De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Collega Jans, welgekomen in deze landbouwcommissie. Wij kennen uw bezorgdheid in de welzijnsmaterie en u maakt hier duidelijk de link naar de land- en tuinbouw.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Vera Jans (CD&V)
Voorzitter, minister, collega's, inderdaad, vanuit mijn werk in de commissie Welzijn houd ik mij geboeid bezig met alles wat te maken heeft met geestelijke gezondheidszorg, mentaal welbevinden enzovoort. Onlangs hebben we daar opnieuw een gezondheidsconferentie mogen bijwonen, waar er nieuwe doelstellingen naar voren werden geschoven rond bijvoorbeeld suïcidepreventie. Overal zien we zowat dezelfde tendens.
Er zijn veel algemene maatregelen die starten vanuit Welzijn en dan worden er specifieke doelgroepen afgebakend waarvoor het duidelijk is dat een doelgroepspecifieke benadering een meerwaarde heeft.
We kennen de resultaten van de studie naar het mentaal welzijn van landbouwers dat werd gepubliceerd door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Er zijn meer indicatoren waaruit blijkt dat in vergelijking met andere beroepscategorieën landbouwers meer risico lopen op het vlak van mentaal welzijn. Landbouwers ervaren hun beroep – niet onterecht – als zeer veeleisend. Er is een grote druk, er is veel en hard werk, het is moeilijk om ertussenuit te gaan. In deze commissie hoef ik dat niet uit te leggen. Er is ook financiële onzekerheid en onzekerheid over de toekomst.
Ik wil toch gezegd hebben dat ze een maatschappelijk uiterst belangrijke rol spelen, maar ze krijgen niet altijd de appreciatie die ze verdienen. Dat zijn veel factoren die verklaren waarom de cijfers zijn wat ze zijn.
In de afgelopen jaren werden er al veel verschillende initiatieven genomen voor deze doelgroep. Zo worden er bijvoorbeeld subsidies toegekend aan het Landelijk infopunt voor vrouwen (Liv) en sinds 2007 subsidies en ondersteuning aan de vzw Boeren op een Kruispunt om in te zetten op de psychosociale ondersteuning van land- en tuinbouwers.
Naar aanleiding van het onderzoek van ILVO kondigde u vorig jaar aan dat u werk zou maken van een actieplan mentaal welzijn voor de sector. Er vonden in dat kader ook reeds rondetafelgesprekken plaats.
Minister, vandaag wil ik graag vernemen hoever u staat met de uitwerking van dit actieplan? Welke maatregelen zult u daarin opnemen? Gaat u ook onderzoek doen naar de oorzaken van de mentale stress bij landbouwers?
Vaak is het een reflex van ons, beleidsmakers, om te kijken naar oplossingen, middelen, hulplijnen en hulpverleners. Vaak is het ook heel belangrijk om te kijken waar de oorzaken liggen en wat we daaraan kunnen veranderen. Hebt u zicht op die redenen? Hoe kunt u ervoor zorgen dat mensen uit de brede landbouwsector meer gebruik zullen maken van het bestaande aanbod op het vlak van preventie en geestelijke gezondheidszorg?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Jans, fijn u ook eens te zien in deze commissie. Het actieplan zal begin volgend jaar worden voorgesteld. Dit jaar liep er een participatief proces waarin de noden en de knelpunten vanuit de landbouwers werden verzameld. We zitten nu in de laatste fase en zijn in overleg met verschillende organisaties. Wat de concrete acties betreft, is het op dit ogenblik nog iets te vroeg om hier concreet op in te gaan omdat het plan in de finale fase zit.
De mentale stress is bij het identificeren van de noden en knelpunten van de landbouwers absoluut aan bod gekomen. Het is heel, heel belangrijk dat hier in het actieplan aandacht aan wordt besteed en hieraan niet wordt voorbijgegaan, ook al zijn een heel aantal van die oorzaken niet zo eenvoudig aan te pakken.
