De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, omdat we door corona allemaal hard beginnen te dromen van verlof heb ik deze vraag op de agenda gezet. Met de covidpandemie is de korte keten geboomd, de lokale land- en tuinbouwproducten werden herontdekt. Vakantie was in eigen land voor de meesten, het wandelen in de natuur en op het platteland kende een opmars. We hebben nu ook de creativiteit op het vlak hoevetoerisme vastgesteld. Dat kadert in de verbreding van de land- en tuinbouw.
Ik wil met deze vraag wijzen op een relatief nieuw initiatief en dat zijn de ‘Slow Cabins’, waarbij zelfvoorzienende kleine houten huizen tijdelijk op ondergebruikte en afgelegen landbouwpercelen worden geplaatst. Volgens het concept kunnen toeristen overnachten op bijzondere locaties op het Vlaamse platteland.
Nu, het concept biedt alternatieve inkomsten aan landbouwers. Het bevordert uiteraard ook de link tussen producent en de consument – dat zal voornamelijk de stedelijke consument zijn. Er zijn geen aparte aansluitingen op water, elektriciteit of sanitair nodig. Er is dus een minimale tot geen impact op de omgeving.
Voor de boer betekent dit extra centen, en er wordt ook geïnvesteerd in lokale landschapsverrijking en verduurzamingsinitiatieven, onder andere door streekeigen plantgoed of bloemenzaden en het aanleggen van waterputten voor vee. En, zoals ik daarnet ook al zei, is het voor toeristen ook een kennismaking met de korte keten, en met de producten, die ze dan misschien sneller rechtstreeks bij de boer gaan kopen. Het is ook geen extra werk voor de boer, want het bedrijf zorgt voor de administratie en andere geplogenheden rond vergunningen, reservaties en gastenopvolging.
Minister, hoe schat u dit concept van Slow Cabins in, in het kader van de verbreding van de Vlaamse landbouw en de versterking van het Vlaamse hoevetoerisme?
Werd er reeds in kaart gebracht welke boeren potentieel hebben om hun bedrijf in die zin te verbreden?
In welke mate zult u landbouwers eventueel ondersteunen om ook hun educatieve rol naar toeristen toe daarin mee op te nemen, wanneer zij gebruik maken van die Slow Cabins?
Wordt er vanuit het Departement Landbouw en Visserij actie ondernomen om een dergelijk concept bekend te maken bij boeren?
Tot slot, mijn laatste vraag: in welke mate zal er naar aanleiding hiervan ook een koppeling gemaakt worden met het korteketenverhaal waar we het toch zo vaak over hebben in de commissie, en met de belangrijke promotie van onze streekproducten?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’s, ik stap nu uit mijn auto, dus het beeld zal even wegvallen. Ik moet wel in de lift stappen. Is het mogelijk om enkele minuten te schorsen voor ik mijn antwoord geef? Ik ga dan snel naar boven, oké?
De voorzitter
Wij hervatten de vergadering zodra u weer in beeld komt, minister.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Talpe, Slow Cabins is een commercieel concept dat zeker een plaats kan hebben binnen de toeristische beleving op het platteland. Het kan ook bijdragen tot de verbreding van de activiteiten van onze boeren en zo ook een bijkomend verdienmodel betekenen voor hen. Ik zie dit als een vorm van plattelandstoerisme en niet zozeer als hoevetoerisme. De bedoeling van hoevetoerisme is het ontvangen van toeristen op het landbouwbedrijf om hen kennis te laten maken met het boerenleven. Het best gebeurt dit op het erf, waar de bedrijfsgebouwen staan. Op die manier kan dan bekeken worden of – in de mate van het mogelijke – zelfs actief deelgenomen kan worden aan landbouwactiviteiten zoals bijvoorbeeld het melken van de koeien. Het is dus maar de vraag of toeristen de weg naar het eigenlijke landbouwbedrijf wel zullen vinden als zo’n cabine op een afgelegen perceel staat. Je kunt toeristen wel uitnodigen om een bezoekje te brengen, maar een deel van het doelpubliek zal voornamelijk de rust en het landschap opzoeken en minder gericht zijn op het echt kennismaken met de activiteiten op het landbouwbedrijf.
Een algemene inschatting van het potentieel van hoevetoerisme is op dit ogenblik nog niet gemaakt. Welk potentieel een landbouwbedrijf heeft in het kader van hoevetoerisme, hangt af van veel factoren zoals bijvoorbeeld de ligging van het bedrijf, maar zeker ook de talenten en interesse van de bedrijfsleiders. Ik wil onze boeren wel ondersteunen bij het maken van die keuzes. Een van de initiatieven die ik hierin al heb genomen, is de ontwikkeling van de verdienwijzer in het kader van een onderzoeksproject bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).
Specifieke investeringen in het kader van landbouweducatie op het landbouwbedrijf worden substantieel gesubsidieerd door het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Ik denk daarbij aan infopanelen, maar ook aan degustatieruimtes en aanpassingen om een bezoek veilig en aangenaam te laten verlopen. Het is dan een opportuniteit voor land- en tuinbouwers om in overleg te gaan met de firma’s die dergelijke cabines in de buurt van het landbouwbedrijf uitbaten om de link te leggen met een educatief bezoek aan het landbouwbedrijf of een bezoekje aan de hoevewinkel.
Voor de pioniers van nieuwe concepten is er de VLIF-oproep innovatie, die regelmatig voorzien wordt. Het zal dan wel om een ruimer project moeten gaan, louter een subsidie voor de huur van Slow Cabins komt niet in aanmerking.
Wat betreft de rechtstreekse betalingen die aan de landbouwpercelen gelinkt zijn en de mogelijke interactie met dit initiatief, kan ik stellen dat tijdelijke niet-landbouwgerelateerde activiteiten toegelaten zijn als ze niet langer dan drie maanden van het kalenderjaar duren. Als de vermelde drie maanden worden overschreden, zal het deel dat gebruikt wordt voor de niet-landbouwgerelateerde activiteiten niet subsidiabel zijn.
Dan kom ik aan de laatste twee vragen. Slow Cabins is een commercieel bedrijf. Het is niet echt mijn taak om daar publiciteit voor te voeren, maar we staan natuurlijk wel echt achter de algemene communicatie over landbouwverbreding en educatie. De Slow Cabins zijn ook een initiatief waar toerisme, landbouw en economie samenkomen. Dit is een heel interessant kruispunt waar er vanuit diverse invalshoeken kansen zijn, zeker ook voor de korte keten. Het ondersteunen van land- en tuinbouwbedrijven zelf in het kader van de verkoop in de korte keten gebeurt al via VLIF-steun, naschoolse vorming en het Steunpunt Korte Keten. Het is absoluut mijn ambitie om dat in de toekomst nog te versterken.
Toeristen die kiezen voor een beleving in een Slow Cabin, zullen dikwijls een hogere interesse hebben in de producten van de producent of, misschien ruimer ook, in de streekproducten uit die regio. Want voor de consument vergroot de lokale beleving als hij huiswaarts keert met een mand vol lekkere producten. Ik spreek uit ervaring als ik u zeg dat die manden altijd bijzonder lekker gevuld zijn.
De koppeling van dit initiatief met promotieactiviteiten voor lokale producten neem ik zeker ter harte, omdat het een interessante verbreding kan zijn van de communicatie die vandaag al voorzien wordt. Wij zetten hier samen met de lokale producenten al geruime tijd onze schouders onder. Als afsluiter wil ik bij dezen al heel graag wat reclame maken voor de Week van de Korte Keten, die start op 15 mei.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Dank u wel, minister. Ik ben tevreden dat u positief bent en dat u ook een aantal handvatten hebt aangeduid waar landbouwers die interesse hebben om in te stappen in dit inderdaad commercieel initiatief, een aantal links kunnen maken naar onder andere kennismaking met hun eigen producten, met het korteketenverhaal en hoe het eraan toegaat op een landbouwbedrijf. Ik denk dat dat zeker een meerwaarde heeft. Of het nu hoevetoerisme of eerder platteland zal zijn, is inderdaad misschien een dunne lijn. Zullen de mensen effectief het landbouwbedrijf goed leren kennen of willen ze enkel maar genieten van de rust en het groen? Er is wel de kans dat ze die koppeling toch kunnen maken. Het zou ook heel interessant zijn, als ik zelf in dat geval zou zijn, om beide aan elkaar te gaan koppelen.
Ik had die vraag uiteraard gesteld omdat ik ook zetel in de commissie Toerisme. We zien ook daar dat er een toegenomen vraag is om te verblijven in de natuur en op het platteland. Dit concept van de Slow Cabins speelt daar handig op in. Vandaar dat ik u ook deze vraag stel, zeker omdat we al een tijdje aan het zoeken zijn naar taakverbreding en alternatieve verdienmodellen voor de landbouwers. Dat komt hier vaak aan bod. We hebben nu dus ook partners van buitenaf die meezoeken en die ook opportuniteiten vinden zoals deze Slow Cabins. We kunnen dit alleen maar toejuichen. Voor de boer en landbouwer zelf is dit vooral een ‘hosten’ en ook ecoproof maken, maar daar houdt het ergens op. En hij kan inderdaad zijn eigen onderneming meer gaan promoten naar de stedelingen die de weg naar het platteland vinden.
Ik begrijp wel dat je over een commercieel product niet rechtstreeks kunt communiceren. Ik wou het gewoon even meegeven. Ik denk dat het z’n weg wel zal vinden. Ik zal het zeker ook met uw collega Demir aankaarten, ook wat de vergunning betreft, dat dat allemaal correct en eenvormig kan gebeuren.
En ik noteer alvast dat we op uw verjaardag een mand met lekkers zullen sturen – het zal van de Westhoek zijn.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel, collega Talpe. Als u dat zou overwegen: mijn verjaardag is op 28 juni. Ik wil gerust ook, in plaats van de gebruikelijke pralientjes, zorgen voor wat gezonds om die dag met jullie te delen. Maar als we dan nog altijd digitaal vergaderen, zal dat natuurlijk iets problematischer zijn.
Collega Talpe, ik vind het goed dat u in de diverse commissies de vraag stelt. Het hoeve- en plattelandstoerisme is een enorme opportuniteit voor onze boeren. Vandaar dat we ook binnen het VLIF zo inzetten op de landbouweducatie, de landbouwverbreding en de thuisverwerking. Het kan alleen maar helpen om het respect voor wat geproduceerd wordt, een stukje groter te maken en om op die manier mee te kunnen ingrijpen op de prijsspiraal, die soms neerwaarts gaat.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Ik heb hier eigenlijk niet veel aan toe te voegen. Ik heb wel meteen de datum genoteerd. Ik ben heel blij dat u hier positief tegenover staat. Ik hoop dat ik zelf eens naar een Slow Cabin kan gaan. We hebben in ieder geval genoeg open ruimte om die neer te zetten.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.