De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Voorzitter, ik ben niet alleen lid van deze commissie, maar ook van de onderzoekscommissie. Ik was daar Chinese vrijwilliger, maar ik heb intussen heel wat bijgeleerd. De commissie heeft net voor het reces een bezoek gebracht aan 3M zelf. We hadden daar een gesprek met Lantis, maar ook – en dat heeft me vooral getroffen – met de actiecomités en twee landbouwers. Het ging over een grote fruitteler die de hele provincie Antwerpen bedeelde met fruit en dus een grote omzet had in Antwerpen en over iemand van een zelfpluktuin die normaal gezien achthonderd klanten had maar intussen is teruggevallen op ongeveer honderd klanten. De omzet van de fruitteler is volledig gekelderd. Niemand vertrouwt zijn producten nog en niemand wil die nog. Hij leverde aan horeca, restaurant, ziekenhuizen, woonzorgcentra. Het gaat dus over een heel groot bedrijf, en de schade is dan ook enorm omdat het vertrouwen van de consument weg is door alles wat wordt verteld in het PFOS-dossier. Over het eindresultaat zal de onderzoeksommissie zich pas ergens begin januari kunnen uitspreken maar toch moeten we daar nu op reageren.
Minister, u hebt zowel in de commissie als in de plenaire vergadering – maar ik kan de data niet onmiddellijk terugvinden – gezegd dat u bereid bent om deze mensen te helpen. Ik heb die twee voorbeelden gegeven, maar er zijn nog andere landbouwbedrijven in de omgeving van de 3M-site die getroffen zijn. Ik heb de fruitteler rechtstreeks gevraagd hoe het nu zit bij hem, hoelang hij het nog kan volhouden, en wanneer hij steun nodig heeft. Hij antwoordde bondig maar concreet: nu onmiddellijk. Ik heb dan ook een aantal vragen voor u in dit verband. Collega Rombouts en een andere collega die toen aanwezig waren, herinneren zich wellicht dat het stil werd in de zaal toen die mensen hun verhaal deden. Het gaat dan niet alleen over de actiecomités en gezinnen met jonge kinderen, maar ook over die landbouwers en zelfpluktuinen en andere bedrijven in de omgeving.
Minister, is er nu definitieve duidelijkheid over het aantal getroffen bedrijven? Blijven de drie zones gehanteerd als referentiepunt?
Hoe zit het met de staalnames van de producten zelf? Welke resultaten kunt u al toelichten? Volgens de man van de zelfpluktuin waren er een tijdje geleden al staalnames gebeurd maar had hij daar na een aantal weken nog altijd geen resultaat van gekregen. Intussen zijn we nog een aantal weken verder. Zijn er al resultaten bekend van die staalnames?
Er zouden individuele contactnames of belrondes plaatsvinden met de landbouwers om die resultaten toe te lichten of verdere vragen van landbouwers te beantwoorden. Kunt u daar wat toelichting bij geven?
Blijft u bij de stelling de landbouwers zo snel mogelijk te vergoeden? Dat is natuurlijk een vrij rekbaar begrip, ‘zo snel mogelijk’. In het verleden noemden we dat ‘onverwijld’. Ik veronderstel dat u bij uw stelling blijft, maar wanneer zullen wij die landbouwers vergoeden? Dat is het belangrijkste. Hebt u daartoe al initiatieven genomen binnen de schoot van de Vlaamse Regering? Kunt u daar iets meer over zeggen? Kunt u ook mededelen welke maatregelen reeds worden of werden genomen om de getroffen landbouwers te ondersteunen? Het gaat niet alleen over financiële vergoedingen, maar ook over flankerende maatregelen.
U gaf ook aan dat u de aanbevelingen van Zorg en Gezondheid zou monitoren en meenemen in de bezorgdheid voor de individuele landbouwer. Kunt u ook daarover een update geven?
De voorzitter
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Joris Nachtergaele (N-VA)
Minister, ik zal proberen niet in herhaling te vallen, maar wil twee extra elementen toevoegen. Er is de noodkreet van Boerenforum en Climaxi, die duidelijk stellen dat de omzet van die korteketenboeren in de streek is teruggevallen op 20 procent, wat toch wel frappant is. Ook wil ik het nog even hebben over de communicatie van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV), die toch wel heel ongelukkig was. Na de eerste berichten over PFOS kwamen ze eerst met geruststellende communicatie, maar daarna bleek dat dat werd gedaan op basis van waarden die verouderd waren, waardoor er opnieuw een klap kwam voor die sector.
Minister, kunt u meer toelichting geven over de acties die het Departement Landbouw en Visserij reeds heeft ondernomen om die landbouwers te ondersteunen? Wanneer zullen we de resultaten zien van de impactstudie? Welke maatregelen plant u zelf nog om de landbouwers in de buurt van sites met PFAS-vervuiling, zoals de 3M-site, te steunen bij hun financiële verliezen? Hoe benadert u de huidige vragen van het terrein? Hoe verloopt de samenwerking met het FAVV? Hoe staat u tegenover de communicatie van het FAVV in dezen?
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik sluit me uiteraard aan bij de vragen van de voorgaande vraagstellers. We hebben de noodklok gehoord van de landbouw, en zeker van de korte keten in de omgeving. Er is een grote impact wegens de voedselveiligheid en de veiligheid van de inwoners daar, die niet meer weten wat ze nog wel of niet mogen eten van wat in hun tuin is gekweekt. Ook de landbouwers ter plaatse zijn uiteraard in paniek: kunnen ze nog verkopen wat ze hebben gekweekt? Zij krijgen ook de signalen dat mensen worden opgeroepen om hun voedsel in de supermarkt te kopen. Dat zijn allemaal zaken die ertoe leiden dat ze in een toestand van wanhoop terechtkomen.
Het is daarnet al aangehaald: ze kunnen inderdaad wel stalen laten nemen, maar ze moeten daar zelf voor betalen. Dat is ook iets wat hen tegen de borst stuit. Er is ook de oproep van het FAVV om te stoppen met de verkoop van hun eieren. Vanuit het voorzorgsprincipe is dat natuurlijk te begrijpen, maar het brengt de boeren natuurlijk van de regen in de drop.
Minister, ik wil eindigen met het belang van de impactstudie naar de economische gevolgen. Ik heb dan ook een aantal vragen in die zin. Werd de schade die de lokale boeren ondervinden, in kaart gebracht? Op welke manier worden getroffen boeren ondersteund om de geleden schade op een correcte en volledige manier te rapporteren? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de voorgestelde impactstudie? Welke aspecten zal die concreet becijferen, hoe wordt die studie aangepakt en tegen wanneer mogen we die studie verwachten? Overweegt u een schadeloosstelling voor de getroffen landbouwers? Zo ja, zal daarvoor een noodfonds in het leven worden geroepen? Zult u bij uw federale collega bevoegd voor de voedselveiligheid ook aandringen op het toch kunnen aanbieden van gratis staalnames aan de getroffen landbouwers?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Collega’s, het kader van de problematiek is al uitgebreid gegeven. Minister, ik heb u voor de zomer reeds een vraag gesteld omtrent de schade die landbouwers hebben opgelopen vanaf de eerste dag dat werd gecommuniceerd dat er mogelijk een risico en/of problemen zijn, zeker specifiek voor de korteketenlandbouwers, omdat dat systeem natuurlijk bijzonder sterk steunt op een vertrouwens- en nabijheidsrelatie. Dat is onder druk komen te staan vanaf de eerste dag waarop werd gecommuniceerd en eventueel mist werd gespuid.