Ik wil mij alleszins zelf engageren om voor de stressfactoren die te maken hebben met het beleid, ook mijn collega-ministers aan te spreken om te kijken wat hierrond kan worden gedaan. Denk aan een rechtszeker kader waarnaar hier al is verwezen. De input van onze boeren in het voortraject naar het actieplan en de citizen journey die in de schoot van de Vlaamse Regering werd uitgevoerd, kunnen ons zeker al wat richting geven.
Er zijn verschillende redenen waarom onze boeren moeilijker hun weg vinden naar hulp in het algemeen en deze gelden ook voor de geestelijke gezondheidszorg. Er zijn barrières zowel op persoonlijk en gezinsniveau, als binnen de landbouwsector en op maatschappelijk vlak. Daar is een heel interessant onderzoek naar gebeurd, en dat is te vinden in de nota welbevinden die ILVO vorig jaar publiceerde. Die kunt u vinden op de website.
Boeren op een Kruispunt is een goed kanaal, en dat hebben we ook versterkt. Als Boeren op een Kruispunt doorverwijst naar iemand in de geestelijke gezondheidszorg en die kent de situatie niet of spreekt de taal niet van de landbouwer – ik heb het niet over het Nederlands, maar over het woordgebruik –, dan haken die mensen af.
Het is dus superbelangrijk – maar dat geldt waarschijnlijk voor iedereen – dat mensen die landbouwers willen begeleiden, ook hun leefwereld begrijpen. Ik geef het voorbeeld van iemand die aan een boer zegt: ‘U hebt wel veel stress. U zou beter eens twee weken vakantie nemen.’ Maar die boeren kunnen dat niet. Ik zeg niet dat dit gebeurd is, maar we hebben al situaties meegemaakt waarbij boeren afhaken omdat er geen kennis en knowhow is van de leefwereld van boeren en de manier waarop zij zich organiseren. Dit actieplan zal dan ook geen dag te vroeg komen.
Uw laatste vraag sluit wat aan bij mijn vorige opmerking. Ik vind het echt een heel belangrijk aandachtspunt dat onze boeren sneller, beter en meer vertrouwen hebben in de hulplijnen van bijvoorbeeld de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) en centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s). Maar het gaat echt ook om de wederzijdse kennis en het wederzijdse aanvoelen van mekaars zorgen. Naast dat specifieke hulpaanbod voor onze boeren is het ook van belang om in te zetten op het benutten van de mogelijkheden die er zijn in de reguliere zorg en van de grote expertise in hulpverlening die daar aanwezig is. Daarom zullen de bruggen die gebouwd moeten worden tussen de landbouw- en de zorg- en welzijnssector, heel specifieke aandacht krijgen in het plan.
Collega Jans, als het plan er eenmaal is, zullen we hierover ongetwijfeld nog uitgebreid van gedachten wisselen in deze commissie.
De voorzitter
Mevrouw Jans heeft het woord.
Vera Jans (CD&V)
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Voorzitter, timing is alles. Ik ben net iets te vroeg. Minister, u hebt gezegd dat het plan zich in de finale fase bevindt en dat het eraan komt. Ik kijk uit naar de uitgebreide voorstelling van dat plan. Dat verdient inderdaad meer aandacht dan enkel bij een vraag om uitleg. Misschien is het een goed idee – ik doe maar een suggestie – om de leden van de commissie Welzijn te betrekken bij de gedachtewisseling. Dat kan besproken worden in de regeling der werkzaamheden, en daar wil ik me verder niet mee bemoeien.
Ik vind het goed dat het plan eraan komt en dat u ook duidelijk uw engagement uitspreekt, minister. Ik heb naar aanleiding van deze thematiek wat gelezen over de maatregelen die men in Frankrijk onlangs heeft getroffen. De minister van Landbouw heeft daar het budget voor suïcidepreventie binnen de landbouw sterk verhoogd nadat de cijfers duidelijk werden. Het risico op zelfdoding bij landbouwers is 43 keer hoger dan bij mensen die een ander beroep uitoefenen. Ik weet dat het probleem heel complex is. Ik kan het ook niet samenvatten in één zin. Maar er zijn indicatoren dat de inspanningen die u doet en de ondersteuning die u geeft, terecht zijn.
