|
16 jun 2021 |
12:46 |
|
Steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
|
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1°, en tweede lid.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 15 december 2020;
- de Raad van State heeft advies 68.566/3 gegeven op 18 januari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt:
"8° landbouwbedrijf: een bedrijf met ondernemingsnummer dat activiteiten met betrekking tot landbouw uitvoert, namelijk het kweken, telen, artisanaal bewerken en verwerken en commercialiseren van landbouwproducten die opgenomen zijn in bijlage I van het Verdrag, met uitzondering van de producten van de visserij en de viskweek, en activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding;";
2° in punt 11° wordt de zinsnede "artikel 2, § 1, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de zinsnede "artikel 1:5, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen,";
3° in punt 14° worden punt a) en b) vervangen door wat volgt:
"a) de vennootschap, vermeld in artikel 1:5, § 2, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, die de exploitatie van een landbouwbedrijf en de commercialisatie van de voortgebrachte producten als doelstelling heeft en waarin de zaakvoerders of bestuurders die de landbouwactiviteit uitoefenen, elk minstens 25% van de aandelen bezitten;
b) de erkende landbouwonderneming, vermeld in artikel 8:2 van het Wetboek van Vennootschappen en verenigingen;".
Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"De landbouwer die de wettelijke normen over leefmilieu, natuur, ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed respecteert, en die de niet-productieve investeringen die zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, uitvoert die de naleving van die normen niet in het gedrang brengen, kan daarvoor investeringssteun verkrijgen die in aanmerking komt voor cofinanciering uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).".
Art. 3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 4. De niet-productieve investeringen die zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, komen alleen voor de investeringssteun, vermeld in artikel 3 in aanmerking als de landbouwer voor de uitvoering van de niet-productieve investeringen door private of publieke organisaties die actief zijn rond agrarisch landschaps- en natuurbeheer, een technisch verantwoordingsadvies laat opmaken.
In afwijking van het eerste lid komen niet-productieve investeringen die zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, voor investeringssteun in aanmerking zonder technisch verantwoordingsadvies, als de investering het voorwerp uitmaakt van een vergunning die een gelijkwaardige verantwoording biedt.
De minister bepaalt welke vergunningen een gelijkwaardige verantwoording bieden.
Het technische verantwoordingsadvies, vermeld in het eerste lid, bevat de volgende elementen:
1° een verantwoording van de omvang en de geografische locatie van de niet-productieve investering;
2° een milieukundige, natuurkundige en landschappelijke verantwoording;
3° specifieke voorwaarden rond de inzetbaarheid van de investering.
De minister kan de elementen, vermeld in het vierde lid, nader bepalen en vormelijke regels vaststellen waaraan het technische verantwoordingsadvies, vermeld in het eerste lid, moet voldoen.
Art. 4. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De steunintensiteit is afhankelijk van de mate waarin de investering opbrengst verhogend of kostenbesparend is, en bedraagt maximaal:
1° 100% voor de investeringen met een verwaarloosbaar productief karakter, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd;
2° 75% voor de investeringen waarvoor een secundair positief effect op de productie bewezen is of waarbij een secundair negatief effect van de productie vermeden wordt, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd;
2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
"De investeringspremie wordt betaald nadat de aanvrager de betalingsaanvraag heeft ingediend en nadat de bevoegde entiteit de voorwaarden voor het verkrijgen van de steun heeft gecontroleerd.";
3° er worden een vierde tot en met een zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"Bij de betalingsaanvraag, vermeld in het derde lid, worden de volgende documenten gevoegd:
1° het technische verantwoordingsadvies, vermeld in artikel 4;
2° alle facturen voor de investering.
De minister kan in bijkomende documenten voorzien die bij de betalingsaanvraag moeten worden gevoegd.
De aanvaardbare investeringskosten bestaan voor maximaal 10% uit kosten voor het technische verantwoordingsadvies, vermeld in artikel 4.".
Art. 5. Aan artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij dit besluit, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"3° 50% voor de investeringen die alleen een niet-productieve meerwaarde hebben tegenover de andere bestaande productieve systemen, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.".