U heb toen heel duidelijk en snel gereageerd om het departement de gelegenheid te geven om met alle bedrijven contact op te nemen en een situatieschets te maken. U hebt ook duidelijk aangegeven dat u er voor staat om de nodige schadevergoedingen ten aanzien van die landbouwers te kunnen realiseren, maar dat een aantal onderzoeken nodig waren over hoe en wat er effectief in het vat kon worden gegoten.
Ondertussen hebben we het plaatsbezoek gehad. Net zoals de collega's wil ik onderstrepen dat ze de problematiek op tafel hebben gelegd, dat ze schade ondervinden, maar ook – en dat wil ik nog eens duidelijk onderstrepen – dat hun het water aan de lippen staat omdat hun inkomsten volledig terugvallen en hun reserves niet toelaten om op lange termijn verder te kunnen draaien. De tijdsdruk die er is om ondersteuning te genieten om hun bedrijfsvoering op langere termijn verder te kunnen zetten, is erg prangend. Het is belangrijk om dat signaal hier in de commissie te geven.
Verder zijn er de onderzoeken vanuit het FAVV. Er wordt duidelijk aangegeven dat binnen het landbouwsysteem er niet dadelijk een problematiek is en dat men in de eigen tuin toch wel moet opletten omdat er een heel eng voedingspatroon is en er heel veel voedselopname is. Dat is natuurlijk ook een bedreiging voor de korte keten. Er zijn ook vragen bij het feit dat het FAVV wel staalnames doet maar dat individuele analyses niet mogelijk zijn. Ik wil ook verwijzen naar een vraag die ik heb gesteld aan 3M in de onderzoekscommissie, namelijk in welke mate zij mee naar een oplossing willen zoeken voor de getroffen burgers en bedrijven aldaar. Zij hebben gezegd dat zij een schadefonds hebben binnen het bedrijf en dat zij aan het bekijken zijn op welke manier zij landbouwers op korte termijn een schadevergoeding kunnen uitbetalen. Meer details werden daarover niet gegeven, zoals ook een aantal andere vragen onbeantwoord bleven.
Minister, maakt u werk van een noodfonds of ander financieel instrument om de getroffen landbouwers te vergoeden? Op welke termijn kunnen we verwachten dat daar schot in de zaak komt en effectief vergoedingen kunnen worden uitbetaald? Hoe zal u het principe ‘de vervuiler betaalt’ hierbij afdwingen? Bent u op de hoogte van de oefening die gebeurt binnen het bedrijf 3M en de mogelijkheden van het noodfonds binnen 3M? In welke mate is hierover al overleg gepleegd met 3M en/of wordt het Departement Landbouw en Visserij betrokken bij de interne oefening van 3M? Is het Departement Landbouw en Visserij bezig met een impactstudie? Indien ja, wat is de scope en wanneer kunnen de resultaten verwacht worden? Welke impact hebt u op het analyseplan van het FAVV? Is dit afgetoetst met u of met het Departement Landbouw en Visserij? In welke mate zijn er mogelijkheden binnen het FAVV om de landbouwers in hoge nood bij te staan door onder andere schadevergoedingen? Wanneer en op welke manier zal er een duurzame aanpak, zijnde sanering en herstel van vertrouwen, uitgewerkt zijn voor de land- en tuinbouwers in deze regio? Dat is ongelooflijk belangrijk, want de duurzame toekomst voor die bedrijven staat op het spel.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega's, dank u voor de vragen. Het is een zeer belangrijke vraag, waarover ik jullie zoveel mogelijk zal trachten te informeren omdat er de voorbije maanden veel gebeurd is. Ik zal de vragen niet in volgorde van de sprekers beantwoorden, maar inhoudelijk gebundeld.
Zoals jullie weten is het FAVV op 1 juli van dit jaar gestart met een heel specifieke bemonsteringscampagne bij landbouwbedrijven in de verontreinigde zone, namelijk tot 15 kilometer rondom de 3M-fabriek. Eind juli heeft het FAVV gecommuniceerd dat uit de resultaten van de stallen die toen genomen waren, geconcludeerd kan worden dat er momenteel geen bijkomende maatregelen nodig zijn bij de landbouwbedrijven in die zone.
De no-regretmaatregelen die geadviseerd zijn in zones rondom 3M voor zelfgekweekt voedsel, zijn volgens het FAVV niet nodig voor voedingsproducten die in de commerciële handel verkocht worden, noch voor groenten en fruit, noch voor melk en eieren. Dat heeft te maken met een veel lager risico op blootstelling. Ik begrijp wel dat er voor zelfgekweekt voedsel een andere regeling komt dan voor producten die worden verhandeld. Dat heeft een psychologische impact op mensen, maar ik moet nu natuurlijk wel meedelen wat het FAVV heeft besloten uit zijn bemonsteringscampagnes.
Er zijn extra monsters genomen door het FAVV, die uiteraard gratis waren. Ook de Universiteit Antwerpen en het studiebureau ERM, dat handelt in opdracht van 3M, hebben stalen genomen. Deze staalnames betroffen zowel voeding uit de handel als eigen kweek van particulieren zoals eieren van kippen uit eigen tuin. Ook hieruit volgde dat globaal gezien alle voeding uit de handel, zowel dierlijk als plantaardig, veilig kan en mag worden geconsumeerd en dit ook binnen de 15 kilometerzone rond 3M. Het ging onder meer over stalen van fruit, groenten en melk.
Alle resultaten van deze staalnames zijn transparant samengevat in het tussentijds rapport van de opdrachthouder Karl Vrancken, dat vorige vrijdag werd meegedeeld aan de Vlaamse Regering en aansluitend in de media werd gebracht. Op het moment dat jullie vragen zijn ingediend, was het rapport er nog niet, maar intussen is het er dus wel.
De opdrachthouder heeft vrijdag ook duidelijk gemaakt dat men voor een nieuw, specifieker advies over zelfgekweekte voeding, de resultaten van de bloedanalyses bij de omwonenden moet afwachten. Die worden tegen eind oktober verwacht.
Een van de collega’s had het over boeren die stalen moeten betalen. Onze administratie zit binnenkort opnieuw samen met het FAVV. Wij kunnen geen stalen nemen, het FAVV doet dat, maar voor mij is het wel van belang dat de boeren niet moeten betalen. Dat zou nu dus opgelost moeten zijn. Het is op dit ogenblik ook niet wenselijk of aanbevolen dat de boeren zelf stalen zouden nemen omdat het FAVV de andere staalnamecampagnes die nodig zouden zijn, organiseert.
Landbouwers die vandaag graag bijkomende zekerheid willen, kunnen zelf analyses laten uitvoeren, maar eigenlijk zitten we samen om de analyses te laten coördineren en te laten uitvoeren in goed overleg met het FAVV. Wij dringen aan op die coördinatie zodat het niet nodig is dat boeren zelf stalen nemen.
Wanneer een landbouwer dat toch doet, is het evident dat hij dat zelf moet betalen. Maar wanneer de landbouwer via deze analyses vaststelt dat zijn producten verhoogde PFAS-concentraties bevatten, moet hij dit melden aan het FAVV. Er kunnen dan corrigerende maatregelen worden ingesteld, zoals het overschakelen naar leidingwater om concentraties in het eindproduct te verlagen.
