De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Andries Gryffroy (N-VA)
Het kan verkeren, zei Bredero. De afgelopen maanden werden we geconfronteerd met alle mogelijke studies en uitspraken die de nefaste impact van de coronacrisis op onze economie en arbeidsmarkt voorspelden. Maar het lijkt vandaag toch niet zo dramatisch uit te pakken. We gebruiken wel de woorden ‘het lijkt’, dus dit is geen stellingname.
Maar een verwittigd man of vrouw is er twee waard. Het is dus goed om simulaties te maken en de nodige voorbereidingen te treffen. Een crisis stimuleert de transitie en werkt dus disruptief. Maar dankzij de enorme ondersteuningsmaatregelen van de verschillende overheden zou een enorme golf van faillissementen uitblijven. Volgens de berekeningen van de studiedienst van ING zou de economie dit jaar zelfs met 4,5 procent groeien; het Planbureau verwacht een groei van 2,9 procent.
Die snelle heropleving is uiteraard goed nieuws. Het gaat samen met kansen, maar ook met gevaren. De vele uitdagingen van voor de crisis steken opnieuw de kop op. Volgens de berekeningen uit de welzijnsindex van UNIZO stellen we vast dat meer dan acht op de tien zelfstandigen meer stress hebben dan bij het begin van de coronacrisis. De zorgen om de rekeningen te kunnen betalen – ze hebben uitstel gekregen maar uitstel is geen afstel – maken plaats voor kopzorgen over de organisatie van het werk. Er zijn werknemers die niet meer terugkeren en die tijdens de coronatijden elders een job hebben gezocht vanwege de tijdelijke werkloosheid. Er zijn de vakantieplannen, want nu wordt het plots heel druk. Er is ook een toename van orders, en er is ook nog een tekort aan grondstoffen. Daar hadden we het gisteren ook over in de plenaire vergadering. Bijkomend is er ook het vinden van geschikte werkkrachten, en uiteraard ook de combinatie tussen werk en gezin.
Minister, wat zult u doen om de zelfstandigen te ondersteunen bij de heropstart/heropleving van de werkzaamheden?
Nu de economie weer opveert, worden de steunmaatregelen afgebouwd of stopgezet. Wat betekent dat voor de steunmaatregelen? Hoe wordt daarover afgestemd met de andere overheden? Sommige overheden zijn eigenlijk de facto een klein beetje gelinkt met elkaar.
Er wordt verwacht dat het innen van achterstallige btw en sociale zekerheidsbijdragen, belastingen of leningen een enorme impact zal hebben. Die factuur zal er plots liggen, als ik het zo mag uitdrukken. Is de impact daarvan al in kaart gebracht? Hoe kunnen mogelijke ingrijpende gevolgen worden gemilderd?
De voorzitter
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Kurt Vanryckeghem (CD&V)
De economie trekt opnieuw aan, en dat is na de voorbije coronacrisis een zeer positief gegeven. Toch hebben volgens de welzijnsindex van UNIZO acht op de tien ondernemers nu meer stress dan bij het begin van de crisis. Hoewel het economisch dus de betere kant op lijkt te gaan, heeft de crisis een zware indruk nagelaten bij heel wat van onze Vlaamse zelfstandigen. 84 procent ervaart meer stress.
De oorzaken van de stress: de heropstart en de voorwaarden die daar dikwijls aan verbonden zijn, het contact met leveranciers en klanten dat moeizamer verloopt en de combinatie werk-gezin. Ook wie medewerkers in dienst heeft, blijft bovendien geconfronteerd met even grote personeelszorgen als tijdens de tweede lockdown, en met zelfs nog meer ongemakken rond de planning van vakantiedagen voor de werknemers.
UNIZO vraagt daarom voor elke zelfstandige een gezondheidsbudget van 3500 euro, waarmee die zelf zijn psychisch welzijn kan aanpakken.
