Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 25 mrt 2021 08:00 

Brexit: definitieve visquota in Britse wateren


Actuele vraag over de lopende onderhandelingen inzake definitieve visquota in Britse wateren als gevolg van de brexit van Cathy Coudyser aan minister Hilde Crevits

dgekeurd door de sprekers.

De voorzitter

Mevrouw Coudyser heeft het woord.

Cathy Coudyser (N-VA)

Minister, collega’s, de brexit, het hoeft niet meer gezegd, treft Vlaanderen heel hard, niet het minst onze kleine en kwetsbare Vlaamse visserijsector. Ik weet dat we allebei de bezorgdheid delen.

Visquota zijn natuurlijk een heel belangrijk onderwerp, want het gaat over wat en hoeveel we uit die Britse wateren nog mogen vissen. In december werd een tijdelijk akkoord gesloten over die visquota, tot 31 maart 2021. Dat komt nu natuurlijk wel heel dichtbij. Ondertussen zouden de Europese Commissie, in samenspraak met de ministers van Visserij van de verschillende lidstaten, en het Verenigd Koninkrijk onderhandelen over definitieve visquota.

U gaf vorige week in de commissie al mee dat de onderhandelingen heel erg moeilijk verliepen. Deze week was er ook de Europese Agrifish Raad, en dat onderwerp stond uiteraard ook op de agenda. Vandaag lees ik dat er opnieuw een tijdelijk akkoord is gevonden tot 31 juli. Dat is misschien een beetje goed nieuws. We hadden natuurlijk gehoopt op een definitief akkoord. U kunt ongetwijfeld meer toelichting geven over dat tijdelijk akkoord dat is bereikt en over de gevolgen voor onze visserij.

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Collega, bedankt voor deze visvraag. Er is nog geen akkoord met het Verenigd Koninkrijk en dat is eigenlijk heel lastig voor onze vissers. De commissaris, die ik ook bilateraal heb gezien, heeft nog eens bevestigd dat hij tegen 1 april een akkoord wil met Groot-Brittannië. Nu waren er natuurlijk voorlopige quota of ‘total allowable catch’ (TAC’s) voorzien tot eind maart. Als je natuurlijk nog geen akkoord hebt, dan moet je zorgen dat onze vissers verder kunnen vissen tot juli. Daarover is er nu een akkoord.

Er is een noodplan goedgekeurd dat bepaalt dat onze vissers zeven twaalfden van de TAC’s die ze hadden voor 2021, waarvan het stukje dat moet worden afgegeven aan Groot-Brittannië wordt afgetrokken, nu kunnen vissen tot eind juli. Ze kunnen dus weer vooruit en dat is op zich een goede zaak om de activiteiten voort te zetten.

Maar we hebben wel een heel specifiek probleem in onze Vlaamse visserij. We hebben voor een aantal soorten micro-TAC’s. Dat zijn hele kleine hoeveelheden die we mogen vissen. Ik geef een voorbeeldje. Als je in de Ierse zee op tong wil vissen, dan kan het gebeuren dat je ook een kabeljauw vangt. Dat zijn bijvangsten, zoals dat heet. Die micro-TAC’s zijn zodanig klein dat ze bijna onmiddellijk in onze bijvangstquota zijn opgebruikt. Als je daarover gaat, kun je ook je hoofdquotum niet meer gebruiken. We moeten dus echt kunnen ruilen met andere landen om die micro-TAC’s een beetje omhoog te krijgen. Op dit ogenblik werkt dat systeem totaal niet omdat iedereen kijkt naar welk akkoord we kunnen sluiten met het Verenigd Koninkrijk.

Collega, we zijn dus blij met de TAC’s die we hebben gevonden tot eind juli, maar er is zeer urgent nood aan een akkoord met Groot-Brittannië om onder andere het probleem van de micro-TAC’s op te lossen, de ruil mogelijk te maken en de lidstaten zover te krijgen dat ze er willen aan beginnen. Dat vraagt zekerheid over de afspraken met Groot-Brittannië.

De voorzitter

Mevrouw Coudyser heeft het woord.

Cathy Coudyser (N-VA)

Beter nu nog een tijdelijk akkoord dat tot 31 juli een beetje zekerheid geeft dan geen akkoord en chaos op 1 april. Ik begrijp dat het absoluut noodzakelijk is dat we een definitief akkoord hebben met het Verenigd Koninkrijk, niet in het minst om het probleem van de micro-TAC’s en de mogelijkheid om de visquota te ruilen, op te lossen.

