Voor de werkgever is het niet altijd duidelijk welke werkzaamheden een jongere mag uitvoeren op het land- en tuinbouwbedrijf of tuinaanlegbedrijf. Daarom heeft Prevent Agri in samenwerking met FOD WASO een schematisch overzicht specifiek voor de groene sectoren opgesteld waardoor het in één oogopslag duidelijk is, welke taken jongeren wel en niet mogen uitvoeren op het bedrijf.
Afbeelding 1: Werkzaamheden die jongeren > 18 jaar mogen uitvoeren
Verboden werkzaamheden
Het KB Jongeren op het werk werd in het leven geroepen ter bescherming van jongeren met een arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking. Aangezien deze jongeren beschouwd worden als een groep met bijzondere risico’s welke specifieke maatregelen vereisen inzake hun gezondheid en veiligheid. Hoewel de focus in de praktijk vooral ligt op de groep 15 tot 18-jarigen, bedoelt men meestal personen zonder werkervaring die verbonden zijn aan een (leer)contract.
Afbeelding 2: Werkzaamheden die jongeren < 18 jaar mogen uitvoeren
Voor deze jongeren is het verboden om arbeid uit te voeren die:
- jongeren objectief gezien lichamelijk of psychisch niet aankunnen
- risicofactoren inhouden voor ongevallen waarvan men vermoedt dat jongeren die niet beseffen of niet kunnen voorkomen
- blootstelling inhoudt aan giftige of carcinogene stoffen, ioniserende straling, extreme koude, hitte, lawaai of trillingen
Onder bepaalde voorwaarden kan er afgeweken worden van het verbod op gevaarlijke arbeid, zoals wanneer de jongere bijvoorbeeld een land- of tuinbouwopleiding volgt.
Of in geval van een stage, indien dergelijke verboden activiteit noodzakelijk is voor de beroepsopleiding. Hierbij is het noodzakelijk dat de werkgever zich ervan vergewist dat de preventiemaatregelen effectief zijn, dat ze gecontroleerd worden door een lid van de hiërarchische lijn of door de werkgever zelf, en dat de stagiair wordt bijgestaan door een ervaren werknemer.
Deze voorwaarden en afwijkingen kan je op de website van FOD WASO terugvinden onder Jongeren op het werk.
Risicoanalyse en preventiemaatregelen
De werkgever voert een risicoanalyse uit voor de taken waaraan jongeren bij hun arbeid te maken krijgen, met het oog op het beoordelen van alle risico's omtrent veiligheid, de lichamelijke en geestelijke gezondheid of de ontwikkeling van deze jongeren.
Bij deze risicoanalyse moet men rekening houden met het feit dat jongeren vaak een ontoereikende aandacht hebben voor veiligheid en een gebrek aan ervaring.
Bij stages dient er een informatie-uitwisseling tussen werkgever, stagiair en de onderwijsinstelling te zijn. De werkgever informeert de onderwijsinstelling omtrent de resultaten van de risicoanalyse en preciseert in het bijzonder of, en welk type, gezondheidstoezicht er nodig is. Dit medisch toezicht gebeurt bij stagiairs door de school zelf. De werkgever vermeldt tevens of de stagiair bepaalde inentingen moet krijgen en of het noodzakelijk is om maatregelen te treffen die verband houden met de moederschapsbescherming.
Mogen jongere werknemers werken met landbouwmachines?
Als algemene regel geldt dat het voor elke categorie van jongeren verboden is om arbeid te verrichten met gevaarlijke machines, zoals oa. landbouwmachines. We dienen hierin echter 2 zaken te onderscheiden:
- Een tractor die gebruikt wordt om van plaats A naar B te rijden wordt niet beschouwd als een landbouwmachine. Een jongere (met inbegrip van een jobstudent) mag dus met een tractor rijden, op voorwaarde uiteraard dat de nodige preventiemaatregelen worden getroffen op basis van de algemene risicoanalyse, en dat de jongere over rijbewijs G beschikt als hij met de tractor op de openbare weg rijdt.
- Als de tractor daarentegen wordt gebruikt voor landbouwdoeleinden, wordt deze gezien als een landbouwmachine en is het werken met deze machine in principe verboden voor jongeren.
Ook hier zijn echter uitzonderingen mogelijk welke overzichtelijk zijn opgesomd in bovenstaand schematisch overzicht ‘specifiek voor de landbouwsector’.
Onthaal en begeleiding
De werkgever zorgt voor een gepast onthaal van de jongere en voor een degelijke begeleiding door een ervaren werknemer (peter/meter). De meter/peter moet zelf ook een goede training krijgen om deze taak uit te voeren. Bovendien moet deze op de hoogte zijn van de werkzaamheden die verplicht onder toezicht moeten gebeuren.
Op de eerste werkdag geeft deze peter of meter de jongere informatie over:
- de aard van het uit te voeren werk en de daaraan verbonden risico's
- het gebruik van toestellen, machines en gevaarlijke producten
- de voorschriften met betrekking tot eerste hulp, brandbestrijding en evacuatie van de werknemers
- de in de onderneming bestaande organen voor preventie en bescherming op het werk
- de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk
- de betekenis van de reglementaire etikettering van de gevaarlijke producten
Het is tevens belangrijk dat de peter/meter de jongere aanmoedigt tot participatie, tot het stellen van vragen over de risico's op het werk en tot het bespreken en melden van eventuele gevaren die ze zien.
Besluit
De werkgever dient de tewerkstelling van een jongere grondig voor te bereiden. Vooraleer deze start op het bedrijf, moet er een risicoanalyse uitgevoerd worden. De risico’s die uit deze risicoanalyse naar voor komen, moeten opgevangen worden met gepaste preventiemaatregelen. Vanwege hun geringe (werk)ervaring is het belangrijk om deze jongeren te wijzen op de gevaren en risico’s aanwezig op het bedrijf. Een ervaren werknemer die hen hierin begeleidt en toezicht houdt is dan ook onontbeerlijk.
Tot slot is het belangrijk om te onderkennen dat een jongere niet zomaar elke taak toebedeeld kan worden. Gebruik bij de aanstelling van een jongere zeker de schema’s om te bepalen of hij/zij de taken mag uitvoeren én of er bijkomende maatregelen nodig zijn.
|