Minister, hoe staat u tegenover dit voorstel van UNIZO? Kan zo’n gezondheidsbudget eventueel bestaan, naar analogie met de kmo-portefeuille?
Merkt men bij Dyzo dat de vraag naar hulp de laatste weken stijgt?
Op mijn vraag over psychologische ondersteuning bij ondernemers antwoordde u in december dat u verder met Dyzo zult bekijken hoe u met alle partners in het contract ondernemerschap structureel kunt inzetten op meer psychologische ondersteuning. U zag daarvoor drie concrete pistes. Ten eerste is het in elk gesprek dat men als dienstverlener heeft, ongeacht de context, belangrijk te polsen naar de persoon zelf. 'Oe ist?', zoals we bij ons in West-Vlaanderen zeggen. Gebeurt dit nu op structurele basis?
Ten tweede hebt u voor het coachingstraject van Liantis tijdens de eerste lockdown het inschrijvingsgeld voor de ondernemer kwijtgescholden, wat de drempel heeft verlaagd. Loopt die kwijtschelding nog verder?
Ten slotte ging u bekijken of onze partners die lerende netwerken bedrijfsvoering of peterschapsprojecten organiseren, ook corona als subthema, en dan met name mentale begeleiding, kunnen opnemen in hun traject. Ook via die kanalen kan men steun krijgen. Wat is de stand van zaken hier?
De voorzitter
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Maurits Vande Reyde (Open Vld)
Mijn vraag om uitleg gaat over de verdere coronasteun aan bedrijven. De afgelopen jaren hebben we via verschillende steunmaatregelen de Vlaamse economie overeind gehouden. Dat is een hele goede zaak geweest.
Het laatste Vlaamse beschermingsmechanisme voorziet steun voor de maanden mei en juni voor bedrijven die in die maanden verplicht gesloten waren of een omzetverlies van minstens 60 procent kenden.
Momenteel is er nog geen steunregeling voorzien voor de periode na juni. Dat noopt ons een beetje tot de vraag hoe we verdergaan met de economische steun aan bedrijven.
Want enerzijds is er het economisch herstel dat zich – laten we ons daarover gelukkig prijzen – veelbelovend aanbiedt. Maar aan de andere kant zijn er natuurlijk ook nog bedrijven, zeker in sommige sectoren, die het nog steeds zeer moeilijk hebben en ook bedrijven en ondernemingen, bijvoorbeeld in de evenementensector, waarvoor het nog steeds onduidelijk is wat ze kunnen organiseren of met activiteiten die nog niet op dezelfde manier als voorheen kunnen worden gedaan.
Mijn vragen lopen wat gelijk met die van de vorige spreker. Hoe ziet u die beperkingen vandaag nog binnen de sector of in de economie in het algemeen?
Hoe zal de Vlaamse coronasteun de komende maanden, zeker na de begrotingsopmaak 2022 – toch belangrijk om te weten – evolueren? Zal die steun worden afgebouwd? Zal er nog verdere differentiatie gebeuren tussen verschillende sectoren wat betreft het Vlaams beschermingsmechanisme?
We hebben het er al vaker over gehad: hoe kunnen we voorkomen dat bedrijven die precorona financieel niet levensvatbaar waren, die coronasteun hanteren om toch maar verder te blijven overleven? Want dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het is de bedoeling om de gezonde bedrijven erdoor te hebben.
Naast de coronasteun werden via ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) ook enkele andere maatregelen voorzien, bijvoorbeeld de achtergestelde leningen, de waarborgen en de handelshuurlening. Dat zijn allemaal prima maatregelen. Ze vormen natuurlijk wel een risico op de uitwinning, op de begroting. Maar dat zijn zaken die echt wel nodig waren en die op het terrein ook effect hebben gehad.
Deze maatregelen hebben een beperkte looptijd. Hoe kunnen deze op vandaag geëvalueerd worden en zullen deze maatregelen na het verstrijken van de looptijd zoals voorzien worden stopgezet?
Die hebben ook een beperkte looptijd. Hoe zullen die maatregelen de komende maanden geëvalueerd worden en eventueel stopgezet? Zit daar een einddatum op?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Ik heb altijd gesteld dat de beste economische steun het heropenen en herstarten van de bedrijven is. We stellen dat effectief vast in de praktijk. In de mate dat de exploitatiebeperkingen wegvallen en het consumentenvertrouwen aantrekt, verdwijnen ook de omzetverliezen als sneeuw voor de zon. Het ondernemersvertrouwen bevindt zich in Vlaanderen volgens de Nationale Bank op een recordniveau. Volgens de ERMG-enquête (Economic Risk Management Group) van einde juni is het totale omzetverlies in de economie gekrompen tot -8 percent, terwijl dat -34 procent was in de eerste lockdown. Dit herstel is bijzonder frappant voor de horeca en de contactberoepen waar ten opzichte van de sluitingsperiode dit voorjaar het omzetverlies respectievelijk is afgenomen van -68 percent naar -30 percent en van -80 percent naar -23 percent.
Om bedrijven weer op te starten hebben wij de heropstartlening in het leven geroepen. De heropstartlening is bedoeld voor ondernemers met liquiditeitsnoden. Er is 75 miljoen euro kapitaal voorzien. Ze loopt voorlopig tot 1 augustus 2021 wat de aanvraag betreft.
We zijn dus halverwege de indieningsperiode. Er zijn al 555 aanvragen ingediend, goed voor een bedrag van iets meer dan 35 miljoen euro. Er zijn 396 aanvragen goedgekeurd voor een bedrag van iets meer dan 27,5 miljoen euro. We zullen dus voor half juli evalueren om de indieningsperiode voor heropstartleningen te verlengen, bijvoorbeeld tot 1 oktober. Ik zou dat persoonlijk een goede zaak vinden, maar de regering zal daar uiteraard over beslissen.
Het innen van achterstallige btw is een federale bevoegdheid. De impact kan inderdaad heel groot zijn voor ondernemers, maar ook op fiscaal vlak werden tijdens de crisis een aantal maatregelen genomen om gezonde ondernemingen door de crisis te helpen. Die staan opgelijst op een overzichtspagina van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
Momenteel gelden tot 30 september nog een aantal versoepelingen op het vlak van afbetalingsplannen voor fiscale schulden. Wij volgen dat heel nauwgezet op.
Collega Vande Reyde, de sectoren die nog het meest getroffen zijn, zijn de discotheken en dancings en de uitbaters van feestzalen waar nog geen dansfeesten georganiseerd kunnen worden. Deze sectoren lijden nog altijd heel zwaar onder de ernstige exploitatiebeperkingen. Er gelden ook nog beperkingen voor events. Die werken ook door in deze sector. Ook het internationaal toerisme kan nog niet volwaardig opstarten. Deze inschatting wordt ook ondersteund door de cijfers van de ERMG-enquête.
Vraag is: wat doen we nu? We hebben de Vlaamse economische compensatiemaatregelen altijd complementair ontwikkeld ten opzichte van de federale maatregelen. We blijven op deze lijn en evalueren dus naar de economische situatie in Vlaanderen. Sowieso bekijken we binnen de Vlaamse Regering hoe het Vlaams beschermingsmechanisme in de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021 kan worden voortgezet.
Maar we moeten veel, veel selectiever zijn. De selectiviteit geldt uiteraard niet voor de discotheken en dancings en uitbaters van feestzalen die zware exploitatiebeperkingen hebben. Zo maar zeggen dat het voor iedereen is, is voor mij een brug te ver. Het moet maatwerk zijn. Het is van belang om daar het snijpunt zeer goed te leggen.
Dan komen we bij het punt van collega Vande Reyde. Je moet de goede steunen en vermijden dat je in een situatie komt dat je de vogels voor de kat kunstmatig in het leven blijft houden. Dat is een belangrijk aandachtspunt dat we binnen de regering zeer ernstig nemen.
