Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 09 jan 2022 13:53 

Na 4 droge jaren 4 natte ...?


Hoewel het grondwater nog slechts op zo’n 20 procent van de meetpunten te laag staat, zijn we niet gewapend voor toekomstige droogte. Vlaanderen slaagt er nog steeds te weinig in water vast te houden.

Het water viel in 2021 met bakken uit de hemel. Na de kletsnatte ­zomer volgde een behoorlijk ­regenachtig najaar. Hebben we nu genoeg water om toekomstige droogte aan te kunnen? Een goeie indicator van onze watervoorraad is het grondwaterpeil. Uit de jongste gegevens van de Vlaamse Mi­lieumaatschappij (VMM) blijkt dat meer dan de helft van de meetpunten van de bovenste grondwater­lagen op een normaal peil zit voor de tijd van het jaar. Een kwart vertoont een hoge en 12 procent een zeer hoge stand. Maar ondanks de overvloedige neerslag staat 18 procent nog altijd op een (zeer) laag ­niveau (zie kaart).

De gegevens dateren van begin december. Een jaar eerder, begin december 2020, vertoonden nog acht op de tien meetpunten een laag niveau. Voor het eerst sinds de winter van 2017-2018 is er opnieuw een neerslagoverschot (+ 75 millimeter, om precies te zijn) in plaats van een tekort. Dat is de balans tussen wat er uit de hemel valt en wat er verdampt. De zorgwekkende toestand van de voorgaande jaren lijkt dus hersteld. ‘Heel wat van de regen van het afgelopen jaar kon in de bodem infiltreren’, zegt Katrien Smet van de VMM. ‘Onze uitgangspositie is sterk verbeterd.’

Naar de zee

Toch is voorbarige water-euforie niet op zijn plaats. ‘Er lijkt veel ­water voorhanden, maar dat is ­omdat we een nat seizoen niet meer gewend zijn’, zegt professor Patrick Willems, waterkundige aan de KU Leuven. ‘Eigenlijk ­maken we nu een normale situatie mee. Deze grondwaterniveaus zijn vergelijkbaar met die van de winter van 2017-2018. Maar in de zomer die erop volgde, kampten we toch met schaarste. Stel dat het dit jaar vanaf pakweg april maandenlang droog blijft, dan kunnen we tegen het einde van de zomer opnieuw in de problemen komen.’

De reden daarvoor is dat het overtollige water van vandaag ­tegen dan weg is. Naar de zee gevloeid. Vlaanderen slaagt er nog steeds te weinig in water vast te houden. Dat stamt uit de tijd toen er meer dan genoeg was en we ­ervan af wilden. Maar het klimaat verandert en frequentere en langdurige droogtes worden ons deel.

   • 2 miljoen tuinen, ons belangrijkste wapen in de strijd tegen extreme regenval

Het beleid is wakker geschoten in die nieuwe realiteit. In juli 2020 sloot minister van Omgeving ­Zuhal Demir (N-VA) de Blue Deal af, die een heel pakket maatregelen tegen de droogte bevatte. Het ­creëren of herstellen van natte ­natuur was daarin prominent. In waterlopen werden de kronkels, de ‘meanders’ hersteld, zodat het ­water trager afvloeit. Er kwamen ‘slimme’ stuwen in bufferbekkens en pompstations, zoals in Diest (zie inzet). Hier en daar is er aan ontharding gedaan – een speelplaats of een stuk asfalt werd opgebroken om water de kans te geven in de grond te dringen.

Grote waterbekkens aanleggen is niet echt een optie, zegt Katrien Smet. ‘Onze huidige wachtbekkens zijn bedoeld om grote volumes op te vangen bij wateroverlast en zo overstromingen te vermijden. Maar het gaat om grond die in gebruik is, bijvoorbeeld voor landbouw. Het water kan daar niet lang blijven staan. Het bekken moet weer leeg zijn om de volgende stortbui aan te kunnen.’

Veel van de plannen zijn nog niet uitgevoerd. ‘Ze vergen tijd’, zegt Smet. ‘Er zijn vergunningen voor nodig, er moet grond gekocht worden, de werken moeten worden aanbesteed.’

Dijken afbreken

Het ging tot dusver ook om kleinschalige, lokale maatregelen en proefprojecten. ‘Die zijn nodig, maar ze zijn niet van die aard dat ze het waterprobleem – te veel of te weinig – kunnen oplossen’, oordeelt Willems. ‘Daarvoor zijn drastischere, grootschaligere ingrepen nodig. Hier en daar moeten we ­dijken afbreken. Je merkt dat men daar nog voor terugschrikt. Wat we zeker ook meer moeten doen, is ­gebieden afbakenen en vrijhouden voor het water.’

Er zijn enkele grootsere plannen op komst. Binnen het project Water-Land-Schap, dat aangestuurd wordt door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), werden zopas zestien ingrepen in evenveel valleien goedgekeurd. Daar wordt de komende vijf jaar gewerkt aan wat ‘klimaatsponzen’ heet. Minister Demir trekt er 15 miljoen euro voor uit. Bij de zestien ingrepen vind je plannen voor het Blankaartbekken (West-Vlaanderen), de Zwalm­vallei (Oost-Vlaanderen), de Kleine Nete (Antwerpen) en Voeren (Limburg).

