Op het einde van het groeiseizoen 2020 werd op vier percelen een proef aangelegd om na te gaan wat de beste en/of snelste (chemische) loofdoding was in diverse rassen, zonder producten met diquat als actieve stof (type Reglone). VTI Poperinge, LTCW (Sint-Niklaas), Inagro (Beitem) en PIBO Campus (Tongeren) legden de proeven aan en volgden ze op. Financiering gebeurde via het Landbouwcentrum Aardappelen en Onderzoek & Ontwikkeling binnen Inagro.
Rasverschillen
Op drie locaties pootten we Fontane, veruit het belangrijkste industrieras in Vlaanderen. Bij dat ras is loofdoding niet zo vanzelfsprekend en toch iets lastiger dan bij Bintje of Innovator. Markies kent ook een aanzienlijk areaal in Vlaanderen en is vooral een laatrijp ras met zeer taaie stengels. Het is dus een echte uitdaging om het loof van dat ras vlot te kunnen doden. Challenger (enkel op proefveld in Beitem) is ook geen onbelangrijk ras. Het wordt gekenmerkt door een groeispurt op het einde van het groeiseizoen. Dat zorgt voor langer groen loof, waarvan we de groei tijdig willen stilleggen.
> Bekijk de uitgebreide rapporten
Beitem
Op het proefveld in Beitem werd een proef aangelegd in drie rassen, met name Fontane, Challenger en Markies. De eerste bespuiting was altijd met Gozai (+ olie) gevolgd door Spotlight Plus (+Ranman Top als uitvloeier). Eén schema startte op 27 augustus en een tweede schema op 9 september.
Twee weken later starten met de loofdoding zorgt ervoor dat het gewas/de aardappelen nog twee weken extra kunnen verder groeien. De oogst hoeft bij Fontane en Challenger echter niet langer uitgesteld te worden, want de stengels zijn twee weken na start van de loofdoding al voor 97% volledig afgestorven. Bij de schema’s waar vroeg werd gestart, duurde dat wel vier weken.
Bij het zeer late ras Markies duurde het vijf weken totdat de stengels (quasi) volledig afgestorven waren, op voorwaarde dat we relatief vroeg startten. Als de eerste bespuiting eerder half september plaatsvindt (± 40% natuurlijke afrijping), dan mag er gerekend worden op een drietal weken. Dat wijst erop dat je toch tijdig moet beginnen met de loofdoding van Markies om de stengels tijdig voldoende gedood te krijgen.
De snelheid van afsterven na de bespuitingen verliep even snel bij de twee rassen Fontane en Challenger (in het droge jaar 2020). Twee bespuitingen waren voldoende om het loof volledig dood te krijgen. De bladeren van Markies sterven even snel af. Maar het zijn vooral de stengels bij Markies die de loofdoding moeizaam laten verlopen. Daarom zijn bij dit zeer late frietras wel drie bespuitingen nodig, zeker als je in de eerste helft van september loofdoodt.
Met loofdoding willen we vooral ook zorgen dat de knollen bij de oogst vlot loskomen van de stengels. Drie weken na de start van de loofdoding hingen nog minder dan 4% van de knollen vast aan de stengels bij Fontane en Challenger. Bij Markies lag dat percentage nog heel wat hoger, met een gemiddelde van 26%. Het is dus duidelijk dat Markies een degelijke loofdoding nodig heeft opdat de stengels voldoende zouden afrijpen, de knollen voldoende pelvast worden en opdat de knollen gemakkelijk loskomen van de stengels.
Sint-Niklaas
Door de droge en warme weersomstandigheden in de zomer van 2020 ging het gewas van de twee rassen Fontane en Markies op de zandgrond in Sint-Niklaas heel snel achteruit. De chemische loofdoding werd dan ook al opgestart op 13 augustus. Uiteindelijk bleek dat een bespuiting in Fontane weinig zin had. Het onbehandelde object kende een even snelle afrijping als het behandelde object. Ook de stengels rijpten heel snel af, waardoor ook de knollen vlot loskwamen van de stengels.