Boeren op een Kruispunt vind ik een ontzettend waardevol initiatief. Ik vind het sterk dat u dat ondersteunt, net om de redenen die u aangeeft. Wanneer men doorverwijst, is dat alweer een nieuwe stap, en dan komt men misschien in contact met mensen die de stiel niet kennen of de taal niet spreken. Het is belangrijk dat, als iemand zich over de drempel naar de hulpverlening zet, hij zijn verhaal niet meerdere keren moet doen en dat hij zich begrepen voelt.
Ik weet dat er ook een project loopt van schildwachten. Dat was het Franse project ook. Dat project werd ook eens uitgeprobeerd in het LEADER-project Westhoek ‘Zot van (‘t) Boeren’. Daarbij ging men voor elke Westhoekgemeente aanspreekpunten zoeken, vooral bij de dienst Lokale Economie, de dienst Landbouw en sociale diensten, die een netwerk zouden vormen en de thematiek van mentaal welzijn bij boeren actief zouden oppakken en benaderen. Mijn vraag is of dergelijke zaken ook worden verdergezet of deel kunnen uitmaken van het actieplan. Maar misschien mag ik nog wel eens terugkomen naar deze commissie als u het actieplan voorstelt. In uw antwoord, minister, vond ik alvast hoopgevende signalen dat dit actieplan een verschil kan maken in deze belangrijke problematiek.
De voorzitter
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Joris Nachtergaele (N-VA)
Bedankt, minister. Ook mijn fractie kijkt uiteraard uit naar uw plan rond mentaal welbevinden. U wilt oplossingen aanreiken inzake preventie en voor het verlagen van drempels naar de hulpverlening. Zoals u daarnet zelf al aangaf, denk ik dat we zeker ook de hand in eigen boezem moeten durven steken. Zoals ik een jaar geleden in deze commissie al aanhaalde, blijkt uit de eerste bevraging immers dat de overheid een immense impact heeft op veel van die stressfactoren. Dan heb ik het over die onzekere toekomst, de rechtszekerheid, de steeds wijzigende regelgeving, de administratieve lasten en de zwakke positie van onze landbouwers in de keten. Dat een aantal hangende dossiers cruciaal zijn, hoef ik hier niet te herhalen. Iedereen weet waarover het gaat.
Het lijkt me dan ook broodnodig dat we als overheid eens een doorlichting doen of een operatie uitvoeren om verschillende initiatieven te vereenvoudigen. Dat kan misschien in het kader van dit plan of dat kan parallel. In dat kader sprak ILVO in een laatste nieuwsbrief over de opmaak van een ‘customer journey’ die in kaart brengt welke obstakels de landbouwer allemaal voorgeschoteld krijgt in zijn of haar contacten met de overheid. Dat lijkt me zeer interessant, met het oog op de belangrijke impact van de overheid op dat mentale welbevinden. Misschien is dit wel de oefening administratieve vereenvoudiging die wordt gedaan, maar ik had er graag wat meer informatie over gekregen. Wie voert die ‘customer journey’ uit? Is dat ILVO? Is die al uitgevoerd? Of wanneer wordt die voorzien in de planning? En wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, we hebben hier al vaak van gedachten gewisseld en vooral onze bezorgdheid geuit over het mentale welbevinden van onze landbouwers. Ik ga dat niet opnieuw uit de doeken doen. Het is enorm belangrijk. We kijken allemaal uit naar dat actieplan. Maar zoals collega Nachtergaele in het begin van zijn betoog aanhaalde, gaat het ook over het bieden van de rechtszekerheid en ondersteuning om bedrijfseconomisch leefbare bedrijven te kunnen realiseren. Dat is ook een stap om hun mentaal welbevinden op te krikken.
Boeren op een Kruispunt werd meermaals aangehaald. Zij blijven een zeer belangrijk aanspreekpunt. Ik ben dan ook heel blij dat u deze vzw hebt versterkt.