Ik besef zeer goed dat dit tot extra lasten leidt bij de landbouwers. Mijn administratie heeft daarom regelmatig overleg met het FAVV om vragen van landbouwers over die staalnames zo goed mogelijk uit te klaren.
Tot op heden verloopt de samenwerking tussen het departement Landbouw en het FAVV zeer constructief. Het is belangrijk om te benadrukken dat elk beleidsdomein, zowel Vlaams als federaal, zijn eigen bevoegdheden heeft in dit dossier en dat dit ook gerespecteerd moet worden Het FAVV heeft ook deelgenomen aan de Vlaamse expertenwerkgroep en op een zeer transparante manier informatie gedeeld met alle betrokken experten. Wij zijn er ook van overtuigd dat eventuele extra vragen over staalnames en resultaten, op een open en positieve manier zullen worden beantwoord.
De opmaak en prioritering van het controleplan is de verantwoordelijkheid van het FAVV.
Dit plan wordt dan voorgelegd aan het Raadgevend comité van het FAVV. Daarin zit ons Departement Landbouw en Visserij. Het departement heeft uiteraard maximaal oog voor het belang van de betrokken boeren. Dat is dus de procedure die tot op vandaag wordt gevolgd.
Over de acties waren er vragen van iedereen. Zoals ik eigenlijk al een paar keer heb gezegd in het parlement: mijn administratie heeft telefonisch individueel contact opgenomen met de 42 landbouwbedrijven die zich in de 1,5 kilometerzone rond 3M bevinden. Van de 42 bedrijven konden we 40 bereiken en individueel bevragen. Uit die bevraging zijn meerdere bezorgdheden naar voren gekomen. Eerst en vooral is er de nood aan duidelijkheid over de staalnames, waarover ik nu uitleg heb gegeven. Ten tweede zijn er de bezorgdheden over de effecten op hun afzet en het imago van het bedrijf. Ten derde is er het risico op een waardedaling van het bedrijf. Dat zijn allemaal heel praktische zaken. Jullie hebben daarnet ook voorbeelden gegeven van zaken waar de boeren vandaag mee worstelen, en die ik zeker niet betwist.
Zoals ik zei, hebben we de staalnamebezorgdheden opgenomen in ons bilateraal overleg met het FAVV. Het departement werkt actief mee aan de diverse PFAS-werkgroepen, waar ook de belangen van onze Vlaamse boeren worden meegenomen. U vindt een verslag van die werkzaamheden terug in het rapport dat de opdrachthouder op 10 september heeft voorgesteld aan de Vlaamse Regering. Op dit ogenblik is er nog geen gecentraliseerd overzicht of impactstudie van de mogelijke economische schade die onze boeren in de regio ondervinden. Wij zijn wel op de hoogte gebracht van een aantal individuele berichten van boeren die aangeven dat ze moeite ondervinden met hun afzet. Het gaat dan, zoals jullie zelf ook zeggen, vooral om korteketenbedrijven. Ook is er een melkveebedrijf dat op vraag van het FAVV is overgeschakeld naar leidingwater voor het drenken van de dieren en daardoor met extra kosten wordt geconfronteerd. Er is in een opvolgoverleg voorzien met de landbouworganisaties, BioForum en het FAVV om een nieuwe stand van zaken op te maken en zo maximaal de vinger aan de pols te houden wat de economische schade betreft. Die schade verschilt ook van bedrijf tot bedrijf. Je kunt daar individueel geen lijn in trekken.
Wat de vergoeding betreft, zitten we met een probleem. Ik kan binnen de Vlaamse Regering niet zomaar een schadefonds oprichten. De staatssteunregels zijn daar vrij duidelijk over. Het is uiteraard onmogelijk om die te omzeilen. Dat wil ik ook niet. Wat kunnen we wel doen? De boeren die met liquiditeitsproblemen worden geconfronteerd, kunnen gebruikmaken van de tijdelijke VLIF-waarborg (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds). Landbouwbedrijven met een minimale bedrijfsomvang van 40.000 euro bruto bedrijfsresultaat per bedrijfsleider kunnen een aanvraag indienen voor een tijdelijke waarborg op overbruggingskredieten en herfinanciering via een van de kredietinstellingen die door het VLIF zijn erkend. Ze komen daarvoor in aanmerking vanaf het moment dat ze een omzetdaling van minimaal 15 procent hebben. Er zijn er wel wat die zulke omzetdalingen kennen. Die omzetdaling wordt berekend ten opzichte van het gemiddelde van dezelfde periode in 2019 en 2020. We hebben die maatregel tijdelijk geactiveerd. Die loopt voorlopig tot eind deze maand, maar als dat nodig is, dan zullen we die langer laten lopen. Dat is evident.
Wij hebben evenwel nog geen concrete steunaanvragen ontvangen. Er zijn op dit ogenblik dus nog geen dergelijke dossiers in behandeling. Wel hebben wij aan alle landbouwers de raad gegeven om alles goed te documenteren, om facturen, verslagen en andere documenten bij te houden. Er zijn immers wel opportuniteiten binnen 3M. Dat is evident. Ik kom daar straks op terug. Wat dat betreft, ben ik op dit ogenblik ook heel actief aan het meewerken.
Ik ga eerst de vragen beantwoorden over de aanbevelingen van Zorg en Gezondheid. Een overzicht van de door de Vlaamse overheid aangekondigde voorzorgsmaatregelen kan men raadplegen op de daartoe voorziene website. De algemene PFAS-voorzorgsmaatregelen die gelden voor burgers in de zone rond 3M, maar ook in een aantal heel specifiek afgebakende zones, zijn ook relevant voor de boeren en hun gezinnen die in die regio’s wonen. In het rapport van Karl Vrancken is er ook aandacht voor arbeidsveiligheid in relatie tot PFAS-verontreiniging. Daarin nemen we uiteraard ook de belangen van onze boeren mee.
Wat dan de oefening binnen 3M betreft: ik heb een aantal dagen geleden de vraag gekregen van 3M om de lijsten en de namen te krijgen van de boeren in de omgeving, zodat men die kan contacteren in functie van een binnen het bedrijf opgericht noodfonds.
Ik heb inhoudelijk geen kennis van het aanbod dat 3M aan de boeren die schade ondervinden, wil doen of zou hebben gedaan. Het is wel de absolute verantwoordelijkheid van 3M en de sector om heel goede afspraken te maken over die schadevergoeding. Spijtig genoeg laten de huidige GDPR-regels (General Data Protection Regulation) mij niet toe om zomaar lijsten, adressen en namen van landbouwers te geven. Ik heb wel aangeboden dat wij zelf de boeren zouden contacteren met de suggestie dat de boeren dan contact zouden opnemen met 3M. Wij mogen vanuit de overheid de landbouwers contacteren. We hebben dat ook gedaan bij het begin van de schade. Wij kunnen dat opnieuw doen en de coördinaten van 3M doorgeven zodat er bilaterale gesprekken kunnen zijn. Ik kan niet zomaar lijsten overmaken. De vraag is zeer recent gesteld. Wij hebben onmiddellijk geantwoord. Wij kunnen vandaag die oefening starten. Als men ons zou vragen om hier een rol in te spelen, dan is dat op zich geen enkel probleem, maar het fonds en de vergoedingen zelf moeten worden besproken tussen de boeren individueel en 3M zelf.
