Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 21 okt 2021 08:56 

Steun aan de Vlaamse varkenssector in crisis


Vraag om uitleg over steun aan de Vlaamse varkenssector
van Sofie Joosen aan minister Hilde Crevits

Vraag om uitleg over de steun aan de varkenssector
van Ludwig Vandenhove aan minister Hilde Crevits

Vraag om uitleg over de weigering van Europa om extra steun vrij te maken voor de crisis in de varkenshouderij
van Emmily Talpe aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Minister, onze Vlaamse varkensboeren slaken een noodkreet. De productiekost van varkens ligt al enige tijd hoger dan de prijs die onze boeren nog krijgen voor hun varkensvlees. Momenteel zijn deze prijzen zelfs bij de laagste in Europa.

De Afrikaanse varkenspest in verschillende EU-landen, met de bijbehorende importembargo’s, de verstoorde logistieke keten door de coronacrisis en de prijs van de grondstoffen van het veevoeder die sterk is gestegen. Deze crisissituatie heeft natuurlijk meerdere verklaringen maar is niet langer houdbaar. 3.800 Vlaamse familiebedrijven hebben het momenteel financieel en mentaal zeer zwaar.

Dat is ook u uiteraard niet ontgaan. De Vlaamse Regering heeft alvast 16 miljoen euro steun voor de varkenssector veil. U hebt deze crisis in de varkenssector ook aangekaart op Europees niveau. U zat samen met de Europese ministers van Landbouw in Luxemburg, en u vroeg er de toestemming van de Europese Commissie om uitzonderlijke maatregelen te kunnen activeren voor deze sector. Nu lijkt die EU-piste intussen helaas een beetje een dood spoor.

Het lijkt mij het moment om ook structurele maatregelen door te voeren in de sector. Heel wat jonge varkensboeren hebben investeringen gedaan in hun bedrijf op het vlak van duurzaamheid. Zo lanceerde de sector ook zelf nog een nationaal dierenwelzijnslabel, wat ik natuurlijk alleen maar kan aanmoedigen. We mogen dus best wat trotser zijn op onze Vlaamse boeren en op het vlees dat ze produceren. Het voldoet aan zeer hoge kwaliteitsnormen.

Ik heb voor u dan ook de volgende vragen:

Aan welke voorwaarden zullen de varkenshouders moeten voldoen om aanspraak te kunnen maken op een deel van de 16 miljoen euro steun?

Mijn tweede vraag over de reactie van de Europese Commissie is helaas intussen al uitgeklaard.

Mijn derde vraag: wat zal de promocampagne van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) inhouden?

Vierde vraag: hebt u het gevoel dat er bij de verschillende stakeholders de wil is om de sector en de markt grondig te hervormen?

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, ik denk dat collega Joosen de problematiek al perfect ingeleid heeft. Maar ik heb ook begrepen uit de persberichten – onder andere gisteren op uw website maar ook vandaag in een aantal media – dat er overleg is geweest met de sector, en dat u eigenlijk tot bepaalde oplossingen gekomen bent. In die zin is de vraag zeer actueel, zou ik zeggen.

De situatie in de varkenshouderij zorgt inderdaad voor menselijke drama’s. We moeten proberen die menselijke problemen te verlichten. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om de huidige kortetermijnproblemen, die de varkenssector heeft, proberen op te lossen. Maar daarnaast zou ik er met deze vraag op willen aandringen dat we echt op de lange termijn kijken. Ik heb begrepen dat het ook de bedoeling was van wat gisteren aangekondigd is, om vooral te kijken naar wat we voor de varkenssector op de lange termijn kunnen doen, met een aantal aspecten in het achterhoofd zoals dierenwelzijn, de stikstofproblematiek en een eerlijk inkomen. We moeten niet altijd maar groter gaan en kijken naar wat we voor de eigen markt kunnen doen, ons minder afhankelijk maken van de exportmarkt, en een aantal andere zaken in dat verband.

U hebt als Vlaamse Regering 16 miljoen euro vrijgemaakt. Zo kan er onder andere tussengekomen worden in de vaste kosten van varkenshouders, en zullen varkensbedrijven die geïnvesteerd hebben in verduurzaming geholpen worden met hun schuldenlast.

Minister, vanwaar in de begroting komt die 16 miljoen euro die is uitgetrokken voor de steunmaatregelen, onder de noemer Vlaamse Veerkracht?

Wat is de stand van zaken van het overleg binnen de keten? U zult daar waarschijnlijk wat meer uitleg geven over de persberichten die verspreid zijn. Hoe kan er vooral gezorgd worden voor een betere prijs voor de varkenssector?

Wat was het resultaat van het Europese overleg, en hoe gaat dit verder?

Minister, hoe zult u vrijwillige productiebeperkingen stimuleren? Want volgens mij ligt daar uiteindelijk de oplossing. Ik ben nog altijd verbaasd, met alle respect. Want we leven in een vrijemarkteconomie – dat is niet mijn verantwoordelijkheid, voor alle duidelijkheid – en ik heb daar soms bedenkingen bij. Als er problemen zijn in de landbouwsector, algemeen of nu in de varkenssector, dan merk ik dat het woord subsidies eigenlijk het eerste is wat ter sprake komt. Dus ik denk dat, als we een langetermijnoplossing willen, we eerder in de richting van die vrijwillige ingrepen moeten gaan.

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Minister, ik heb inderdaad de voorbije weken al verschillende vragen om uitleg gesteld, enerzijds over de crisis in het algemeen en hoe we dit gaan aanpakken. En een volgende vraag gaat erover dat die financiële steun op korte termijn echt wel broodnodig is. Maar daarnaast zijn er inderdaad ook structurele maatregelen nodig. Gisteren was er een overleg, en ik ben heel benieuwd naar wat daar uit de bus is gekomen. Ik las al over een brancheoverleg over de hele sector heen. Ik ben heel benieuwd om u daar wat meer over te horen zeggen.

Die 16 miljoen euro, daarvan horen we van de landbouworganisaties dat ze daar niet echt warm van worden, en dat dat bedrag nogal laag uitvalt. Als ze dat bekijken per geslacht varken op jaarbasis, dan komen ze op 1,5 euro, terwijl ze nu toch zo’n 30 euro verliezen per karkas. Dus ik denk dat die structurele hervormingen nu echt wel meer dan nodig zijn.

Maar zoals de voorzitter daarnet ook zei, wilde ik het vandaag ook wat Europees aankaarten. U hebt dat op tafel gelegd, u hebt ook uitzonderlijke maatregelen gevraagd. Dit zal met heel wat andere lidstaten zijn, maar uiteindelijk werd die breed gedragen vraag naar steun verworpen. De Europese commissaris wilde hier niet op ingaan. Als tegenargument wijst hij op de stijgende productie in andere lidstaten, waaronder wellicht niet geheel toevallig ook Polen. Hij meent dat die steunmaatregelen zouden belemmeren dat er marktaanpassingen gebeuren die noodzakelijk zijn, en die volgens hem de crisis alleen maar zouden verlengen.

