ook in het nieuwe GLB is sensibilisering en kennisverspreiding een belangrijke doelstelling. Koolstoflandbouw zal daar zeker in meegenomen worden.
Door de sector wordt ook sterk ingezet op projecten rond carbon farming. Zo was er op 8 en 9 december 2021 de slotconferentie van het project Incentivising Carbon Farming waarbij Inagro en ook ons Innovatiesteunpunt betrokken waren.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Dank, minister, voor de uitgebreide toelichting. Ik ben blij dat er heel wat in beweging is om die carbon farming nog meer op de kaart te zetten en onze boeren daartoe te stimuleren. Het is ook goed om na te denken over stimulansen en hoe we verdienmodellen op punt kunnen stellen.
Ik ben blij te horen dat er bijkomende projecten worden opgezet. Ik was ook tevreden dat Europa tegen eind 2022 wil komen met een certificeringssysteem voor boeren die aan koolstofopslag doen, want op die manier kunnen we monitoren. De opslag van cijfergegevens is enorm belangrijk om hiermee aan de slag te gaan.
Dus bij dezen wil ik nog één vraag stellen, minister. Ik had het over die verdienmodellen en dat we de landbouwers daartoe moeten stimuleren, maar verdienmodellen betekenen maatwerk. Men kan immers niet op elk bedrijf zomaar hetzelfde format loslaten. Mijn vraag is dan ook of we de landbouwers zullen begeleiden bij het zoeken naar de juiste aanpak. Kan maatwerk voor hun bedrijf, bijvoorbeeld via KRATOS, worden gerealiseerd? Daar zou ik graag nog enige toelichting bij krijgen.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Ik dank de collega voor de vraagstelling. Carbon farming is een thema dat we al meermaals in deze commissie en in andere commissies hebben aangekaart. Ik ben blij dat er eensgezindheid over bestaat dat dit zeker een interessante piste is die we verder moeten bewandelen.
Minister, u verwees al naar onderzoeken waarin zowel België als Nederland een vooraanstaande rol opneemt en waarbij een aantal proefprojecten de eerste ervaringen hebben opgeleverd. Het was zeer boeiend om die nauwlettend te volgen.
Minister, ik ben ook heel blij met de initiatieven die u al ondernam om ook in Vlaanderen effectief de eerste stappen te kunnen zetten en na te gaan op welke manier we die carbon farming kunnen vormgeven. Met dit thema kunnen we ook wijzen op de positieve impact die landbouwers kunnen hebben op het klimaat, en hen daar ook voor erkennen door te zorgen voor een positieve return. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we op die manier een positief stimulerend verhaal kunnen brengen en een meerwaarde kunnen bieden voor het klimaat en voor onze landbouwers.
Er zijn verschillende mogelijkheden wat het organiseren van verdienmodellen betreft en de vraag hoe en met wie wordt samengewerkt, maar het zou me te ver leiden om daar vandaag mijn visie en ideeën over te geven. Ik vind het wel belangrijk dat het parlement – het beleid – daar de nodige voorbereidingen in treft.
Voorzitter, ik wil bij dezen dan ook al aangeven dat wij een conceptnota hebben klaarliggen om het debat in het parlement daarover in ruimere zin te voeren. We denken immers dat hier potentieel in zit en dat we ons moeten voorbereiden zodat de landbouwers daar op het terrein het verschil mee kunnen maken.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Collega Talpe, ik dank u voor de interesse, want dit is een belangrijk thema. Het zorgt er ook voor dat we naar onze landbouwers kunnen kijken als een deel van de oplossing van het klimaatprobleem. Het is belangrijk dat we zien dat zij daar in de toekomst een belangrijke rol in kunnen spelen en dat we mee nadenken hoe dat zo goed mogelijk kan gebeuren.