Sinds het Vlaams beschermingsmechanisme 4 voor de subsidiemaand januari 2021 zijn steunmaatregelen aangemeld aan Europa onder de tijdelijke kaderregeling COVID-19. Deze kaderregeling stelt dat ondernemingen die al op 31 december 2019 in moeilijkheden waren, geen steun kunnen genieten, behalve als het om de kleintjes gaat. Die worden uitgesloten van steun indien ze zich in een nationale insolventieprocedure bevinden. Je moet dat via een verklaring op eer opnemen.
Alles wordt gecontroleerd door de inspectiedienst, bij VLAIO. Dus, zo mild we zijn bij het toekennen van de steun, zo streng zijn we bij de controles. Met de afbouw van de maatregelen en het aantrekken van de economie, zien we dat ook het faillissementsrisico afneemt. Volgens de laatste ERMG-enquête zijn er nog 3 procent van de ondernemingen die binnen een periode van 6 maanden een faillissement vrezen.
Dan, collega Vande Reyde, uw vraag over de looptijd van de andere maatregelen. De coronacrisiswaarborg liep tot en met 31 december 2020. Die maatregel is niét verlengd. Het instrument kende een beperkt succes omwille van de zeer specifieke focus om de complementariteit met de federale bazooka te garanderen. Er zijn 19 waarborgen voor een totaal bedrag van 4,5 miljoen euro verstrekt.
De coronalening is een achtergestelde converteerbare lening met een looptijd van 3 jaar. In lijn met de looptijd van de Tijdelijke Europese Kaderregeling kunnen coronaleningen tot 31 december 2021 worden toegekend. Er zijn er ondertussen al meer dan 600 goedgekeurd, voor een totaal kredietbedrag van 200 miljoen euro.
Binnen het standaard productaanbod van PMV/z-leningen kan na 31 december 2021 trouwens verder ondersteuning gegeven worden.
De handelshuurlening – u kent alle voorwaarden – daarover kan ik u met enige trots meedelen dat er begin juli meer dan 1.900 handelshuurleningen goedgekeurd zijn, voor een totaal bedrag van 18 miljoen euro. Dus, zo moeilijk als de start was, zo goed waren onze ingrepen die we vervolgens gedaan hebben, want we zijn van quasi nul naar 1.900 geëvolueerd door gewoon een beetje te sleutelen aan de voorwaarden. Dit bewijst volgens mij opnieuw dat succes ook afhangt van de bereidheid om flexibiliteit te tonen. Als iets niet werkt, moet je bijsturen. Ik ben blij dat we veel ondernemingen hebben kunnen steunen door die handelshuurlening.
Dan de Gigarant COVID-19-waarborgen: die kunnen toegekend worden tot 31 december 2021. Er zijn 27 dossiers goedgekeurd voor 488 miljoen euro waarborgen. Na 31 december 2021 kan je nog een waarborg krijgen, maar dan zal het een marktconforme vergoeding zijn die moet betaald worden.
Het UNIZO-voorstel over het gezondheidsbudget: uiteraard is gezondheid zéér belangrijk. Tijdens de crisis is er door de federale overheid op dat vlak een specifiek ondersteuningsaanbod in het leven geroepen, met 8 gratis sessies psychologische zorg voor zelfstandigen. Dat is perfect complementair aan wat wij doen met Dyzo. De VLAIO-partners en Dyzo verwijzen in hun contacten met ondernemers ook naar dit aanbod. Dat is werkbaar werk voor ondernemers, en dat is héél belangrijk. Maar anderzijds zien we dat het ondernemersklimaat in Vlaanderen zeer, zeer positief blijkt. Dat kan je afleiden uit de starterscijfers van het eerste half jaar 2021: er zijn er nog nooit zoveel geweest.
