Als de bodem voldoende warm is en er vocht en nutriënten aanwezig zijn, zal de mineralisatie op gang komen. De stikstof in de bodem komt daardoor beschikbaar voor het gras. De minimale bodemtemperatuur daarvoor is 5°C. De graswortels zullen dan starten met groeien en nutriënten opnemen. Ook voldoende lichtintensiteit is cruciaal om grasgroei te stimuleren, want licht speelt een rol in de fotosynthese. Dat moment inschatten kan door middel van de temperatuursom (T-som) en door de bodemtemperatuur op 10 cm diepte op te volgen. De gemiddelde bodemtemperatuur in Beitem was deze week 4,7°C.
Temperatuursom
De temperatuursom wordt berekend door de gemiddelde dagtemperaturen boven het vriespunt sinds 1 januari op te tellen. Zodra de T-som de norm van 250°C overschrijdt, kan je aannemen dat de grasgroei van start is gegaan. Dat is ook het optimale moment om de eerste kunstmestgift toe te dienen in grasland.
Om dierlijke mest uit te rijden hoef je daar niet meteen op te wachten. Het beste bemestingstijdstip is daarvoor afhankelijk van de draagkracht van de bodem, om insporing te vermijden. Een vroege voorjaarsgift van drijfmest gaat het bodemleven namelijk activeren. Optimaal bemesten is dus cruciaal in grasland. Te vroeg bemesting zorgt namelijk voor uitspoeling van de nutriënten, terwijl er door te laat bemesten groeidagen, en dus opbrengst verloren gaan.
In onderstaande figuur kan je de huidige T-som zien, tot en met 17/02.