Hij stelt eigenlijk voor om nationale, gerichte maatregelen te nemen. Zo wijst hij naar de instrumenten die nu al beschikbaar zijn in het kader van plattelandsontwikkeling en staatssteun. Hij meent dat we daarmee veel meer op maat kunnen werken. Ook daar zijn de landbouworganisaties BB en het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) toch wel teleurgesteld, en terecht. Ze hadden gehoopt op die bijkomende Europese steun. En ze verwijzen er ook naar dat de commissaris middelen uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) wil gebruiken die eigenlijk momenteel al broodnodig zijn en goed benut worden.

Tot slot wil ik nog meegeven dat de landen die zich niet achter de vraag van de maatregelen hebben geschaard, zoals Nederland of Denemarken, landen zijn die toch een beetje hun voordeel halen uit die crisis die in andere landen heerst.

Inderdaad, ten eerste zijn er die structurele hervormingen en wat er gisteren op het overleg is gebeurd. Dat komt daar nog bij. Vandaar ik nog een nulde vraag toevoeg voor ik aan mijn eerste vraag begin.

Minister, hoe reageert u op de weigering van de Europese landbouwcommissaris om steunmaatregelen te voorzien voor de varkenshouderij? Welke actie zult u eventueel nog ondernemen om de gedachten te doen veranderen? Ziet u voordelen in de heroriënteren van de bestaande middelen, zoals de commissaris voorstelt? Wat zult u doen als Europa bij de weigering blijft om crisissteun aan de varkenshouderij te verlenen?

Zal die voorziene Vlaamse enveloppe van 16 miljoen euro zo blijven, of zal die versterkt worden, onder andere vanuit die wetenschap komende uit Europa?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Dank u wel, collega’s. Jullie vraag kon niet op een beter moment komen. Gisterennamiddag hebben we voor de tweede keer zeer lang overlegd met de landbouworganisaties en de directe handelspartners van onze varkensboeren. Ik ben heel blij te kunnen zeggen dat we gisterenavond een intentieverklaring ondertekend hebben, enerzijds voor de oprichting van een brancheorganisatie. Daarnaast engageert de hele varkenssector – dus van voeding tot winkel – zich om tot een strategische toekomstvisie te komen. Dat zijn dus twee superbelangrijke beslissingen die gisterenavond genomen zijn.

Dat is niet zonder slag of stoot gegaan, collega’s. Jullie weten dat de varkenssector momenteel een heel zware crisis doormaakt. Ik ben het eens met alle vraagstellers dat het nodig is om die sector een duurzaam en toekomstbestendig bestaan te garanderen. Dat betekent in de eerste plaats dat je de werking in de keten en de samenwerking tussen alle schakels moet versterken. Daar knelt het schoentje, collega’s. Op de eerste vergadering die we hierover hadden, heb ik echt de noodkreten van de varkensboeren goed beluisterd maar ook de noodkreten van de versnijders en de winkelketens. Je voelde dat er een heel gespannen relatie was, want als het slecht gaat, gaat het bij iedereen slecht, maar de boeren voelen zich natuurlijk langs twee kanten belaagd.

Gisteren ging het beter. Filip Fontaine, de grote baas van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), heeft de voorbije weken enorm veel werk verzet om tot die eensgezindheid te komen om een brancheorganisatie op te richten en een strategische toekomstvisie te maken. Ik ben hem daar echt dankbaar voor. Hij heeft de juiste skills om mensen aan tafel te houden. Hij heeft dat dus zeer goed gedaan.

Anderzijds, collega’s, kan ik er niet omheen dat de conjunctuur in de varkenssector periodieke hoogtes en laagtes kent. De term ‘varkenscyclus’ is trouwens een algemeen begrip dat door economen ook voor andere markten buiten de landbouw wordt gebruikt. Het betekent dat overschotten en tekorten elkaar afwisselen. Maar vandaag is er eigenlijk van een normale varkenscyclus totaal geen sprake meer. De marktwerking is dermate verstoord door oorzaken die jullie ook kennen. Dat besef leeft naar mijn gevoel bij alle stakeholders die ik heb gesproken en wordt dus ketenbreed ervaren.

De internationale marktsituatie kunnen we vanuit Vlaanderen niet hervormen, maar ik ben er wel echt van overtuigd dat de sector stappen kan zetten die finaal de hele varkenskolom ten goede komen, zoals inderdaad ook op het vlak van productdifferentiatie en -diversificatie.

Het debat over de toekomststrategie die de varkenskolom wil uitstippelen, zal interprofessioneel in de keten gevoerd worden. Ik kan zoiets niet eenzijdig vanuit de overheid opdringen aan ondernemingen en ik zal dat ook niet doen. Maar ik ben wel voorzichtig positief dat mijn oproep tot samenwerking gevolgd is en dat men de intentie heeft om een formele brancheorgansatie varkens op te richten. Tegelijkertijd hebben alle schakels in de keten het engagement opgenomen om tot een sterk en gedragen sectorplan te komen om samen die uitdagingen aan te gaan en onze varkenshouders opnieuw toekomstperspectief te geven. Ik zal de sector en de keten dan ook niet loslaten. De volgende vergadering is al gepland. Ik heb het gevoel dat, door een paar uur samen te zitten en naar elkaar te luisteren, er ook wat meer begrip komt voor elkaars situatie.

Deze twee formele akkoorden werden dus gisteren besproken. Ik kan u de twee engagementsverklaringen ook bezorgen. Misschien kan dat aan dit commissieverslag worden toegevoegd, voorzitter, samen met de foto met alle participanten, waarop je dus ziet dat de hele keten vertegenwoordigd is.

Dan kom ik tot mijn antwoord op de concrete vragen over het steunpakket en de Europese Landbouwraad.

In het steunpakket hebben we inderdaad 16 miljoen euro voorzien. Collega Talpe, ik ben het niet met u eens dat dit niets is. 16 miljoen euro is veel geld, dat we uittrekken om op korte termijn noden te lenigen. Ik ben het ook niet eens met collega Vandenhove dat het toch wel erg is dat dit nodig is in een vrije markt. Zoals ik al zei: er is een heel grote disruptie, die ook ontstaan is door corona. Die disruptie is er eigenlijk overal in Europa gekomen. De restaurants waren dicht en de internationale relaties waren verstoord. Dat had dus wel een impact.

Wij hadden nog 16 miljoen euro staan van de covidprovisie voor landbouw. Er was aanvankelijk 35 miljoen euro begroot. We hebben een aantal van die miljoenen ingezet om de aardappel- en sierteelt te ondersteunen. We hebben dat aanvankelijk niet gedaan voor de varkens. De varkensteelt kwam nog niet aan 60 procent verlies, maar de crisis blijft aanhouden. Een van de oorzaken zijn de gestegen voedingsprijzen, waardoor het eigenlijk onmogelijk is. Daardoor is er financiële druk langs twee kanten.

