De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, u kondigde eerder al aan dat er niet zou worden gewacht tot het nieuwe mestactieplan (MAP) van 2023 om de mestwetgeving aan te passen, maar dat gezien de slechte waterkwaliteit een snellere evaluatie van het bestaande MAP 6 zich opdringt. De waterkwaliteit is inderdaad te slecht om een afwachtende houding aan te nemen. Vooral de negatieve evolutie van de cijfers moet zorgen baren. MAP 6 lijkt tot nu toe een maat voor niets te zijn, en dus is er actie nodig. De afgelopen jaren is de waterkwaliteit verslechterd. We staan er dus slechter voor dan bij de start van MAP 6. We hebben dat ook samen vastgesteld bij de bespreking van het Mestrapport eerder in deze commissie. Algemeen wordt er op 20 procent van de meetplaatsen te veel nitraat gemeten. Dit percentage blijft al enkele jaren stagneren. De ambitie om naar 5 procent te evolueren, lijkt dus ver weg.
Blijkbaar is er nu op basis van een evaluatie van de toestand en de geldende maatregelen een principieel akkoord bereikt binnen de meerderheid over enkele maatregelen die nog dit jaar in werking zouden treden. Zo zou er sprake zijn van een inperking van de bemestingsnormen en het aan banden leggen van drainage, en zou de controle worden opgevoerd om mestfraude te voorkomen.
Minister, ik heb daar een aantal vragen over. Is daarover overlegd met de landbouworganisaties? Welke precieze maatregelen werden overeengekomen? Hoe zullen die juridisch worden geïmplementeerd? Dat is ook belangrijk. Vanaf wanneer zullen die maatregelen gelden? Bent u van mening dat met deze bijkomende maatregelen de doelstellingen van MAP 6 tegen 2023 wél kunnen worden gehaald, of welke doelstellingen zullen hiermee worden gehaald? Zorgen deze wijzigingen in de regelgeving voor extra administratieve lasten voor onze landbouwers?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
De evaluatie van de waterkwaliteit heeft plaatsgevonden en is afgerond eind juni 2020. De Vlaamse Regering heeft daar akte van genomen. Op basis hiervan heb ik een intens overleg georganiseerd om de effectiviteit, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid van MAP 6 te verhogen. Conform de bepalingen in het regeerakkoord heb ik hiervoor een ambtelijke werkgroep, een maatschappelijke klankbordgroep en een wetenschappelijke commissie opgestart, die in de zomer van 2020 verschillende keren hebben vergaderd. Ik heb de resultaten van de ambtelijke werkgroep, die werden afgetoetst in de maatschappelijke klankbordgroep, vorig najaar ontvangen. Vanaf dan heb ik verder bilateraal overleg gevoerd met meerdere belangenorganisaties, zowel met de landbouwsector als met de milieu- en natuursector. Begin 2021 heb ik deze overlegmomenten afgerond.
Zoals u aangeeft, heb ik daarna een voorstel voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Vervolgens heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om dit verder uit te werken in overleg met de organisaties. Dit proces is zo goed als afgerond.
De maatregelen gaan inderdaad over MAP 6. We hebben eigenlijk geen tijd om te wachten op een volgend MAP. Het gaat onder meer over een meer effectieve en billijke vanggewasregeling en het verruimen naar goede teelt- en bemestingspraktijken. Voor de biologische landbouwbedrijven en bedrijven in omschakeling naar biologische landbouw zullen we maatregelen op maat uitwerken. Ik heb ook gevraagd aan de tuinbouwsector om een sectorplan voor te leggen met engagementen die zij als sector zullen nemen om de nitraatverliezen naar het water te beperken. Ik heb dat plan recent ontvangen en we hebben daar vorige vrijdag een eerste vergadering met hen over gehad. Dat wordt dus vervolgd.
Om de uitspoelingsverliezen te verminderen, zullen we de bestaande versoepeling waarbij op perceelniveau tot 200 procent van de bemestingsnorm mag worden toegediend, inperken tot maximaal 125 procent, uiteraard met respect van de maximale bemestingsnormen op bedrijfsniveau. Op percelen in natuurgebieden waar enkel beweiding is toegelaten, zullen we geen teelten meer toelaten die extra bemesting nodig hebben. Het telen van dergelijke gewassen heeft immers geen zin zonder bemesting, en dat werkt fraude in de hand.
Een sluitende opvolging van mestvervoer draagt bij tot een betere handhaving van de bemesting. Alle mesttransporten binnen de gebiedstypes 2 en 3 en alle mesttransporten naar en van mestverwerking in heel Vlaanderen zullen dan ook moeten worden gevolgd met een gps-opvolgingssysteem.
Momenteel zijn in Vlaanderen 150 mestverwerkers actief. Bij controles van de installaties worden in te veel gevallen ernstige inbreuken en zelfs indicaties van fraude vastgesteld. Daarom komt er naast de bestaande controlesystemen een verplicht kwaliteitsborgingssysteem dat fraude en dus oneerlijke concurrentie voorkomt.
Ik voorzie ook in maatregelen om drainagesystemen optimaler te laten werken. Ze voeren namelijk niet alleen water, maar ook nutriënten af naar het oppervlaktewater. Zo liggen er kansen om maatregelen te nemen die goed zijn, zowel om bedrijven te wapenen tegen periodes van droogte als om te voorkomen dat nutriënten in het water terechtkomen.
De maatregelen zullen worden verankerd in het Mestdecreet en het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA). Ik wil de nieuwe wetgeving zo spoedig mogelijk laten ingaan.
Door de maatregelen van MAP 6 effectiever te maken en verscherpt in te zetten op de opvolging en handhaving hiervan, wil ik er wel degelijk voor zorgen dat we de doelstellingen van MAP 6 zullen halen.
Zoals eerder aangegeven, zet ik eveneens in op een vereenvoudiging van de regels. Zo streef ik naar een eenvoudigere maar effectievere vanggewasregeling en uitrijregeling. We werken diverse van deze maatregelen uit in overleg met de sectororganisaties. Dit alles moet leiden tot een betere toepassing van de maatregelen.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat het een heel positieve zaak is dat we snel tot een evaluatie en een aanpassing kunnen komen. U had dat ook aangekondigd. De maatregelen die u opsomt, kunnen zeker nuttig zijn. Ze zullen waarschijnlijk niet echt de oplossing bieden, maar in de tussentijd zullen ze er in elk geval voor zorgen dat we de trend van verdere achteruitgang voor een stuk kunnen tegengaan of misschien ook stopzetten.
Het is een beetje moeilijk om nu op al die maatregelen in te gaan, maar wat ik blijf wel vaststellen – en we hebben het daar al over gehad in het kader van de verdrogingsproblematiek – dat er nog altijd heel sterk wordt gedraineerd. We zien ook dat allerlei besturen die onze beken beheren, nog altijd heel diepe ruimingen uitvoeren, die er eigenlijk voor zorgen dat het water nog altijd heel snel wordt afgevoerd naar ons oppervlaktewater, waardoor te veel water verloren gaat.
Minister, u zegt dat de drainagesystemen verbeteren. Wat bedoelt u daar precies mee? Hoe denkt u dit aan te pakken en op welke schaal?
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Dit is natuurlijk een heikel dossier, dat weten we allemaal. Wie al langer met deze zaken bezig is, zoals een aantal mensen in het publiek, weet dat het tegen de stroom oproeien is. In elk geval is het een overgangsfase tussen MAP 6 en het nieuwe MAP dat er wel eens aan zal moeten komen.
Net als collega Steenwegen vinden ook wij dat hier een aantal concrete stappen worden gezet. Wij steunen u daar natuurlijk in, minister, want daar is toch enige moed voor nodig, zoals er ook veel moed nodig zal zijn voor het volgende MAP.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, ik denk dat de hoorzittingen en de evaluatie heel duidelijk waren. De teneur van verschillende tussenkomsten van de commissieleden was ook dat we echt niet zullen blijven wachten tot er een nieuw MAP is. Vandaar al deze bijkomende maatregelen. Ik begrijp ook wel dat dit voor de sector vergaande maatregelen zijn. De bemestingsnorm vermindert van 200 naar 125 procent en daarnaast worden ook heel wat controlemechanismes ingevoerd. Ik denk vooral dat het noodzakelijk is om die waterkwaliteit te verbeteren.
Collega Steenwegen, ik ben het met u eens wat de drainages betreft. Dat is een aandachtspunt. We werken daar samen met de administratie aan een regelgevend kader. We willen daar extra inzetten op peilgestuurde drainage, die ervoor kan zorgen dat drainage tijdelijk stopt wanneer bijvoorbeeld het waterniveau daalt. Het is in die richting dat de oefening wordt voorbereid en gemaakt.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, we zien u niet zo goed zitten vandaag, u zit helemaal in het donker.
Zoals de heer Vandaele zegt, is dit een heel moeilijk en complex dossier dat al heel lang aansleept. Ik vind het uiterst belangrijk dat er altijd in goed overleg wordt gewerkt om het draagvlak binnen de sector zo veel mogelijk te handhaven, hoe moeilijk dat ook is. Maar ik denk dat er zeker ook bereidheid is bij de landbouwers om mee te gaan in dat verhaal. Zij zien het belang daar wel van in. Ik wil er dan ook op aandringen dat het heel belangrijk is dat er blijvend wordt overlegd en dat op die manier de sector wordt meegenomen in dat verhaal.
Wat de drainage betreft, kijk ik wel uit naar dat regelgevend kader. Het is immers echt een heel groot probleem. Peilgestuurde drainage inderdaad, maar wij hebben uit vorige vragen kunnen begrijpen dat dat momenteel over een paar honderd hectare gaat – het zijn eigenlijk nog proefprojecten. Het is echt heel belangrijk dat we dit heel snel opschalen, zodat we zowel voor onze waterkwaliteit als onze waterkwantiteit stappen vooruit kunnen zetten. Maar dank u wel voor uw antwoorden.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.