Ik begrijp dat er goed nieuws is dat we ook in de Keltische zee opnieuw op tong en zeeduivel kunnen vissen. Dat is heel belangrijk voor onze Vlaamse visserij. In de marge daarvan herinner ik me het gesprek van vorige week in de commissie dat de aanlanding in Britse havens nog altijd een probleem is. U laat de bedrijven daar begeleiden, elk individueel, en er was sprake van een proefproject. Hebt u daar al meer nieuws over en ook over de onderhandelingen van het FAVV over de sanitaire controles die nog altijd heel wat administratieve rompslomp vergen?

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Minister, het is inderdaad een beperkt goede zaak dat er een tijdelijk akkoord is voor de vangstrechten en de vangstquota van de komende maanden. Eind vorig jaar waren we natuurlijk bang dat dit de doodsteek voor onze visserijsector zou zijn, maar dat is het gelukkig niet gebleken. We moeten natuurlijk zien dat het niet een geleidelijk-aan-doodsteek wordt door van de ene beslissing naar de andere te hobbelen.

Minister, hebt u zicht op wanneer er een definitiever akkoord zou zijn om toch wat meer structureel beleid te kunnen voeren? De 60 miljoen euro in het Brexitfonds die ter beschikking staat van onze sector om daarin te investeren, weet u al meer gedetailleerd op welke manier u die gefocust gaat inzetten om de transitie van de visserijsector richting postbrexittijdperk helemaal door te maken?

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Minister, het komt niet vaak meer voor dat de visserij hier aan bod komt in de plenaire zitting. Ik wil toch even meegeven: we spreken altijd over onze Vlaamse visserijsector, maar, collega Vaneeckhout, jammer genoeg hebben wij nog slechts 64 visserijboten. In de afgelopen 10 jaar zijn er 25 weggevallen. Van de 64 boten is er 40 procent in buitenlandse handen, wat niet betekent dat ik onze Vlaamse visserijsector niet zou ondersteunen, want er is natuurlijk meer dan de boten alleen. Er zijn ook de winkels, er werken ongeveer 5000 mensen in die hele sector. Inderdaad is de vraag van collega Vaneeckhout terecht. Ik begrijp dat het niet evident is om een akkoord te sluiten met het Verenigd Koninkrijk en dat ook de problematiek van de ruilhandel nog niet is opgelost. Het woord van het jaar of van de afgelopen maanden is misschien: perspectief bieden. Minister, welk perspectief kunt u bieden op een definitief akkoord?

De voorzitter

Mevrouw Lambrecht heeft het woord.

Annick Lambrecht (Vooruit)

Minister, de toegang van tot de Britse wateren is van essentieel belang voor de Vlaamse visserij. De helft van onze visserijproductie komt uit de Britse wateren. Het is niet zo dat er 5000, maar toch 2500 mensen direct en indirect in die sector werkzaam zijn. Het is dan ook zeer goed dat er een akkoord is over die tijdelijke vangstmogelijkheden voor dit jaar. Die 16 miljoen euro vanuit Europa is dan ook meer dan nodig, want we moeten er alles aan doen om de vissers veilig door de brexitstorm te loodsen. Het is ook goed, minister, ik wil dat benadrukken, dat u zeer nauw contacten houdt met de Rederscentrale en de Vlaamse Visveiling, maar andere collega’s zeiden het ook al: we moeten verder dan vandaag kijken. Mijn vraag zit ook in die context, we moeten ook zonder brexit de vissers kunnen blijven helpen. Minister, welke bijkomende structurele voorstellen ziet u als mogelijkheid om de visserij op langere termijn te ondersteunen?

De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (CD&V)

Beste collega’s, minister, inderdaad ondersteunt iedereen hier unaniem het verhaal van de noodzaak van een eventuele herstructurering in de visserij. We weten dat onze vloot vooral geënt is op het vangen van tong, daar zijn we echt specialist in. Als het gaat over het ruilen van quota, dan is het inderdaad belangrijk om te zien waar wat mogelijk is. Specifiek in het kader van de quota, de benadering en de onderbouwing worden er altijd metingen gedaan van de visbestanden. Specifiek voor de kabeljauw vernemen we dat er een aantal insinuaties zijn – het is niet zeker dat het echt zo is, de vraag is of er voldoende wetenschappelijk onderzoek naar is – dat er een zekere migratie zou zijn naar koudere wateren, waardoor de nulmeting al dan niet nog correct zou zijn. Wordt dit voldoende in rekening gebracht bij de berekening van de vangstquota?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Dank u wel, collega’s, in verband met het luikje brexit: de commissaris heeft 1 april 2021 als datum gezegd. Hij zei ook dat we vrij goed opgeschoten zijn, maar zoals bij alle moeilijke akkoorden is er pas een akkoord als er over álles een akkoord is. Dat heeft wat voeten in de aarde. Mijn grootste zorg rond een akkoord is het level playing field. Ik zou niet graag hebben dat het speelveld tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie niet gelijk is. Voor mij is dat een zorg, zeker als het gaat over technische zaken.

Collega’s, dit akkoord is nodig, ook om de lange termijn te kunnen starten. Want we hebben al een principieel akkoord dat we in de 12-mijlszone mogen komen voor de volgend 5,5 jaar, maar dan moet per soort afgewogen worden hoeveel dat dat dan is. Daarna moeten we nog tussen de landen bekijken wat er voor wie is. Zodra het akkoord er is, kunnen we werken aan de duurzame toekomst, om het zo te zeggen.

Collega Vaneeckhout, ik plan ook een nieuw convenant ‘duurzame visserij’. Daarover wordt nu rond de tafel gezeten, dat is goed. Collega Lambrecht, de middelen die we krijgen, worden ingezet om de toekomst van de sector te verzekeren.

Het goede nieuws bij de vraag over hoeveel personeel er nu in de visserijsector werkt, is dat het meer dan 2500 en iets minder dan 5000 mensen zijn. Het hangt er ook vanaf wat je allemaal meerekent als afgeleide ervan. Hoe groter de perimeter, hoe meer volk. Het zijn in elk geval veel mensen en het zijn er meer dan alleen maar de mensen die vissen met de 64 boten. Wat voor mij een hoopvol teken is, is dat er een aantal nieuwe boten besteld zijn. Vorige week is er toevallig een geleverd in Nederland, Casco, en die komt hopelijk in september naar Zeebrugge.

Het is fantastisch om te zien hoe ook die visserij verandert. Ik ben onlangs op een oude nog zeewaardige boot geweest, maar het verschil tussen die oude en nieuwe boten is ongelooflijk, ook op het vlak van het comfort en de arbeidsomstandigheden. Dat gaat enorm vooruit. Ik wil echt mee steun geven opdat de sector zich zou kunnen vernieuwen.

Ik denk dat collega Coudyser het had over nieuwe zeemogelijkheden. Ook met Noorwegen is er een akkoord. Dat vraagt natuurlijk ook aangepaste boten en aangepaste vistechnieken. Ik vind dat een deel van onze steun ook daar naartoe moet gaan. Hoe kan de sector nieuwe wateren gaan verkennen waarin ze mogen vissen en op die wijze ook hun boten en hun technieken aanpassen? Er is nog veel werk aan de winkel, maar ik heb eerst een akkoord nodig met het Verenigd Koninkrijk en dan kan de uitwerking op lange termijn beginnen.

Ik geloof niet, collega’s, dat onze visserij langzaam zal uitsterven. Dat wil ik ook niet. Ik woon ook vlak bij de zee. Dat heeft zijn dynamiek en zijn charme.

Ik stel vast dat alle landen die rond de tafel zitten en die een visserijsector hebben extreem gevoelig zijn voor de toekomst en het blijven bestaan van de sector. Dat is ook het geval in Vlaanderen. Daarom brengt dat ook wat persoonlijke betrokkenheid mee, een zeer nauwe betrokkenheid van de Rederscentrale, maar ook een heel grote zorg over de Visveiling, de toekomst van de veiling en misschien ook de nieuwe horizonten die ze daar moeten gaan verkennen. We werken naarstig verder.

Collega Dochy, wat tot slot de kabeljauw betreft, klopt het dat er geruchten zijn dat bepaalde vissoorten, waaronder de kabeljauw, zich eerder noordwaarts zullen verplaatsen. Dat heeft te maken met de klimatologische omstandigheden. Maar men zegt me dat in de wetenschappelijke adviezen van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee men ook met klimatologische omstandigheden rekening houdt. Dat zou dus moeten zijn meegerekend, maar ik zal uw vraag specifiek laten bekijken. We kunnen niets doen aan het feit dat vissen wat hogere of lagere wateren opzoeken.

De voorzitter

Mevrouw Coudyser heeft het woord.

Cathy Coudyser (N-VA)

Dank u wel, minister, voor de bijkomende antwoorden. We kijken uit naar 1 april – hopelijk is het geen aprilgrap –, maar vooral naar een definitief akkoord zodat de rechtszekerheid voor onze Vlaamse vissers vergroot en we inderdaad de stap kunnen zetten naar het uitbouwen van een verdere duurzame toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat er met de investeringen heel wat nieuwe kansen komen om hen enerzijds te ondersteunen in het zoeken naar nieuwe visgronden. Anderzijds zullen die nieuwe boten, die nieuwe technologieën hebben en ook veiliger zijn, het beroep van visser aantrekkelijker maken. Ook daarop moeten we inspelen, los van de vele andere kansen die er nog liggen voor onze Vlaamse visserij.

De voorzitter

De actuele vraag is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer