Ventilusproject

– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.

Mevrouw Van Volcem heeft het woord.

Mijn vraag om uitleg is misschien een beetje achterhaald want de dag dat ik ze indiende, hebt u een communicatie rondgestuurd waarin u de opdracht van de intendant voor drie maand verlengt. Niettemin, minister, blijft het Ventilusproject belangrijk. Het brengt heel wat beroering met zich mee. Als men er op de snelweg langs rijdt, ziet men al het protest van de omliggende gemeenten. Burgemeesters en landbouwers hebben zich verzameld en uiten zich met een gemeenschappelijk West-Vlaams CD&V-standpunt. Ze willen die bovengrondse leidingen niet, ze willen dat ondergronds. Grote commotie. Ik las dat u aan de kant van de bevolking staat. Die intendant moet het draagvlak vergroten. Dat is een goede zaak. We moeten de alternatieve tracés nog bekijken.

Op 28 oktober was er een terugkoppelmoment voorzien met de burgerplatformen, het middenveld, lokale burgemeesters en de gouverneur. De opdracht zou eind november ten einde lopen, maar de mogelijkheid tot verlenging werd vanaf het begin opengehouden.

Intussen hebt u nog uitspraken gedaan, minister, naar aanleiding van de federale plannen met aansluiting naar Denemarken. U vindt dat ze roet in uw plannen gooien, maar zoals ik heb gelezen, hebben die plannen totaal geen impact op dit project. Dat zegt de federale minister Van Quickenborne, maar ook Elia heeft een duidelijk standpunt ingenomen en zegt dat er totaal geen impact is. Ik vond dat allemaal een beetje vreemd. Wat is die impact volgens u dan?

Minister, hoe evalueert u het terugkoppelmoment van eind oktober? Wat zijn de voornaamste conclusies?

In welke mate is de intendant erin geslaagd het draagvlak te vergroten? Is er ondertussen een plan waar de omwonenden en de burgemeesters zich in kunnen vinden? Ik denk eerlijk gezegd van niet want de protesten worden steeds luider en de borden groter. Hoe gaat men dat oplossen? Hoe ziet u dat? Zijn er al alternatieve tracés? Bent u van plan om het ondergrondse tracé te bekijken en dit als een valabel alternatief te zien?

Wat is eigenlijk de impact van de federale plannen op de capaciteit? U zegt dat ze roet in het eten gooien en Elia zegt van niet. Als onafhankelijke kunnen we Elia vertrouwen en de federale minister ook. Wat is volgens u de impact?

Zal de opdracht van de intendant aan het einde van deze maand beëindigd of verlengd worden? Welk tracé zult u kiezen? Komt het er ondergronds of niet?

Mevrouw Ryheul heeft het woord.

Voorzitter, collega’s, minister, het Ventilusproject moet inderdaad het hoogspanningsnet in West-Vlaanderen versterken. Dat is noodzakelijk omdat West-Vlaanderen steeds meer een toegangspoort wordt voor energie die op zee wordt opgewekt door middel van windparken. De bestaande Stevinverbinding heeft haar maximale capaciteit bereikt.

Maar vanaf het begin kreeg dit project flink wat tegenwind in West-Vlaanderen. Minister, ik las dat u ook van West-Vlaanderen houdt en vaak richting onze Vlaamse kust rijdt. Dan zullen de vele boodschappen van protest langs de E403 u ongetwijfeld ook al opgevallen zijn.

Ook verschillende burgemeesters hebben hun bezorgdheid geuit over de nieuwe hoogspanningslijn. Daarom hebt u een intendant aangesteld, de heer Vloebergh, die het project moest helpen deblokkeren. Het was de bedoeling dat hij rond deze tijd zijn rapport klaar zou hebben.

Maar de recente plannen van de Federale Regering om de capaciteit aan windenergie op zee uit te breiden en de bouw van een onderzeese verbinding tussen Denemarken en ons land hebben een rechtstreekse impact op die Ventilusplannen. Daarom vroeg de intendant meer tijd om de beslissingen van de Federale Regering in zijn rapport te kunnen verwerken.