Willems, die mee de aanvragen op hun kwaliteit beoordeelde, ziet een evolutie in de goede richting. ‘Je merkt dat de geesten gerijpt zijn’, vindt de professor. ‘Er is meer ambitie. Als die plannen allemaal uitgevoerd worden, zal een impact op heel Vlaanderen voelbaar zijn.’

Verdeeld over de vijf provincies gaat het om de volgende projecten:

West-Vlaanderen

  • In West-Vlaanderen neemt de gemeente Beernem het initiatief om het Beverhoutsveld om te vormen tot een klimaatrobuust landbouwgebied.
  • In Damme werken de provincie West-Vlaanderen, Natuurpunt en de Universiteit Antwerpen samen met partners om de Rombautswervepolder weerbaarder te maken tegen klimaatverandering.
  • De provincie West-Vlaanderen gaat in het Blankaartbekken en de Handzamevallei aan de slag met partners om de valleien om te vormen tot klimaatsponzen van de toekomst.
  • In Kortrijk trekt de stad het project ‘Van Beek tot bodem’.

Oost-Vlaanderen

  • In Oost-Vlaanderen is de provincie Oost-Vlaanderen samen met haar partners de trekker van het gebied Rodeland. De Molenbeek, Gondebeek en Driesbeek vormen ze om tot klimaatrobuuste valleien.
  • De provincie Oost-Vlaanderen trekt het project Peerdestokbeek, Molenbeek en Wijlegemse beek in de Zwalmvallei.

Vlaams-Brabant

  • In Vlaams-Brabant gaat het Regionaal Landschap Brabantse kouters met haar partners aan de slag met het project Klimaatrobuuste Groene Noordrand.
  • Het Regionaal Landschap Zuid-Hageland werkt in de Velpevallei het project Wet Nature DeVELPment uit.
  • Het Regionaal Landschap Rivierenland werkt samen met partners aan het project COWALA (Coalitie Water-Land-Schap), dat zowel in Vlaams-Brabant als Antwerpen gelegen is.
  • De Polder ‘Vliet en Zielbeek’ trekt het project ‘Water zonder (be)grenzen in de Vlietvallei’, ook gelegen in Vlaams-Brabant en Antwerpen.

Antwerpen

  • In Antwerpen trekt de provincie Antwerpen in de Vallei van de Kleine Nete het project ‘Bodemwater’.
  • ‘Boeren op peil in Oud-Turnhout en Arendonk’ (BOPOTA) is ook een project van de provincie Antwerpen.

Limburg

  • In Limburg werkt het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren aan een klimaatrobuust landschap in de Voerstreek.
  • De provincie Limburg werkt aan de klimaatrobuuste inrichting van het speerpuntgebied Munsterbeek.
  • De Watering De Dommelvallei trekt het project ‘Klimaatrobuust stroomgebied van de Dommel’.
Grote Steunbeer zal weer Demerwater door Diest laten stromen

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) noemt de restauratie van de Grote Steunbeer in Diest een mooi voorbeeld van een water­project dat vele doelen dient.

De Grote Steunbeer is het oude sluizencomplex aan de Saspoort en een beschermd stukje van de oude wallen, die dateren van net na de Belgische onafhankelijkheid.

De stuw werd aangelegd om het omliggende land onder water te kunnen zetten tegen een oprukkende vijand.

De vernieuwde sluis zal automatisch bediend worden. ‘De ­regelconstructies zullen niet ­alleen verdroging tegengaan, ook bij hoogwater zullen ze hun nut be­wijzen doordat ze een fijnere sturing van het watersysteem in en om Diest mogelijk maken’, zegt Katrien Smet van de VMM. ‘Zo wordt de stad beschermd tegen een overstroming en tegelijk wordt de natuur stroomopwaarts natgehouden.’ Daar zal het nabijgelegen ­natuurgebied Webbekoms Broek van profiteren.

De verzande bedding van de ‘oude’ Demer wordt uitgebaggerd en een meter dieper gemaakt. Een automatisch bediende verbinding tussen de ‘oude’ en de bevaarbare Demer zal het mogelijk maken om het waterpeil in het centrum onder controle te houden.

Na de werkzaamheden zal er opnieuw Demerwater door Diest stromen. Vandaag wordt de bedding door de Begijnenbeek ­gevoed. In een volgende fase wordt de Demer verbonden met die beek. Bij lage waterstanden blijft de beek door de stad lopen, bij felle regenval wordt het beek­water naar de omgelegde rivier geleid. Op die manier zakt het waterpeil in het stadscentrum en komt er capaciteit vrij om ­regenwater te bufferen.

Ook de vijvers aan provincie­domein Halve Maan worden met de Begijnenbeek verbonden. Zo kunnen zij ook worden gebruikt als waterbuffers.

De werkzaamheden zijn in ­augustus vorig jaar begonnen. (ty)

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer