De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Minister, in een aantal supermarktgroepen is de prijzenoorlog weer begonnen en onze landbouwers delen momenteel in de klappen. Zo is er de promotie van warenhuisketen Albert Heijn die bij de BB in het verkeerde keelgat schoot, waarbij er gratis tomaten, prei of avocado’s worden geschonken. Dat is natuurlijk een legale koppelverkoop, maar in de praktijk wordt dat voedsel toch met verlies verkocht. Het gratis weggeven van groenten en fruit is een slecht signaal, omdat het de productiekost van duurzame landbouwproducten banaliseert, en dat is niet goed.
Minister, de loutere wettelijkheid van deze actie ressorteert onder de bevoegdheid van uw federale collega. U hebt in Vlaanderen Landbouw en Economie in uw portefeuille, en ik vind dit een relevant onderwerp voor deze commissie.
Minister, hoe evalueert u de impact van deze acties op de publieke perceptie inzake duurzaamheid en rendabiliteit van de Vlaamse land- en tuinbouw? Hoe staat u tegenover de reactie van de sectororganisaties op deze actie? In hoeverre acht u het wenselijk om u aan te sluiten bij deze reactie en eventueel de betrokken ketens aan te spreken?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Joosen, u merkt terecht op dat de juridische bevoegdheid bij het federale niveau ligt. Ik kan me bijgevolg niet uitspreken over de wettelijkheid van de actie van Albert Heijn. Federaal minister Pierre-Yves Dermagne heeft intussen aan de Economische Inspectie gevraagd om de promotieactie te onderzoeken op haar wettelijkheid.
Maar ik heb natuurlijk ook wel mijn mening. Om te beginnen wil ik benadrukken dat supermarkten een belangrijke partner zijn voor de landbouwsector als afzetmarkt en dat supermarkten onze landbouw ook vaak ondersteunen in het aanbieden van Vlaamse en seizoensgebonden producten.
De Belgische retailmarkt is zeer, zeer competitief met lage marges. Je hebt dus altijd het risico dat supermarktketens in hun onderlinge strijd om de gunst van de consument verwikkeld raken in een race to the bottom. De grootste verliezer in een dergelijk verhaal is de boer, maar eigenlijk is er niemand gebaat bij zo’n economisch model.
Ik pleit dan ook graag voor een evenwichtige verdeling van de lusten en lasten tussen de verschillende schakels van de voedselvoorzieningsketen. Dit betekent enerzijds inzetten op een lastenverdeling op het vlak van risico’s en kosten, maar ook opletten dat initiatieven rond duurzaamheid en circulaire economie niet teniet worden gedaan met zulke promoties. Zulke promotieacties doen trouwens geen goed aan de publieke perceptie in het algemeen.
Uit studies bij onder andere het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) blijkt dat het vertrouwen van de consument in de primaire sector al groot was en nog steeds groeit. Kwalitatief behoort Vlaanderen tot de absolute wereldtop, zowel in kwaliteit als in voedselveiligheid en duurzaamheid. Dergelijke lage prijsacties doen de landbouw en tuinbouwproducten alleszins dus een groot oneer aan. Ik ben daar dus niet gelukkig mee.
Ik begrijp de reactie van de sectororganisaties, zeker die van de landbouworganisaties, maar ook van organisaties zoals Buurtsuper van UNIZO. Onze boeren werken erg hard om producten op de wereld te zetten en het is dan ook pijnlijk als iemand deze waardeert als gratis.
Ik ben een groot voorstander van een breed gedragen Ketenoverleg. Ik wil erop wijzen dat als er door de bevoegde federale diensten geen overtredingen worden vastgesteld, overleg de enige oplossing is om elkaars klachten en verzuchtingen te horen. Ik roep de partijen op om overleg te hebben in het daarvoor voorziene Belgische Ketenoverleg. Ik heb vorige week nog gezegd dat er nog een aantal andere thema's zijn waardoor het op dit ogenblik wenselijk lijkt dat ik me persoonlijk in het Ketenoverleg even laat zien. Ik heb dat ook beloofd en alzo zal geschieden.