Minister, u hekelde het feit dat de federale beslissingen werden genomen zonder de Vlaamse Regering of de intendant te consulteren. Volgens u heeft de heer Vloebergh maximaal drie maanden extra nodig. Maar nu dreigt er dus opnieuw een rondje armworstelen tussen de Vlaamse Regering en de Federale Regering over een nieuw conflict waarvan enkel West-Vlaanderen de dupe dreigt te worden.

Minister, bent u werkelijk op geen enkele manier geconsulteerd geweest door de federale minister van Energie? Hebt u de federale minister van Energie daarmee geconfronteerd? Zo ja, wat was de reactie? Zo niet, bent u van plan om dit nog te doen?

De plannen voor een onderzeese kabel met Denemarken zaten al langer in de pijplijn. Waarom hebt u of heeft de intendant hier niet op geanticipeerd?

Kan men met de huidige stand van zaken met betrekking tot de Tritonverbinding de impact op het Ventilusproject al voldoende inschatten?

Verwacht u dat de voorlopige bevindingen van de intendant die eind oktober werden bekendgemaakt drastisch zullen worden gewijzigd door de plannen van de Federale Regering?

Minister Demir heeft het woord.

Op het terugkoppelmoment van 28 oktober 2021 te Izegem heeft de intendant de onderzoeksresultaten toegelicht aan alle stakeholders. De intendant werd daarbij vergezeld door een expert in technologie en een expert in gezondheid. Beide experten hebben gefocust op het beantwoorden van de vragen die de burgerplatforms hebben gesteld in hun verzoekschrift aan het Vlaams Parlement van oktober 2020 en op bijkomende vragen van alle actoren aan de intendant.

Tijdens het terugkoppelmoment hebben alle aanwezigen de kans gekregen vragen te stellen aan beide experten. Het terugkoppelmoment werd positief geëvalueerd door de aanwezigen en de experten door de grote informatieve waarde en de interactie met de stakeholders.

Zowel burgemeesters als omwonenden pleiten voor een ondergronds alternatief in gelijkstroom. Zoals gezegd omvat Ventilus meerdere doelstellingen die als gevolg van technologische knelpunten niet in een volledig ondergronds project kunnen worden gerealiseerd. In wisselstroom kan volgens de experten het volledige tracé immers niet ondergronds aangelegd worden als gevolg van onder andere resonantieproblemen. Voor een gedeelte van acht tot maximaal twaalf kilometer zou dit wel kunnen in functie van de bodemgesteldheid.

Anderzijds stel ik wel vast dat het beantwoorden van de vele vragen een positief element is in het werk van de intendant.

De impact van de recent aangekondigde federale plannen voor meer windparken op zee, de bouw van een energie-eiland en een kabel naar Denemarken wordt momenteel onderzocht en de vragen van de stakeholders hierover zullen worden beantwoord door de intendant en de experten. Het onderzoek loopt en dat was ook de reden waarom de opdracht van de intendant met maximaal drie maanden is verlengd. Ik denk dat het belangrijk is dat we duidelijke antwoorden hebben op de vragen over die plannen. Misschien zal de kabel niet onmiddellijk een impact hebben, maar de andere plannen wel. Het is belangrijk dat we de bezorgdheden die er zijn bij de mensen op het terrein goed controleren voor we aan een project beginnen. Vandaar die verlenging.

Ik wil hier nogmaals herhalen dat de wijze van communicatie van het federale niveau niet heeft bijgedragen tot het draagvlak. Ik was zelf niet op de hoogte. Het zorgt ook voor miscommunicatie bij de mensen op het terrein. Dat is niet bevorderlijk. Het is beter om als men plannen heeft en men weet dat Ventilus bezig is daar gewoon een telefoontje over te doen. Dat is allemaal geen probleem. De drie zaken die vanuit de federale collega’s komen worden nu verder onderzocht.

