De voorzitter
De heer Ongena heeft het woord.
Tom Ongena (Open Vld)
Minister, na het Overlegcomité van vrijdag weten we dat de terrassen van de horeca op 8 mei mogen opengaan. Ik denk dat we ons daar allemaal op verheugen. We hopen natuurlijk dat die volledige heropening zo rap mogelijk kan gebeuren.
De horecasector heeft natuurlijk heel moeilijke maanden achter de rug. Dat weten we. De sector kon natuurlijk ook rekenen op heel veel steun, onder andere van de Vlaamse Regering, van u, ook federaal, en ook na de heropening zal de sector alvast nog op steun kunnen rekenen. Ik denk dat de beslissing van de Federale Regering om bijvoorbeeld de btw te verlagen, een zeer goede beslissing is. Er is ook een soepele regeling voor jobstudenten. Ik denk dat het ook belangrijke maatregelen voor onze horecasector zijn.
Het is wel zo dat heel veel van die horecamensen die uiteraard staan te popelen om weer te beginnen, een beetje schrik hebben dat ze niet genoeg helpende handen gaan hebben om opnieuw aan de slag te gaan. Dan kijken we natuurlijk ook richting de Vlaamse Regering. Het kwam de voorbije weken al een paar keer aan bod. Ik denk dat het vooral voor de Vlaamse Regering opdracht is om ervoor te zorgen dat de horecamensen daarin geholpen worden.
Ik ben blij, minister, dat die vraag niet in dovemansoren is gevallen. U hebt vorige week aangekondigd dat er een actieplan Horeca zou komen, waarin u samen met tal van andere organisaties aan de slag zou gaan. Wat zijn daar de concrete afspraken, de budgetten? Hoe gaat dat uitgerold worden?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel, collega’s. Ik denk dat iedereen snakt naar het moment dat we toch weer eens georganiseerd een terras mogen bezoeken, zij het nog in heel beperkt gezelschap, natuurlijk. We hebben samengezeten met de horeca en er is inderdaad een zorg rond personeel. Dat geldt niet zozeer voor 8 mei. Men denkt dat dat wel zal lukken, maar wel op langere termijn. Vandaar dat we een aantal acties ontplooien met VDAB. Een aantal zijn al bezig, namelijk het voorzien van modules voor mensen die tijdelijk werkloos geweest zijn en straks weer kunnen werken, om zich op te schalen of om een aantal vaardigheden weer op te frissen. Op langere termijn is het mijn bedoeling – zeker als we voelen dat de noden groot blijven – om ook met een horecabus op pad te gaan om mensen in de sector aan te trekken, niet om pintjes te drinken op die bus, maar om mensen op te leiden.
We gaan ook investeren in het aantrekkelijk maken van de individuele beroepsopleiding (IBO) in de horeca, omdat we voelen dat dat daar nog niet echt wortel schiet, terwijl heel veel mensen net daar een heel goede opleiding zouden krijgen.
Er zijn negen speerpunten, samen met de sector. We zitten opnieuw samen op 11 mei. Dat is een paar dagen nadat de terrassen opengaan, om de toestand te evalueren en te kijken op welke speerpunten we sneller of trager actie moeten ondernemen. We houden eigenlijk heel nauw contact, niet alleen als het gaat over ondersteuning, maar ook als het gaat over het vinden van voldoende personeel.
De voorzitter
De heer Ongena heeft het woord.
Tom Ongena (Open Vld)
Minister, het is goed dat er een structurele aanpak is van de knelpuntvacatures. De horeca heeft daar altijd mee te kampen en het is de verwachting dat dat alleen maar zal toenemen. De horeca rekent ook op heel veel gelegenheidswerkers, mensen die een flexi-job doen, of jobstudenten. Ook zij hebben natuurlijk de voorbije maanden een moeilijke periode gehad. Voor veel van die mensen is dat een belangrijk extra inkomen, dat ze misschien nodig hebben om op het eind van de maand rond te geraken. Ze hebben dit inkomen nu ook niet gehad en zijn misschien op zoek gegaan naar andere sectoren, naar andere jobs waar ze dat konden bijverdienen.
In welke mate hebt u er zicht op hoe het probleem zich daar eventueel voordoet voor die gelegenheidswerkers? Vreest men daar tekorten? Zou het niet nuttig zijn om voor die groep een actie te ondernemen, een promotiecampagne of wat dan ook, om vanaf het ogenblik dat de horeca opnieuw helemaal opengaat de horecasector te helpen?
