De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, ik hoop dat ook deze vraag een interessante vraag is. U weet dat dit een dossier is waaraan ik veel belang hecht, als West-Vlaming, maar ook als iemand die energie en energievoorziening een zeer belangrijk thema vindt.
Ik wil beginnen met een citaat: “Na maanden windstilte is er eindelijk terug initiatief genomen in het Ventilus-dossier, dat het elektriciteitsnet in (West-)Vlaanderen moet versterken en futureproof maken. Dat is goed nieuws, want het project is van essentieel belang voor de realisatie van onze klimaatdoelstellingen en -ambities. Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, zal eerstdaags een neutrale intendant aanstellen. Op een naam is het nog wachten, maar het project zelf wordt niet in vraag gesteld. (...) De intendant moet zorgen voor een duidelijke en concrete communicatie op maat van alle betrokkenen. Dat is positief, maar na deze (...) informatie- en inspraakronde moet er wel een beslissing genomen worden. De aanstelling van de intendant mag het proces niet eindeloos vertragen. Daarnaast moeten we er ons voor behoeden om de doelstellingen van het project niet te sterk te beperken. De elektriciteitsbehoefte zal toenemen. Daarom moeten we zorgen voor voldoende bijkomende capaciteit op het net. Het Ventilus-project is niet enkel van belang voor de aansluiting van energie vanop zee. Via de inlussing (of koppeling) van de Ventilus-as met de Stevin-as, creëren we een bedrijfszekerder, robuust elektriciteitsnet.”
Minister, dit zijn dus niet mijn woorden. Ik plukte ze uit een publireportage van Voka West-Vlaanderen in De Krant van West-Vlaanderen van 5 maart. Voka is niet mijn baas, maar toch wil ik deze oproep van hunnentwege ondersteunen. Het Ventilusproject is niet enkel belangrijk in functie van lokale ontwikkelingen in mijn eigen mooie provincie, maar ook voor de omslag richting duurzame energie met de optimalisatie van alle kansen op het offshore oogsten van stroom.
Tegelijk is het echter een zeer heikel dossier. U weet dat beter dan wie ook. Het verhit ook wel regelmatig de gemoederen in onze provincie, vooral in de omgeving van de mogelijke trajecten waar het Ventilusproject zou plaatsvinden. Het is een heikel dossier, waarin veel afwegingen moeten worden gemaakt, die ook ernstig moeten worden gemaakt, en waarin zowel communicatie als het gegrond voeren van procedures van belang is om iedereen zijn positie en plaats te laten uiten, maar ook om voldoende draagvlak te krijgen over wat zou worden voorgelegd.
In die zin is het een goede zaak dat u na de degelijke wetenschappelijke onderbouwing van de voorbije maanden ook op zoek gaat naar een onderbouwd draagvlak. U doet dat middels het aanduiden van een intendant.
Minister, is er ondertussen een intendant aangesteld? Zo niet, wanneer zal dat gebeuren? Met welk mandaat en welke missie gaat de intendant aan de slag? Is er een vastgelegde lijst van gesprekspartners die hij of zij zeker moet zien? Welk tijdspad hebt u voor ogen om een beslissing te nemen en dit traject af te leggen?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega Vaneeckhout, dank u. Ik heb blijkbaar alleen maar heikele en vervelende dossiers. Over dit heel belangrijke dossier hebben zich de afgelopen maanden heel wat mensen verzameld in burgercomités. Die hebben heel veel kennis. Ik stond daar eigenlijk van versteld. Ik ben zelf ook afgezakt naar het mooie West-Vlaanderen om met die mensen te spreken. Het is eigenlijk ongelooflijk hoeveel kennis en expertise ze hebben verzameld.
Het lijkt me wel duidelijk dat het project nog niet klaar was om te vergunnen. Dat lijkt me ook heel belangrijk. Ik heb dat ook aan Elia gezegd. Grote organisaties zoals Elia zouden daar immers toch ook wel veel meer oog voor moeten hebben. Een draagvlak is immers essentieel. Nadat ik met Elia had gesproken, maar ook met al die mensen, die terecht heel bezorgd zijn, hebben we dus beslist een intendant aan te stellen. Op dit moment zijn we gesprekken aan het voeren in functie van die aanstelling. De opdracht, de tijdsbesteding, de ondersteuning die de intendant ook nodig heeft, zijn we in kaart aan het brengen. Ik hoop die persoon vrij snel te kunnen aanstellen, rekening houdend met de wet op de overheidsopdrachten, natuurlijk.
Door de omvang en de aard van het project en de aard van de procedure zijn er heel veel vragen. Er bestaat toch wel redelijk wat weerstand in de regio. Ik heb even verwezen naar al de bezorgde mensen die daar wonen, maar dit gaat ook over de lokale besturen. Ik wil er ook op wijzen dat, als we dit project tot een goed einde willen brengen, ook al die burgemeesters in al die regio’s hun verantwoordelijkheid moeten nemen en mee moeten zorgen voor dat draagvlak. Dat is voor mij eigenlijk essentieel. Vandaag de dag zeggen zij allemaal njet, is het advies gloeiend rood. Dat was voor mij ook wel een signaal om aan Elia te zeggen dat er een neutrale figuur moet komen om voor dat draagvlak te zorgen, enerzijds bij de burgemeesters, maar anderzijds ook bij die buurtcomités.
Ik denk dat er over de nood aan een versterking en verdere ontwikkeling van het elektriciteitssysteem in West-Vlaanderen en de noodzaak van het aan land brengen van de windenergie vanop de Noordzee eigenlijk wel een consensus bestaat. Hoe en waar het project exact invulling kan geven aan die doelstellingen, daar is minder eensgezindheid over. Er is ook een grote ongerustheid over de gezondheid en de gebruikte technologie. De taal en de boodschappen die door experten en sommige stakeholders worden gehanteerd, zijn ook niet altijd bevattelijk voor de burgers en andere stakeholders. Alvorens verdere stappen te zetten, vind ik het dus nodig om extra overleg in te lassen, om het vertrouwen te winnen, antwoorden op concrete vragen te formuleren en informatie op een heldere manier tot bij iedereen te brengen. Die externe intendant zal de procesregie op zich nemen, en zal dat op een onafhankelijke manier moeten doen. Dat was immers ook wel een van de vragen van heel veel van die mensen. Ze willen echt iemand die vertrouwen uitstraalt en onafhankelijk zijn werk doet.
De intendant moet hierbij dus oog hebben voor de belangen van alle mogelijke betrokkenen, onder meer door alle redelijke alternatieven mee te nemen en door zich niet te beperken tot een of enkele mogelijke alternatieven. Elia kan immers wel zeggen dat dit het is, maar de burgers zeggen dat er nog andere alternatieven zijn. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat daar ook naar wordt gekeken. De intendant moet zorgen voor duidelijke, transparante, eerlijke en concrete communicatie op maat. De klemtoon ligt daarbij op informeren, want iedereen is wel overtuigd van de zaak. De intendant houdt ook rekening met alle stakeholders en zorgt ervoor dat iedereen op elk moment op de hoogte is van de stand van zaken. Het vertrouwen moet ook breder worden opgebouwd. Men kan zich richten tot de gemeenten en de actiecomités die hebben deelgenomen aan het participatiemoment over de startnota, maar men kan misschien ook zelfs iets breder gaan en zich richten tot het bredere middenveld. Een versterking van het hoogspanningsnetwerk in West-Vlaanderen is belangrijk, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er moet worden voorbijgegaan aan de bekommernissen van omwonenden en van de lokale besturen. Het is net dat dat op dit moment toch wel voor grote bezorgdheid zorgt. Vandaar die intendant. Men moet dus ook alle mogelijke alternatieven bekijken.
