Er werd door minister Crevits verwezen naar de toelichting van minister-president Jan Jambon in de commissie Algemeen Beleid op 22 september (klik op deze link). Dat was toen in antwoord op een vraag van voorzitter Bart Dochy en van de heer Steven Coenegrachts.
Hierbij vraag en antwoord van heden:
De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Collega’s, ik ben ondertussen één jaar parlementslid en ik denk dat ik het vorig jaar in een van mijn eerste vragen heb gehad over zonnebrand. Alles komt terug.
Het is deze zomer opnieuw gebeurd: de combinatie van droogte en hitte heeft zeer veel schade aangebracht aan fruit, maar ook voedergewassen zoals gras en maïs hebben, zo hoor ik toch, een slag gekregen, met minder opbrengst tot gevolg.
Sinds dit jaar is het Landbouwrampenfonds afgeschaft en werken we met de brede weersverzekering en het vernieuwde Vlaams Rampenfonds. De brede weersverzekering dekt echter zes risico’s. Extreme hitte, laat staan zonnebrand, zijn daar niet bij inbegrepen, extreme droogte, storm- en hagelschade wel. Het ziet er dus naar uit dat een vergoeding, als die er moet komen, enkel kan komen van het Vlaams Rampenfonds. Dat betekent dat die zonnebrand als ramp moet worden erkend. In eerste instantie moeten de schadecommissies op pad om de schade op te meten en het probleem vast te stellen.
Minister, u bent bevoegd voor de sector, maar de minister-president is bevoegd voor het Vlaams Rampenfonds. Onze voorzitter heeft hem daarover ondervraagd. Ik ben daar toen op tussengekomen. We weten dat hij al contact heeft gehad met het KMI, maar dat er nog enkele juridische stappen te zetten zijn door de Vlaamse Regering vooraleer het Vlaams Rampenfonds helemaal operationeel zal zijn. Maar hij wil dit wel bekijken.
Minister, ik heb enkele vragen schriftelijk aan u overgemaakt die misschien eerder relevant waren voor de minister-president dan voor u. Maar ik zal ze hier toch stellen.
Hoe schat u als minister van Landbouw de droogte- en zonnebrandschade in, vooral bij de fruitteelt, maar ook algemeen in de sector, bij de gewasteelten?
Kunt en zult u de lokale besturen aanporren om de schadecommissies op pad te sturen?
Ik had u verder gevraagd of u het KMI dat zou laten onderzoeken, maar dat weet ik al van de minister-president.
Minister, bent u van oordeel dat zonnebrandschade als recent fenomeen in de toekomst dient te worden opgenomen in die brede weersverzekering?
Hebt u op dit moment al duidelijkheid over het aantal landbouwers dat zich heeft aangemeld voor de brede weersverzekering?
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Ik zal meteen overgaan tot de vragen, aangezien collega Coenegrachts al het verhaal heeft gedaan.
Minister, zijn er aanbieders van de brede weersverzekering die schade geleden door zonnebrand dekken? Ik vraag het even omdat ik van verschillende telers verschillende signalen krijg. Dan is dat toch duidelijk.
Zal de Vlaamse regering de procedure voor de erkenning tot ramp opstarten? Zijn er al gemeentes die gegevens van de geleden schade aan de regering bezorgd hebben? Hebt u enig zicht op de totaal geleden schade?
U kondigde ook aan dat u de verschillende verzekeringssystemen gaat evalueren om te kijken waar de verschillen zitten. Heeft die evaluatie al plaatsgevonden? Indien niet, wanneer staat die gepland? Wat verwacht u van die evaluatie en wie zult u hier allemaal bij betrekken?
In een antwoord op mijn schriftelijke vraag 533 van 29 april 2020 zei u dat het aantal afgesloten premiegerechtigde polissen pas in het najaar bekend zou zijn. Beschikt u nu al over cijfers van het aantal landbouwers dat in 2020 de premie voor een brede weersverzekering heeft aangevraagd?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’s, ik dank jullie voor de interessante vraag. We hadden dit jaar inderdaad lokaal zonnebrandschade, bijvoorbeeld bij appelen, maar ook bij bessen en mais. Er is evenwel bepaald dat voor uitzonderlijke klimatologische omstandigheden sinds 1 januari 2020 enkel nog een erkenning als 'ramp' mogelijk is. Het is minister-president Jambon die daarvoor bevoegd is, en hij heeft dat ook uitgebreid toegelicht in de commissie Algemeen Beleid op 22 september. Dat was toen in antwoord op een vraag van onze voorzitter Bart Dochy.