Art. 6. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 6. § 1. De steunregeling, vermeld in artikel 5, kan betrekking hebben op investeringen in materiële en immateriële activa, die een bijdrage leveren aan de realisatie van minstens een van de volgende doelstellingen:
1° bevordering van biodiversiteit;
2° habitatbescherming;
3° erosievermindering;
4° verbetering van bodemkwaliteit;
5° verbetering van waterbeheer;
6° verbetering van waterkwaliteit;
7° landschappelijke ontwikkeling;
8° landschappelijke integratie van bedrijfsgebouwen.
De volgende types investeringen kunnen in aanmerking komen voor steun:
1° de aanleg en de heraanleg van kleine landschapselementen, zoals hagen, heggen, houtkanten en bomenrijen;
2° de aanleg en de heraanleg van poelen;
3° de aanleg en de heraanleg van plantaardige erosiedammen;
4° de aanleg van kleinschalige waterinfrastructuur, zoals regelbare stuwtjes, gronddammen en stenen dammen, knijpconstructies en peilbuizen voor regelbare stuwtjes, een retentiebekken, een wetland om water vast te houden of vertraagd af te voeren;
5° de aanleg van wateropslagsystemen: een spaar- en bufferbekken en een waterreservoir of -bassin;
6° de aanleg van infiltratiesystemen, zoals een infiltratiebekken en een waterinfiltrerende erfverharding;
7° investeringen die de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen in het milieu voorkomen, zoals mechanische onkruidbestrijding;
8° investeringen die de biodiversiteit op en rond het bedrijf vergroten, zoals nest- en bijenkasten en wildredders;
9° investeringen ter preventie van schade aan dieren en teelten die door wolven veroorzaakt is;
10° landschappelijke integratie van bedrijfsgebouwen, zoals gevelbegroeiing en groendaken;
11° investeringen die de bodemkwaliteit verbeteren, zoals graslandwoeler en compostkeerder.
§ 2. De volgende investeringen komen niet in aanmerking voor investeringssteun als vermeld in artikel 5:
1° irrigatiewerken;
2° investeringen die het gevolg zijn van wettelijke verplichtingen of het gevolg zijn van lasten of voorwaarden die gesteld worden om een omgevingsvergunning te bekomen;
3° kleinschalige waterinfrastructuur die geplaatst wordt op een gecategoriseerde waterloop of die rechtstreeks in verbinding staat met een gecategoriseerde waterloop;
4° tweedehandsmateriaal.".
Art. 7. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het vierde lid wordt de zin "Per kalenderjaar kunnen maximaal twee aanvragen voor investeringssteun per bedrijf ingediend worden." opgeheven;
2° het zesde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Per blokperiode worden de investeringen waarvoor steun aangevraagd is, gerangschikt van hoog naar laag volgens de mate waarin ze bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen, vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid.";
3° het zevende lid wordt opgeheven.
Art. 8. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De betalingsaanvraag, vermeld in artikel 5, derde lid, wordt uiterlijk ingediend op de laatste dag van de dertigste maand na de laatste maand van de blokperiode waarin de aanvraag, vermeld in artikel 8, eerste lid, is ingediend.";
2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Het subsidiabele bedrag van de investering waarvoor de steun gevraagd wordt, kan door de minister beperkt worden op basis van maximale subsidiabele investeringsbedragen per oppervlakte-eenheid, per lengte-eenheid, per volume-eenheid of per stuk. Daarnaast kan de minister voor investeringen bijkomende voorwaarden opleggen.";
3° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt:
"De investeringen waarvoor geen verantwoordingsadvies, vermeld in artikel 3, eerste lid, vereist is, komen enkel in aanmerking voor de steun, vermeld in artikel 5, als ze van start gegaan zijn nadat het aangemelde investeringsproject principieel aanvaard is op basis van de selectieprocedure, vermeld in artikel 8, zesde lid. De investeringen waarvoor wel een technisch verantwoordingsadvies, vermeld in artikel 3, eerste lid, vereist is, komen enkel in aanmerking voor de steun, vermeld in artikel 5, als ze van start gegaan zijn nadat het aangemelde investeringsproject principieel aanvaard is op basis van de selectieprocedure, vermeld in artikel 8, zesde lid en nadat het technisch verantwoordingsadvies, vermeld in artikel 3, eerste lid, opgemaakt werd. Een investering is van start gegaan op het tijdstip dat de landbouwer zich contractueel verbonden heeft tot de realisatie ervan. Die verbintenis blijkt uit een ondertekende overeenkomst, de instemming met een offerte, een verkoopovereenkomst of gelijksoortige documenten. De datum van de eerste factuur die betrekking heeft op de investeringen waarvoor steun gevraagd wordt, is de uiterste startdatum. Voorbereidende acties zoals de aankoop van grond, de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning, een milieuvergunning, een omgevingsvergunning of de aanvraag van advies of een prijsofferte, worden niet beschouwd als de start van de investering.";
4° het vijfde lid wordt opgeheven.
Art. 9. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 10. Bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 11. Aan hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018, wordt een bijlage 3 toegevoegd, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 12. Bijlage 3 bij hetzelfde besluit, toegevoegd bij dit besluit, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.
Art. 13. Artikel 5 en 12 treden in werking op een datum die de minister vaststelt en niet voordat de investeringen vermeld in artikel 5, opgenomen worden in een door de Europese Commissie goedgekeurd programma voor plattelandsontwikkeling.
Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 1. Niet-productieve investeringen als vermeld in artikel 3, eerste lid
thema |
naam niet-productieve investering |
biodiversiteit |
aankoop wildredder (akoestisch of schrikbar) |
|
arenstripper binnen een afgelijnd geografisch gebied |
|
behoud van solitaire bijen, kleine bijenkast - bijenhotel |
|
nestkasten |
|
huiszwaluwtil |
|
wolfproof maken van omheining binnen een afgelijnd geografisch gebied |
landschap |
aanleg bomenrij (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg bomenrij autochtoon NAT2000* |
|
aanleg haag (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg haag autochtoon NAT2000* |
|
aanleg heg (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg heg autochtoon NAT2000* |
|
aanleg houtkant (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg houtkant autochtoon NAT2000* |
|
aanleg poel van minimaal 50m2 (bedrag per m2) |
|
aanleg poel (min. 50m2) met bescherming tegen vee (bedrag per m2) |
|
bomen aanplant (vrijstaande, schaduw) met maximum 29 bomen per hectare |
|
boombescherming - boomkokers |
|
boombescherming - houten palen en boomband |
|
plantbescherming (voor hagen, heggen, houtkanten) |
|
dakbegroening van bedrijfsgebouwen |
|
gevelbegroening van bedrijfsgebouwen |
|
landschappelijke integratie van bedrijfsgebouwen |
water - infiltratiesystemen |
aanleg natuurvriendelijke oevers |
|
elektronische waterpeilmeters (+peilbuis) |
|
infiltratiesystemen (WADI en andere) |
|
ondergrondse infiltratiesystemen |
|
waterinfiltrerende erfverharding |
wateropslag met infiltratie |
grond- en stenen dammen |
|
knijpconstructies |
|
omvorming van gewone drainage naar peilgestuurde drainage; infiltratie drainagesysteem of onderwaterdrainage of drukdrainage |
|
plaatsen plas-dras pomp |
|
plaatsen regelbare stuw |
|
wetland |
wateropslagsystemen |
buffer- en spaarbekken (met ecologische inrichting) |
|
wateropslag voor regenwater |
waterkwaliteit |
machines voor mechanische onkruidbestrijding en loofverwijdering |
|
weerstation voor gebruik binnen waarnemings- en waarschuwingssysteem met als doel de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming |
erosie - bodem |
hoge houthakseldam (>75 cm) |
|
lage houthakseldam (50-75 cm) |
|
hoge kokosbalendam (3 balen) |
|
lage kokosbalendam (2 balen) |
|
levende wilgentenendam (min. 50 cm) |
|
wilgentenendam (min. 50 cm) |
|
compostkeerder |
|
drempelmachine |
|
graslandwoeler |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven.
Brussel, 4 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS
Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 2. Niet-productieve investeringen als vermeld in artikel 4, eerste lid
thema |
naam niet-productieve investering |
landschap |
aanleg bomenrij (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg bomenrij autochtoon NAT2000* |
|
aanleg haag (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg haag autochtoon NAT2000* |
|
aanleg heg (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg heg autochtoon NAT2000* |
|
aanleg houtkant (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
|
aanleg houtkant autochtoon NAT2000* |
|
aanleg poel van minimaal 50 m2 (bedrag per m2) |
|
aanleg poel (min. 50 m2) met bescherming tegen vee (bedrag per m2) |
water - infiltratiesystemen |
aanleg natuurvriendelijke oevers |
|
infiltratiesystemen (WADI en andere) |
|
ondergrondse infiltratiesystemen |
wateropslag met infiltratie |
grond- en stenen dammen |
|
knijpconstructies |
|
omvorming van gewone drainage naar peilgestuurde drainage; infiltratie drainagesysteem of onderwaterdrainage of drukdrainage |
|
plaatsen plas-dras pomp |
|
plaatsen regelbare stuw |
|
wetland |
wateropslagsystemen |
buffer- en spaarbekken (met ecologische inrichting) |
erosie - bodem |
hoge houthakseldam (>75 cm) |
|
lage houthakseldam (50-75 cm) |
|
hoge kokosbalendam (3 balen) |
|
lage kokosbalendam (2 balen) |
|
levende wilgentenendam (min. 50 cm) |
|
wilgentenendam (min. 50 cm) |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven.
Brussel, 4 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS
Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 3. Maximale steunintensiteit als vermeld in artikel 5, tweede lid
thema |
naam niet-productieve investering (gerangschikt volgens steunintensiteit) |
|
biodiversiteit |
huiszwaluwtil |
100% |
|
nestkasten |
100% |
|
behoud van solitaire bijen, kleine bijenkast - bijenhotel |
100% |
|
aankoop wildredder (akoestisch of schrikbar) |
100% |
|
arenstripper binnen een afgelijnd geografisch gebied |
100% |
|
wolfproof maken van omheining binnen een afgelijnd geografisch gebied |
100% |
landschap |
aanleg bomenrij (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg bomenrij autochtoon NAT2000* |
100% |
|
aanleg haag (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg haag autochtoon NAT2000* |
100% |
|
aanleg heg (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg heg autochtoon NAT2000* |
100% |
|
aanleg houtkant (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg houtkant autochtoon NAT2000* |
100% |
|
bomen aanplant (vrijstaande, schaduw) met maximum 29 bomen per hectare |
100% |
|
boombescherming - boomkokers |
100% |
|
boombescherming - houten palen en boomband |
100% |
|
plantbescherming (voor hagen, heggen, houtkanten) |
100% |
|
aanleg poel van minimaal 50 m2 (bedrag per m2) |
100% |
|
aanleg poel (min. 50 m2) met bescherming tegen vee (bedrag per m2) |
100% |
|
dakbegroening van bedrijfsgebouwen |
100% |
|
gevelbegroening van bedrijfsgebouwen |
100% |
|
landschappelijke integratie van bedrijfsgebouwen |
100% |
water - infiltratiesystemen |
aanleg natuurvriendelijke oevers |
100% |
|
infiltratiesystemen (wadi en andere) |
100% |
|
ondergrondse infiltratiesystemen |
100% |
|
waterinfiltrerende erfverharding |
75% |
water - wateropslag met infiltratie |
wetland |
100% |
|
plaatsen plas-dras pomp |
100% |
|
plaatsen regelbare stuw |
100% |
|
grond- en stenen dammen |
100% |
|
knijpconstructies |
100% |
|
omvorming van gewone drainage naar peilgestuurde drainage; infiltratie drainagesysteem of onderwaterdrainage of drukdrainage |
75% |
water - wateropslagsystemen |
buffer- en spaarbekken (met ecologische inrichting) |
75% |
erosie/bodem |
hoge houthakseldam (>75 cm) |
100% |
|
lage houthakseldam (50-75 cm) |
100% |
|
hoge kokosbalendam (3 balen) |
100% |
|
lage kokosbalendam (2 balen) |
100% |
|
levende wilgentenendam (min. 50 cm) |
100% |
|
wilgentenendam (min. 50 cm) |
100% |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven.
Brussel, 4 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS
Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven
Bijlage 3. Maximale steunintensiteit als vermeld in artikel 5, tweede lid
thema |
naam niet-productieve investering (gerangschikt volgens steunintensiteit) |
|
biodiversiteit |
huiszwaluwtil |
100% |
|
nestkasten |
100% |
|
behoud van solitaire bijen, kleine bijenkast - bijenhotel |
100% |
|
aankoop wildredder (akoestisch of schrikbar) |
100% |
|
arenstripper binnen een afgelijnd geografisch gebied |
100% |
|
wolfproof maken van omheining binnen een afgelijnd geografisch gebied |
100% |
landschap |
aanleg bomenrij (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg bomenrij autochtoon NAT2000* |
100% |
|
aanleg haag (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg haag autochtoon NAT2000* |
100% |
|
aanleg heg (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg heg autochtoon NAT2000* |
100% |
|
aanleg houtkant (streekeigen, top-up indien autochtoon) |
100% |
|
aanleg houtkant autochtoon NAT2000* |
100% |
|
bomen aanplant (vrijstaande, schaduw) met maximum 29 bomen per hectare |
100% |
|
boombescherming - boomkokers |
100% |
|
boombescherming - houten palen en boomband |
100% |
|
plantbescherming (voor hagen, heggen, houtkanten) |
100% |
|
aanleg poel van minimaal 50 m2 (bedrag per m2) |
100% |
|
aanleg poel (min. 50 m2) met bescherming tegen vee (bedrag per m2) |
100% |
|
dakbegroening van bedrijfsgebouwen |
100% |
|
gevelbegroening van bedrijfsgebouwen |
100% |
|
landschappelijke integratie van bedrijfsgebouwen |
100% |
water - infiltratiesystemen |
aanleg natuurvriendelijke oevers |
100% |
|
infiltratiesystemen (wadi en andere) |
100% |
|
ondergrondse infiltratiesystemen |
100% |
|
waterinfiltrerende erfverharding |
75% |
|
elektronische waterpeilmeters (+peilbuis) |
50% |
water - wateropslag met infiltratie |
wetland |
100% |
|
plaatsen plas-dras pomp |
100% |
|
plaatsen regelbare stuw |
100% |
|
grond- en stenen dammen |
100% |
|
knijpconstructies |
100% |
|
omvorming van gewone drainage naar peilgestuurde drainage; infiltratie drainagesysteem of onderwaterdrainage of drukdrainage |
75% |
water - wateropslagsystemen |
buffer- en spaarbekken (met ecologische inrichting) |
75% |
|
wateropslag voor regenwater |
50% |
waterkwaliteit |
machines voor mechanische onkruidbestrijding en loofverwijdering |
50% |
|
weerstation voor gebruik binnen waarnemings- en waarschuwingssysteem met als doel de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming |
50% |
erosie/bodem |
hoge houthakseldam (>75 cm) |
100% |
|
lage houthakseldam (50-75 cm) |
100% |
|
hoge kokosbalendam (3 balen) |
100% |
|
lage kokosbalendam (2 balen) |
100% |
|
levende wilgentenendam (min. 50 cm) |
100% |
|
wilgentenendam (min. 50 cm) |
100% |
|
drempelmachine |
50% |
|
graslandwoeler |
50% |
|
compostkeerder |
50% |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven.
Brussel, 4 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS
|
|
|
|