De positie van de Vlaamse productie moet in de nabije toekomst verder worden versterkt. We zitten op het traject naar ‘Voedsel verbindt boer en burger’, waarin 23 federaties, met inbegrip van de landbouworganisaties, een engagement hebben genomen rond de waardering en positionering van lokaal voedsel. In dit charter is ook de retail via Comeos aan boord. Door deze actie wil ik de lokale productie meer naar waarde schatten en samen met de partners zoeken naar positieve initiatieven die dit versterken.
Ik ben dus niet gelukkig met de actie, en ik neem het engagement om zelf initiatief te nemen in het kader van het Ketenoverleg.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Dank u wel, minister. Ik apprecieer uw reactie op de vraag heel erg. De retailsector claimt die titel van duurzaamheid de laatste tijd steeds meer. Hij beweert dat hoog in het vaandel te dragen. Onze landbouwers dragen dat ook hoog in het vaandel. Zij doen heel wat inspanningen om die duurzaamheid te verkrijgen. Maar acties als deze duiden natuurlijk niet op een duurzame relatie met onze Vlaamse land- en tuinbouwers. Dit veroorzaakt echt een probleem in het partnerschap. Die supermarktstrategieën zijn aantrekkelijk voor de consument, maar nefast voor onze landbouwers, voor de perceptie en voor de inspanningen die er gebeuren op het vlak van duurzaamheid.
U zei dat u tevreden bent over het Ketenoverleg. Dat is al een aantal keren teruggekomen in de voorbije commissievergaderingen naar aanleiding van vragen. Dat duidt op het feit dat er heel wat opportuniteiten zijn en dat we daar een extra inspanning kunnen leveren.
Moeten we geen bijkomende mogelijkheden zien op het Vlaamse niveau qua bewustwording bij de consument? Kunnen we daar nog inspanningen doen om dat aan te pakken?
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, ik bedank u voor uw antwoord. Het stelt mij tevreden maar collega’s die al een tijdje in deze commissie zitten zullen het met mij eens zijn dat deze vraag niet nieuw is. Dit sleept al een paar jaar aan. Het komt regelmatig terug.
Er wordt altijd verwezen naar het Ketenoverleg. Maar ook daar komt nooit iets concreets uit. Het is een spijtige zaak, vooral voor de perceptie, alsof landbouwproducten wegwerpproducten zijn. Daar is niemand mee gebaat, noch de consument noch de producent. Ik vind dat een heel spijtige evolutie.
Minister, ik ben wel tevreden dat u zegt dat u zich zult tonen op het Ketenoverleg. Ik weet niet wat u daarmee bedoelt. Ik vraag u om inderdaad op tafel te kloppen en te hopen dat er een einde wordt gesteld aan dergelijke praktijken. Misschien kunt u ook de retailsector rechtstreeks contacteren om te zeggen dat dit zaken zijn die eigenlijk niet kunnen en voor niemand goed zijn?
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik wil onze grote zorgen uiten met betrekking tot die offensieve marketingstrategieën, die vooral uit Nederland overwaaien en die ook hier hun voeten in de aarde hebben. Ze betekenen vooral voor de laatste schakel, de producent, een zware klap. Dit komt ook op een heel ongelegen moment, zoals u hebt aangehaald: net wanneer de korte keten meer en meer zijn intrek vindt. De mensen vinden een faire prijs en kwaliteitsproducten enorm belangrijk. Dan is het jammer dat de producten op die manier in de markt worden gezet.
Mijn bijkomende vraag is al voor een deel gesteld door mijn collega-vraagsteller. Voor de sensibilisering van de consument is het niet alleen belangrijk te zien dat we een heel groot aanbod van producten hebben, maar ook dat er niet zoiets bestaat als een ‘free lunch’. Als zij gratis producten krijgen, moet iemand daar de prijs voor betalen. We hebben dus nog werk aan de winkel. Daarvoor kijk ik in uw richting want u kunt daar wel degelijk op inzetten.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, we zijn het in deze commissie niet altijd over alles eens, maar hier zijn denk ik alle partijen het erover eens dat die prijsvorming echt fout zit en dat dit soort acties geen respect tonen voor onze producenten, voor onze land- en tuinbouwers.