Hij zei toen dat zonnebrand decretaal niet voorkomt in de limitatieve opsomming van de schadelijke natuurverschijnselen die voor een Vlaamse erkenning in aanmerking komen. Uitzonderlijke droogte kan wel erkend worden. Zijn diensten hebben daarover contacten gelegd met het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). De officiële adviesaanvraag kan evenwel pas worden ingediend nadat alle schadegevallen zijn aangemeld en nadat wij als Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit hebben goedgekeurd. Tot nu toe zijn er 72 gemeenten die een aanvraag tot erkenning hebben ingediend bij het Vlaams Rampenfonds. Dat aantal zal vermoedelijk nog stijgen. Ik kan dus nog geen definitief uitsluitsel geven, collega’s. Maar de diensten van de minister-president volgen dat op.
Zal ik de lokale besturen aanporren? De minister-president heeft toegelicht dat het uitvoeringsbesluit dat hij voorbereidt niet meer voorziet in een verplichte attestering van de schade en de omvang ervan door een gemeentelijke schadecommissie. Het staat schadelijders vrij de opgelopen schade op eender welke wijze aan te tonen. Een verslag van de gemeentelijke schadecommissie of van een expert is daartoe een mogelijkheid. Maar we zijn dus nu op weg om dat uitvoeringsbesluit definitief goedgekeurd te krijgen. Dan zal ik ook helderheid verschaffen over de procedure die moet worden gevolgd.
Wat de link met de verzekering betreft: het risico zonnebrand behoort niet tot de weersfenomenen die standaard opgenomen zijn in een subsidiabele brede weersverzekering. De subsidieregelgeving sluit evenwel niet uit dat de verzekeraar bijkomende risico’s opneemt in zijn standaardpolis, bijvoorbeeld om zich in de markt commercieel te onderscheiden ten opzichte van andere verzekeraars. Een verzekeraar die een polis op de markt wil brengen waarbij dit risico is opgenomen, kan dit dus zeker doen. Ik heb op dit ogenblik geen weet van onderlinge landbouwverzekeringen of bankverzekeraars op de Belgische markt die al zonnebrandschade dekken. Maar we moeten hierover sowieso in overleg gaan met de verzekeraars, en dit meenemen in de evaluatie rond het eerste jaar van de brede weersverzekering. Die evaluatie zal plaatsvinden na het eerste volledige werkjaar.
Hoeveel aanmeldingen zijn er? Ik heb nog geen definitieve cijfers. Om de administratieve lasten voor de landbouwers te beperken hebben mijn diensten afspraken gemaakt met de verzekeraars om de informatie onderling uit te wisselen. De landbouwer moet zijn verzekeringspapieren dus niet zelf aan de administratie bezorgen; omwille van de eenvoud gebeurt dat digitaal via een data-uitwisseling met zijn verzekeraar. Maar die uitwisseling kan pas gebeuren zodra de verzekeraars definitieve lijsten hebben gemaakt van al hun klanten die effectief een polis sloten én hun premie voor 2020 betaalden. Bepaalde telers, zoals de fruittelers, hebben aangegeven dat hun polis pas naar het einde van het jaar toe betaald zal worden.
Zodra ik de cijfers heb zal ik ze met u delen. Maar het heeft geen zin om nu voorbarig cijfers te noemen waarvan ik weet dat ze toch nog zeer voorlopig zijn. Ik dank u.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik zei het al: het Rampenfonds zit nu vooral bij de minister-president. Ik denk echter dat we er goed aan doen om die brede weersverzekering toch sneller dan gepland te evalueren. Voorzitter, ik herinner eraan dat we eigenlijk hadden afgesproken in deze commissie om eind dit jaar, begin volgend jaar samen met de sector te bekijken wat hun ervaringen waren in dit eerste jaar werken met die brede weersverzekering. We moeten daarvoor inderdaad ook wachten op de cijfers. Minister, u hebt aangegeven dat u die nog niet hebt. Het heeft dus geen zin om nu al te evalueren, maar ik zou er toch voor willen pleiten, ook al ben ik niet langer vast lid van deze commissie, om die evaluatie sneller dan voorzien te doen en te bekijken of er eventueel aanpassingen moeten zijn, of die droogte en die hitte toch niet moeten worden opgenomen bij de decretaal verplichte verzekeringen.