Ik kom tot de vraag over de toekomst. Een duurzame aanpak is tegelijkertijd ook een geïntegreerde aanpak: de problematiek is multidisciplinair. Dat is een woord dat ik niet zo graag gebruik, maar zowel voeding, bodem, water en lucht zijn gevat. We moeten dus goed nadenken over een gezamenlijke aanpak over deze beleidsdomeinen heen, en dit niet alleen op korte termijn maar ook op middellange en lange termijn. Dat is net de inzet van de inhoudelijke expertisegroep van opdrachthouder Karl Vrancken. Ik vind trouwens dat die man vandaag heel goed werk verricht en de hele keten goed in het oog blijft houden. Onze administratie blijft absoluut actief deelnemen. Naast PFOS en PFAS zijn er nog andere persistente chemicaliën in Vlaanderen die moeten worden meegenomen in het actieplan. Wij werken vanuit de beleidsdomeinen dan ook nauw samen.
Nog eens, de individuele begeleiding van onze boeren blijft absoluut lopen. Maar op dit ogenblik gaat het over het zeer goed in rekening brengen van de schade. Wij kunnen ervoor zorgen dat zij contact kunnen opnemen met 3M. Een wijziging bij 3M is dat zij zelf aangeboden hebben om de landbouwers te contacteren in functie van het vergoeden van de door hen geleden schade. Waarover later meer, zo spoedig mogelijk als het van mij afhangt.
De voorzitter
Minister, dank u wel voor dit omstandige antwoord.
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, dank u wel. Er waren vele vragen en vele antwoorden. Er zijn een aantal zaken uitgeklaard, met name de resultaten die worden vrijgegeven door het FAVV en de staalnames die gratis zijn voor de landbouwers. Daar was toch heel wat commotie over. Over de bloedafnames hadden we gisteren in de commissie Welzijn een heel lang debat. Eind oktober is natuurlijk wel een beetje laat. Het wordt altijd maar uitgesteld. Ik begrijp dat men blijkbaar alle resultaten wilde combineren en op basis daarvan analyses maken. Maar voor de mensen in de omgeving is het natuurlijk allemaal niet evident. Ik begrijp wel dat dat niet een, twee, drie kan gebeuren, maar ik denk dat we er toch dringend werk van moeten maken zodat er geen economische schade-impact bestaat.
Mijn essentiële vraag is hoe we het vertrouwen bij de consument en bij de afnemers van de landbouwproducten herstellen. We kunnen hier allemaal wel heel technische antwoorden krijgen, maar hoe overtuigen we de consumenten, de afnemers? Ik heb u het voorbeeld gegeven van die fruitteler die de hele provincie Antwerpen bedeelt met kwaliteitsvol fruit en die nu nagenoeg geen omzet meer heeft. We kunnen inderdaad spreken over steunmaatregelen aan de individuele landbouwers, maar daarmee is de consument nog niet overtuigd. De negatieve berichtgeving over 3M iedere dag, soms sensatieberichtgeving, zorgt er toch niet voor dat de consument weer heel veel vertrouwen heeft. De vraag is ook of we niet alleen financiële steun gaan geven aan de landbouwers maar of we ze ook gaan helpen. Wat gaat de Vlaamse Regering doen om dat vertrouwen te herstellen? Ik weet dat het niet alleen uw bevoegdheid is maar ik denk dat we daar toch initiatieven voor moeten nemen.
Ik begrijp dat u geen schadefonds kunt oprichten. Ik begrijp ergens wel dat dat niet mogelijk is en dat u dat ook niet wenst te omzeilen. Maar ik begrijp in die zin ook niet goed dat bijvoorbeeld de coronapremie aan de ondernemingen er wel gekomen is. Die is toch ook een soort van schadeloosstelling? Die is er in een-twee-drie gekomen, met de stemming van een decreet. Wat zijn de mogelijkheden daar om die landbouwers maandelijks een vergoeding te geven? Als dat kan voor de horeca en voor andere bedrijven tijdens de coronapandemie, waarom zou dat dan nu niet kunnen voor die landbouwers? Dat is een vraag die ik heb.
Ik veronderstel dat u in de toekomst bereid zult zijn om de steun die de Vlaamse overheid hopelijk zal geven aan de landbouwers, terug te vorderen van 3M. Maar wat 3M betreft, zou ik er toch geen vertrouwen in hebben dat 3M die individuele landbouwers zelf zal benaderen. Ik zou er in ieder geval toch voor zorgen dat iemand van de overheid daar rechtstreeks bij betrokken is. Want natuurlijk, wij van de onderzoekscommissie en u waarschijnlijk ook, wij weten wel dat de toplui van 3M geen dwazeriken zijn. Zij komen met drie, vier man en nemen een advocaat mee, met tegenover hen een individuele landbouwer die zich misschien gemakkelijk zal laten overhalen om een bepaald bedrag te aanvaarden: ‘Amai, ik krijg dat hier.’ Maar dat bedrag is dan misschien niet voldoende voor de schadeloosstelling.
Minister, ik zou er echt op aandringen dat iemand van u of iemand van de Vlaamse overheid betrokken is bij die benadering tussen 3M en de landbouwers. Ik begrijp dat u de privacy van de landbouwers respecteert. Dat lijkt mij logisch.
Ik heb nog drie concrete vragen. Wat kan toch, qua financiële steun? Ik verwijs daarvoor naar de coronapremie. Hoe herstellen we het vertrouwen van de consument en de afnemers? Bent u inderdaad bereid om iemand van de Vlaamse overheid, van uw kabinet of om van om het even wie, toch die gesprekken tussen 3M en de individuele landbouwer te laten bijwonen?
De voorzitter
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Joris Nachtergaele (N-VA)
Minister, ik dank u voor uw uitleg. Er zitten inderdaad een aantal positieve elementen in, zoals de collega heeft aangehaald. Ik heb een aantal bedenkingen. Dat vertrouwen is inderdaad cruciaal. Er is heel veel schade aangericht. De overheid kan echt een rol spelen in het herstellen van dat vertrouwen in die lokale korteketenlandbouwers.
Aanvullend wil ik een bezorgdheid uiten. Momenteel onderzoekt men verschillende sites in Vlaanderen die mogelijk vervuild kunnen zijn. Onlangs kwam er een bericht over de Molenbeek in Ronse. Dat veroorzaakt ook lokaal heel wat deining. Maar zo zijn er nog andere sites. Ook daar zijn landbouwers geïmpacteerd en is er wel moeilijker een oorzakelijk verband te vinden. Hier in Zwijndrecht is dat heel duidelijk: de schade zou moeten worden verhaald of moeten kunnen worden verhaald op 3M. In andere sites zal dat veel moeilijker zijn. De vraag hier is hoe u anticipeert op dat onderzoek. Ik had begrepen dat een vijftigtal sites – maar misschien is dat cijfer ondertussen al achterhaald – al onderzocht zijn. Er zijn al eerste resultaten. Hoe anticipeert u hierop? Hebt u hierover contact met de heer Vrancken? Hoe zult u die situatie aanpakken om te vermijden dat ook daar problemen ontstaan? Ik dank u.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Voorzitter, minister, ook ik dank u voor de stand van zaken en de duidelijkheid. Er is toch het een en ander in beweging gekomen sinds het moment waarop wij onze vragen hebben ingediend. Dat is een goede zaak. Ik verwijs onder andere naar het rapport met meer recente en duidelijke cijfers wat betreft de staalnames en de bloedafnames. Eind oktober is inderdaad nog veraf.