Zoals gezegd vernam ik de federale plannen voor extra windmolens, het energie-eiland en de kabel van Denemarken via de media. Ik ontving ondertussen wel een schrijven van de federale ministers met het voorstel om via een specifieke ENOVER-werkgroep (Energieoverleg) samen te komen. Dat is een goed idee. Dit overleg wordt nu georganiseerd en buigt zich over de drie projecten van de federale collega’s om er meer inzicht in te krijgen.

In het kader van het Ventilusproject werd vanaf de start opgenomen dat één interconnector aangesloten zou kunnen worden op de Ventilusverbinding en werd ook steeds verwezen naar het Nautilusproject met het Verenigd Koninkrijk. Er is nu sprake van een tweede interconnector. Of dat gevolgen heeft voor het Ventilusproject en op de dimensionering ervan is precies de vraag die ik heb gesteld aan de intendant en zijn experten. Het wordt op dit moment onderzocht. Het is vervolgens ook goed om met de federale collega’s in een ENOVER-werkgroep samen te komen.

Mevrouw Van Volcem heeft het woord.

Minister, ik heb nochtans goed geluisterd maar ik heb het opvolgmoment gemist. Het nieuwe opvolgmoment is mij niet zo duidelijk. Mensen vragen daarnaar. Wanneer komt dat nieuwe opvolgmoment en de afronding? Blijft dat zeker binnen deze drie maanden? De mensen zijn ongerust over al die draden in de lucht die een groot stuk van West-Vlaanderen gaan doorkruisen. Deze bijkomende vraag wil ik u toch stellen.

Elk heeft zijn manier van communiceren. Er is ook wel eens kritiek op uw manier van communiceren. Ik denk dat u zand in de ogen hebt gestrooid en het complexer maakt dan het eigenlijk is. Het project naar Denemarken heeft totaal geen impact op het Ventilusproject. Ik begrijp wel dat de intendant meer ruimte nodig heeft om te onderzoeken en dat hij meer draagvlak nodig heeft. Maar als er totaal geen impact is op dit project past het u als minister totaal niet om op deze manier het draagvlak voor windenergie nog meer naar beneden te halen.

Mevrouw Ryheul heeft het woord.

Minister, alvast een pluim voor de terugkoppelmomenten naar de betrokkenen. Het is absoluut belangrijk dat ze ook in de toekomst herhaald worden en dat er vaker overleg gepleegd wordt met het federale luik.

Het Ventilusproject blijft in West-Vlaanderen de gemoederen beroeren en het dossier blijft aanslepen. Voor de omwonenden blijft de onzekerheid duren. De ongerustheid bij de West-Vlamingen zal er zeker niet minder op worden. Het wordt hoog tijd voor duidelijkheid. We hebben alle begrip voor het feit dat er rekening moet gehouden worden met recente plannen van de federale regering maar we vinden het onaanvaardbaar dat de hoogspanningslijn gebruikt wordt als onderdeel van een potje armworstelen met uw federale collega Tinne Van der Straeten. We wisten dat de onderzeese verbinding met Denemarken er zou komen. We wisten ook dat de federale regering meer capaciteit op zee wou voorzien. Tijdens de begrotingsbesprekingen op 30 november 2021 in de commissie in het federaal parlement heeft nu ook de federale minister van Noordzee zich in het debat gemengd. Daar stelde hij dat hij van u, minister, verwacht dat u de federale overheid volledig autonoom laat beslissen over haar eigen bevoegdheden. Want als de Vlaamse overheid besluit om volledig in te zetten op elektrificatie dan is volgens de federale minister van Noordzee het Ventilusproject hoogdringend nodig om deze energieswitch mogelijk te maken.

Die beslissing van de federale overheid om de productiecapaciteit van de energievoorziening vanop zee te verviervoudigen en de stroom via Denemarken aan te voeren kan volgens de federale minister van Noordzee dan ook geen enkele invloed hebben op het Ventilusproject. Dat is ook wat collega Van Volcem daarnet aangaf. En in die zin hebt u volgens de federale minister van Noordzee geen enkele gerechtvaardigde reden om Ventilus plots op een andere manier te bekijken en opnieuw met drie maanden te vertragen. Daarom heb ik drie bijkomende vragen.