Collega Vaneeckhout, de bedoeling is uiteraard dat we het project niet op de lange baan schuiven. De intendant zal worden aangesteld voor een periode van zes maanden. Indien het nodig is voor de voortgang van het proces, kan dat nog kort worden verlengd.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, dank u wel voor het antwoord. U zegt dat u allemaal vervelende dossiers hebt. “It’s a dirty job, but someone’s got to do it.” Ik denk echter dat u het goed schetst. Er zijn ongelooflijk veel bezorgdheden, ook op het terrein. Ik heb gezien dat er deze commissie ook een aantal burgmeesters aanwezig zijn, die dus mee hun verantwoordelijkheid kunnen nemen en die uw boodschap zeker zullen hebben gehoord. We moeten de werkzaamheden van al die burgercomités die zijn ontstaan rond dit dossier, zeer ernstig nemen. We moeten dus ook op een ernstige manier met hen in overleg gaan over alle inzichten die zij hebben.
Ik heb begrepen dat dat de voorbije jaren niet altijd zo is gebeurd, of alvast niet zo is aangevoeld door betrokkenen. Er is dus nog wel een en ander voor verbetering vatbaar. Ik denk dat het belangrijk is dat we daar op een ernstige manier mee omgaan. In die zin kan die intendant voor een stuk die rol spelen, maar ik denk dat bijvoorbeeld Elia ook zijn verantwoordelijkheid moet nemen en snel duidelijkheid moet geven over de technische mogelijkheden die er zijn, de alternatieven die op tafel liggen, maar ook bijvoorbeeld over compensaties enzovoort. Ik heb begrepen dat dat eigenlijk nog zeer weinig onderwerp van debat of van gesprek is geweest. Ook over die ondergrondse stukken zijn er nog altijd wel onduidelijkheden: waar zouden eventueel stukken ondergronds kunnen komen en op welke manier zou die beslissing moeten worden genomen?
Ik denk dus dat dat een zeer belangrijk traject is. Ik ben blij te horen dat die aanbestedingsprocedure natuurlijk zal plaatsvinden en dat het traject zes maanden is en eventueel kort zal worden verlengd. Wat bedoelt u met ‘kort’? Is dat nog een half jaar erbij of is dat nog langer? Ik heb immers nog een andere bezorgdheid. Met het oog op de rust in West-Vlaanderen is het ook wel belangrijk dat er op een bepaald moment een piste wordt gekozen, dat er op een bepaald moment een oplossing op tafel ligt, zodat velen ook weten of dit al dan niet in hun omgeving komt, hoe het eruit zal zien en op welke manier hun bezorgdheden zullen worden gecompenseerd of beantwoord. Dat lijkt me belangrijk voor de dynamiek van het project. Het is echter ook belangrijk voor het bedrijfsleven en de grote noden die er in West-Vlaanderen zijn, om in bevoorradingszekerheid te voorzien. Zoals ik ook in mijn inleiding zei, dit project gaat niet alleen over het aan land krijgen van offshore windenergie, maar ook over het verstevigen van ons elektriciteitsnet. In een eerdere sessie heeft collega Gryffroy me er nog eens zeer duidelijk op gewezen dat het een essentieel project is, alleszins wat de geest ervan betreft, dus niet per se een bepaald concreet traject, om de elektriciteitszekerheid in West-Vlaanderen te garanderen. Ook dat is een van onze bezorgdheden als West-Vlaming. Ik denk dus dat we beide zaken heel goed moeten combineren. In die zin sta ik wel achter die piste van die intendant, met de hoop dat dat grondig, intensief en open, maar ook wel met de nodige snelheid kan gebeuren, omdat ook dat de dynamiek van een traject bepaalt.
De voorzitter
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Carmen Ryheul (Vlaams Belang)
Collega Vaneeckhout, dank u wel voor de vraag over dit inderdaad heikele West-Vlaamse dossier. Ik diende zelf ook reeds een aantal schriftelijke vragen in over dit project. Zo werd er bijvoorbeeld een alternatieve vermazing voorgesteld via Duinkerke en de Noord-Franse regio. Het project zorgt inderdaad, zoals we allemaal weten, voor heel wat commotie en bezorgdheid in West-Vlaanderen en de betrokken gemeenten. Ook wij onthalen het nieuws dat er een onafhankelijk intendant zal worden aangesteld, die op zoek zal gaan naar een onderbouwd draagvlak, wat heel belangrijk is, dus als positief. Als neutraal persoon kan hij of zij immers wel zorgen voor duidelijke en correcte informatie, en dat is waar mensen momenteel naar op zoek zijn.