Hoe wordt die 16 miljoen euro verdeeld? De eerste maatregel betreft een extra tussenkomst in de Rendacfactuur 2021 voor de varkenshouders. Deze maatregel wordt momenteel technisch voorbereid en zal na goedkeuring door de Vlaamse Regering zeer snel uitgevoerd worden. Het Departement Landbouw en Visserij is in overleg met Rendac om deze betaling aan de varkenshouders heel snel te laten verlopen.

De tweede maatregel betreft het versterken van de VLAM-werking op het vlak van promotie van ons lokaal varkensvlees in binnen- en buitenland. Dat zal gedurende twee jaar gebeuren. VLAM zal speciale aandacht schenken aan de lokale consumptie en aan de delen van het varken die minder gekend zijn in Vlaanderen en die vandaag voornamelijk geëxporteerd worden, denk maar aan het buikspek en de poten. Het is immers belangrijk dat deze stukken ook in het binnenland gevaloriseerd worden. Collega’s, ik heb het afgelopen weekend mijn eerste hutsepot van het seizoen gegeten en ik heb daarbij een aantal lekkere onderdelen van het varken verorberd. Ik denk wel niet dat daarmee de varkenscrisis helemaal opgelost zal zijn. Mijn consumptie is voldoende maar niet zo uitbundig – gezond dus.

De derde maatregel betreft het stimuleren van onze boeren om bovenwettelijke productienormen inzake dierenwelzijn toe te passen op hun bedrijf. Dit is zeer belangrijk, collega’s. De lastenboekbeheerder vzw Belpork zal dit coördineren en zal aan onze boeren die aan bijkomende bovenwettelijke normen voldoen, een betaling verschaffen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het toepassen van alternatieven voor het onverdoofd castreren. Met deze maatregel willen we op het vlak van dierenwelzijn stappen vooruitzetten en zo ons marktaandeel in de toekomst veiligstellen, met name in afzetmarkten zoals Duitsland. U weet dat Duitsland een nieuw bestek aan het maken is, waarin er bijzondere regels zouden komen inzake het onverdoofd castreren. Ik kan onze boeren niet in de steek laten. Integendeel, wij mogen niet blijven denken dat het er niet van zal komen. We moeten nu op dat vlak ook stappen voorwaarts zetten.

De vierde maatregel is een liquiditeitsondersteuning, ook voor bijna 6 miljoen euro. Die zal gaan naar jonge varkenshouders die recent een bedrijfsovername gedaan hebben maar ook naar varkenshouders die investeerden in specifieke duurzame maatregelen. Wij doen dat, collega’s, omdat we zien dat de boeren die bijvoorbeeld in ammoniak-emissiearme (AEA) stallen geïnteresseerd waren, nu de dupe van het spel zijn omdat ze zware leningen moeten afbetalen en het zwaarst geconfronteerd worden met de crisis.

De eerste en laatste maatregelen richten zich op de korte termijn, de tweede en derde maatregelen zijn structureel van aard en zullen effect hebben op middellange termijn.

Ik begrijp de gemengde gevoelens die heersen in de sector. Maar ik wil ook duidelijk onderstrepen wat ik de voorbije weken al meermaals heb gezegd heb: de overheid kan deze crisis niet oplossen. Ik loop niet weg van mijn verantwoordelijkheid om onze varkenshouders bij te staan, maar ik weet ook welke budgettaire beperkingen onze aanpak kent.

We moeten naar een transformatie binnen de sector. We moeten op alle niveaus druk zetten. Ik weet dat er bij de boeren wat commotie was omdat tijdens corona de varkenssector buiten schot is gebleven. Wij maken die 16 miljoen euro vrij in het kader van corona. Het is de coronaprovisie die daarvoor wordt gebruikt. Ik heb trouwens gisteren het volmondige akkoord gekregen van zowel BB als het ABS over de wijze waarop de maatregel wordt ingezet om de crisis, die nu nog altijd doorwerkt, te beheersen.

Er zijn de wetmatigheden van een markteconomie. Collega Vandenhove heeft daar correct naar verwezen. Er zijn de staatssteunregels en er zijn de mededingingsregels. Dat vormt het kader waartoe lidstaten van de EU zich hebben verbonden bij hun toetreding en waarbinnen ze dus opereren. Daarom heb ik er van bij het begin van de crisis op aangedrongen dat ook interprofessioneel binnen de varkenskolom stappen gezet moeten worden. Wij hadden hierover gisteren een belangrijk overleg met onze ketenpartners.

Over Europa waren er heel veel vragen. Op de Europese landbouwraad van vorige week is de crisis in de varkenssector inderdaad geagendeerd op verzoek van mezelf. Wij hebben de eerste nota ingediend. Ik heb hierover ook bilateraal overleg gehad met de Europese commissaris, samen met collega David Clarinval.

In totaal hadden negentien landen zich op voorhand geschaard achter de vraag van België aan de Europese Commissie om uitzonderlijke steunmaatregelen te activeren voor de varkenssector. Tijdens de vergadering zelf – dat zal sommigen plezier doen – was er bijkomend steun van Nederland. Sommige andere lidstaten, waaronder Denemarken en Spanje, waren iets voorzichtiger, maar oordeelden eveneens dat de Commissie maatregelen moet nemen.

Kortom, het is een heel breed gedragen vraag van 23 lidstaten om Europese ondersteuning. De commissaris erkende de moeilijke situatie, vooral in de landen die getroffen zijn door de Afrikaanse varkenspest. Maar hij erkende, zeker in mijn bilateraal overleg, dat corona nog een grote rol speelt in de huidige situatie. Hij heeft ook gezegd dat er in een aantal lidstaten nog altijd een productiestijging aan de gang is. In die omstandigheden vond hij dat EU-steun een verkeerd signaal zou kunnen geven. Hij verwees naar het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Uiteraard betreur ik deze reactie van de commissaris. In ons bilateraal gesprek was hij iets voluntaristischer. Het gegeven dat zoveel andere lidstaten zich achter ons konden scharen, bewijst dat we een sterk dossier hadden.

De motivatie van de commissaris houdt volgens mij steek bij normale marktomstandigheden, en dan moeten onze varkenshouders hun aanbod inderdaad afstemmen op de vraag en dat zonder overheidsinterventie. Maar vandaag is er geen normale marktsituatie door oorzaken die zich buiten de directe invloedsfeer van onze varkenshouders zelf bevinden.

