|
30 apr 2021 |
03:39 |
|
Vel van larven verbetert aardbei
Vliegenmaden kunnen een handig en gezond alternatief zijn voor de veelvuldige pesticiden die telers op aardbeien spuiten. De buitenkant van vliegenlarven en andere insecten bestaat uit chitine en daar kun je de stof chitosan uit distilleren. ‘Die heeft een antimicrobiële werking en ze doet de aardbeien beter groeien.’
|
Aardbeien zijn de kneusjes onder de fruitsoorten. Slecht weer en schimmelinfecties kunnen de oogst decimeren. De telers zetten op grote schaal pesticiden en meststoffen in om onheil af te weren. Nu het aardbeienseizoen begint, steken ze nog een tandje bij. ‘Maar dat is schadelijk voor de gezondheid en het leefmilieu, en aangezien de wetgeving almaar verstrengt, moeten we op zoek naar alternatieven’, zegt Lise Soetemans (30), industrieel ingenieur biochemie die aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) in Mol postdoctoraal onderzoek doet naar het gebruik van chitosan in de landbouw.
Chitosan wordt gewonnen uit chitine. Dat geeft het uitwendige skelet van insecten en kreeftachtigen de hardheid heeft van een pantser, waardoor ze uitstekend beschermd zijn. Net als plastic is chitine een polymeer, een stof die opgebouwd is als een ketting met vele schakels.
Chitosan wordt al onttrokken uit het skelet van garnalen, krabben en kreeften, maar je kunt het net zo goed uit de buitenkant van insecten halen. Dat is precies wat Soetemans doet. ‘Ik gebruik hiervoor de larven van de zwarte wapenvlieg’, legt Lise uit, terwijl ze wijst op een bak wriemelende larven. ‘We kopen ze levend bij kwekers en gebruiken ze volledig: hun binnenkant – de organen zeg maar – bestaat uit eiwitten en vetten en die worden omgezet in veevoeder. Ook dat is een belangrijk thema, want Europa voert 70 procent van zijn veevoeder in. De ecologische impact daarvan is groot. Bovendien voorspellen studies tegen 2050 een voedseltekort, dus we moeten op zoek naar alternatieven. Insecten kunnen voedseltekorten opvangen.’
‘In ons onderzoek gaat het over de buitenkant van de larven. We scheiden dat “omhulsel” van de rest. Die buitenkant bestaat uit chitine en dat wordt dan chemisch bewerkt tot we chitosan als werkzame stof bekomen. Daarna vriesdrogen we dat en dan kun je ermee aan de slag om het, opgelost in water, over de velden te sproeien.’
Nog beter nieuws is dat chitosan ook het afweersysteem van de plant opkrikt en een natuurlijke antibacteriële en schimmelwerende werking heeft. ‘Pesticiden blijven soms plakken aan de aardbeien, wat niet gezond is. Maar met chitosan hebben we een uitstekend alternatief: het is onschadelijk voor de mens. Bovendien zorgt de chitosan die je op de planten sproeit na de oogst voor een eetbaar filmlaagje omheen de aardbei dat verdere schimmelgroei verhindert. Op die manier blijven de aardbeien ook langer goed.’
Op de schaal van een laboratorium werkt dit allemaal, maar de uitdaging voor Lise is nu om véél chitosan aan te maken en uit te zoeken welke verschillende variaties van chitosan het actiefst zijn, zodat de stap naar een industriële productie kan worden gezet. ‘Dat zal nog wel een jaar of twee duren’, zegt Bastiaens. ‘Het onderzoek van Lise eindigt tegen 2023 bij de fruittelers in Sint-Truiden, want je kunt die chitosan natuurlijk ook gebruiken voor appelen en peren en voor groenten, zoals witloof bijvoorbeeld. Maar om je onderzoek te doen, zijn aardbeien veel handiger: na één week zie je de effecten van je experimenten. Aan een boom moet je een seizoen wachten voor je resultaat ziet.’
|
|
|
|