Minister, we hebben het er al een paar keer over gehad. Ik heb ook al gevraagd naar een manier om daar iets aan te doen. U hebt al vaak verwezen naar de omzetting van de Europese richtlijn die deze oneerlijke handelspraktijken in de landbouw zou moeten aanpakken. U zegt dat u zich zult laten zien op het Ketenoverleg. Voor zover ik begrepen heb, is er momenteel een procedure lopende om die richtlijn om te zetten en wordt er binnen het Ketenoverleg daarover met de partijen overleg gepleegd. Die richtlijn moet worden opgezet tegen november 2021. Bent u daarbij betrokken? Kunt u daarover een stand van zaken geven? Hoe ziet u de opvolging daarvan, om tot een goede aanpak te komen die dit soort misbruiken in de toekomst hopelijk kan inperken?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’s, dank u wel voor de bezorgdheid. Het klopt wat collega Steenwegen zegt: we zijn het over die zaken in deze commissie allemaal eens. Collega Joosen, wat betreft de bewustwording bij de consument: een van de initiatieven die ik genomen heb, is het project ‘Voedsel verbindt boer en burger’. Samen met 23 organisaties werken we momenteel richting een voedseltop een aantal acties uit omdat we de Vlaming meer bewust willen maken van het zeer uitgebreide aanbod van lokale producten, om het chauvinisme zo ook wat aan te wakkeren en om ook de bereidheid om eerlijke prijzen te betalen groter te maken.
Een van de vier grote pijlers van de Vlaamse voedselstrategie is net om in te spelen op de consumentenzijde en om de bewustwording te vergroten dat boeren inspelen op wat de consument vraagt en hoe die zijn vraag wijzigt. Ik heb collega Sintobin inderdaad beloofd om voor de varkenssector de keten samen te roepen. Op zich is het Ketenoverleg, dat weet je, een privaat initiatief. Ik kan de prijs niet bepalen die men vraagt voor een bepaald product, maar ik kan wel mijn bezorgdheden uiten en het gesprek aangaan om de bewustwording ook groter te maken. In onze Vlaamse voedselstrategie wordt ook de hele keten betrokken, dus het aspect van de gelijke verdeling tussen lasten en lusten tussen de schakels maakt daar deel van uit. Mijn kabinet is ondertussen ook volop bezig met bilaterale gesprekken voor een breder overleg, dus wij zijn een aantal aftoetsingen aan het doen om te kijken hoe we kunnen ingrijpen. Dit is nu specifiek voor de varkenssector, maar we kunnen dat ook uitbreiden naar andere sectoren.
Het is inderdaad een verhaal dat al lang duurt en ik heb jullie ook een aantal keren gezegd dat consument en burger niet gelijk zijn. De burger vindt van alles rond het dierenwelzijn, rond duurzaamheid enzovoort en in de winkel word je om de oren geslagen met superdumpingprijzen en dan zegt de consument ‘ah ja, we doen daaraan mee’. Daar zit ook een kloof en je zou dat een beetje op elkaar moeten kunnen doen plakken en daar kan de hele keten mee een bijdrage voor leveren.
Voorzitter, ik moet efficiënt en kort zijn zeker. Ik zal dat voor de volgende vraag proberen te doen.
De voorzitter
U bent aan het oefenen neem ik aan. We rekenen op nog wat vooruitgang, maar geen probleem.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Ik kijk uiteraard mee uit naar de resultaten van de inspanningen onder andere via ‘Voedsel verbindt boer en burger’. Ik ben heel tevreden dat een aantal collega’s aansloten, verschillende partijen hebben zich hier vandaag nogmaals achter die oproep geschaard en mee een signaal gegeven, en daar ben ik tevreden over. En dat was kort.
De voorzitter
Dat was heel kort, dank u wel, collega.
Deze vraag om uitleg is afgehandeld.