Wij zullen dus blijven aandringen op een gecoördineerde Europese actie. Daarvoor zullen mijn diensten de komende weken verder bilaterale contacten met andere lidstaten leggen. Net zoals er de voorbije jaren naar aanleiding van andere externe crisisoorzaken, bijvoorbeeld de Ruslandboycot, op Europees niveau wel actie werd ondernomen, is dit ook nu nodig. Ik hoop dat alle fracties die hier vandaag hun steun uitspreken voor onze Vlaamse varkenshouders, dat ook zullen doen via de Europese parlementsleden. Ik twijfel er niet aan dat dit zal gebeuren, en daar zal de problematiek ongetwijfeld ook – om het in varkenstermen te zeggen – een staartje krijgen. We werken dus verder aan het dossier.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Minister, de sector doorstond de laatste jaren moeilijke periodes, maar de verliezen waren nog nooit zo groot als nu. De prijzen zijn historisch laag en de productiekosten zijn enorm gestegen. Dit is echt ongezien. Ik wil dan ook graag een stukje uit mijn inleiding herhalen: 3800 familiebedrijven hebben het momenteel financieel en mentaal zeer zwaar. De situatie is uiteraard niet langer houdbaar.

Ik ben dan ook tevreden dat de Vlaamse Regering alvast maatregelen wil nemen om te proberen de situatie op korte termijn te verlichten. Minister, ik ben het met u eens: 16 miljoen euro is absoluut niet weinig en die moeten we op een goede manier inzetten.

In de commissie beseffen we allemaal dat er op lange termijn meer nodig zal zijn. De Vlaamse varkenssector zit in een kwetsbare positie. Wijzigingen op de internationale markt brengen ons heel snel in zware problemen. Het momentum om structurele maatregelen te nemen is daar. Dan is de intentieverklaring die gisteren is gedaan met de volledige sector, natuurlijk een heel mooie aanzet.

Natuurlijk is het belangrijk dat het debat open en transparant wordt gevoerd. Hoe gaan we de toekomst aanpakken om tot een eerlijke vergoeding voor onze landbouwers te komen voor een kwalitatief product – want dat is ons Vlaams product? Dan moeten we weg van de oude recepten.

In de uitzending van Terzake van vorige week maandag maakte de voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat alvast een mooie opening: niets mag taboe zijn, ook bijvoorbeeld de inkrimping niet. Minister, ook u sprak over een vrijwillige inkrimping. Maar als iedereen naar iedereen blijft kijken, dan komen we er natuurlijk niet.

Minister, u zei dat het gisteren niet zonder slag of stoot is verlopen. Ik hoor bij u een zeer grote bereidheid om aan de slag te gaan en op zoek te gaan naar een hervorming van de sector. Ik vraag me af of gisteren die bereidheid binnen de sector zelf op tafel is gelegd om de sector grondig te hervormen met het oog op duurzaamheid en leefbaarheid op de lange termijn.

Hebt u het gevoel dat de sector dit momentum wil grijpen? Ik hoop alvast van wel. Ik vind het een goede zaak dat u de intentieverklaring aan ons zou overmaken. Dat zou me plezier doen, want die interesseert me uiteraard heel erg. Want ik denk dat u absoluut gelijk hebt: de sleutel ligt daar, in de brede keten.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het hoort.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, ik dank u voor uw lange uitleg. Ik wil eerst op een paar dingen reageren, vooraleer ik nog een bijkomende vraag stel.

Ik wil even reageren op collega Talpe. Die 16 miljoen euro en de reactie van de minister daarop, is dat voldoende of is dat niet voldoende? De vraag is altijd: wat is voldoende en wat is niet voldoende ? Ik koppel dat terug naar de opmerking die ik heb gemaakt over de vrije markt. De minister heeft gelijk wanneer ze stelt dat de overheid dit niet kan oplossen. De overheid kan enkel een kader creëren om mee oplossingen te zoeken. Maar de discussie mag niet altijd draaien rond de vraag of er voldoende subsidies werden gegeven of niet en wat de toekomst zal geven. In die zin stel ik mij vragen. Het overleg met de minister werd door iedereen als zeer positief aangehaald, en het was inderdaad positief; dat is goed. Maar wat begrijpen we onder die structurele oplossing?

Ik kan het niet nalaten om even te verwijzen naar een andere commissievergadering, waaraan ik gisteren heb deelgenomen, die van de commissie Algemeen Beleid en Financiën, waar we unaniem het Vlaamse subsidieregister hebben goedgekeurd. Als we een bepaalde visie hebben over waar de Vlaamse subsidies in de toekomst naartoe moeten gaan, en daarvan een goede analyse willen maken, niet alleen financieel maar ook inhoudelijk, dan moeten we ook de moed durven te hebben om die vragen ook te stellen rond andere niveaus van subsidiëring, op het federale niveau of op lagere niveaus, maar ook op het Europese niveau. In die zin wil ik zo'n opmerking als ‘is 16 miljoen euro te weinig of te veel’ en de Europese subsidies, in dat kader plaatsen.

Minister, ik had een bijkomende vraag. Ik heb alleszins de aantallen gemist, tenzij daar geen beslissingen over genomen zijn. Er is gisteren ongetwijfeld ook gesproken over eventuele warme saneringen, neem ik aan. Want de vooruitgang van de sector ligt wat mij betreft en wat ons betreft niet enkel in meer groei en nog meer export. Eerlijk gezegd hebt u in uw antwoord vaak verwezen naar corona. Ik ga daarmee akkoord, maar de analyse van de problemen in de sector beperkt zich zeker niet tot corona. Mijn bijkomende vraag is: is er inderdaad gesproken over mogelijke warme saneringen? En is er gesproken over bepaalde aantallen?

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Minister, ik dank u voor uw toelichting. Ik herhaal dat ik heel blij ben met het overleg dat sedert onze vorige vragen heeft plaatsgevonden en waardoor een aantal zaken toch een oplossing zullen krijgen. Ik verwijs enerzijds naar het brancheoverleg, de brancheorganisatie. Ik hoop dat dat inderdaad kan leiden tot een oplossing, op een meer structurele basis, met een strategische toekomstvisie die zou worden ontwikkeld. Ik weet niet in hoeverre er daar bijkomende ondersteuning of middelen vanuit Vlaanderen zullen komen om dat mee te faciliteren. De sector heeft al heel wat crisissen meegemaakt. Het kan in ieder geval niet de bedoeling zijn dat we hier over enkele jaren weer rond de tafel zitten. Ik hoop dat het nu toch wel een keerpunt kan worden en dat we weer de goede weg op kunnen gaan.

Die structurele hervormingen zijn absoluut noodzakelijk. Daar moeten we goed over nadenken. De sector, de hele keten, kan dat het best van al, om daar een geheel van te maken. Want het gaat niet alleen over onze varkenshouders, maar ook over wat ervoor en wat erna gebeurt. Ook die producenten zijn uiteraard betrokken partij.

Die opmerking over de 16 miljoen euro: ja, dat zeg niet ik persoonlijk, maar dat zijn de landbouworganisaties die dat via verschillende kanalen laten weten. Misschien was dat voorafgaand aan het overleg dat u gisteren met de sector had. Maar zij ervaren dat toch als potentieel onvoldoende. Enerzijds zijn zij uiteraard heel tevreden dat een deel wordt besteed aan de promotie, aan VLAM.

