De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Lode Ceyssens (CD&V)
Minister, het is niet de eerste keer dat ik over dit thema vragen stel aan u, meer bepaald over de bescherming van onze veestapel, vooral het kleinvee in dezen. Ik wil u een vraag stellen naar aanleiding van de oplossing die momenteel gezocht wordt in halsbanden.
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van 1 september 2020 liet u me weten dat er sinds begin 2018 tot de zomer van 2020 met zekerheid 46 wolvenaanvallen in Vlaanderen hebben plaatsgevonden. Er waren daarbij 93 schadegevallen, waaronder het grootste deel met schapen. U schrijft ‘met zekerheid’, maar het zijn er waarschijnlijk nog enkele meer.
Wij proberen als lokale overheid op dergelijke momenten onmiddellijk te vragen dat de mensen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) onmiddellijk ter plaatse zouden gaan en kijken of er bijkomende maatregelen genomen kunnen worden om mensen te helpen bij het indienen van schadeaanvragen. We stellen vast dat er mensen zijn die geen enkele schademelding of -aanvraag doen.
Wolven zouden zich moeten voeden met het wild dat ze tegenkomen in de vrije natuur, maar ze kiezen natuurlijk voor de gemakkelijkste prooi. Nog al te vaak zijn dat schapen van particulieren. Ondertussen zijn er natuurlijk wel de mogelijkheden om het vee zo goed mogelijk te beschermen door het plaatsen van een omheining die wolfproof is. Daarvoor kan men op Vlaamse subsidies rekenen.
Maar natuurlijk moeten we onze blik verruimen en slimme oplossingen zoeken om de wolf weg te houden bij het kleinvee. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is samen met de Universiteit Antwerpen op zoek naar een manier om wolven af te leren schapen te doden, via een halsband die een stof bevat waardoor een wolf onmiddellijk moet braken als hij in de nek van een schaap bijt. Als hij die vieze stof koppelt aan het schaap, zal de wolf leren dat het schaap niet lekker is.
Verder zullen de onderzoekers experimenteren met een soort poncho die overal in de wol van het schaap wordt vastgemaakt, want een wolf zou zichzelf eventueel kunnen leren om het schaap niet via een nekbeet, maar op een andere manier te doden. Door de poncho zal die pikante stof op verschillende plaatsen zitten, waardoor de wolf uiteindelijk de schapen met rust zou laten. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat er wel of niet kan.
Minister, ik heb al een aantal keer verwezen naar het project van de ultrasone halsband uit Duitsland. Als een dier zo’n halsband draagt, zal een zeer hoog geluid uitgestoten worden wanneer de hartslag van dat dier omhoog gaat. Op die manier zou de wolf verdreven worden. In de commissievergadering van 1 juli hebt u mij laten weten dat u dat verder zou bekijken.
Minister, ik heb drie vragen voor u. Hebt u reeds een onderzoek laten uitvoeren naar de ultrasone halsbanden voor schapen? En indien ja, zijn daar al resultaten van bekend? Hoe staan die nieuwe mogelijkheden van de smaakstoffen in verband met het onderzoek naar de ultrasone halsband? Indien de onderzoeken een positief resultaat opleveren, hoeveel middelen trekt Vlaanderen daar dan voor uit?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega Ceyssens, er is geen concreet onderzoek opgestart, omdat op basis van een studie van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), INBO.A.3782, er geen wetenschappelijk bewijs werd gevonden dat wolven afgeschrikt zouden worden door ultrasone geluiden. Het onderzoek met ultrasone halsbanden waarvan sprake is geen wetenschappelijk onderbouwde studie, maar bestaat uit het ad hoc uitrusten van schapen met zo’n halsband, zonder wetenschappelijke opvolging.
Een wetenschappelijk verantwoorde studie die toelaat om harde uitspraken te doen over de werkzaamheid van maatregelen ter preventie van predatie, vereist middelen en tijd. Het is immers nodig om algemene uitspraken te kunnen doen, waardoor we niet zomaar enkele schapen van een halsband kunnen voorzien en dan kunnen turven of die worden aangevallen of niet. Dit vereist dat op herhaalde wijze meerdere roedels wolven, minstens drie, worden blootgesteld aan schapen voorzien van beschermingsmaatregelen, en dat tevens een even groot aantal roedels wordt opgevolgd waarbij geen beschermingsmaatregelen werden genomen, de controlegroep.