Ik kom even terug op de vrijwilligerswerking. Ik heb daar ook reeds vragen over gesteld. U gaf net aan dat het belangrijk is dat die vrijwilligers kennis hebben van de stiel. Dat is één element. Maar we moeten ze ook vinden. Ik wilde even polsen of u daar zicht op hebt, of u daar met de vzw van gedachten over wisselt en of zij voldoende vrijwilligers vinden op dit moment. En in tweede orde: het zijn nog altijd bijzondere tijden. Kunnen die vrijwilligers voldoende plaatsbezoeken afleggen? Want zoals de situatie momenteel is en bij dergelijke mentale problemen, is het wel goed dat men met iemand kan spreken en dat dat niet digitaal moet gebeuren. Dat is een bijkomende vraag.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Collega Jans, ik dank u voor uw vraag. De bezorgdheid over suïcidecijfers en het algemene welbevinden van onze landbouwers wordt in deze commissie door iedereen gedeeld.
Ik wil ook de collega’s Nachtergaele en Talpe ondersteunen in hun vraag. We moeten aan de ene kant zo snel mogelijk en continu onze mensen direct kunnen ondersteunen wanneer zij zich slecht voelen en het soms niet meer zien zitten. Die directe hulp moet er zijn. Maar we moeten natuurlijk ook structureel kijken naar de achterliggende en onderliggende redenen, naar waarom het soms zo moeilijk is voor onze landbouwers om die hulp te zoeken, maar ook waarom ze in een situatie geraken waar ze die hulp nodig hebben. En in die zin steun ik de oproep die de collega's al hebben gedaan. Laat ons vooral kijken naar bijvoorbeeld administratieve overlast. We weten allemaal dat die hoog en complex is en dat we er belang bij hebben om daar waar mogelijk vereenvoudigingen door te voeren.
In verband met dat rechtsonzeker kader wil ik benadrukken dat rechtsonzekerheid ontstaat wanneer wij of onze regering – maar uiteindelijk wij als wetgevende macht – regelgeving maken waarvan we weten dat die juridisch waarschijnlijk niet sluitend is. Dat leidt tot rechtsonzekerheid. We hebben er alle belang bij om, wanneer we regelgeving maken, vooral erop te letten dat die rechtszeker is en in overeenstemming met de wettelijke kaders die gelden. Dat moeten we voorrang geven op het ingaan op bepaalde eisen of verwachtingen van lobbygroepen en zo verder. Het is echt belangrijk dat we daar onze verantwoordelijkheid nemen. Dat is de enige manier om de nodige rechtszekerheid te bieden.
Ik verwijs ook naar de lock-in, het feit dat landbouwers zich financieel sterk moeten engageren en op die manier vaak in een situatie terechtkomen waar ze het met de onzekere prijszetting moeilijk hebben om die financiële verplichtingen na te komen enzovoort.
Ik vind het ook belangrijk dat we in ons landbouwbeleid proberen te zoeken naar de meerwaarde die landbouwers toevoegen aan onze maatschappij. Die is er natuurlijk, absoluut.
Maar we kunnen die vergroten door die nieuwe maatschappelijke noden mee te nemen. Het is belangrijk om het begrip en het respect voor de landbouw, wat we allemaal willen, te verhogen. In dat verband was ik een beetje geschokt toen ik las – het is natuurlijk maar één geval, maar herkenbaar voor velen die proberen om het op een andere manier te doen – over een landbouwer die had aangedurfd om via Facebook of zo aan te geven dat hij niet achter de eisen van de BBbetoging stond. Hij dacht om op een andere manier via kwalitatieve verbeteringen op zijn bedrijf en zonder groei, zijn bedrijf verder te zetten. Hij krijgt bedreigingen en er gebeurt vandalisme op zijn bedrijf door collega-boeren. Zulke dingen moeten we enorm betreuren. Ik dacht, eerlijk gezegd, dat het niet meer bestond, maar blijkbaar wel.