Maar waar zij zich vooral zorgen over maken is dat het resterende deel gericht wordt naar een aantal jongere varkenshouders, omdat er daar nog altijd een heel segment is waarvan zij denken dat ze het niet zullen redden.

Ik wil nog eens aanhalen dat we, in verband met die 16 miljoen euro, goed moeten opvolgen of dat soelaas kan bieden, en dan zeker voor hen die niet rechtstreeks van die financiële injectie zullen kunnen genieten. Zij zijn eigenlijk aangewezen op wat de uitkomst is van het brancheoverleg, en welke structurele hervormingen er voor hen in de toekomst in de pijplijn zitten. Heel belangrijk is ook – en dat is hier nog niet vernoemd – dat de markt van China weer opengesteld kan worden. Dat is een van de grote redenen waarom we in deze crisis beland zijn. Daar moet dus ook nog constant op geduwd en gelobbyd worden. Spanje was daar eigenlijk een grote leverancier, maar nu zijn er ook een aantal van hun grote bedrijven die een njet kregen om in China te gaan leveren. Dat maakt dat de druk op de Europese markt groter wordt, en dat we dus onze karkassen niet meer kwijtraken, of veel moeilijker, of aan prijzen waarvan je even met je ogen draait dat zoiets mogelijk is. Dat is dus extra prijsverstorend. Ik weet niet of er nog verdere beweging is, wat betreft de Chinese markt. Ik hoor ook in de wandelgangen dat bepaalde resoluties die genomen worden over totaal andere zaken, door China eigenlijk worden misbruikt om het ons nog wat lastiger te maken om die opening te faciliteren. Als het dan bijvoorbeeld over mensenrechtenmateries gaat, dan gaat mijn haar daar toch wel van rechtstaan, dat dat kan, dat men op die manier een andere sector volledig gaat boycotten.

Het is inderdaad enorm ontgoochelend dat er Europees momenteel niet meer uit de bus komt, en dat terwijl het eigenlijk breed gedragen was nadat Nederland uiteindelijk finaal was bijgedraaid. Die informatie had mij nog niet bereikt. Ik had bij het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) gelezen dat er drie landen waren die zich eerder negatief opstelden. Het is goed, dat is nog een land erbij. De structurele overproductie moet dus daar worden aangepakt. Ik zou dus, richting Europa, nog eens proberen op dat gaspedaal te duwen. Ik denk dat we hier alleen maar met verenigde krachten uit zullen geraken. Dank u wel.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Ik denk dat we, zoals bij de vorige commissies, deze bezorgdheid delen. Ik ben ook heel tevreden dat u erin geslaagd bent om te komen tot een brancheorganisatie, of ten minste de verschillende organisaties aan te moedigen om die stap te zetten. Dat is blijkbaar gelukt, en ik denk dat dat een heel goede zaak is. Wat ik nog beter vind, is dat men daar de intentie heeft uitgesproken om te komen tot een toekomstvisie voor de sector. Zoals jullie weten zijn wij ervan overtuigd dat de sector zoals die nu gestructureerd is, eigenlijk weinig toekomst heeft. Het is dus echt nodig – en ik heb daar ook al vaak op aangedrongen in deze commissie – om tot een toekomstvisie te komen waarbij we een perspectief geven aan onze veeboeren.

Op Europees vlak begrijp ik de ontgoocheling op korte termijn van het niet toezeggen van middelen. Aan de andere kant, als we echt naar een herstructurering willen gaan van de sector, dan is volgens mij een van de cruciale elementen op Europees en internationaal niveau het level playing field. We weten dat onze landbouwers aan strenge normen voldoen, en dat het zelfs binnen Europa niet altijd zo is dat in andere landen aan dezelfde normen wordt voldaan. Mijn vraag is of er binnen de Europese Commissie daarover sprake is. Als we naar een herstructurering van de sector willen gaan, dan is de vrees – die ook al door u is uitgesproken – dat we niet willen dat onze productie verminderd wordt, maar dat we dan import krijgen van andere Europese landen, of internationaal. Dat is het andere element van heel de internationale handel: dat we ook in staat moeten zijn om in de toekomst normen op te leggen die zorgen dat onze landbouwers niet benadeeld worden.

Ik hoop dat, als er gekeken wordt naar de toekomstvisie, de verschillende elementen toch meegenomen worden. We hebben nu natuurlijk niet alleen de directe crisis, maar we zitten ook met zaken zoals de stikstofaanpak, klimaat enzovoort. Ik denk dat het nodig is dat we dat globaal bekijken, en dat we niet focussen op het ene zonder het andere te vergeten.

Tot slot denk ik dat we alert en snel moeten zijn, want wat er vandaag dreigt te gebeuren is eigenlijk een kille, koude sanering. Ik denk dat dat net is wat we niet willen. Wanneer sommigen onder ons pleiten voor een herstructurering en een mogelijke afbouw, willen we dat op een verantwoorde manier doen, en op een manier waarin we landbouwers die eruit willen stappen, vergoeden en compenseren. Het mag niet zijn zoals wat er nu potentieel dreigt te gebeuren, namelijk dat mensen de boeken moeten toedoen. Men moet dan stoppen omdat het niet meer financieel houdbaar is. En als zo’n koude sanering van vandaag niets oplevert, omdat de dieren dan worden overgenomen door iemand anders, dan zijn we eigenlijk totaal fout bezig. Ik houd dus echt een pleidooi om samen echt snel te werken en na te denken, en samen een gesprek aan te gaan over hoe we die sector voor de toekomst zien. En we moeten ervoor zorgen dat we dat op een goede, begeleide manier kunnen doen als het die richting uitgaat.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Ik wil even aansluiten bij deze vraagstelling. Ik denk dat iedereen de precaire situatie waarin de varkenssector zit, duidelijk erkent en onderstreept, ook in vorige debatten. Minister, in die zin wil ik mij ook aansluiten bij de positieve woorden van dank. We moeten inderdaad kijken op welke manier we tot een overbrugging van deze bijzonder moeilijke periode kunnen komen. In die zin hebt u verwezen naar de varkenscyclus, die vandaag geen cyclus meer is door verschillende omstandigheden. Ik denk dat het ook belangrijk is om te erkennen dat er verschillende elementen zijn die vandaag spelen en die maken dat we vandaag in de situatie zitten waarin we nu zitten.

Ik ben ook blij dat iedereen in dit debat erkent dat we kwaliteitsvolle voeding produceren met bijzonder hoge normen. Dat wordt in deze crisissituatie ook wel heel duidelijk erkend. Maar dat is ook een element dat net een positief punt zou moeten zijn, en dat we eigenlijk ook positief in de markt zouden moeten kunnen zetten. In die zin denk ik dat het verdere zoeken naar die markt ook nog wel een uitdaging blijft. Het moet ons toch bezighouden dat net daar ook nog wel knelpunten zitten om markten te herwinnen. Minister, in die zin denk dat we daar ook wel de nodige aandacht aan moeten blijven besteden. We moeten kijken op welke manier we daar ondersteuning kunnen bieden.