Minister, voor de rest heb ik geen bijkomende vragen aan u. U was bijzonder duidelijk.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Minister, dank u wel. Die brede weersverzekering zorgt voor keuzevrijheid en voor zekerheid voor onze telers. Die kunnen dan echt hun lot in eigen handen nemen. Ik sta zeker achter die beslissing. Dat is een verbetering ten opzichte van het Rampenfonds. Wat die zonnebrandschade betreft, moet we er toch over nadenken of we telers ook in die situatie niet die zekerheid kunnen bieden. Ik hoor alvast steeds meer stemmen opgaan om die zonnebrand ook op te nemen. Het lijkt ons in ieder geval interessant om te bekijken wat ter zake de mogelijkheden zijn. We zijn dus ook heel benieuwd naar die evaluatie, maar we zijn zeker optimistisch. We zullen er zeker wel uit komen wat het verder optimaliseren en verbeteren van die brede weersverzekering betreft.
Ook ik heb geen bijkomende vragen. Ik vond de uitleg zeer duidelijk.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (sp·a)
Voorzitter, collega’s, minister, ik wil me eigenlijk aansluiten bij de twee vorige sprekers. Dit is een probleem in onze regio, en dan moeten we dat inderdaad aanpakken. Er zijn inderdaad al een aantal vragen over geweest, ook schriftelijk, van mijn kant. Ik denk dat het goed is dat de minister van Landbouw samen met de minister-president naar een oplossing zoekt, maar de evaluatie van die weersverzekering, waarbij wordt bekeken in welke mate dit kan worden opgenomen, moet inderdaad zeker en vast snel gebeuren.
Ik denk dat het ook belangrijk is, naast een praktische oplossing voor de getroffen telers, dat beleidsmatig wordt bekeken hoe dit kan worden aangepakt. Misschien kan men nog een stap verder gaan. Ik hoor sommige fruittelers zeggen dat er, gezien die zonnebrandschade, op bepaalde punten misschien wel moet worden overgeschakeld naar andere teelten. Minister, ik neem aan dat u dat ook meeneemt, samen met de diverse proef- en onderzoekscentra. De verzekering van teelten die beschadigd zijn of niet kunnen worden gewonnen, is één zaak, maar kijken naar alternatieven op langere termijn is een andere zaak.
Bart Dochy (CD&V)
Ik ben natuurlijk heel blij dat wij via de commissiewerking de communicatie tussen de leden van de Vlaamse Regering versterken. We zien ook dat de informatie doorstroomt. Dat is goed. Minister, we zijn tevreden dat u dit als minister van Landbouw ter harte neemt, dat dat een belangrijke bekommernis is voor u, alhoewel het niet specifiek uw bevoegdheid is. In het antwoord op de vraag die ik had gesteld aan de minister-president zijn nog drie elementen aangegeven die belangrijk zijn om op te volgen.
Er is de periode van zestig dagen die in het besluit staat. Dat is eigenlijk niet zo gemakkelijk te controleren, gelet op het feit dat er ook een wijziging is in de procedure. De minister-president heeft echter gezegd dat hij daar coulant mee zal omgaan. De aanvraag moet volgens de oude procedure door de gemeente gebeuren, met de verzameling van de gegevens. Straks zal dat een individuele aanvraag zijn. Er is natuurlijk de praktische kant daarvan. Er zou eenvoud moeten worden gecreëerd. Ik verwijs naar het e-loket Landbouw. Ik ben gebruiker van dat e-loket. Ik weet min of meer hoe dat werkt. Het zou eenvoudig moeten zijn om vanuit dat e-loket Landbouw percelen door te sturen naar het e-loket van het Rampenfonds, dat in opmaak is, dat vandaag nog niet operationeel is. Dat zou heel praktisch zijn en efficiëntiewinst geven voor landbouwers die schade hebben.