Minister, bij dezen zou ik de oproep willen lanceren om zeer omzichtig te werk te gaan met die bezorgdheden van de lokale bevolking en de lokale besturen. We mogen dit project er absoluut niet doordrammen zonder voldoende draagvlak. U zei dat de intendant zou worden aangesteld voor een periode van zes maanden. Ik deel ter zake de bezorgdheid van collega Vaneeckhout. Gezien het gewicht van dit dossier en de vele onduidelijkheden die er momenteel zijn, lijkt het ons, of mij alvast, wel logisch dat die aanstelling wellicht zal worden verlengd. Op basis waarvan zult u dan besluiten om die aanstelling of dat mandaat van die persoon al dan niet te verlengen? Er leeft momenteel immers heel veel onrust in de regio onder de mensen die daar wonen.
De voorzitter
De heer Maertens heeft het woord.
Bert Maertens (N-VA)
Voorzitter, collega’s, dank u wel dat ik even mag komen inbreken in deze commissie, waarvan ik zelf geen vast of plaatsvervangend lid ben. Ik heb echter goede redenen. Ik ben burgemeester van een stad in een regio die zeer direct betrokken is bij het Ventilusproject.
Collega’s, ik denk dat dit Ventilusproject eigenlijk een schoolvoorbeeld is van hoe aan een communautair dossier binnen Vlaanderen vorm kan worden gegeven. Als u ziet dat in West-Vlaanderen minstens de perceptie ontstaat dat de lusten voor iedereen in Vlaanderen zijn en de lasten uitsluitend voor West-Vlaanderen, dan weet u waar ik het over heb. Dat is een gevoelen dat leeft bij heel veel mensen in onze provincie, in onze streek. Dan lijkt het me normaal dat je als burgemeester, en zelfs als volksvertegenwoordiger, uit die regio uiteraard ook mee die stem laat horen, en dat je daar omzichtig mee aan de slag moet gaan.
Ik wil absoluut pleiten voor een rustige aanpak, in die zin dat ik geen wedloop wil tussen burgemeesters om de strafste te zijn in de provincie als het gaat over het al dan niet tegenhouden van een project. Ik denk dat we allemaal dezelfde belangen hebben, dat iedereen beseft dat via Ventilus een verbinding, een versterking van het net, zoals collega Vaneeckhout aanhaalde, broodnodig is. Hoe we dat moeten doen, dat moet nu duidelijk blijken. Er is heel veel onvrede en ongerustheid gecreëerd in de provincie, en we moeten daar nu de rust opzoeken. Minister, ik vind het daarom een bijzonder goed idee dat u een intendant – het is een beetje het woord van de jongste jaren geworden – aanstelt, een tussenschakel, een tussenpersoon, om die gemoederen wat te bedaren, om ook inhoudelijk duidelijkheid te creëren over een aantal zaken. Dan gaat het niet alleen over de impact op landbouw en gewassen, niet alleen over de gezondheid, maar ook over het kiezen van een bepaald tracé. Dat lijkt me immers belangrijk. Vandaag is iedereen in West-Vlaanderen betrokken, precies omdat er nog geen ‘scoping’ is, omdat er nog geen tracé is gekozen. Ik denk dat, als dat eenmaal is gebeurd, de rust dan wel zal terugkeren en dat er flankerende maatregelen kunnen komen voor gemeenten, voor inwoners van die gemeenten die dan rechtstreeks betrokken zijn. Het is dan ook de taak van een burgemeester om dat zo goed mogelijk te gaan doen. Ik pleit dus voor wat rust, voor wat voorzichtigheid, maar toch ook voor stappen vooruit door u en de intendant. Dat lijkt me wel van cruciaal belang te zullen zijn, uiteraard. Maar maak er echter alsjeblieft geen wedloop van.