Hoe gaat u om met deze zware kritiek van de federale minister van Noordzee op uw Ventilusbeleid?

De federale minister van Noordzee die zopas deze kritiek heeft geuit op uw beleid behoort tot de Open Vld-familie, een partij die ook uw coalitiepartner is in de Vlaamse Regering. In welke mate wordt uw beslissing om het Ventilusproject opnieuw te vertragen door de verlenging van het mandaat van de intendant binnen uw Vlaamse Regering door de Open Vld-regeringsleden gedragen?

Welke stappen zult u ondernemen om de politieke barsten in het Ventilusdebat te lijmen en met het federale niveau in het belang van de Vlaamse bevolking opnieuw tot serene en constructieve energiebeslissingen te komen?

De heer Tobback heeft het woord.

Ik wil me aansluiten bij de bedenkingen van de twee vraagstellers en de vraag naar een constructieve dialoog. Ik weet niet wie met wie gebeld heeft naar aanleiding van welke kabel maar in een volwassen democratie en in een volwassen federale samenwerking zou zoiets niet relevant moeten zijn. Uiteindelijk zijn voor de Vlaamse doelstellingen inzake elektrificatie, verduurzaming en hernieuwbare energie de windmolens op zee voor hernieuwbare productie essentieel. En ook dat Ventilusproject is essentieel, met alle begrip voor de plaatselijke bezorgdheid waar inderdaad aan tegemoet gekomen moet worden. Er moeten oplossingen gezocht worden. We zijn ons allemaal bewust van het belang daarvan. Het helpt niet als er bovenop die begrijpelijke bezorgdheden van mensen ter plaatse ook nog eens een politieke worstelpartij gevoerd wordt die op zich zelfs niets met de Ventilusconnectie te maken heeft. Ik wil die oproep gerust ook tegenover de federale minister herhalen. Maar ik wil bij deze zeker de Vlaamse Regering oproepen om niet de hele tijd te proberen om bewust in de weg te lopen van het federaal niveau. Dat is niet alleen een ziekte in deze discussie. Probeer om constructief samen te werken en te zoeken naar oplossingen in plaats van naar punten zoals of er iemand vergeten is te telefoneren. Dat helpt niemand een stap vooruit, minister.

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Minister, dank u wel voor uw antwoorden op de terechte vragen. Er zijn nu een paar dingen voor ieder van ons duidelijk. Het eerste is dat er nood is aan de ontsluiting van de windenergie op zee. Ik hoop dat daar niemand nog over debatteert of discuteert. Het tweede is dat er nood is aan de versterking van het net om de bedrijfszekerheid voor alle Belgische en Vlaamse bedrijven te garanderen, maar ook voor de West-Vlaamse bedrijven en burgers – als provinciegenoot wil ik dat hier ook inbrengen. Dit is ook belangrijk met het oog op elektrificatie, zoals onder andere collega Tobback schetst. Dat is een zekerheid. Er is ook de zekerheid dat we het allemaal eens zijn over het feit dat er grondig rekening gehouden moet worden met de inwoners ter plaatse. En er is de zekerheid dat er niemand bij gebaat is om er een politiek spel rond te spelen.

Op dit moment ligt de bal in het kamp van de Vlaamse overheid. U hebt onze steun gekregen om een intendant aan te stellen. Wat ons betreft is het echt van belang dat die persoon zijn traject kan afwerken. Er is een verlenging gekomen met de bedoeling om beslissingen te nemen eind februari 2022. Laat ons dat rapport in alle rust afwachten. Intussen ben ik wel verwonderd dat er uitspraken komen van Elia en de federale overheid dat er geen impact zou zijn van de recente beslissingen op het Ventilusproject. Dat zeggen ze niet zomaar. U bent daar bezorgd over en ook de bevolking in West-Vlaanderen is daar ten dele bezorgd over. U wilt dat grondiger laten uitzoeken. Dat lijkt me geen enkel probleem. De intendant kan daar zijn werkzaamheden rond doen. Maar hebt u al zelf een overleg ingepland met de federale collega’s? U zei daarnet van niet. Zijn er al contacten geweest en zal dat overleg er komen? Het lijkt me politiek niet evident maar ik hoop dat we daar stilaan over kunnen kijken. Dat is alleszins in het belang van de Vlamingen en de West-Vlamingen. Ik zou willen aandringen op een overleg met Elia rond dit traject. Zij doen zeer duidelijke uitspraken. Elia is geen politieke partner maar een belangrijke partner om dit project te realiseren en onze bedrijfszekerheid te garanderen. Hebt u daar contact mee gehad? Waarom hebben ze u er nog niet van kunnen overtuigen dat er geen impact is van de nieuwe beslissing op het federale niveau op het Ventilusproject?

U hebt alle steun om de intendant het traject te laten lopen met dan wel de vraag om in februari 2022 de nodige beslissingen te nemen.

De heer Gryffroy heeft het woord.

Eerst en vooral moet ik zeggen dat het zeer verfrissend is om collega Ryheul zo te horen pleiten voor offshore. Het is in totale tegenstelling met het negativisme dat we soms horen van uw collega van Rooy, nochtans van dezelfde partij. Misschien moet u toch eens de gedachten uitklaren.

Ik denk dat we toch een klein beetje onderschatten hoe de boodschap van minister Van der Straeten overkomt. Als je op een bepaald ogenblik in de media zegt dat je het vermogen op zee met een factor drie gaat vermenigvuldigen of verhogen, dan begrijp ik wel dat mensen die niet thuis zijn in die materie, schrikken. ‘Oei, maal drie, dan komen er drie kabels aan land en dan komen er drie keer zoveel masten op onze grond’. Het is een logische reactie.

Wat minister Van der Straeten wilde zeggen, was iets anders. Zij wilde zeggen dat het drie keer meer was dan wat er nu al staat, inclusief het gedeelte dat aan de westkust zou komen. Zo werd het niet gecommuniceerd en dan begrijp ik de schrik bij de bewoners. Ik vind het dan ook maar normaal dat de intendant meer tijd geeft om dit te proberen in te passen. De communicatie van minister Van der Straeten was op dat vlak, vond ik, ongelukkig.

Heeft het iets of niets te maken met de kabel naar Denemarken? Het is misschien goed dat collega Tobback dit ook eens hoort. Toen minister Stevaert nog leefde, hoorde ik hem op de radio zeggen: ‘Als het van mij afhangt, dan is er altijd wind.’ Ik dacht toen: ‘Wat zegt die nu?’ Maar uiteindelijk had hij wel gelijk. Stel je voor dat je via een DC-kabel ondergronds een verbinding maakt tussen alle kusten, vertrekkend van Ierland, Schotland, Noord-Frankrijk, onze kust, Nederland, Duitsland Denemarken, Baltische zee, dan zal het wel ergens waaien. Dat klopt. Dan moet je wel nadenken waar je zult binnenkomen. Eerlijk gezegd, ik heb het altijd moeilijk gevonden dat we nu binnenkomen ergens ter hoogte van De Haan. Ik zou het veel logischer vinden dat men binnenkomt ter hoogte van Duinkerken, Antwerpen, Rotterdam, Hamburg, want dat zijn de grote verbruikers. Men moet dan ergens een stopcontact op zee plaatsen. Daarover loopt al heel lang een studie, er zijn blijkbaar heel wat technische problemen. Je plaatst een stopcontact op zee en dan lopen er kabels via bijvoorbeeld de Schelde, maar dat is dan weer moeilijk voor de schepen.

Persoonlijk vind ik dat Elia, die toch de lead dient te nemen in deze studies, er te weinig aandacht aan geeft als een mogelijke optie. Ze zouden het moeten uitleggen aan de bevolking:  ‘Er is ook een andere optie maar ze is te duur of technisch nog te moeilijk.’  Men wil nu binnenkomen in Bredene of De Haan, waar bijna geen verbruik is, om dan via hoogspanningsmasten naar het binnenland te gaan, ook om het net in West-Vlaanderen te versterken, wat absoluut noodzakelijk is voor de industrie. Het moet dan ook niet op een 6 gigawattkabel.

