|
13 mrt 2021 |
17:49 |
|
champignonbericht informeert champignontelers over kennis uit onderzoek
In 1969 lanceerde Inagro – toen nog POVLT - de eerste editie van de champignonberichten. Vandaag is de nieuwsbrief aan zijn driehonderdste nummer toe. Met die bundeling van actualiteiten uit het onderzoek biedt Inagro teeltondersteuning aan de champignontelers. En dat is nodig, want anno 2021 zijn de West-Vlaamse champignon-bedrijven nog steeds goed voor een groot deel van de totale jaarlijkse productie in België. “Dankzij onze moderne infrastructuur blijven we relevant en performant onderzoek doen voor de sector”, vertelt Nancy Pyck, onderzoeker eetbare paddenstoelen in Inagro.
|
Toen de vlasprijzen eind de jaren zestig in het slop zaten, gingen vlasboeren op zoek naar andere rendabele mogelijkheden. Velen maakten de overstap naar de champignonteelt. Hun leegstaande loodsen bouwden ze om tot teeltcellen. Om de nieuwbakken champignontelers bij te staan, startte de Provincie West-Vlaanderen in 1967 een champignonafdeling op de site van het toenmalige Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) in Beitem, vandaag Inagro. In 1968 organiseerde het POVLT al een eerste cursus voor champignontelers. Die kon op ruime belangstelling rekenen van cursisten uit heel Vlaanderen. In 1969 verscheen de eerste editie van de champignonberichten en in 1990 werd gestart met betaalde voorlichting.
Voorlichting nog altijd even belangrijk
Via voorlichting informeert het proefcentrum de telers sindsdien over de onderzoeksresultaten. “Elke producent kan een beroep doen op Inagro voor onder meer teeltondersteuning, bijstand bij certificering en analyses van compost, champignons en champost”, verduidelijkt Kristof Gheysens, onderzoeker eetbare paddenstoelen. Ook informeert Inagro de telers over de recentste wijzigingen en correcte interpretatie van de wetgeving, bijvoorbeeld in mestverwerking en voedselveiligheid.
En dat loont, want vandaag is 75% van de Belgische champignonbedrijven aangesloten bij de betaalde voorlichting en is het driehonderdste nummer van de champignonberichten verstuurd. “Voorlichting blijft dus belangrijk voor de telers. Maar ook andere stakeholders interesseren zich in de nieuwsbrief. Denk aan Belgische en Nederlandse universiteiten, composteerbedrijven, toeleveranciers, fytobedrijven en consultants. Onze verste abonnee woont zelfs in Zuid-Afrika”, klinkt het bij Inagro.
Relevant en performant onderzoek
Met de verdere uitbouw van een onderzoeksafdeling voor eetbare paddenstoelen in 1972 en 1988 speelde de Provincie West-Vlaanderen een belangrijke rol in de sterke groei en bloei van de sector in de jaren ’70 en ’80 in Vlaanderen. Dankzij proefcapaciteit op semipraktijkschaal kunnen onderzoekers de teelttechnische problemen aanpakken. Zo staat het proefcentrum de sector al jarenlang bij met onderzoek naar onder andere teelttechniek, rassenkeuze, gewasbescherming, teeltduurverkorting en het temperatuurs- en tijdstraject van de conditioneringsfase.
In 2016 werd de infrastructuur in Beitem fors uitgebreid en aangepast aan de sterk veranderde praktijkomstandigheden en de nieuwe technologieën in onderzoek. “Zo kunnen we de komende jaren relevant en performant onderzoek blijven uitvoeren naar de teelt van eetbare paddenstoelen”, vertelt Nancy Pyck. “Door nieuwe onderzoeksdomeinen aan te snijden, blijven we bovendien een belangrijke rol spelen als kennispartner voor onze Vlaamse bedrijven.”
Op het vlak van circulaire economie is de champignonsector pionier. Van oudsher is ze immers het toonbeeld van gesloten kringlopen, door het gebruik van grondstoffen als stro, paardenmest, kippenmest en schuimaarde. “Niettemin blijven we als praktijkcentrum zoeken naar veelbelovende alternatieve reststromen uit de circulaire economie die als grondstof kunnen dienen voor de paddenstoelenteelt”, vult Nancy Pyck aan. Tegelijk wordt de compost aan het einde van de teelt hergebruikt als bodemverbeteraar, opnieuw een voorbeeld van circulaire economie.
Interesse uit het buitenland
Hoewel de sector de laatste tien jaar een belangrijke sanering doormaakte en het aantal telers in Vlaanderen serieus daalde, bleef de totale productie van eetbare paddenstoelen in West-Vlaanderen wel op peil. Anno 2021 zijn de West-Vlaamse producenten nog steeds goed voor meer dan de helft van de totale jaarlijkse champignonproductie in België. Verschillende bedrijven investeerden in schaalgrootte, teeltcyclus, logistiek en bedrijfsorganisatie. “Telers en composteerders hebben dus nog steeds nood aan innovatief onderzoek en voorlichting”, klinkt het.
Tegelijk is er belangstelling uit het buitenland. De omringende landen - Nederland, Duitsland en Frankrijk – hebben geen praktijkgerichte onderzoekinfrastructuur meer op deze schaal. “Onze werking als uniek centrum voor praktijkgericht onderzoek en voorlichting wordt dus niet alleen in Vlaanderen, maar ook internationaal erkend en gewaardeerd”, besluit Nancy Pyck.
|
|
|
|