Ik had nog een concrete vraag rond die bloedafnames: gebeuren die steekproefsgewijs? Ik weet niet of u meer duidelijkheid hebt over hoe ze dat precies aanpakken? Of is dat te detaillistisch? Ja?
En dan, wat betreft de staalnames, gebeuren die gecoördineerd? Is dat gratis? Het gaat over die vrijwillige vragen om extra stalen te onderzoeken. Ik neem aan dat, indien er effectief een verhoogde vaststelling is, zij wellicht een aanvraag kunnen doen om die staalname dan alsnog te recupereren. Dat kunnen we misschien ook meenemen.
U zegt dat er telefonisch individueel contact wordt opgenomen met de verschillende getroffen landbouwers.
Dat is een goede zaak. Dan kunnen ze duidelijk hun eigen concrete vragen stellen. Ik hoop dat dat ook proactief gebeurt. Niet iedereen is even mondig om de juiste vragen te stellen of durft het niet aan te vragen. Ik veronderstel dat er wel een soort van draaiboek voor is om daar op de juiste manier mee om te gaan. Ik verneem dus dat er geen impactstudie zal zijn rond de economische gevolgen, maar dat jullie eigenlijk de input die jullie krijgen vanuit die telefonische bevraging gaan aannemen om daar zelf een soort analyse van te maken. Ik hoop dat daar zeker een soort verslag of rapport van komt, zodanig dat we een overzicht krijgen van wat nu de totale situatie is.
Wat betreft de steun: we hebben inderdaad de 15 procentregel. U hebt zonet ook de andere piste aangekaart, dat 3M zelf ook openstaat om een schadeloosstelling of een vergoeding aan de landbouwers te geven. Ik had ook meteen de reflectie van de GDPR, maar dat zou inderdaad opgelost kunnen worden met de faciliterende rol die jullie daarin spelen. Maar ik deel wat de bedenking van collega Sintobin: dan komt men wellicht met een voorstel van dading, tot slot van alle rekeningen, zodat ze eventuele toekomstige schade, waar we nu nog geen zicht op hebben, niet meer zouden kunnen verhalen. Ik denk inderdaad dat ze daar ook het best deskundig vanuit Vlaanderen in worden bijgestaan. Ik weet niet of daar ook een timing of overleg rond gepland is. Want zij vragen die gegevens op. Julie zeggen dat jullie nu die contactnames gaan doen, maar ik denk dat het toch wel belangrijk is dat dat redelijk snel in beweging kan komen.
Het vertrouwen van de consument is hier inderdaad ook al terecht aangehaald. De voorbije maanden en jaren hebben we hier al hard gewerkt aan de weg van de korte keten. Het zou heel jammer zijn dat dat nu een flinke deuk krijgt, terwijl we net al zo veel inspanningen leveren en dat dat ook al echt werkte.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Minister, ik dank u hartelijk voor uw antwoorden. Het is inderdaad duidelijk dat er de afgelopen weken en maanden heel wat acties ondernomen zijn op het terrein, dat de signalen ook wel doorkomen en dat het niet altijd evident is of – bij wijze van spreken – zomaar aan het koordje te trekken is om de oplossing te hebben. Minister, u hebt zelf aangegeven dat het zo zou moeten zijn dat de landbouwers niet de druk voelen om zelf bijkomende stalen te nemen. Dat is een heel goede stelling, die u ook heel duidelijk meegeeft. Ik ga er dus ook van uit dat die boodschap bij het FAVV zeer duidelijk is en dat met andere woorden over die staalnames, over de wijze waarop en welke noden er zijn, inderdaad overleg met de landbouwers zal gebeuren, dat zij daar de nodige steun in krijgen zodat het FAVV ook daar op een goede manier het vertrouwen met de landbouwers kan opbouwen.
Wat betreft de landbouwers die liquiditeitsproblemen hebben, geeft u aan dat u een aantal instrumenten hebt geactiveerd, maar dat er tot nu toe nog geen aanvragen gebeurd zijn. Ik ga ervan uit dat de landbouwers daar weet van hebben, maar misschien is het toch interessant om nog eens aan alle landbouwers mee te delen welke mogelijkheden er zijn, omdat dat toch echt wel een probleem was dat tijdens de vragenronde in het gesprek met de landbouwers heel expliciet aan bod kwam. Ik maak me daar wel wat zorgen over. In die zin is misschien een extra communicatie daarover interessant.
Dan is er het verhaal van de schadevergoeding. U geeft duidelijk aan dat 3M ‘eindelijk’ enkele dagen geleden blijkbaar contact gelegd heeft met u om te zeggen dat ze bezig zijn met een noodfonds. Ze willen wel in overleg gaan. Dat lijkt op een eerste positieve stap. Maar sta me toe dat ook na het horen van 3M in de onderzoekscommissie mijn vertrouwen een extra deuk heeft gekregen. Ik ben ook bezorgd als landbouwers individueel ten aanzien van een multinational komen te staan, die zich ongetwijfeld laat bijstaan met de nodige advocaten. Dat zou mogelijk een bijzonder moeilijke onderhandeling kunnen zijn. Ik weet het niet. Ik mag misschien niet vooruitlopen, maar de signalen zijn tot hiertoe alleszins nog niet echt vertrouwenwekkend geweest. In die zin is het inderdaad goed om aan te geven dat landbouwers zich goed moeten documenteren en facturen en verslagen goed moeten bijhouden. Minister, ik wil u toch ook vragen om na te gaan in welke mate landbouwers bijstand kunnen krijgen door eventueel een bemiddelaar vanuit de overheid. Boeren op een Kruispunt heeft ook bemiddelaars, die in precaire situaties straffe onderhandelingen moeten voeren om de landbouwer toch maximaal te kunnen bijstaan.
Ik denk dat we daar echt wel expertise hebben. Eventueel kunnen ook andere bemiddelaars vanuit de overheid worden ingezet. Ik vind dat we die dienst aan de landbouwers moeten kunnen aanbieden. Ik verwijs graag naar uitspraken van de heer Vrancken, die op een bepaald moment heeft gezegd dat hij een bemiddelende rol heeft gespeeld, bijvoorbeeld bij de vervuiling in Willebroek. Toen is met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) overeengekomen om over te gaan tot een versnelde sanering van alle tuinen waar recent woningen zijn gebouwd. Ik vind dat de overheid dit als dienstverlening moet kunnen aanbieden.
Minister, tot slot wil ik nog even terugkomen op mijn laatste vraag. Voor de duurzame aanpak verwijst u naar de opdracht die de heer Vrancken heeft gekregen. Ik moet zeggen dat het vertrouwen groeit door de wijze waarop hij aandacht schenkt aan de landbouwproblematiek en daar rekening mee houdt in zijn hele verhaal. Ook wat sanering en dergelijke betreft, reken ik erop dat daar rekening mee wordt gehouden in zijn rapport.
De collega’s en ikzelf hebben er in onze vragen naar verwezen dat het vertrouwensherstel bijzonder belangrijk zal zijn. Ik denk in eerste instantie aan een imagocampagne, eventueel vanuit de overheid of vanuit de landbouw maar gesteund door de overheid. Dat laatste luik mogen we zeker niet uit het oog verliezen. We moeten er nu al over nadenken hoe we het vertrouwen van de burgers kunnen herstellen.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, ook wij zijn zeer bezorgd over de landbouwers en de korteketenlandbouwers in de buurt van 3M. Uw antwoord baart me zorgen. Ik hoor dat er wel degelijk werk wordt gemaakt van hulp aan de landbouwers, maar ik wil erop aandringen dat heel intensief te doen.