Ik vind dus dat Elia meer inspanningen moet doen om op een zeer simpele manier aan de mensen uit te leggen welke de opties zijn. Maar de uitleg van minister Van der Straeten in de pers leidt automatisch tot de vaststelling dat mensen  redeneren dat er drie keer meer kabels en dus drie keer meer hoogspanningsmasten komen. Dat is onder meer een oorzaak van het ongenoegen in West-Vlaanderen. Ik ben geen West-Vlaming meer, maar ik ben er wel geboren, en ik weet wat die mensen ervan denken.

De heer Bothuyne heeft het woord.

Om het woord hier te mogen en te durven nemen, wil ik ook mijn West-Vlaamse link verduidelijken. Ik ben getrouwd met een West-Vlaamse, dus voel ik mij voldoende bevoegd om tussen te komen.

Collega's, ik wil jullie bedanken om hierover op een genuanceerde manier te praten, zowel de vraagstellers als de minister en de mensen die zijn tussengekomen. We zijn in een gepolariseerd debat terechtgekomen en elke uitspraak kan negatief worden geduid, terwijl we eigenlijk oplossingen nodig hebben. Oplossingen voor de mensen op het terrein, maar ook oplossingen voor de energiegebruikers in West-Vlaanderen en de rest van Vlaanderen en oplossingen om energie die op zee wordt geproduceerd, aan land te brengen.

Ik was blij met het feit dat de intendant drie maanden extra tijd krijgt om de vragen die zijn gerezen naar aanleiding van de communicatie van minister Van der Straeten en anderen, bijkomend te beantwoorden en om ervoor te zorgen dat de neuzen stapsgewijs in dezelfde richting kunnen komen.

Het is heel belangrijk dat Elia maximaal rekening houdt met de bezorgdheden die leven in West-Vlaanderen. Volgens mij zijn er ook wel een aantal oplossingen denkbaar om een en ander te doen en in te spelen op de vragen die er leven.

Ik hoop dat de komende weken erg goed en hard wordt gewerkt en dat het overleg tussen de Vlaamse en federale overheid kan bijdragen tot de nodige oplossingen en sereniteit in het debat, wat zeer belangrijk is. Dat is alvast deze morgen goed gelukt.

Minister Demir heeft het woord.

Collega's, ik ben het eens met wat de heer Bothuyne zegt. Het is inderdaad een heel complex probleem. Ik ben zelf veel op het terrein. Ik heb samen met collega Crevits met veel mensen gesproken. Het is ook de reden waarom we destijds hebben beslist om een intendant aan te stellen. We merkten uit de gesprekken die we met de mensen voerden, dat Elia niet altijd als objectieve partner werd gezien. Vandaar dat we een intendant hebben aangesteld en externe experten hebben aangesteld, zowel voor het gezondheids- als technische luik. Het was de bedoeling om vooral draagvlak te creëren. Ik blijf erop hameren want ik vind het belangrijk. Ik blijf ook met de burgemeesters in de streek communiceren. Het is heel belangrijk dat zij ook mee de vragen beantwoorden. Ook zij hebben veel vragen: ondergronds, bovengronds, wat laat de technologie toe?

Ruimtelijke ordening en Omgeving is een Vlaamse bevoegdheid; dat weet iedereen heel goed. Extra windmolens op zee is een federale bevoegdheid. Het is natuurlijk belangrijk dat die energie naar het land wordt gebracht. Er komen dan wel wat lasten te liggen in de provincie West-Vlaanderen. Daarom is het van belang dat we de dialoog opzetten. De federale collega's hebben veel plannen. Ik begrijp ook dat de mensen schrikken over wat er moet gebeuren. Ik was zelf ook niet op de hoogte, en dan is het inderdaad wat schrikken. Dat is ook de reden waarom de intendant zelf ook vragende partij is geweest om zijn taak en activiteit met drie maanden te verlengen om onderzoek te doen: heeft het een impact, ja of neen? De intendant geeft ook een zeker vertrouwen, hij werkt ook aan het draagvlak. Als hij dan drie maanden vraagt, heb ik dat uiteraard toegestaan.