Minister, u hebt een aantal maatregelen of elementen opgenoemd die nu al in die pre-ecoregeling zitten en die in de toekomstige pre-ecoregeling zouden worden opgenomen. Ik denk dat het meest vernieuwende daarin het niet-kerend werken is. Het gebruik van vlinderbloemigen kennen we natuurlijk al veel langer, ook door het opslaan van stikstof. Het gebruik van compost voor de toevoeging van organisch materiaal kennen we natuurlijk ook, maar het is vooral dat niet-kerend werken dat belangrijk is, omdat men op die manier, door niet te ploegen, vermijdt dat men heel veel koolstof verliest uit de bodem. Ik denk dat dit een heel belangrijk element is. Daar is zeker nog werk aan omdat het een beetje contra-intuïtief is in verhouding tot wat onze landbouwers gewend zijn wanneer het gaat over de bewerking van hun land.
Ook die verdienmodellen zijn een belangrijk thema. Ook collega Talpe en Rombouts wezen daarop. Naast het feit dat we daar regelingen voor treffen en daar een zekere steun voor voorzien, is het belangrijk na te gaan welke verdienmodellen mogelijk zijn. Die modellen zijn er zeker omdat er inderdaad in dezen een markt mogelijk is tussen vraag en aanbod. Ik steun dan ook de vraag om daar verder op in te gaan en te bekijken welke mogelijkheden daar zijn.
Vandaag is er reeds die pre-ecoregeling. Ik denk dat u nog geen duidelijk beeld hebt hoeveel landbouwers daar vandaag precies op ingaan. Kunt u enige indicatie geven op welke termijn we wat meer informatie kunnen hebben over het succes van die pre-ecoregeling, zodat we kunnen zien in hoeverre verdere stimulansen nodig zijn?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’s, ik dank jullie voor de grote interesse in die ecoregelingen.
Collega Talpe, wat de verdienmodellen betreft, zal de zoektocht naar maatwerk op bedrijfsniveau zeker deel uitmaken van het project van ILVO, waar ik al naar verwezen heb. Ook in de maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zorgen we bewust voor een combinatie aan mogelijkheden voor boeren. Dat is iets waar we heel veel aandacht voor hebben.
Collega Rombouts, wat de return betreft, zegt u heel terecht dat het belangrijk is dat onze boeren worden geapprecieerd, ook financieel, voor die heel positieve bijdrage die ze kunnen leveren aan de klimaatambitie. En laat dat nu net een van de punten zijn dat terugkomt in elk gesprek dat ik heb met boeren, namelijk dat ze altijd als tegenstanders worden beschouwd en nooit als partners, terwijl zij net een heel belangrijke bijdrage kunnen leveren. Met deze vraag wordt aangetoond dat de overheid mee dat kader wil scheppen om onze landbouwers de kans te geven om die positieve bijdrage te leveren.
Collega Steenwegen, het klopt dat het wat nieuw is, maar het moet inderdaad genuanceerd worden. Niet voor elke grondsoort met eigen perceelseigenschappen is dat automatisch even goed voor de opslag van koolstof. Daarom is het zo belangrijk dat we ook de kennis en de kunde van onze boeren meenemen in het verhaal en hen stimuleren om in te gaan op de maatregelen die specifiek werken voor hun bedrijf.
We hebben nog geen cijfers gezien omdat ze nog maar net van start zijn gegaan. Maar ik kan u wel zeggen dat de interesse van de boeren tijdens de infomomenten die we hebben georganiseerd, bijzonder groot was. Ik ga er dus wel van uit dat de resultaten navenant zullen zijn, maar daarvoor zullen we nog een klein beetje geduld moeten hebben. Ik stel voor dat u daar volgende week nog geen vraag over stelt, want dat zal ook nog een beetje te vroeg zijn, maar binnen afzienbare tijd zullen we daar zeker de eerste resultaten over hebben.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Ik ben blij dat carbon farming de verdiende aandacht krijgt. We zullen daar in de toekomst nog verder op ingaan en de mogelijkheden onderzoeken, en we zullen de boeren die deze stap willen zetten, ondersteunen.
We weten inderdaad dat het met klimaat en landbouw vaak wat mank loopt. Dit is een kader waarin we die twee met elkaar kunnen verzoenen: we moeten daar absoluut maximaal op inzetten. Dit wordt dus vervolgd.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.