Wat betreft de budgetten die u vrijgemaakt hebt, denk ik ook dat het zeer terecht is om te kijken op welke manier we hier nu een overbrugging kunnen doen, om een sector die in evolutie is op een positieve manier, toekomstgericht en duurzaam verder te kunnen uitbouwen, maar wel de overbruggingen mee te kunnen doen. Maar het is ook zeer terecht dat u kijkt naar Europa. In die zin heb ik een kleine bijkomende vraag, minister. U blijft de druk daar ook opvoeren. Het is goed om het daar op de tafel te leggen. Ik hoop ook dat de andere landen die steun hebben betuigd, dat op de agenda blijven zetten. Maar hebt u enig zicht op een eventuele timing? Wanneer zouden we daar eventuele stappen kunnen verwachten, of hoe zouden we daar vooruitgang kunnen boeken?

Een tweede punt waar ik even bij wil stilstaan, is ook bijzonder belangrijk. We hebben dat de afgelopen jaren ook al verschillende keren in de commissie besproken. Ik heb het over het hele ketenverhaal. Onze landbouwers zijn een schakel in een hele keten, en zijn de eerste schakel. Zij worden inderdaad, zoals u het zelf vaak stelt, voor een stuk geprangd tussen enerzijds toeleveranciers en anderzijds hun afzet. Zij zitten vaak in de meest zwakke positie. Ik heb ook uw positief bericht gehoord waarin u aangeeft dat er een engagementsverklaring is. Men wil samen naar een toekomst toe werken. Ik denk dat echt heel belangrijk is dat die stap gezet is. Maar we voelen omgekeerd ook wel dat dat een broos evenwicht is, een delicate evenwichtsoefening. Daar zitten nog wel wat hoeken en kanten aan, bij wijze van spreken.

In die zin ben ik ook wel blij dat u stelt dat u dat ook niet gaat loslaten. Ik denk dat het heel belangrijk is om dat verder te kunnen opvolgen. In het verleden hebben we ook al gesproken over het prijzenobservatorium en het ketenoverleg, maar vaak missen we daar ook slagkracht of eventueel de ‘dwingendheid’ waarmee we afspraken toch effectief ook kunnen laten nakomen.

Ik wil dus ook die suggestie meegeven. U hebt zelf gesteld dat u het zeker niet loslaat. Ik wil ook suggereren om te bekijken op welke manier we effectief bindende afspraken kunnen maken, opdat het niet te vrijblijvend blijft. Ik denk namelijk dat die binding van de hele keten aan elkaar cruciaal is om een positieve toekomst te kunnen uitbouwen.

Bart Dochy (CD&V)

Minister, ik ben ook blij met de formele erkenning van het feit dat die marktomstandigheden hier toch wel gecreëerd zijn door uitzonderlijke omstandigheden. Ik denk dat het niet de normale economische wetmatigheden zijn die hier spelen, maar dat een aantal dingen inderdaad toch wel ‘speciaal’ zijn door internationale omstandigheden en dergelijke.

Of die 16 miljoen euro te veel of te weinig is, daarover kan gediscussieerd worden. Belangrijk is wel dat het bedrag goed ingezet wordt. Ik denk dat u dit goed bekeken hebt. De Rendacfactuur is niet de grootste kost voor een bedrijf, maar wel een significante kost. Als er daarvoor een tegemoetkoming komt, geeft dat toch meteen wat ademruimte, zij het beperkt. Maar het is iets dat herkenbaar is voor ieder bedrijf.

De VLAM-promotie is bijzonder belangrijk. We zijn markten kwijtgeraakt wegens de varkenspest – het Chinese verhaal. Ik sluit me dan ook aan bij de vraag van collega Talpe. Hebt u er een zicht op hoever het staat met die extra lijn naar China die geopend zou zijn? Zijn daar nuttige contacten? Kan daar eventueel iets gebeuren inzake de toegang tot die delen van het varken waarvoor er in China de grootste afzet is – neuzen, oren en poten? U kunt daar misschien wel van genieten, minister, maar ik denk niet dat de modale consument hier dat in grote hoeveelheden zal consumeren. Ik denk dat die lijn een oplossing zou kunnen zijn voor deze problematiek.

Wat uw bovenwerkelijke normen voor dierenwelzijn betreft: ik vind dat ook wel heel interessant, want dat is net het probleem. Mensen zeggen: we moeten echt wel strenge normen naleven. Collega Steenwegen heeft heel correct gewezen op het level playing field. Maar als daar ook echt een valorisatie, een meerwaarde tegenover staat, dan worden mensen ook gemotiveerd om verder te gaan. De vraag is natuurlijk: wat is de duurzaamheid van dit verder gaan, van wat meer geld te kunnen krijgen voor een bepaald product? Soms wordt dat verevend in de markt. Na een bepaalde tijd is die extra norm legio geworden en wordt die opgenomen in de volledige verwachting van de globale modale productie.

Minister, ik ben heel blij dat de liquiditeitsondersteuning voor een stuk gericht gebeurt, dat net die bedrijven die veel geïnvesteerd hebben en nog met grote afschrijvingen zitten, prioritair bekeken worden.

Ik kom tot mijn conclusie. Ik ben blij met de erkenning dat de internationale problematiek de markt verstoort. Welbevinden en respect voor de sector is ook een belangrijk punt, minister, waarvoor u aandacht hebt, waarmee u bezig bent. Kunt u daar misschien nog iets over zeggen? Want u hebt heel wat contacten gehad met landbouwers en landbouwsters. U hebt gevoeld hoe zwaar het weegt om als sector een beetje in de hoek geduwd te worden, om daar te zitten waar men geen respect ervaart. Ik denk dat dat ook een belangrijk aspect is in heel het verhaal.

Tot slot zou ik een oproep willen doen om van hieruit – en ik denk dat dat commissiebreed kan gebeuren – aan de landbouworganisaties te vragen om heel dringend in heel de sector werk te maken van die strategische toekomstvisie, om op die manier een koude sanering te voorkomen. Eventueel kunnen ook middelen van de andere zijde geactiveerd worden, om de crisis voor een stuk te beheersen maar ook om een duurzame toekomst voor de varkenshouderij uit te zetten.

De voorzitter

De heer Van Hulle heeft het woord.

Bart Van Hulle (Open Vld)

Voorzitter, ik ben blij met uw analyse, want dat was eigenlijk zowat dezelfde analyse die ik gemaakt had. Ik sluit daar kort op aan. Het gaat om vier aspecten: Rendacfacturen, VLAM dat bepaalde aspecten gaat uitvoeren, dierenwelzijn gelieerd aan labels en liquiditeitsondersteuning.