Ik hoop dat we binnenkort alle vragen met objectieve gegevens kunnen beantwoorden. Ik deel ieders mening: het project is van belang, maar we moeten natuurlijk de juiste beslissingen nemen, met zo weinig mogelijk lasten. We werken daar nu aan. De dialoog met de federale collega’s zal binnen ENOVER plaatsvinden.

Mevrouw Van Volcem heeft het woord.

Minister, sorry dat ik een beetje kritisch ben geweest, maar het is onze taak als parlementslid om oplossingen te zoeken, wanneer je zaken leest over zulke belangrijke projecten als energiebevoorrading. Een kwalitatieve leefomgeving is voor heel wat mensen belangrijk.

Ik kan begrijpen dat de bevolking soms twijfels heeft over overheidsorganen zoals Elia die misschien niet altijd objectief zijn of vanuit een bepaalde insteek een plan voorstellen. De overheid wordt niet altijd als neutraal beschouwd. Er komen soms kostprijzen of andere zaken naar boven waarbij keuzes moeten worden gemaakt. Persoonlijk heb ik er dan ook geen probleem mee wanneer de intendant drie maanden extra krijgt om het draagvlak te vergroten.

Men kan, zoals de heer Bothuyne, zeggen dat men het de mensen niet kwalijk mag nemen dat ze bepaalde communicatie van een federaal minister verkeerd zouden interpreteren maar u, die bevoegd bent voor energie en eigenlijk toch wel heel veel kennis hebt van het dossier, hebt ook niet geholpen door te stellen dat het een impact heeft. Als ik in uw plaats was geweest, zou ik me daarvan onthouden hebben want het is ook niet zo. In die zin wordt het nu misschien nog moeilijker om de mensen te overtuigen terwijl u eigenlijk een partner zou moeten zijn om het draagvlak te vergroten.

Bij dezen heb ik dat gezegd, u weet dat ik verder een grote fan van u ben, meer dan van Tinne Van der Straeten. Ik vond echter dat de puntjes op de i moesten worden gezet. Wanneer dat er niets mee te maken heeft, dan mag de bevoegde minister dat ook niet communiceren.

Mevrouw Ryheul heeft het woord.

In eerste instantie wil ik collega Gryffroy bedanken voor het verfrissende compliment.

Minister, ik heb van u niet echt een antwoord gekregen op mijn bijkomende vragen maar ik zal ze nog eens via een schriftelijke vraag oplijsten.

Dit dossier zit al veel te lang in het slop en onze Vlaamse bevolking is niet gebaat met een open energieoorlog tussen het Vlaamse en het federale niveau. Van dergelijke politieke spelletjes die u speelt, zullen alleen maar onze eigen Vlaamse mensen die nu al maandelijks torenhoge energiefacturen moeten betalen, het slachtoffer worden. U hebt in het verleden gezegd dat de lokale besturen uiteindelijk de knoop zullen moeten doorhakken. U zou niets vergunnen zolang zij zich blijven verzetten. Wel, dan raad ik u aan om goed te luisteren naar wat zij voorstellen. De visie die zij naar voren schuiven, wordt ook gesteund door onze partij: die nieuwe hoogspanningslijnen moeten ondergronds worden geplaatst. En dan rest alleen nog de vraag hoe u met deze breed gedragen visie zult omgaan, want Elia lijkt alvast niet van plan te zijn om deze visie te volgen. Wij hopen dan ook dat u zult proberen om tegemoet te komen aan de bezorgdheden van omwonenden en burgemeesters en dat u een constructieve houding zult blijven aannemen in dit dossier.

Minister, ik ben trots op mijn energieprovincie en in dit dossier rekent West-Vlaanderen ook op onze gedeelde fierheid. Ik dank u.

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.