We moeten duidelijk het onderscheid kunnen maken tussen neofobie en werkelijke langdurige conditionering. Bovendien moet het predatierisico voldoende hoog zijn om genoeg data per groep in te zamelen en na te gaan of er in de beschermde kuddes beduidend minder predatie is dan in controlegroepen, waardoor het nodig is om dit onderzoek uit te voeren in een regio met een hoge densiteit aan wolven. Het spreekt voor zich dat de opvolging van zes roedels wolven te midden van tientallen schaapskuddes logistiek niet zo eenvoudig is, en niet op enkele maanden tijd realiseerbaar is.
Het onderzoek waarvan sprake is een initiatief van het INBO in samenwerking met de Universiteit Antwerpen. Dat is een door Vlaanderen bekostigd doctoraatsonderzoek, dat vier jaar zal duren en dat grotendeels in Frankrijk zal worden uitgevoerd. Het INBO werkt daarvoor ook samen met een Zwitsers team dat al ervaring heeft met onderzoek naar de inzet van halsbanden voor de bescherming van schapen. We maken gebruik van hun ervaringen om alternatieven verder te ontwikkelen. De alternatieve beschermingsmethodes die in het doctoraatsonderzoek onderzocht worden, zullen rigoureus afgetoetst worden en zullen mogelijk op termijn leiden tot de ontwikkeling van duurzame beschermingsmethodes voor kleinvee of grootvee.
Die nieuwe methodes zijn echter niet bedoeld als alternatief voor wolfwerende afrasteringen. Die blijven nog steeds de meest doeltreffende bescherming van vee tegen predatie. De afwezigheid van predatie op de schaapskudde van het militair domein te Helchteren die dit zomerhalfjaar permanent door wolven omringd was, is daar het bewijs van.
Het alternatief dat INBO en de Universiteit Antwerpen uitwerken via een aspirantenbeurs, is bedoeld voor situaties waarin grote kuddes schapen ingezet worden voor grootschalige beweiding in gebieden waar het predatierisico hoog is en waar het gebruik van een elektrisch raster niet haalbaar is – bijvoorbeeld bij heuvelachtig terrein of opstuivend zand –, niet wenselijk is voor natuurdoelstellingen of te arbeidsintensief is. Het doel van de methode is om een gevestigde roedel wolven te conditioneren zodat ze vee vermijden. Dit vereist dat alle belanghebbenden mee stappen in de maatregelen, en dit lukt in de praktijk enkel wanneer het aantal betrokken belanghebbenden klein is.
Het zou voorbarig zijn om uitspraken te doen tot het inzetten van middelen op een methode om wolven af te schrikken voordat de effectiviteit van die maatregelen bewezen is. Ik stel ook vast dat het schaarse onderzoek ter zake, zeker voor de Vlaamse situatie, weinig positief gestemd is over de te verwachten resultaten, maar daarmee wil ik dat ook niet uitsluiten natuurlijk.
Ik herhaal dat – zeker op korte termijn – er enkel heil te verwachten valt van wolfproof afrasteringen. Ik merk ook aan de subsidieaanvragen dat velen dat ook aanvragen. Er is blijkbaar meer bekendheid over die afrasteringen. Deze blijven nog steeds de meest doeltreffende bescherming van vee tegen predatie. Ik trek op zeer korte termijn met een verbeterde subsidieregeling voor het wolfproof maken van omheiningen in risicogebieden naar de regering.
De voorzitter
De heer Ceyssens heeft het woord.
Lode Ceyssens (CD&V)
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Als ik het goed begrijp, moeten schapen die beschermd worden door een dergelijke halsband, nog worden geboren. Op dit moment zullen we inderdaad moeten inzetten op het versterken van de huidige maatregelen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Als ik het goed heb, kan men een subsidie voor het wolfproof maken van een omheining, enkel aanvragen voor de eigen eigendom. Ik heb daarover enkele signalen ontvangen: er zijn nogal wat schapenhouders die een stukje grond ter beschikking krijgen van derden om te onderhouden. Hoe zit het daar met die omheining? Is er inderdaad een probleem met subsidie? Kan dit worden bekeken? Ik kan me voorstellen dat ik u daarmee overval, maar misschien kunt u die vraag even meenemen.
In de zomer, op 1 juli, hebt u nog eens uitgebreid verwezen naar het kader van de probleemwolf, dat duidelijk moet aangeven wanneer een wolf een probleemwolf is waartegen effectief actie moet worden ondernomen. Hoever staat het met het kader van die probleemwolf?
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Collega Ceyssens, bedankt voor de vele innovatieve ideeën om aan preventie en wildpreventie te doen. Minister, ik denk dat we het inderdaad altijd op de juiste academische en wetenschappelijke onderzoeken moeten baseren, maar het is goed om er blijvend innovatief naar te kijken.
Als we het draagvlak bij de bevolking voor schade door wild in het algemeen willen blijven behouden, moeten we die schade, zoals steeds, correct vergoeden en snel en efficiënt afhandelen. Ik krijg het signaal dat er achterstand zou zijn bij de behandeling van die dossiers. Ik ga u daarmee overvallen, net zoals collega Ceyssens, en ik verwacht er dus nu geen antwoord op. Een en ander zou te maken hebben met het feit dat bepaalde adviezen van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) zeer traag doorstromen. Ik weet niet of u daarvan op de hoogte bent. Zou u dat willen bekijken? Het lijkt me toch belangrijk dat we blijven inzetten op een snelle afhandeling van de dossiers van mensen die schade hebben ondervonden om het draagvlak bij de bevolking te blijven ondersteunen.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Ik wil kort tussenkomen. Het is heel mooi dat we hier in Vlaanderen wolven mogen hebben. En beschermingsmiddelen zijn uiteraard een mooie zaak. Maar als je alles wilt beschermen … Die wolf heeft hier natuurlijk een mooi gedekte tafel, met alles voorhanden, een luxediner. Hij hoeft het eigenlijk maar uit te kiezen. Om voor dat alles bescherming te moeten zoeken, dat vind ik toch wat vergezocht.
Ik vraag mij iets af. Wegen de kosten om de slachtoffers te vergoeden op tegen de kosten voor bescherming? Collega Ceyssens gaf het al aan: bescherming is oké. Maar bijvoorbeeld op heidegronden – de Kempische heide of de heide in andere natuurgebieden – worden schapen gebruikt om het gras kort te houden, om te begrazen. Daarbij worden verplaatsbare omheiningen gebruikt. Maar of een wolf daardoor wordt tegengehouden, durf ik toch in vraag te stellen. Minister, wat is de verhouding van de kosten voor het vergoeden van beesten die worden gedood, ten opzichte van de kosten voor omheining en bescherming? Ik dank u.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, ik dank jullie voor jullie tussenkomsten.
Collega’s, ik weet niet wat het probleem rond de dossiers is. Ik zal dat moeten navragen. Zodra ik een antwoord krijg van de diensten, maak ik het over aan de commissie.
Collega Ceyssens, op het wolvenplatform is vorige week afgesproken dat we de definitie van probleemwolf zullen uitwerken. Het komt eraan. Iedereen die deel uitmaakt van het wolvenplatform, werkt daaraan mee. Het wordt uitgewerkt, met de nodige acties.
Collega Pieters, ik begrijp eigenlijk niet goed wat u wilt zeggen. Wilt u zeggen dat ik die wolven moet doden? Ik begrijp uw vraag eigenlijk niet goed, dus zal ik er ook niet op ingaan, want anders zal ik misschien iets verkeerds antwoorden.
Collega’s, er zijn verschillende belangrijke sporen. We zullen kijken naar innovatie en techniek, uiteraard met een wetenschappelijke opvolging. Daarmee zijn we het allemaal eens. Daarnaast trek ik zeer binnenkort naar de regering met een verbeterde subsidieregeling voor het wolfproof maken van omheiningen in risicogebieden.
De voorzitter
De heer Ceyssens heeft het woord.
Lode Ceyssens (CD&V)
Minister, ik dank u om dat te bekijken. Volgens mij staat er inderdaad dat men eigenaar moet zijn van de grond vooraleer men die subsidies kan krijgen. Misschien kan dat worden bijgesteld.
Collega Pieters, indien we zouden zeggen ‘laat de wolven de schapen maar opeten, we zullen ze allemaal vergoeden’, dan zal die wolf niets anders meer doen dan schapen opeten. Dan kom je op termijn in een hopeloze situatie terecht. Dat wil niet zeggen dat vandaag niet heel wat mensen erg bezorgd zijn. Het lijkt mij echter geen optie om de dieren gewoon opgegeten te laten worden.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.