Minister, hebt u al een idee hoe die 16 miljoen euro verdeeld zal worden? Hoeveel daarvan gaat naar liquiditeitsondersteuning?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Dank u, collega’s, voor alle beschouwingen, en ook u, voorzitter, voor uw samenvattende beschouwing. U zegt terecht dat het een taak is voor de hele sector, maar ook voor de landbouworganisaties, om de toekomst voor te bereiden. Ik heb wel het aanvoelen dat men daar zeer verantwoordelijk mee bezig is.

Misschien is het onverwacht, maar ik waardeer de tussenkomst van collega Steenwegen, die een pleidooi hield om alles wat we doen op een sociaal verantwoorde wijze te doen. Dat is net de reden waarom we nu middelen vrijmaken. Er stond vandaag daarover een artikel in de krant. Er zijn vandaag goede bedrijven overkop aan het gaan door de crisis. Mevrouw Talpe, in een aantal gevallen zijn het net bedrijven die zware investeringen hebben gedaan, ook in AEA, bedrijven die hun schulden niet meer kunnen afbetalen. Ik vind het zo erg dat mensen die een goede switch willen maken, nu door omstandigheden onafhankelijk van hun wil in een diepe crisis zitten. In alles wat we doen moeten we de sociale rechtvaardigheid hoog in het vaandel dragen.

Collega Joosen, ik ben het ermee eens dat we een structurele denkoefening moeten doen, maar vooral een doe-oefening. De tijd van theoretische beschouwingen is voorbij. Gisteren heb ik gemerkt dat de neuzen allemaal naar dezelfde aanpak wijzen. Ik kan nog een voorbeeldje geven. Wij mogen, Europees gezien, geen ketenafspraken maken. Dat is verboden. Maar ondertussen is er ook al een winkelketen die een toeslag zal aanrekenen. Ik heb het de vorige keer al gezegd: 1 of 2 eurocent per kilo maakt voor de boer een enorm verschil in het kunnen overleven of niet. Het is goed dat we de gesprekken met de sector ook daarover voeren.

Collega Vandenhove, de ondertitel van de intentieverklaring gisteren was: ‘Op weg naar een zelfsturende en veerkrachtige varkensketen’. Dat is de manier waarop een heroriëntatie moet worden aangepakt: met de sector aan het stuur en de overheid die het kader uitzet. Ik heb gisteren die intentieverklaring niet mee ondertekend, maar ik heb wel met een moederlijk oog in het oog gehouden dat iedereen tekende. Wij stonden daar met een aantal beschermers rond, maar het is natuurlijk de sector die zijn eigen problemen moet aanpakken en zelfsturend moet worden. Daarom is die brancheorganisatie zo belangrijk. Ik wil de focus dus leggen op een sector die zichzelf heroriënteert. De marktruimte maar ook de milieuruimte zullen daar een zeer grote rol in spelen.

Sta mij toe om nog eens te verwijzen naar onze jonge boeren. Ik wil echt dat onze jonge, gemotiveerde varkenshouders nog altijd een toekomst kunnen uitbouwen in de sector. Er zijn geen ideologische dogma’s voor mij, geen heilige huisjes. Ik wil alleen niet dat we voor de consumptie van varkensvlees afhankelijk worden van het buitenland omdat we hier een sector in crisis niet begeleid hebben.

Collega Talpe, samen met u denk ik dat we op een kantelpunt zijn gekomen. De reactie gisteren op het overleg was in ieder geval dat we op enkele weken tijd meer stappen voorwaarts hebben gezet dan in de hele periode daarvoor. Je voelde dat een klein beetje aan de sfeer op het overleg, dat minder lastig was dan de eerste keer. De oprichtingsakte van die brancheorganisatie zou nu al, binnen veertien dagen, ondertekend moeten worden. Nadien gaan ze daarmee aan de slag. Filip Fontaine zal nog een tijdje voorzitter blijven van de brancheorganisatie, net om de afspraken die we de voorbije weken hebben gemaakt tot uitvoering te brengen. Men is het daarmee eens. Ook op het vlak van het sectorplan, waarin de focus onder meer ligt op het creëren van lokale meerwaarde, heb ik grote verwachtingen. Dit zou een deel van de oplossing moeten zijn.

Meerdere collega’s verwezen naar de samenstelling van die 16 miljoen euro. Via de tussenkomst van de Rendacfactuur zit er voor iedereen iets in. We leggen inderdaad de focus op jonge bedrijven en op bedrijven die geïnvesteerd hebben. Dat werd gisteren door iedereen gedeeld. Collega’s, men heeft wel gevraagd om voor die investeringen niet vijf jaar maar wel iets langer terug te gaan. Collega Talpe, daarmee komen we tegemoet aan een vraag van een aantal landbouworganisaties om met dat budget meer dan enkel tien bedrijven te steunen. Dat hebben we dus gedaan. Het engagement is in dezen belangrijker.

Ik heb het al gezegd, 23 lidstaten zijn tussengekomen in het debat om onze bezorgdheden te steunen. 3 lidstaten zijn niet tussengekomen, maar dat wil niet zeggen dat ze er negatief tegenover staan. Anders hadden ze wel van zich laten horen. Je kunt ook negatief tussenkomen, maar dat heeft niemand gedaan. Er zijn zelfs complimentjes gekomen, ik weet niet meer van welke lidstaat, namelijk dat Hilde de situatie perfect heeft samengevat. Daar was ik zeer blij mee, maar er moeten natuurlijk ook nog resultaten zijn van die perfecte samenvatting.

Het level playing field is uiterst belangrijk. Dat was ook een boodschap die we op het bilateraal overleg aan de commissaris hebben meegegeven. Het heeft geen zin dat we onze sector afbouwen om die in Spanje of zelfs buiten de EU op basis van andere normen te zien opbouwen. Ik ben blij dat we het daarover eens zijn.

Het klopt ook dat we een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de bedrijven en de gezinnen die al decennia bestaan en instaan voor onze kwaliteitsvolle voeding. Daarom roep ik op om zoals nu, dit debat op een heel serene manier te blijven voeren en oog te hebben voor de moeilijkheden van vandaag maar ook voor de toekomstdromen van morgen.

Collega Rombouts, inzake de nieuwe markten zijn er binnen het steunpakket extra middelen voor VLAM voorzien voor promotie in binnen- en buitenland – ook binnenland dus –, maar ook om in te zetten op het stimuleren van meer lokale consumptie. Gisteren is het cijfer genoemd: 97 procent van het varkensvlees dat wordt aangeboden in onze warenhuizen is Belgisch. Het is vers vlees, dat is juist, maar dat is niet zo voor de bereidingen. Er valt nog winst te boeken als het gaat over bereidingen.