De voorzitter
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Kurt Vanryckeghem (CD&V)
We moeten inderdaad alles doen om zo vlug mogelijk de heropstart van de horeca, die nu al meer dan 190 dagen gesloten is, mogelijk te maken. Daarom is het fijn, minister, om weten dat u een werkgroep hebt opgestart met VDAB, SYNTRA, het Dienstenbedrijf Sociale Economie en het Departement Onderwijs, om zowel op de korte als op de lange termijn de instroom in de horecasector te versterken. Dat het actieplan het resultaat is van het overleg, is uiteraard een zeer positief gegeven. Het is dus in samenspraak met de sector zelf dat men hiertoe is gekomen. Het actieplan ziet er ook bijzonder goed uit: het zet in op trajecten, workshops en bijkomende opleidingen voor ervaren horecamedewerkers, op de uitbreiding van het digitale opleidingsaanbod, enzovoort.
Minister, voor studenten die hun studentenjob zagen sneuvelen, kan het interessant zijn om opnieuw wat bij te verdienen. Via het digitale opleidingsaanbod kan men ook studenten aantrekken die nog geen ervaring hebben in de horeca. Kunt u dit ook eens bekijken?
Een van de denkpistes was ook dat naast het bijkomend inzetten op het digitale opleidingsaanbod een fysieke mobiele opleidingsunit een mogelijkheid kon zijn om nieuwe medewerkers coronaproof de jobs te laten oefenen na de kennis die ze online hebben opgedaan. Hoever staat men met deze denkpiste?
De voorzitter
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Caroline Gennez (Vooruit)
Voor de horeca goed personeel vinden dat het lang volhoudt is sowieso ook buiten coronatijden een moeilijke klus. Minister, het is goed dat u alle instrumenten van VDAB wilt inzetten om mensen die werkloos en tijdelijk werkloos zijn de kans te geven om in de horeca aan de slag te gaan. U sprak ook over de individuele beroepsopleidingen (IBO’s), om die wat meer ingang te doen vinden. De vraag is daarbij of u ook de tijdelijke werkervaring en specifiek de horecastages aanspreekt om meer mensen naar de sector toe te leiden.
De voorzitter
Mevrouw Claes heeft het woord.
Allessia Claes (N-VA)
Tot groot ongenoegen van sommigen was 1 mei 2021 uitgeroepen tot de dag van de horeca. We zullen een beetje geduld moeten hebben. We moeten nog een week wachten, tot 8 mei. We hebben nog een belangrijke week te gaan om alles goed voor te bereiden. Er zijn factoren die bij wijze van spreken roet in het eten kunnen gooien. Sommige factoren hebben we in de hand, sommige niet. We moeten daarom alles op alles zetten. Ik heb het dan ook over de protocollen om in veilige omstandigheden te kunnen heropenen. Op de website van Horeca Vlaanderen heb ik nog geen protocollen kunnen terugvinden. Ik heb het over de aangepaste steunmaatregelen en over het invullen van de vacatures.
Minister, ik weet dat u heel hard inzet op deze sector, maar zijn deze voorwaarden vervuld, zodat de horeca op 8 mei in veilige en goede omstandigheden de terrassen kan openen?
De voorzitter
De heer Rzoska heeft het woord.
Björn Rzoska (Groen)
Minister, normaal gezien volgt mijn collega Annouri dit dossier op. Ik heb toch een aantal bijkomende vragen voor u.
Het is zeer goed dat u daar een actieplan tegenover plaatst want het is inderdaad zo, collega’s, dat als je bij een van je favoriete restaurants een afhaalmaaltijd haalt, je regelmatig de opmerking krijgt dat een van de grote problemen is dat de goede personeelsleden ondertussen bijna allemaal vertrokken zijn of op zoek zijn naar een andere job. Wat zal er dus gebeuren wanneer de restaurants opnieuw volledig open mogen?
Minister, in die zin heb ik twee bijkomende vragen. Hebben we op de een of andere manier zicht op hoe groot het probleem is? Kunnen we dat op de een of andere manier vaststellen? En ten tweede, hoeveel mensen wilt u op die manier eigenlijk richting de horecasector begeleiden?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Ik dank jullie voor de bijkomende vragen. Ik antwoord eerst op de vragen rond de vacatures. Ik heb met de sector samengezeten om in kaart te brengen wat de noden nu zijn. Het klopt dat sommige horecawerkgevers zeggen dat hun beste mensen weg zijn, bijvoorbeeld naar de zorg of naar andere plaatsen waar ze zich kunnen ontplooien. Maar ze voelen ook wel dat, zodra er perspectief komt op een opening binnen, veel mensen ook hun oude liefde weer willen omarmen. De terrassen komen op dat vlak een beetje te vroeg om dat volle perspectief te geven.
Daarom hebben ze ook gevraagd om niet nu al, richting 8 mei, grote acties te ondernemen. Want straks wek je een verkeerde verwachting; het zijn nog maar de terrassen die open zijn. Daarvoor heeft men nu voldoende personeel, denk ik. Dat is althans de inschatting, we weten dat nooit helemaal zeker. Maar zodra er weer zicht is op een volledige heropening, moeten we in de aanloopperiode daarnaartoe wel voluit kunnen rekruteren waar nodig. Dat is het kader en de afspraak die we gemaakt hebben. Daarom zien we elkaar op 11 mei terug, net na de heropening. Dan is er een weekend voorbij, en kunnen ze ook al een beetje inschatten hoe het ermee gesteld is.