Minister, ik heb u gewezen op het belang van die scoping. Hoe verhoudt de periode waarin de intendant aan de slag is zich tot de periode waarin er daadwerkelijk tot een bepaalde scope wordt gekomen? Overlapt dat? Is dat kiezen een van de taken die u meegeeft aan die intendant, of zal dat pas nadien kunnen gebeuren?
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Minister, ik ben burgemeester van een gemeente die niet is betrokken bij dit project, maar ik ben wel volksvertegenwoordiger en bekommerd, zoals een aantal collega’s verkozen in West-Vlaanderen, zoals iedereen, over dit project, met alle aspecten die reeds zijn vermeld door de collega’s. Er is inderdaad zeer veel ongerustheid bij de lokale besturen, bij de burgerplatformen. Het gaat hem vooral om vertrouwenwekkende antwoorden op terecht gestelde vragen. Net als u zijn wij onder de indruk van de deskundigheid waarmee die burgerplatformen zich hebben laten omringen om daadwerkelijk te proberen mee te helpen zoeken naar een oplossing. Het zal heel belangrijk zijn dat de intendant voldoende ruimte krijgt om te onderzoeken wat moet worden onderzocht, dat die niet wordt gezien als een masseur die wordt aangesteld om een bestaand project erdoor te duwen, of erin te wrijven. Het moet dus toch wel iemand zijn die voldoende deskundigheid heeft, die zich kan omringen met deskundigheid om vertrouwenwekkende antwoorden te geven op de bekommernissen die bestaan. Ik meen echter reeds te hebben begrepen uit uw antwoord dat dat ook uw expliciete bedoeling is.
Die termijn is er ook niet zomaar. Dat is zes maanden. Indien nodig kan die worden verlengd. Men kan zes maanden een lange termijn vinden, maar als er procedures worden gevoerd tegen het project wanneer de procedure officieel start, zijn er, met de beroeps- en vernietigingsprocedures waarin is voorzien in onze wetgeving, heel wat mogelijkheden voor mensen die een project willen tegenhouden. Daarvoor moeten we ons hoeden. Ik denk dus dat het draagvlak voldoende groot moet zijn, na zes maanden, negen maanden of een jaar, dat men dan finaal kan zeggen dat men er allemaal achter staat, zodat daadwerkelijk naar de plannings- en vergunningsfase kan worden overgegaan. Dat lijkt me ook de kortste termijn om tot een reëel project te komen.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Dank u. Ik denk dat ik er eensgezindheid over heb gehoord dat dit de juiste manier van aanpakken is, dat de intendant ook inderdaad voldoende ruimte moet hebben om bepaalde alternatieven te bekijken. Ik versta dat ze bij Elia natuurlijk hun oefening maken en sommige zaken willen opleggen, maar ik vind het echt wel heel belangrijk dat we dit op een serieuze manier doen, ook ten overstaan van de bevolking in West-Vlaanderen. We beginnen dus met zes maanden. Als het nodig is, zullen we wat meer ruimte geven. In die mogelijkheid is voorzien.
Daarnaast lijkt het me heel belangrijk dat er een tracé wordt gekozen. Dat zal dan een heel belangrijk moment zijn voor iedereen: oké, dit is het. Dat moet dan ook voldoende goed worden gecommuniceerd. Er moeten ook flankerende maatregelen zijn, en alles wat verder nodig is. Ik zou het echter jammer vinden, mocht het project zo plaatsgrijpen, zonder dat alle alternatieven zijn bekeken, zodat de mensen nog op hun honger blijven zitten. Dat is voor mij echt wel van cruciaal belang. Over dit dossier heb ik ook met collega Crevits heel vaak gesprekken gehad. Ik heb dit immers ook voorgelegd aan de regering. Zij is ook mee, denk ik, als het gaat over het op deze manier mee oplossen hiervan en zo voor dat draagvlak te gaan.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Ik ben blij met het antwoord en zal met veel plezier de komende maanden volgen wat er gebeurt. Het is een belangrijk project, maar het moet inderdaad met voldoende draagvlak gebeuren, regionaal en provinciaal. Dat is even belangrijk. We volgen dit dus verder op.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.