In ons contract ondernemerschap zijn we om die reden met - onder andere - UNIZO als structurele partner in zee gegaan, en ook met de andere werkgeversorganisaties. We zitten ze dus bij uitstek in de positie om ook op dat vlak de initiatieven te nemen of de accenten te leggen die zij nodig achten, daarvoor hebben we net dat contract ondernemerschap met hen gesloten.
Dan is er de vraag van collega Vanryckeghem over Dyzo. Het is misschien positief: Dyzo stelt op dit ogenblik geen piek of opvallende stijging in het aantal hulpvragen vast. Wel stelt Dyzo vast, als je over de jaren heen gaat kijken, dat het aantal dossiers dat zij begeleiden toeneemt. Maar dat kan ook zijn omdat Dyzo steeds bekender wordt. Concreet betekent dat dat een zelfstandige die bij Dyzo aanklopt in 2019, steeds vaker ook verder begeleid wordt in 2020 of 2021, hoewel hij in die jaren niet meer in de statistiek voorkomt. Je hebt er bijvoorbeeld 100 in 2019 en 120 in 2020. Het is mogelijk dat van die 120 in 2020 er ook een aantal van die 100 van 2019 verder begeleid worden. Dat zien we dus niet in de cijfers.
Hoe komt dat? Omdat Dyzo met een systeem van 1 dossiernummer per zelfstandige werkt, ongeacht hoe lang de begeleiding loopt. In 2019 bedroeg het aantal ‘overlopende dossiers’ maar 15 procent – wat ik net zei, dat kan je niet zien – terwijl dat in de eerste 4 maanden van 2021 is opgelopen tot 42 procent. Maar dat is een evolutie die ik goed vind.
Als je begeleiding vraagt en dan verder opgevolgd wordt, vind ik dat een heel goede zaak. Wij zijn voorbereid op een stijging van het aantal faillissementen en dus ook een stijging van het aantal hulpvragen bij Dyzo. Maar, collega’s en mijnheer Vanryckeghem, u had die vraag gesteld, de piek doet zich op dit ogenblik nog niet voor. U weet dat we extra budgetten voor Dyzo voorzien hebben.
Mijnheer Vanryckeghem, dan is er uw vraag rond psychologische ondersteuning. Met de VLAIO-dienstverleners werd inderdaad afgesproken om hier voldoende aandacht aan te besteden. In navolging van mijn vraag heeft VLAIO de partners ondernemerschap expliciet gevraagd om hun bedrijfsadviseurs te wijzen op de nood om niet enkel taakgericht te adviseren, maar eerst en vooral de persoon zelf te benaderen, dus heel mensgericht. De partners hebben daar allemaal zeer positief op gereageerd. Ik ga er dus van uit dat ze dat ook doen. Vanuit zijn partnergerichte werking heeft VLAIO ook infomomenten georganiseerd om het aanbod voor ondernemers in moeilijkheden uit te leggen. De kwijtschelding in het traject van Liantis is intussen afgelopen. Het is niet de bedoeling om de dienstverlening structureel gratis te maken. Dat was een uitzonderlijk aanbod dat in de tijd beperkt moest worden.
Ten slotte voor wat betreft de lerende netwerken bedrijfsvoering, die we organiseren via UNIZO, Voka, Confederatie Bouw en andere actoren, zien we dat daar tientallen groepen op jaarbasis zijn, met een bereik van ongeveer 3000 deelnemers per jaar. De organisatoren geven allemaal aan dat in de praktijk net deze groepen de sterkte hadden dat ze in een vertrouwelijke sfeer corona en de gevolgen ervan op de bedrijfsvoering bespreekbaar konden maken. Dus ook hier is een hele positieve evaluatie. Ik denk dat die lerende netwerken zeker ook op informeel vlak een superbelangrijke rol spelen.
Collega’s, dat waren superveel vragen. Ik probeerde jullie in vogelvlucht de laatste stand van zaken te geven.
De voorzitter
De heer Gryffroy heeft het woord.