Minister, ik vermoed dat u niet kunt antwoorden, maar hebt u er een zicht op hoe zulke onvrede tussen boeren onderling wordt geuit? Dit geeft toch wel spanning aan mensen die een bepaalde keuze voor een bedrijfsvoering maken. Het kan in beide richtingen gaan: gangbare landbouw en landbouwers die het op een andere manier proberen te doen. Zijn er daar gegevens over?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega's, de vraag is bij welbevinden gestart en bij vandalisme geëindigd. Er wordt een hele tocht afgelegd. Collega Jans kijkt verrast, maar ik ben ervan overtuigd dat u zulke situaties in de commissie Welzijn ook meemaakt: men fietst de hele wereld rond naar aanleiding van een vraag.
Collega Jans, Vlaanderen financiert Boeren op een Kruispunt met meer dan 400.000 euro per jaar, net omdat hun werking zo intensief is. Het is de bedoeling om op het vlak van aanbod meer synergieën te creëren in de toekomst, synergieën met de welzijnssector, zodat de boeren sneller hulp zoeken en zodat hulpverleners ook meer voeling krijgen met de specifieke problemen in de landbouwsector. Ik heb daarnet voorbeelden gegeven.
Het klopt inderdaad dat er een hogere zelfmoordkans is. De druk die op de schouders van de boeren terechtkomt – financiële druk, tijdsdruk, fysieke belasting, eenzaamheid op het bedrijf –, de perceptie en de beeldvorming die de bedrijfsvoering in vraag stelt, is heel zwaar om te dragen. Zij die denken dat een oplossing voor stikstof plots alle problemen van de boeren zal wegblazen, gaan veel te kort door de bocht. Het kan gewoon niet. Er is in de landbouwstiel veel meer aan de hand dan enkel de rechtsonzekerheid, wat een bijkomend element is.
Er is heel veel druk. Het is dus niet verwonderlijk dat men dan vatbaarder is voor meer donkere gedachten. Onze boeren houden me trouwens wakker. Ik wil niet dat we in Vlaanderen afhankelijk worden van het buitenland om te voorzien in onze basisvoorzieningen. We moeten het wel op een goede wijze organiseren.
Het ILVO neemt ook deel aan een Europees project waarbij ze samen met onderzoekscentra uit andere lidstaten over de muur gaan kijken naar welke initiatieven er zijn genomen en welke succesvol zijn. Het is de bedoeling om het aantal good practices uit te rollen.
Collega Talpe, Boeren op een Kruispunt doet er alles aan om de vinger aan de pols te houden. Ze gaan ook op bezoek, rekening houdend met de coronamaatregelen, en zien een toename van de hulpvragen. Vandaar dat we hun werking hebben versterkt, wat we volgend jaar ook zullen doen. We voelen wel dat een telefoontje ook al kan helpen, zeker bij mensen die al vertrouwd zijn met Boeren op een Kruispunt. Corona maakt het iets moeilijker om plaatsbezoeken te doen en sommige boeren hebben dat ook niet graag. Vandaar dat men een balans moet vinden tussen fysieke bezoeken en telefoontjes, op maat van de situatie waarin de boer zich bevindt. Hulde – om de woorden van een collega te gebruiken – aan Boeren op een Kruispunt en aan de inspanningen die ze leveren.
De ‘customer journey’ is uitgevoerd. De hoofdlijnen van de resultaten zijn mij al overgemaakt. Er kwam vooral naar voren dat de regeldruk voor de boeren problematisch is.
Er is ook verwezen naar de complexiteit van de milieuregelgeving. Daar komt niet stikstof als eerste aan bod, maar wel de bemestingsregels die zo moeilijk zijn.
Collega Steenwegen, de rechtszekerheid is inderdaad belangrijk. We zitten met de moeilijkheid dat een groot deel van de regelgeving niet bij de bevoegdheid Landbouw zit. Er is ook een Europese context, er is een federale context, en al die regels komen terecht bij de boer. Daarom is het echt van belang om hygiënisch te zijn ten opzichte van de regels die worden gemaakt. Het is ook een groot aandachtspunt bij mijn diensten.
U hebt ook een gevoelig punt aangeraakt. Ik erken absoluut dat de administratieve lasten, rechtsonzekerheid, risico op 'lock-in' belangrijk zijn, maar dat geldt ook voor de manier waarop wij, politici, opiniemakers en media over landbouwers en de sector in zijn geheel spreken. Ik vind dit echt een superbelangrijk aandachtspunt, ook vandaag. Ik word door de mangel gehaald, en dat ik een BBverdediger ben en dit en dat. Maar mag ik ook eens zeggen dat al die belangenorganisaties, als er moeilijke beslissingen worden genomen, ook meehelpen om die te verdedigen bij de achterban?
We moeten een rechtszekere oplossing vinden in een keimoeilijk dossier dat het stikstofdossier is en we moeten daarover spreken met partners. Je kunt niet met elke boer in Vlaanderen spreken. We moeten vooral zorgen dat die oplossing er komt met de boeren, en niet boven het hoofd van de boeren. Ik roep hier echt op tot sereniteit in dit debat.
Ik kan heel veel standpunten van commissieleden die hier werden geuit, volgen, maar weet dat dit een heel moeilijke knoop is die we moeten ontwarren en waar ook heel veel gezond verstand voor nodig is.
Ik heb het al gezegd in de plenaire vergadering: niets is erger dan je ongewenst voelen. Dat is wat landbouwvrouwen mij vertellen. Ze komen aan de schoolpoort en ze worden belaagd en overladen met alle zonden van de wereld, en op de duur voelen ze zich ongewenst. Dat gevoel wens ik niemand toe. Dat is ook iets wat vandaag in hoge mate ingrijpt op het welzijn van onze boeren.
Collega Steenwegen, ik vind het heel erg wat u zegt over mensen die een bepaald standpunt innemen en worden belaagd. Uiteraard kan ik het daarover niet hebben in het rapport. U meldt me dat nu en ik wil zeker een bevraging doen bij de boeren. We hebben er trouwens net een gedaan over hoe ze de toekomst van hun bedrijf zien. Als u daarover elementen hebt, zoals bij de vraag van collega Joosen, dan mag u die gerust overmaken. Ik vind dat in de beide richtingen erg. Wie vindt dat hij zich moet aansluiten bij een belangenorganisatie en zich daar thuis voelt, die heeft daartoe het volste recht. Wie vindt dat dat niet nodig is, heeft daartoe het volste recht. Ik stel wel vast dat alle plaatselijke mensen zich verenigen. Dat geldt voor bioboeren, dat geldt voor mensen die in een bepaalde sector actief zijn. Ik hoop vooral dat we het collectief aanvoelen dat bij veel landbouwers heerst dat ze niet meer gewenst zijn in Vlaanderen, kunnen keren en kunnen omturnen in een positieve vibe.
Collega Jans, ik ben wat breder gegaan dan uw aanvankelijke vraag om uitleg, maar ik werd ook wat uitgedaagd, en ik wil ook even toelichten wat mij dezer dagen zeer bekommert over de landbouwsector in zijn geheel.
De voorzitter
Mevrouw Jans heeft het woord.
Vera Jans (CD&V)
Minister, ik wil u danken voor uw bijzonder bevlogen antwoord en ik dank ook de collega's voor hun aanvullingen. Ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop we spreken over deze voor ons zo maatschappelijk relevante sector en de plek die we hem willen geven in het debat, uitermate cruciaal is. Isolement en eenzaamheid zijn dingen die vaak spelen bij deze doelgroep, dat kun je niet oplossen met een decreet. Was het maar zo dat we dat met een decreet konden doen, maar zo werkt het niet. Het zal altijd moeilijk blijven.
Echte maatschappelijke appreciatie kun je niet halen bij een psychologische consultatie. Daar moeten we zelf aan meewerken en daar hebben we mogelijkheden toe. Als ik de bevoegde minister van Landbouw hoor, dan zit die toon bijzonder goed. Ik kijk dan ook uit naar een verdere bespreking en dan kom ik graag terug naar deze commissie om daarover van gedachten te wisselen en te luisteren naar mogelijke oplossingen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.