Collega Coenegrachts, u hebt het indertijd ook heel terecht opgemerkt: we moeten kijken naar die evaluatie van die brede weersverzekering en hopen dat daar voor de landbouwers een oplossing kan komen inzake vergoedingen voor die zonnebrandschade.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel voor de bezorgdheden. Zoals de heer Dochy zei, de ene commissie versterkt zo de andere. Op zich is dat een heel positieve zaak.
Collega Coenegrachts, u had niet echt extra vragen. De evaluatie start zodra de cijfers bekend zijn.
We kunnen nog niet evalueren omdat we nog geen cijfers hebben. Op dat moment zal mijn administratie hier prioriteit aan geven, maar we doen dat beter op basis van definitieve in plaats van voorlopige cijfers.
Mevrouw Grosemans, de verzekeraars hebben datamodellen om de verzekerbaarheid van risico’s te kunnen inschatten. Zij moeten die oefening maken. Dat is niet mijn taak. De markt moet dat doen.
Mijnheer Vandenhove, met betrekking tot de evaluatie die we moeten maken, denk ik dat we dezelfde mening delen.
Wat u over de omschakeling naar andere teelten hebt gezegd, is zeer interessant. Ik deel gedeeltelijk wat u naar voren hebt gebracht. De praktijkcentra en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) zetten actief in op onderzoek, demonstraties en sensibilisering. Ik ben persoonlijk gefascineerd door de eiwitdiversificatie om klimaatbestendige teelten naar hier te halen. U moet het ILVO in Gent eens bezoeken. Daar staan nieuwe teelten. Die teelten zijn zeer rijk aan plantaardige eiwitten. Dat is aangenaam om te zien. Ik wil daar ook budgettair op inzetten. Ik wil niet enkel de minister van Landbouw, maar ook de minister van voeding zijn. Er beweegt heel veel en we moeten onze boeren meekrijgen in die nieuwe bewegingen. Om dat mogelijk te maken, moeten we de link met innovatie en onderzoek leggen. Het werkt ook. Eind augustus heeft het ILVO een demonstratiedag over eiwithoudende teelten gehouden. Dat was een zeer groot succes. We voelen dat onze boeren hier interesse in hebben.
Waar ik het minder eens mee ben, is de beperking van de vrijheid. U hebt het zo niet gezegd, maar ik vind dat een boer vrijheid van teeltkeuze moeten hebben. Dat is de vrijheid van ondernemerschap. Ik vind dat boeren goed geïnformeerd moeten zijn. Ik vind het dan ook belangrijk dat de boeren goed worden geïnformeerd over rendabele verdienmomenten en over manieren om in nieuwe teelten te investeren. Elke boer moet goed worden geïnformeerd en begeleid als hij een transitie wil maken. Hij moet goed weten wat de bodemsoort, de hellingsgraad en het vochtgehalte is en wat al dan niet goed kan gedijen.
Voorzitter, uw suggesties zijn zeker waardevol. Ik zal er rekening mee houden. Het aandachtspunt in verband met de digitalisering en de automatische gegevensuitwisseling staat zeker genoteerd.
Als uitsmijter wil ik nog een quote meegeven van een fruitboer in Limburg die ik enkele weken geleden heb bezocht. Bij het begin van het bezoek heeft een journalist me nogal ernstig aangepakt over de brede weersverzekering en de elementen die hier al dan niet deel van uitmaken. Ik heb toen geantwoord dat we het best eerst de fruitboer zouden bezoeken. Tijdens dat bezoek is de boer een vraag over de weersverzekering en de droogte gesteld. Hij heeft geantwoord dat hij, veel meer dan in de brede weersverzekering, eigenlijk geïnteresseerd is in adaptatie en in de vraag welke investeringen ervoor kunnen zorgen dat boeren tegen droogte en zonnebrand gewapend zijn. Eigenlijk was dat een smeekbede om met de Vlaamse Regering fors steun te blijven geven zodat boeren kunnen blijven boeren. Ik vond dat een mooie uitsmijter van die man, want dit geeft gedeeltelijk weer dat boeren niet in eerste instantie achter schadevergoedingen hengelen. Ze willen op een rendabele manier hun job doen.
Naast de evaluatie van de verzekering, is het de komende jaren zelfs prioritair mijn bedoeling fors te investeren in het mogelijk maken van landbouw in weersomstandigheden die iets moeilijker zijn dan tien of twintig jaar geleden. Dat is een persoonlijke uitsmijter.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.