Andries Gryffroy (N-VA)
Dank u wel voor deze stand van zaken. Ik denk dat de volgende stand van zaken ergens in oktober zal zijn, als dan de meeste maatregelen op 30 september zullen aflopen. Waar ik mij het meeste zorgen over maak, is inderdaad de achterstallige btw en de socialezekerheidsbijdragen. Belastingen zijn uiteraard federaal, maar die hebben natuurlijk een repercussie op de ondernemingen die in Vlaanderen liggen. Zoals u zelf zegt: jullie ondersteuning is complementair aan het federale. Jullie werken vooral de laatste tijd op basis van omzet. Desalniettemin kan ik mij perfect voorstellen hoe dat gaat bij kleinere kmo’s. Die hebben dat uitstel van betaling waarschijnlijk voor een stuk cashmatig moeten gebruiken om hun dagdagelijkse werking tijdens de sluitingsperiode toch nog wat te kunnen financieren. Het is niet omdat een bedrijf gesloten is dat de kosten terugvallen op nul. Als plots die achterstal betaald moet worden op een afgesproken datum boven op de normale btw-stortingen die je moet doen omdat je dan misschien dat laatste kwartaal goed gedraaid hebt, dan kan ik mij voorstellen dat dat tijdelijk rond die periode opnieuw weer een moeilijk moment wordt voor heel veel kmo’s.
Hoe kunnen we maken dat we dat goed in kaart hebben, dat we daar zeer goed de vinger aan de pols kunnen houden, dat we niet op deze manier op dat ogenblik toch nog zien gebeuren wat we gevreesd hebben, maar niet is gekomen, namelijk een groot aantal faillissementen? Voor mij is eind september, begin oktober als die achterstallige betalingen moeten gaan gebeuren dus een beetje een rode vlag. Beschikken bedrijven dan over voldoende cash, want daarover gaat het uiteindelijk, om dubbele facturen op dat ogenblik te betalen?
De voorzitter
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Maurits Vande Reyde (Open Vld)
Minister, bedankt voor uw antwoorden. Ik heb geen extra vragen, maar gewoon ter verduidelijking, specifiek voor de evenementensector: tot wanneer kunnen zij gebruikmaken van de huidige maatregelen? Dat was me niet helemaal duidelijk, maar misschien hebt u dat wel gezegd en is me dat gewoon ontgaan.
Zoals collega Gryffroy zegt, zijn er twee belangrijke dingen. Aan de ene kant is dat rechtszekerheid geven aan ondernemingen en aan de andere kant, voor de begrotingsopmaak 2022, goed weten welke budgettaire massa nog voorzien moet worden om eventuele extra coronasteun intact te houden. Natuurlijk – en ik ben blij dat u op die lijn zit – moeten we naarmate de economie aantrekt, de coronasteun afbouwen.
Ik vind het bijvoorbeeld frappant dat op federaal niveau sommige partijen blijven pleiten voor het doen van uitgaven die dan eigenlijk niet meer nodig zijn. Dat is een beetje de omgekeerde wereld. Die coronasteun, ondernemers vragen daar ook niet naar. Dat is gewoon een noodzaak, en hoe sneller we kunnen terugkeren naar de normale gang van zaken, hoe beter.
De voorzitter
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Kurt Vanryckeghem (CD&V)
Het is belangrijk dat duidelijk moet zijn dat ondernemers te allen tijde kunnen spreken over de moeilijkheden waarmee ze te kampen hebben. Ik denk dat het goed is dat er nog extra campagnes plaatsvinden om ondernemers duidelijk te tonen dat alles bespreekbaar kan en moet zijn.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’, dank u wel voor de aanvullende commentaren. Collega Gryffroy, ik deel uw zorg. Er is in afbetalingsmodaliteiten voorzien, ook voor btw en RSZ, maar onze mensen houden ook de vinger aan de pols zodat we daar geen plotse overkopreacties zien ontstaan door het abrupt stoppen van maatregelen. Er is ook heel veel overleg tussen de Vlaamse en de federale overheid daarover.
