Wanneer asbestvezels vrijkomen, ontstaan risico’s voor de gezondheid en voor het milieu. De Vlaamse Regering keurde reeds in 2014 een versneld asbestafbouwplan goed. Er zijn ondertussen proefprojecten uitgerold (ook in de land- en tuinbouw) die moeten bijdragen tot een versnelde en veilige verwijdering van materialen met hechtgebonden asbest.
Op de website van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) lezen we dat de maatschappij in uitvoering van het 'Actieplan asbestafbouw' startte met een nieuwe, gerichte ondersteuning van gebouweigenaars. Daarnaast onderzoekt de OVAM de komende jaren hoe bestaande of nieuwe subsidies het verwijderen van asbest nog beter kunnen ondersteunen. Naast het verlenen van financiële steun wil de OVAM het voor eigenaars van een gebouw mogelijk maken om asbest eenvoudig en veilig weg te halen.
Naar analogie met het sectorprotocol voor scholen is ook een sectorprotocol voor de land- en tuinbouwsector in ontwikkeling. Het doel is daarbij een globale en gebiedsdekkende ophaling te organiseren van asbesthoudende materialen uit de sector tegen gereduceerd tarief.
Op de schriftelijke vragen van Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) over de stand van zaken van het sectorprotocol antwoordde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA): “De OVAM vond een inhoudelijk draagvlak met de sectorverenigingen ABS, BB en VAC. Ik werk momenteel alle praktische modaliteiten uit om na protocolondertekening meteen van start te kunnen gaan met het voorziene aanbod.
Het inhoudelijk akkoord is reeds bereikt.
Financieel ondersteunt de OVAM de geïnformeerde landbouwer op niveau van de effectieve ‘asbestmeerkost’ bij agrarische asbestdaken. Concreet omvat dit de vrijgekomen hoeveelheden asbestcement, een kost die niet bij een traditioneel dak voorkomt. De OVAM contracteert hiervoor een inzamelaar die op afroep het vrijgekomen asbestcement bij de landbouwer thuis ophaalt. De OVAM financiert daarbij 100% van de kostprijs voor containerlevering, ophaling, transport en verwerking van het vrijgekomen asbestcementen dak. Deze financiering vormt de subsidie. Hiermee beoogt het protocol alvast een aanmoedigingseffect teweeg te brengen onder geïnteresseerde land- en tuinbouwers. Lokale besturen en afvalintercommunales nemen hierin geen rol op. Praktisch verloopt de aanvraag via een webformulier bij de OVAM. De OVAM voorziet ook in ondersteunende brochures waarbij zowel de OVAM als de protocolpartners dit via hun gebruikelijke communicatiekanalen zullen bekendmaken.
De concrete startdatum zal bij ondertekening bekend gemaakt worden. Er zijn geen subsidies voorzien voor beschermende kledij. Afhankelijk van de grootte van het dak en de eigen asbestexpertise zal de landbouwer immers beroep moeten doen op een (dak)aannemer in plaats van zelf aan de slag te gaan. Bij een (dak)aannemer heeft de landbouwer geen beschermende kledij nodig gezien de werkgever dat vanuit federale arbeidsregelgeving zelf moet voorzien voor de uitvoerende werknemers.
De subsidie omvat de kostprijs voor containerlevering, ophaling, transport en verwerking van het vrijgekomen asbestcement. De hoogte van de subsidie is daarbij afhankelijk van de grootte van het dak. De landbouwer verklaart hierbij zelf de Europese deminimis-regelgeving te respecteren.
Zowel de OVAM als de protocolpartners zullen dit protocol via hun gebruikelijke communicatiekanalen bekendmaken. Dit met accent op de asbestkenmerken die eigen zijn aan de land- en tuinbouwsector.”
Stijn De Roo: “Een belangrijke stap is gezet. Er is een akkoord bereikt over het sectorprotocol voor de land- en tuinbouwsector! Het is nu enkel nog wachten op de ondertekening van het protocol. Op dat ogenblik zal immers ook de startdatum bekend gemaakt worden. Hopelijk laat de ondertekening niet te lang op zich wachten zodat binnenkort asbest - waar nodig - snel en veilig kan weggehaald worden mét financiële steun van de overheid.”
Bijlage: vraag en antwoord