Net als de collega’s die ook aanwezig zijn in de onderzoekscommissie, heb ik 3M aan het woord gehoord. We hebben ook gezien hoe zij hebben geprobeerd alle mogelijke vragen te omzeilen. We waren allemaal heel goed voorbereid, maar toch kregen wij geen antwoord. Ik kan me niet voorstellen dat een individuele landbouwer die met hen moet onderhandelen, stappen vooruit kan zetten wanneer 3M zich gedraagt zoals toen in de onderzoekscommissie. Niets wijst erop dat dit anders zal zijn. Ik denk dan ook dat het heel belangrijk is om elk individueel getroffen bedrijf intensief te ondersteunen bij de gesprekken met 3M. Minister, hoe ziet u dat? Hoe denkt u dat te kunnen doen? Wij dringen er uitermate op aan om dat te doen om te vermijden dat die landbouwers van een kale reis thuiskomen. We hebben met hen gepraat en het water staat hen aan de lippen.
Het gaat dan niet alleen over de opbrengstschade die zij momenteel ervaren. Ook elementen als de waardedaling als gevolg van die vervuiling die 3M heeft teweeggebracht, moeten in die gesprekken aan bod komen. Daar moet ook over worden nagedacht. We kijken naar de overheid om daar mee aan de kar te trekken.
Welke inspanningen zult u daarnaast doen om campagnes op te zetten om de imagoschade te herstellen zodat die bedrijven in de toekomst levensvatbaar blijven?
Is er voor bepaalde bedrijven nagedacht over een herlokalisatie? Tijdens het gesprek met de landbouwers bleek dat zij daarvoor openstaan. Zijn dergelijke pistes al verkend of is dat te vroeg in dit proces? Landbouwers komen daar zelf mee, denken daar zelf over na, en ik vind dan ook dat we die piste op tafel moeten leggen en onderzoeken.
Wat de bloedonderzoeken van de landbouwers en de werknemers op de bedrijven zelf betreft, is momenteel een onderzoek bezig bij alle bewoners op een bepaalde afstand van 3M. Hoe wordt daarmee omgegaan? Ook daar maken landbouwers zich zorgen over, niet alleen over opbrengstdalingen maar ook over hun persoonlijke gezondheid. Wat is de impact van het voortdurend werken in een gecontamineerde bodem op hun gezondheid? Wordt daar specifiek onderzoek naar gedaan en hoe wordt daarmee omgegaan?
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Collega’s, dank u wel voor de vele vragen. Minister, uiteraard dank ik u voor de antwoorden. Ik zal proberen niet in herhaling te vallen, vooral omdat ik denk dat dit niet de laatste keer zal zijn dat dit onderwerp hier aan bod komt. We zullen ongetwijfeld nog de gelegenheid hebben om daar verder op in te gaan.
Ik wil drie korte beschouwingen maken. Minister, ten eerste was er uw opmerking dat dat noodfonds op dit moment niet mogelijk is. Dat is correct, maar ik zou toch willen vragen dat u eens bekijkt wat er dan wel mogelijk is. Ik denk dat wat hier voorvalt uitzonderlijke omstandigheden zijn, en uitzonderlijke omstandigheden vragen inderdaad uitzonderlijke maatregelen. Dat moet daarom niet noodzakelijk het woord ‘noodfonds’ zijn, want dat is misschien ondertussen ook al een beladen term, maar ik zou toch vragen dat u als bevoegd minister met de Vlaamse Regering bekijkt wat er eventueel mogelijk is.
Ten tweede, ik pleit, me aansluitend bij een aantal collega’s, toch wel voor een toenemende rol van de overheid hierin. Ik begrijp uw respect voor de privacyregels, u kunt trouwens niet anders na de Europese wetgeving, maar het moet mogelijk zijn om die privacyregels te respecteren en toch de Vlaamse overheid een grotere, een veel belangrijkere rol te laten spelen in het contact tussen 3M en de betrokken landbouwers. Anders zal dat inderdaad een ongelijk speelveld worden, vrees ik. Ik denk dat het mogelijk moet zijn om daarvoor een model uit te werken. Ik heb geen moeite met de suggestie van de collega om daar andere organisaties, zoals Boeren op een Kruispunt, een rol in te laten spelen, maar ik denk de Vlaamse overheid in dezen moet optreden en zeggen ‘zo is het en niet anders’, uiteraard alle regels respecterend, ook die van de privacy.
Er is nog een derde zaak die ik kort wil aanbrengen. Ik denk dat een collega daar ook allusie op heeft gemaakt. Natuurlijk zitten we nu met 3M, gebeurt daar van alles rond. Dat is een heel goede zaak. Diverse collega’s hebben ook al gepleit voor een goede communicatie, zeker en vast ook vanuit het departement. Ik zou echter toch ook willen vragen dat we al die andere plaatsen die ondertussen vanuit de gemeenten zijn doorgegeven, via de OVAM, denk ik, goed in het oog houden. Iedereen die gemeentelijk actief is, weet – en maar goed dat dat wordt opgevolgd door gemeentelijke verkozenen – dat daarover ook al de nodige berichten de ronde doen. Het lijkt me goed dat er preventief en proactief wordt ingespeeld op die lijsten die zijn overgemaakt aan uw collega bevoegd voor de OVAM. Het departement moet toch ook zeker en vast de nodige aandacht hebben voor heel dat luik van de communicatie, specifiek dan wat de aanwezigheid van landbouwers in die omgevingen betreft. Ik denk immers persoonlijk dat we pas aan het begin van een heel lang verhaal staan en dat er ongetwijfeld ook in andere steden en gemeenten problemen gaan opduiken.
Bart Dochy (CD&V)
Ik wil gewoon nog de volgende aanvulling geven na de globale vraagstelling. Spijtig genoeg hebben we precedenten. Misschien zijn die niet helemaal van dezelfde aard, maar ik herinner me de dioxinecrisis in 1999. Toen heeft de overheid de rechten overgenomen van de landbouwers. De landbouwers zijn verzekerd in het kader van hun bedrijfspolis. Men heeft de techniek van de subrogatie toegepast. Dat betekent dat de overheid eigenlijk de schadevergoeding heeft uitbetaald, maar de rechten heeft overgenomen van de gedupeerden, om aldus verder te gaan ten aanzien van de vetsmelter. In dit geval zou dat 3M zijn. Misschien kunnen we lessen trekken uit de technieken die indertijd zijn gebruikt bij de dioxinecrisis. Dat is gewoon een suggestie.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel voor alle aanvullende vragen. Er werd gevraagd dat we de boeren dichtbij zouden houden. Dat is net wat we doen. We hebben dus een eerste belronde gedaan. Ik zal nog wat info geven over wat daaruit is gekomen, want ik had dat in mijn eerste antwoord niet gezegd. Van alle bedrijven in de directe omgeving die we hebben gecontacteerd, zijn er zeven die aan thuisverkoop doen en twee die rechtstreeks aan restaurants of winkels leveren. Er zijn er ook zes die aan de veiling leveren. De activiteiten van die bedrijven, dat is dus een heel divers beeld. Dat is uiteraard typisch voor de landbouw in Vlaanderen. Twee van de bedrijven waarmee we contact hebben gehad, hebben percelen binnen de 1,5 kilometerzone. Er is ook een heel divers, gevarieerd gebruik van het water, van grondwater voor dieren of planten.