Bij het ras Markies ging het loof bij de behandelde objecten net iets sneller achteruit in vergelijking met het onbehandelde object. Tussen de behandelde objecten waren er bij geen enkele beoordeling opvallende resultaten te zien. Wel was duidelijk bij het onbehandelde object dat de stengels toch langer groen bleven. Dat resulteerde ook in knollen die moeizamer loskwamen van de stengels. Op dit veld, in de gegeven omstandigheden, was één behandeling voor Markies toch wel aan te raden voor een vlotte (vroege) oogst.
Poperinge
Op het moment dat er gestart werd met de bespuitingen was het gewas al goed gezakt. De bladeren waren al aan het vergelen en bruin geworden. Als we dichter naar de stengels kijken, dan waren deze toch in hoofdzaak nog levendig, groen.
Na twee bespuitingen op Fontane (gestart op 20 aug) kende het loof een zeer snelle afsterving. Begin september was het loof grotendeels afgestorven. Als we meer in detail naar de stengels kijken, dan zagen we ook een snelle achteruitgang hiervan. Na twee weken was slechts nog een kwart van de stengels groen. Dit was een groot verschil met het onbehandelde object. Er waren toch drie weken nodig na de laatste bespuiting opdat alle stengels volledig bruin waren (al dan niet droog).
Bij Markies werd eind augustus gestart met de bespuitingen van twee objecten; een derde object werd begin september voor de eerste keer behandeld. Op 18 september was het loof van elk van deze objecten volledig afgestorven. Als we bij dit ras nauwkeuriger naar de stengels kijken, dan zien we wel een ander beeld. Het duurt toch tot zo’n 3 weken na de start van de bespuitingen totdat ongeveer 1/3de van de stengels nog hoofdzakelijk groen zijn, 1/3de eerder bruin en 1/3de volledig bruin (al dan niet krakend droog). Zes weken na de start zien we 80% afgestorven stengels liggen. In de ganse evolutie van de stengels is duidelijk te zien dat Markies beschikt over zeer taaie stengels die niet zo snel afsterven in vergelijking met het ras Fontane.
Tongeren
Op het proefveld in Tongeren werd enkel met het laatrijpe ras Markies gewerkt. De proef startte op 2 september.
Bij alle objecten werd gestart met Gozai (+ olie); enkel na loofklappen werd daags nadien Spotlight Plus ingezet. Op vlak van percentage afdoding waren er geen verschillen op te merken tussen Gozai of Spotlight Plus als tweede behandeling. Of er gestart werd op 2, 9 of 16 september zorgde al snel voor weinig verschillen in het loof. Hoe later er gestart werd met de loofdoding, hoe verder de natuurlijke afrijping was gevorderd en hoe sneller de rest van de afdoding verliep. Op 24 september was het veld van nature al 93% afgerijpt.
Het afsterven van de stengels verliep moeizamer in vergelijking met de bladeren en is wel het belangrijkste criterium opdat de knollen tijdens het oogsten makkelijker loskomen van de stengels (minder oogstbeschadiging). Op 24 september zijn er wel degelijk grotere verschillen op te merken bij de stengels tussen de objecten afhankelijk van het starttijdstip van de loofdoding. Hoe vroeger gestart, hoe minder groene stengels er nog werden gevonden. Pas op 30 september (4 weken na de start van de eerste bespuitingen) zijn er nog nauwelijks groene stengels te zien. Op 7 oktober zagen we dat 2/3de van de stengels krakend droog zijn, met uitzondering van het onbehandelde object. Er waren dan ook nog nauwelijks verschillen te vinden in de stengels.
Het loskomen van de knollen van de stengels werd op één moment beoordeeld. De schema’s van de objecten met de vroegste behandelingen waren dan al 3 weken bezig en scoorden het best. Er zijn geen duidelijke verschillen te zien tussen Gozai of Spotlight Plus als tweede behandeling.
Documenten
Loofdoding zonder diquat - LCA.pdfLoofdoding zonder diquat - proef 2020_Inagro.pdf