In het Verenigd Koninkrijk is een nieuwe interessante afzetmarkt, maar dan moeten we er ook voor zorgen dat we hier een extra toegevoegde waarde creëren. We zullen klaargemaakte producten naar Groot-Brittannië moeten brengen want daar is een tekort aan versnijders. Daarom moeten we hier een extra meerwaarde creëren.

Er zijn een aantal retailers die zich gisteren via Comeos hebben geëngageerd om het lastenboek van BePork te integreren in hun kwaliteitskeurmerken en dus duidelijker in te zetten op lokale herkomst. Ik vind dat zeer positief als eerste stap, maar uiteraard moet dat leiden tot een betere prijs voor de boer.

Gisteren hebben we een heel mooi overzicht gekregen van wie dat heeft gedaan, wie dat nog moet doen, en wie bereid is dat te doen. Ik vind het goed dat men daar open over is.

Collega Dochy, de Europese commissaris heeft een zeer sterk engagement uitgesproken om in te zetten op de internationale markttoegang. Daar heeft hij een punt van gemaakt door zijn contacten met China. Ook bij ons kan er nog worden ingezet op het herontdekken van sommige delen van het varken. Ik heb daar al een voorbeeld van gegeven. Er is ooit een selfiereclame geweest toen er hier een perencrisis was. Misschien moeten we een hutsepotselfiecampagne voeren in de komende weken en maanden omdat dat ook bepaalde delen van het varken die minder worden gegeten bij ons, meer in de kijker kan zetten.

Collega Dochy, ik ben blij dat u de dierenwelzijnseisen heel belangrijk vindt. We hebben voorlopig afgesproken dat we de boeren gedurende een jaar financieel zullen ondersteunen om te voldoen aan de hogere dierenwelzijnseisen die worden uitgewerkt in de schoot van BePork. Die brancheorganisatie wordt opgericht omdat dit via de meerprijs voor de producten moet worden gefinancierd. Het kan niet zijn dat alsmaar hogere eisen niet correct worden vergoed. Ik heb dat gisteren nog eens gezegd: campagnes van warenhuizen zoals ‘Duurzaam hoeft niet duur te zijn’, dat vind ik niet oké. Alles heeft een prijs. Ook duurzaamheid en dierenwelzijn kunnen leiden tot een meerprijs.

Nogmaals, als ik het effect zie van 1 of 2 eurocent op de correcte vergoeding voor de boer, dan kunnen we met heel weinig al heel veel bereiken.

Collega Van Hulle, er is 3,5 miljoen euro voorzien voor Rendac, 0,75 miljoen euro voor VLAM, 6 miljoen euro voor de lastenboeken en 5,75 miljoen euro voor de liquiditeitssteun. Dat is de verdeling van de 16 miljoen euro zoals we die hebben voorzien.

Collega's, ik ben blij met het engagement van jullie allen. We hebben hier een open, goed en sereen debat gevoerd. Tot slot wil ik nog een kort antwoord geven op de vraag van de voorzitter over het mentaal welzijn. Op de Dag van de Boerin ben ik vorige week op bezoek geweest bij de Schoonste Boerin van Vlaanderen van enkele jaren geleden. Het is nog altijd een hele schone boerin, maar de titel Schoonste Boerin had ze in Munkzwalm.

We hebben daar koffie gedronken met een aantal boerinnen. Collega's, de verhalen die je daar hoort, zijn schrijnend. Ze gaan recht naar je hart, als het gaat over de financiële problemen waarmee men nu te kampen heeft. Daarom ook doen we die actie.

Maar ik zou nog een tweede statement willen maken. De dochter des huizes droeg een sweater die gemaakt was door de buurvrouw, denk ik. Daarop stond dat ze een fiere boerendochter is. Een van de smartelijke verhalen die verteld werd, is dat als jongeren en kinderen op school zeggen dat hun mama of papa boer zijn, dat zeer negatief wordt bekeken. Er is dus echt werk aan onze fierheid, aan onze boerentrots, om het zo te zeggen. We hebben onze boeren als primaire schakel in de varkensketen nodig. Naast alle miserie die er is rond de uitdagingen die we hebben – de milieu-uitdagingen, de duurzaamheidsuitdaging, de financiële crisis – moeten we echt een weg zoeken om de fierheid die we hebben op onze lokale boeren, opnieuw in ons collectief bewustzijn te krijgen. Want daar schort het vandaag toch echt wel aan.

Sorry voor de laatste opmerking, maar u hebt ernaar gevraagd, voorzitter. Dit is een van de elementaire bouwstenen die nodig zijn om de sector opnieuw in een betere hoedanigheid te krijgen dan hij vandaag is. Het gaat dus niet alleen over centen, het gaat ook over respect en trots.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Minister, ik dank u voor de aanvullende antwoorden. We delen dezelfde bezorgdheid. Alle partners van de sector zitten momenteel aan tafel. Ik ben dus in blijde verwachting van concrete voorstellen. Er moet op korte termijn aan de slag worden gegaan. Ik hoop dat er snel opnieuw overleg wordt ingepland. Als we de Vlaamse varkenssector nog een leefbare toekomst willen geven, dan moet er natuurlijk niet alleen worden gepraat, maar moeten er concrete hervormingsmaatregelen worden voorgesteld. Geen heilige huisjes is daarbij volgens mij een heel belangrijk uitgangspunt. 

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, ik dank u voor de antwoorden. Het was een goed debat. Ongetwijfeld zal dit zelfs op korte termijn worden vervolgd.

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Voorzitter, ik wil nog even herhalen dat het engagement om de crisis een halt toe te roepen, drieledig is. We hebben enerzijds de sector. Daar is men nu aan de slag met de brancheorganisatie. Ik ben blij dat u daarvan, minister, de moeder wilt zijn en daarover wilt waken. En wat er uit de bus komt, kunt u dan meenemen naar het Vlaamse niveau. Want dat is de andere partner die uiteraard mee het plan, die strategische toekomstvisie, moet ontwikkelen en dan ook hopelijk mee kan ondersteunen met de nodige budgetten. Dat is dan een taak die daar ligt. En ten derde hebben we het uiteraard ook over Europa gehad. Als niemand negatief was, dan vind ik het nog altijd bijzonder jammer dat de Europese commissaris niet is ingegaan op de vraag. Ik wil toch nog even wijzen op de verantwoordelijkheid om ook op Europees niveau een antwoord te geven op een crisis die inderdaad mondiaal is en niet enkel binnen de grenzen van Vlaanderen.

China is ook al aangehaald door mij. Ik begrijp dat we dat vijfde kwartier in onze regio wel aantrekkelijker kunnen maken. Maar dat zal natuurlijk geen totaaloplossing zijn. We moeten die markt weer open krijgen.

Tot slot wil ik u bedanken voor uw laatste twee beschouwingen. We zijn het daar allemaal over eens: het mentale welbevinden van onze landbouwers is belangrijk en we mogen boerentrots zijn. 

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer