Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir roept de federale regering op om verder te blijven investeren in het afbouwen van pesticidegebruik. “De grootste gebruiker blijft federaal spoorwegbeheerder Infrabel. Ik verwacht dus dat zij zich blijven verder inspannen om minder pesticiden te gebruiken en actief te zoeken naar alternatieven voor het onderhoud van de sporen”.
Vanaf 2015 geldt een verbod op het gebruik van pesticiden door openbare besturen. Het verbod richt zich op terreinen gebruikt voor openbare diensten, kwetsbare zones langs waterlopen en in drinkwaterbeschermingszones en terreinen die toegankelijk zijn voor kwetsbare groepen. Pesticiden kunnen enkel nog gebruikt worden onder bepaalde voorwaarden en in specifieke omstandigheden. De gebruikscijfers worden jaarlijks gerapporteerd aan de VMM.
Gebruik daalt
Het totaalgebruik van de openbare besturen in 2020 bedraagt 2,5 ton werkzame stof. Het totaal gebruikte werkzame stof daalt van 5,6 ton (2018) en 3,7 ton (2019) naar 2,5 ton (2020). In 2010 was dat nog 15,7 ton. Het gebruik in 2020 is het laagste ooit. Wellicht heeft de droogte er mee voor gezorgd dat er minder pesticiden gebruikt zijn.
Ongeveer 98% van de hoeveelheid werkzame stof die de openbare besturen gebruiken, komt van herbiciden. Ze worden vooral gebruikt bij verhardingen en sportvelden. Het aandeel van insecticiden is 2%. Het gaat daarbij voornamelijk om de bestrijding van wespen en eikenprocessierupsen, wanneer zij een gevaar zijn voor de volksgezondheid. Het aandeel van de overige types pesticiden is verwaarloosbaar. Glyfosaat is goed voor 67% van de totale hoeveelheid werkzame stof.
“Pesticiden werken schijnbaar goed, maar vaak spuit men zo meer dood dan alleen het onkruid of de plaag zelf. En als het regent, spoelen deze chemische stoffen met het regenwater mee de riolen in. Of ze komen in het oppervlaktewater, in de bodem en zo in het grondwater terecht. Bij het verlenen van afwijkingen op het verbod van het gebruik van pesticiden worden daarom ook gerichte voorwaarden opgelegd om die ongewenste effecten maximaal te vermijden, zo wordt bijvoorbeeld enkel bestrijding toegelaten van de probleemsoort zelf en nooit het volledige, omliggende terrein. Het gebruik ervan verder beperken is dan ook de evidentie zelve. Hoewel een bepaalde hoeveelheid pesticiden altijd nodig zal zijn, onder meer om plagen zoals de eikenprocessierups of hinderlijke wespen te bestrijden, blijft investeren in de afbouw ervan belangrijk”, zegt minister Demir.
Het stijgen of dalen van het totale gebruik is sinds 2016 gelinkt met het gebruik van Infrabel voor het onderhoud van de spoorbedding en de veiligheidspiste.
“Een volledig nulgebruik op de spoorwegbedding en het veiligheidspad is volgens Infrabel nog niet mogelijk, maar het blijft belangrijk dat Infrabel grote inspanningen levert om plantengroei te voorkomen en inzet op het gebruik van alternatieven. Ik doe dan ook een oproep aan de federale regering om de nodige investeringen te doen voor de verdere en veilige afbouw van hun pesticidengebruik”, klinkt het bij Demir.
Op gemeenteniveau is het gros van de pesticidereductie gerealiseerd. Uitschieters zijn eerder uitzondering dan de regel. De daling van het pesticidegebruik bij gemeenten gaat nog door, in 2020 daalt dit verder tot 225 kilogram werkzame stof.
Lees het volledige rapport hier »