Collega Vande Reyde, er is voor alle sectoren steun tot en met juni. Die kan al sinds begin deze week worden aangevraagd. Zoals gezegd, ik wil nog tot september in steun voorzien, maar enkel voor die sectoren die het heel zwaar hebben, en het is de grote kunst om die correct af te bakenen. Voor feestzalen kan dat, maar we gaan bijvoorbeeld ook niet meer automatisch uitbetalen. Als we nu nog steun geven, zal dat mits het voorleggen van bewijzen moeten zijn. Daarom willen we een heel kwartaal nemen, zodat je dan ook de btw-aangifte hebt. Automatisch toekennen geeft immers ook risico’s op misbruik. Die zullen ook het laatst worden gecontroleerd. We veranderen dat dus een beetje: waar we vroeger automatisch uitbetaalden, zal men nu de verliezen moeten aantonen. Dat is dus voor de komende periode. De precieze, fijnmazige afbakening wie daarvoor dan in aanmerking komt en wie niet, die zijn we nu aan het doen. Als UNIZO zou vragen om dat voor iedereen te doen, dan lijkt me dat net te tricky. De goede leerlingen van de klas zullen immers eigenlijk geen verliezen van 60 procent meer hebben. Het gaat over wie exploitatiebeperkingen had, zoals een trouwzaaluitbater. Die kan gewoon bijna geen omzet hebben omdat er nog niet mag worden gedanst. Voor hen begrijpen we dat dus, is dat dus logisch, maar wat veel anderen betreft, is het risico te groot dat we steun geven aan hen die eigenlijk opnieuw op eigen benen zouden moeten kunnen staan.
De voorzitter
De heer Gryffroy heeft het woord.
Andries Gryffroy (N-VA)
Voorzitter, u ziet uiteraard de vervolgvragen om uitleg komen voor eind september, begin oktober.
Minister Hilde Crevits
Ik heb er geen probleem mee om het volgende werkjaar bijvoorbeeld met corona te starten, om dat erbij te doen.
De voorzitter
Dat is misschien een nuttige suggestie, dat we dat bij de eerste commissievergadering al programmeren in de regeling der werkzaamheden, om op die manier ook wat vragen om uitleg te vermijden of te kanaliseren in een gedachtewisseling.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Maurits Vande Reyde (Open Vld)
Dat was hetgeen ik eigenlijk wou zeggen. Dat is inderdaad een kleine suggestie, om bij het begin van het volgende werkjaar misschien niet alleen een overzicht te krijgen, maar als dat mogelijk is ook van VLAIO of andere instanties, zoals ECOOM, die daar ook onderzoek naar deden, een diepere analyse te krijgen over de effecten van de coronasteun, met alle facetten daarbij, ook zaken van fraudeopsporing en dat soort dingen, zodat we eigenlijk een algemeen beeld hebben veeleer dan gewoon de naakte cijfers. Als het daarvoor te vroeg is, kunnen we dat ook altijd later in het najaar doen.
Minister Hilde Crevits
Voorzitter, sowieso doen we de controles en was ik eigenlijk van plan om een update te geven. Je kan dat echter niet elke maand doen. Je moet dat doen op vaste tijdstippen. Ik zal dus bekijken wat er tegen eind september mogelijk is. Collega Vande Reyde, er loopt een opdracht over de effecten. Ik weet echter niet of die al zal zijn afgerond tegen eind september. Het zou een beetje stom zijn om 15 september te prikken als die opdracht nog niet klaar is. Dat neemt echter niet weg dat het wel interessant kan zijn om een corona-update te doen inzake de steun en de terugvordering, zoals we dat in het verleden deden.
De voorzitter
Op 16 september is de eerste commissiezitting, collega’s. Dan kunnen we dat programmeren.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.