Ze zijn alle veertig bijzonder bezorgd. Achttien zijn zeer bezorgd over de thuisverkoop. Zeventien zijn bezorgd over de oogst of de voorziene grondbewerkingen. Tien zijn heel bezorgd over het watergebruik, over de voedergewassen. U kunt dat allemaal terugvinden in het verslag.
Er waren er toen nog maar drie gecontacteerd door hun afnemers en er was ook geen impact te zien op de leveringen. Er was op een bepaald moment kritiek. Als goederen naar een veiling gaan, worden die gemengd met andere. Er was de zorg dat de veiling plotseling zou zeggen: ‘We moeten uw gerief niet meer hebben’. Er waren op dat moment geen contracten geannuleerd, wat wel heel belangrijk is voor het bedrijf zelf. Maar de thuisverkoop waarvan de omzet naar beneden gaat, dat is iets psychologisch bij mensen. Wij kunnen wel zeggen dat het veilig is, maar als wordt aangeraden aan particulieren om toch op te passen wat men gebruikt uit de tuin, dan komt dat raar over maar dat heeft te maken met het feit dat het een mix is. Als je alleen maar eet wat uit uw tuin komt, is dat iets anders dan wanneer je dingen eet die van overal kunnen komen.
Na jullie vragen en opmerkingen zou ik het volgende willen voorstellen. Ik zal vragen aan mijn departement om een nieuwe belronde te doen. Ze schrijven geen brieven of sturen geen mails, ze bellen omdat we weten dat mensen gemakkelijker communiceren als je telefoneert. We gaan hun de coördinaten van 3M laten weten, opnieuw de initiële bevraging doen en kijken of er extra begeleiding door hen noodzakelijk wordt geacht onder de vorm van een soort bemiddeling. Ik voel wel iets voor Boeren op een Kruispunt, maar dat kan evengoed het team van Vrancken zijn want zij hebben alle kennis. Als je mensen die los van de procedure staan, plots daarin steekt, kan dat misschien energieverlies betekenen. We gaan eerst kijken met Karl Vrancken wat zijn mensen kunnen doen. Ik wil zeker ook de subrogatiepiste bekijken, maar dan moeten we zeker zijn wat de verantwoordelijkheden zijn. We moeten dat doen op een moment dat daar absolute duidelijkheid over bestaat. Er lopen veel onderzoeken op dit moment. Het is zeker iets dat juridisch kan worden meegenomen.
De piste van herlokalisatie verkennen we op dit moment niet. Ik weet dat mensen aan alles denken, maar het is wel heel vroeg om te zeggen dat we gaan herlokaliseren. We nemen dat zeker mee. Die tweede belronde komt er sowieso. Ik denk dat we als overheid hier goed het onderscheid moeten maken. We willen niet de indruk wekken dat er geen verantwoordelijke is voor wat de boeren meemaken. We hebben een verantwoordelijke en dat is 3M. Dat is anders bij de coronacrisis. Daar is er een virus waarbij men niet kan zeggen dat het van iemand komt. Hier kunnen we dat wel zeggen. Dat is de reden waarom we niet zomaar kunnen zeggen dat we een noodfonds oprichten. Er is hier een verantwoordelijke. Staatssteunregels zijn wat ze zijn en Europa heeft een kader gemaakt om in het kader van corona te kunnen afwijken van alles. Dat weet u ook. Dat is de reden waarom we de coronaregeling hier niet zomaar op van toepassing kunnen verklaren.
Ik voel het ook wel aan dat het lastig is voor de mensen. Daarom zeggen we nu in de begeleiding om de facturen goed bij te houden en aan te tonen wat het verlies is. Collega Rombouts zei dat we dit moeten melden want dat ze misschien geen aanvraag hebben gedaan omdat ze het niet weten. We gaan in de tweede belronde meegeven dat ze die extra waarborg kunnen vragen. Als we dat instrument openzetten, wordt het doorgaans goed gebruikt. Dat nemen we zeker mee.
3M moet absoluut instaan voor de vergoeding. Ik begrijp de zorgen die er zijn. Ik heb ook het verslag van de commissie gelezen. Daaruit is de bezorgdheid zeker niet kleiner geworden. Maar ze hebben ons gecontacteerd met de vraag om de boeren te kunnen contacteren. Het is nu aan ons om te zorgen dat er een contact kan zijn. Het zal aan 3M zijn om het nodige te doen en effectief contact te nemen.
Collega Nachtergaele, u had een vraag over de contacten met de heer Vrancken. Alle bezorgdheden worden effectief door onze coördinator meegenomen naar de werkgroep. Dat gaat verder dan de rechtstreekse site rond 3M. Dat heeft ook betrekking op de andere mogelijke sites die er zijn en waar we nog geen individuele belrondes hebben gedaan. 3M is nu het meest acuut. Er is ook expliciet de vraag gesteld om die boeren goed te begeleiden. Zij hebben ook de rechtstreekse impact van de maatregelen die er zijn.
Ik kom tot de vraag van collega Sintobin over de overheid. Wij zullen sowieso aan Karl Vrancken vragen om deel te nemen aan het volgende overleg met de sector. Ik zie meer een piste in begeleiding van daaruit naar de boeren dan dat we het via Boeren op een Kruispunt doen. Nog eens, ik erken dat het belangrijk zou zijn om onze boeren daar persoonlijk in te begeleiden, want alleen ben je maar alleen.
Collega Talpe, u had vragen rond de bloedafnames. Ik heb begrepen dat die bloedafnames vertrekken vanuit de mensen die zich kandidaat stellen en dat, als het er te veel zijn, men ze goed opdeelt en verspreidt. Maar dat is gisteren al aan bod gekomen in een andere commissie. Ik heb niet het hele verhaal. Er zijn mensen die dat in detail hebben opgevolgd, onder andere iemand van mijn kabinet, trouwens.
De vragen rond de waarborg en dergelijke zijn meegenomen. Collega Schauvliege, ook de boeren hebben zich kandidaat kunnen stellen in dat bloedonderzoek. Bij de interpretatie moet men ook kijken naar de beroepsrisico’s die er zijn. Bij landbouw is dat zeker een te bekijken aspect. Uw vraag is zeker terecht wat dat betreft. We nemen dat ook mee.
Collega Vandenhove, wat de communicatie naar de landbouwers over de andere sites betreft – dat was ook de bezorgdheid van collega Nachtergaele –, bekijkt het departement of er actieve landbouwers aanwezig zijn in de omgeving. Zoals ik al zei, neemt het dat ook mee naar de expertengroep. En als dat nodig is, zal men daar ook persoonlijk worden gecontacteerd. Maar we moeten nu eerst nagaan of dat ook effectief noodzakelijk is.
Collega’s, wat betreft de imagocampagne ben ik zeker bereid om dat te doen. Maar ik wil dat ook op een geloofwaardig moment doen. Op dit moment zijn er heel wat vragen en zorgen. Ik vind het wat lastig om, vooraleer de resultaten van de bloedafnames er zijn, nu al een grote campagne te starten, terwijl we misschien niet weten wat daaruit zal komen. Ik erken dat eind oktober laat is. Maar het is wat het is. En het moet ook wel grondig gebeuren. Ik denk dat de periode na oktober ons hopelijk zal toelaten om fors in te zetten op: ‘Neem af, het is veilig’.... Wij melden het wel, maar om daar nu, terwijl die bloedafnames lopen, grote campagnes op te zetten? U mag mij tegenspreken en ik ben bereid om het anders te doen. Maar het lijkt mij wat tricky om dat nu te doen. Ik stel voor om, zodra de resultaten bekend zijn en het FAVV bij de aanbeveling blijft zoals die is, ‘full force’ vooruit te gaan om daar een en ander te herstellen.
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Ik heb een paar korte punten. Ik heb daarnet gezegd, voorzitter, dat ik een grote voorstander ben van een fysieke vergadering. Ik hoor en ben blij dat er een nieuwe belronde komt naar de landbouwers. Maar mocht dat enigszins kunnen, zou ik dat ook fysiek organiseren. Want ik denk dat landbouwers aan de telefoon...We kennen allemaal wel landbouwers. Soms zijn die nogal introvert. En aan de telefoon met een wildvreemde, met een ambtenaar spreken, is niet zo evident.
Minister Hilde Crevits
Collega Sintobin, weet je wat ik zou willen voorstellen? Ik onderbreek u. Dat mag eigenlijk niet, maar ik doe het toch. We zullen ze sowieso opbellen. Maar stel dat daaruit blijkt dat een persoonlijk gesprek noodzakelijk is, dan wordt dat georganiseerd. Dat is geen punt. Maar ik zou ze niet samenbrengen in een grote zaal, want dan zal niemand zijn mond opendoen.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Nee, nee. Ik bedoel individueel. Een-op-een, dat is wat ik bedoel.
Minister Hilde Crevits
Ja, ja. Oké.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Twee, wat bemiddeling en Karl Vrancken betreft: daar ben ik wel voor te vinden. Karl Vrancken is inderdaad toch op de hoogte van het hele dossier. Als iemand van Boeren op een Kruispunt zich daar nu nog op moet inwerken, zou dat een beetje moeilijk zijn.
Drie, mij lijkt het een beetje een pr-stunt van 3M, om nu plots de landbouwers te willen contacteren. Ik heb daar echt geen vertrouwen in.
Ten slotte, wat het herstel van vertrouwen betreft, ben ik het met u eens dat het zot zou zijn om nu een grote campagne te voeren en dat dan – ik hoop dat het niet waar is – de bloedafnames of de stalen eind oktober aangeven dat het niet goed zit. Dan is dat verloren. Maar ik zou er wel over nadenken. En ik wil de suggestie doen om het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) daar eventueel voor in te schakelen.
De voorzitter
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Joris Nachtergaele (N-VA)
Ik vul kort aan. Ik hoor het idee, gelanceerd door collega Rombouts, van bemiddelaar. Ik denk dat alle collega’s dat een heel goed idee vinden. U hebt zelf gezegd dat u dat ziet binnen het team van Vrancken. Ik denk dat dat ook een goede piste is. Maar ik denk dat die opdracht daarvan dan misschien ook iets breder kan zijn dan enkel en alleen communicatie naar landbouwers toe. In die zin dat, als blijkt dat er ergens lokaal, in een van die sites die nu worden onderzocht, ook een probleem zit, ook die lokale besturen meteen worden geconfronteerd met heel wat vragen van landbouwers, van korteketenlandbouwers uit de streek. Om wat er in 3M is gebeurd, namelijk een soort van paniekcommunicatie, te vermijden, lijkt het belangrijk dat er ook daar begeleiding is, niet alleen voor die landbouwers, maar ook voor de lokale besturen, om meteen te proberen die problematiek te kaderen. Dat wilde ik nog meegeven.
Maar voor de rest dank ik u voor uw inzet voor de landbouw in dezen.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Ook van mijn kant dank ik voor de verduidelijking. Er zijn nog wat vragen, maar een aantal daarvan zullen snel een antwoord krijgen. Nu is het natuurlijk de rol van de Vlaamse overheid om te informeren, te begeleiden en bij te staan, ook mentaal, zeker ook wat betreft de financiële regeling die potentieel met 3M kan worden afgesloten. Ik denk dat het een gedeelde bezorgdheid is dat landbouwers daarbij ondersteund worden. De tweede belronde, dus de individuele aanpak op maat, lijkt me inderdaad de beste aanpak. Ik deel ook de bezorgdheid dat niet iedereen even mondig is. Dan ben ik heel blij met die opening om dat eventueel te koppelen aan een fysiek moment, waar mensen op hun manier uiting kunnen geven aan hun bezorgheden.
Ik wil nog even het belang van een algemeen rapport of verslag met een overkoepelend beeld van de situatie herhalen. Ook de samenwerking met het FAVV is heel belangrijk. Mijn collega De Caluwé heeft minister Clarinval in de Kamer daar een vraag over gesteld, om zeker met het Vlaamse niveau nauw contact te houden. Maar als ik uw antwoorden daarnet hoorde, minister, denk ik dat er op dat vlak al het een en ander op kruissnelheid zit. Ik kijk alvast uit naar toekomstige initiatieven om landbouwers, hun klanten en de korte keten in het algemeen over deze klip te helpen.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Minister, ik wil u hartelijk danken voor uw antwoord en alle engagementen die u hier vandaag ook duidelijk hebt gesteld, ook wat betreft de bezorgdheid over PFOS en andere persistente stoffen in andere gebieden, waarvan u aanhaalt dat het departement dat ook opvolgt. Dat is een belangrijk issue. Dat wordt ook meegenomen in het hele debat. Ik denk dat we zelf ook voorzichtig moeten zijn om daar nu al eventuele bezorgdheden over te uiten, want die zouden misschien wel eens groter kunnen zijn. Dan zijn we zelf het probleem aan het creëren dat we hier net aan het bespreken zijn. Ik wil gewoon iedereen oproepen om daar toch voorzichtig voor te zijn. We moeten het zeer zeker uitklaren, maar omgekeerd moeten we ook niet vooraf ongerustheid zaaien.
Minister, ik heb heel duidelijk drie elementen gehoord waar ik u voor wil danken. Ten eerste is er de nieuwe communicatieronde. Ik denk dat bellen een heel goede manier is, maar duidelijk met de mogelijkheid om een individueel gesprek of een plaatsbezoek te hebben. Ten tweede is er de imagocampagne. Ook dat engagement heb ik heel duidelijk gehoord. Terecht stelt u ook dat daar uiteraard de goede timing voor moet zijn. Maar uw engagement is duidelijk uitgesproken, en dat is ook belangrijk. Ten derde denk ik dat de focus nu inderdaad eerst moet liggen op de schaderegeling. De mogelijkheden die 3M aanreikt, moeten aangesproken worden, maar ik denk dat de bijstand door de bemiddelaar vanuit de overheid heel belangrijk is. U hebt ook duidelijk aangegeven dat u daar werk van zult maken. Dat geeft ons ook de kans om heel nabij heel dat proces te kunnen opvolgen. Als die gesprekken met 3M dan toch faliekant aflopen, geeft ons dat de mogelijkheid om kort op de bal te spelen en eventueel andere pistes te bewandelen. Dus ik dank u voor uw engagement en we volgen dit verder op.
Minister Hilde Crevits
Ik was nog iets vergeten te zeggen, ik dacht eraan toen ik collega Rombouts hoorde: de landbouworganisaties kunnen hier ook een belangrijke rol in spelen. We hebben hen ook al gecontacteerd. We gaan ook eens kijken op welke manier zij een aantal mensen persoonlijk kunnen begeleiden.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.