Een tweede punt zijn de flexi-jobbers, gelegenheidswerkers en de studentenjobs. U weet dat de Federale Regering ook een maatregel genomen heeft waardoor studenten meer uren mogen werken. Dat is een heel goede zaak. De uitzendkantoren zijn ook volop aan het screenen om mensen die interimarbeid willen doen, ook naar de horeca toe te leiden. Maar collega Gennez wees er ook op dat het een sector is waar ook heel veel mobiliteit is. Dat gaan we ook niet in één keer oplossen. Maar we moeten er wel voor zorgen dat er voldoende mobiliteit naar de sector is.
Ik geloof zelf heel erg in het instrument van de individuele beroepsopleiding (IBO); we zouden ook aan IBO-hunting willen doen. Dat betekent dat we zelf naar de werkgever stappen om te proberen om mensen in een IBO-traject te krijgen. We zeggen dus niet aan de werknemer dat je naar hier of naar daar kunt; we zoeken op maat van de horecaonderneming wat een geschikt profiel zou zijn om daar te kunnen werken.
We moeten absoluut inzetten op tijdelijke werkervaring en horecastage, collega Gennez. Alle instrumenten van VDAB worden ingezet. Ik ga dat niet in silo’s verpakken, met zoveel budget voor de horeca en zoveel budget voor de andere sectoren. De budgetten moeten prioritair georiënteerd worden naar waar de noden het grootst zijn.
Collega Claes, de protocollen voor de heropening zijn uiteraard gemaakt. De Federale Regering heeft in het ministerieel bedsluit ook de voorwaarden uitgewerkt die we in het Overlegcomité hebben afgesproken. Maar dat moet natuurlijk ook in die protocollen komen. Er is bijvoorbeeld lang gediscussieerd over met hoeveel mensen je nu op een terras mag zitten, en uiteindelijk werd dan gezegd om geen maximum vast te leggen. Want je hebt grote terrassen, kleine terrassen. Dat komt vreemd over. Je hebt wel de regel van anderhalve meter, je zit met vier aan een tafel. Al die zaken zijn bijkomend in de protocollen verduidelijkt, die zijn klaar. Ik zal zien of ik de protocollen ook kan bezorgen aan iedereen die dat wilt.
Wat de steunmaatregelen betreft: het was pas vorige vrijdag Overlegcomité. Principieel hebben we met de Vlaamse Regering beslist dat de terrassen beschouwd worden als gesloten onderneming. De steun loopt dus gewoon verder. En over die vacatures heb ik net een uitvoerig antwoord gegeven.
Collega’s, het is van belang dat we ook in de horeca zeer goed opgeleide mensen hebben. Maar weet dat je, doordat je in de horeca werkt, contacten legt. Je leert met zoveel mensen om te gaan in zoveel talen. Dat zijn jobs waar vaak ook met enige graagte naar gekeken wordt om ze naar een andere sector te halen. Ik besef zeer goed dat we de horeca zullen moeten stutten om ervoor te zorgen dat er voldoende personeel naar daar kan doorstromen. Maar dat is net de reden waarom ik proactief heb ingezet op het samenzitten met de sector. We bekijken ook welke opleidingen we extra kunnen organiseren, zowel voor tijdelijk werklozen als voor mensen die werkzoekend zijn, maar ook voor mensen die aan de slag zijn, om zich te upgraden.
Er is veel werk aan de winkel, maar er is een plan. Er wordt ook effectief actie ondernomen. Ik zal met de mensen van VDAB ook alles op alles zetten om, mochten er nog knelpunten zijn, ook in de richting van 8 mei, die met hen op te lossen.
De voorzitter
De heer Ongena heeft het woord.
Tom Ongena (Open Vld)
Dank u wel, minister. We kijken allemaal uit naar 8 mei, wanneer we opnieuw een terrasje kunnen doen. Maar ik denk dat we vooral ook uitkijken naar het moment wanneer de horeca weer helemaal open kan gaan. De mensen uit de horeca zelf staan natuurlijk ook te popelen. Maar, zoals gezegd, velen vrezen toch dat ze onvoldoende helpende handen gaan hebben. Het zou heel zuur zijn, denk ik, mochten ze daarom hun zaak gesloten houden op het moment dat ze hun deuren weer mogen openen. Het is goed dat het actieplan er nu is. Ik denk dat het wel belangrijk is dat we dat goed opvolgen, dat we de vinger goed aan de pols houden en snel bijsturen, mocht dat nodig zijn. Mocht blijken dat niet zo veel mensen naar hun oude liefde zouden terugkeren – wat nochtans de hoop is –, dan hopen we dat we andere mensen hebben kunnen overtuigen om in de horeca een nieuwe liefde te vinden.
De voorzitter
De actuele vraag is afgehandeld.